AMERSFOÓRTSCHE COURANT, f JK 41. -•fscr DONDERDAG 05 Juli} J852. 10 JulijMaand. Begin der Hondsdagei Dingsd. s. Margaretha. J5 Julij, Dunderd. Apostelen scheiden. JO Vrijd. De Griekschc Patriarch door Home in den ban gedi 17 Zaturd. N. M.van der Palm geb.1703. 18 ZOND. Godfried van Bouillon overt., 1100. 1054. 1 Jeruzalem door de Kruisvaarders ingenomen, 1099. Woensd. Clemens XIV heft de Orde der Jezuïten op, 1773. Donderd. t. Maria Magdalena. VERKIEZINGEN. Ten gevolge van het ontslag, door de lleeren Methorstde Louter en van IValchren. als Leden van den Raad, ingezonden, zal er op Woensdag den ecu en twlutigsten Julij aanstaanden eeue ver kiezing plaats hebben van drie Leden van den Raad der Gemeente Amersfoort. Naar wij sedert geruimen lijd reeds vernamen, zullen velen voor die keuze hunne slem uitbrengen op de lleeren L. A. van Beek, Mr. 11. Verloren en J. F. L. Cocnen. Eerstgeiuelde vereenigde reeds bij de eerste verkiezing van Leden van den Gemeenteraadop den Oden September 1851, een groot aantal stemmen op zich, en ook, bij de stemming op 28 April j.l.waren, na de personen, tussehen welke eene herstemming moest plaats hebben de meeste stemmen op hem uit- gebragt; zoodat het, bij de thans in omloop zijnde geruchten, ons voorkomt, dat een groot gedeelte der Aiuersfoortsche Burgerij voortdurend zijne benoeming als Lid van den Baad verlangt, een wensch, waarin wij ook deelenomdat het te verwachten is, dat de Burger- en Handels-stand door den Heer L. A. van Beek waardiglijk vertegenwoordigden de ingezetenen in hem eenen vertegenwoordiger in deu llaad tullen hebben, die, even ijverig als eerlijk, de belangen der Gemeente naar vermogen zal voorstaan en bevorderen. Met den Heer L. A. van Beek wordt ook de Heer Mr. Verloren genoemd, leder die waarlijk belang stelt in eene goede, onpartijdige, naauwgezette be handeling van zaken, zal de verkiezing toejuichen van dien even werkzainen als kondigen regtsgeleerdu terwijl wij, indien ook de Heer J. F. L. Co'enen, eene specialiteit in het vak der weldra ook voor deze Gemeente te regelen belastingen, wordt gekozen, met regt zullen mogen zeggen, dal de Ainersfoortsche Baad, met de verkiezing van 21 Juljj 1852, eene groote aanwinst heeft gedaan. De algemecne bekendheid en de achting, waarin, genoemde Hcercii deelen'maken iedere aanprijzing overbodig. De Burgerij zij eensgezind in de uit te brengen keuze, legge alle laauwheid en onverschillig heid af; bedenke dat ieder kiezer, in de uitoefening van zijn slei regthet zijne kan bijdragen lol de welvaart van de plaats zijner inwoning; heriunere zich toch de op 28 April j.l. gehoudene stemming voor vijf leden iu den Ainersfoorlschcn Gemeenteraaden zie daarin vooral eene aanwijzing, dat het zaak is, dat alle kiezers, ter vervulling van hunnen burgerpligt, op Woensdag den een en twlnligstcii Julij aan staanden, hunne stembriefjes naar de stembus brengen, met de daarop gestelde namen van de Ueereo: Mr. II. VERLOREN! L. A. VAN BEEK, J. F. L. CO ENEN. BINNENLAND. AMERSFOORT, 15 Julij 1852. Iu de op 12 Julij j.l. gehouden Vergadering van den Raad dezer Gemeente, waren tegenwoordig de 11.11. JVijers, NieutolandMaas Geesteranusv. IVerkhoven ScKcerenbergr. LilaarHerschel, Diemont en Zegers Veeckens afwezig de 11.11. Methorst, Brouwer, de Louter v. d. Berghv. Bockom Maas en v. IValohren. 1". De notulen van de vorige Vergadering worden gelezen en goedgekeurd. 2°. De Commissie, in handen van welke gesteld is de Rekening en Staal der Vesligings-, Oiulerhouds-, Ver- vangings- en Transport kosten van Bedelaars en andere personen in dc Koloniale Gestichten der Maatschappij van Weldadigheid, over 1851, brengt Knp|iort uit, en zegt, dat, blijkens die Rekening, van deze Gemeente wordt gevorderd wegens Vesligings-en Onderbouds-koslen 1800,39 Vervaiigings-kosteii285,00 Transport-kosten121,32 ƒ2212.71 Op rekening betaald400,00 blijft 1812,71 dat zij gemeend heeft deze rekening te moeten splitsen in twee deelen, waarvan liet 1ste bevat de gelden, Int een bedrag van ƒ118.10, wegens Vesligings-koslen enz. van liendie door of met goedkeuring van de Gemeente zelve naur de Oiuiuer- scliaiis zijn overgebragtj en het 2de bevat du gelden, tol een bedrag van ƒ2004,01 wegens Vestigings-kosten enz. van hen, die, ingevolge Art. 274 Wetb. van Strafregt, daarhenen zijn vervoerd; dal, omtrent de gehoudenheid tot betaling van het eerste gedeelte dier rekening, geen twijfel kan ontslaan, dewijl dat bedrag is aangewend tot Verpleging enz. van personen, op last van de Gemeente, naar de gellichten der Maatschappij van Weldadigheid overgebragt; en dat, bij het onderzoek omtrent de gehoudenheid lot betaling van het tweede gedeelte, haar is gebleken: dat de Comiuissio, benoemd tot het onderzoek der Begrooting voor 1851ter vergadering van 23 Nov. 1850, den Baad iu overweging heeft gegeven om Bur gemeester en Wethouders uit te noodigen om maat regelen te nemen, ten einde zoo mogelijk voor bel vervolg van de betaling van dezen post te worden ontheven; dat do Raad alstoen heeft besloten, om een post kosten van Bedelaars in dc Maatschappij van Weldadigheid op de Begrooting te brengen doch zwa righeid te maken in de uitbetaling daarvan, bijaldien.die kosten niet algemeen door de Gemeentebesturen voort durend wierden voldaan; dat de Raad den 31 Julij 1851 besloten heeft om het te kort op de rekening voor 1850, betreffende deze zelfde zaak bij voorschot te vinden uit stadskas, ten einde als achterstand in uitgave te worden gebrngt op de Begrooting voor 1852met op- dragt te*ens aan Burgemeester en Wethouders, om uau bet Gouvernement iu overweging te geven, om de wijze van zijn der bedelaars in de Oinmerschniis zóó in te riglendat het minder wenschelijk voor hen worde, daarin te worden opgenomen; en eindelijk, dat wel in sommige gemeenten de post tot goedmaking dezer kosten onder eene andere benaming op de Be grooting gebragt, doch de betaling nergens geweigerd is; wijders dat het haar voorkomt: dat de Kon. Besluiten van 20 Sept. 1817, 12 Oct. 1819, 12 Oct. 1825, 17 Aug. 1827 en 30 Oct. 1843, welke de aangelegenheden van de Ommeischaus regelen cn aan de Gemeentebesturen verpligtingen opleggen of ze daarvan ontheffen, thans, onder de Grondwet van 1848 en de Gemeentewet van 1851 alle verbindende kracht hebben verleren; doch dat men bij dit alles moet in hel oog houden, dat het stedelijk Bestuur, bij het daarstellen der Begrooting voor 1851, als het ware eene toezegging (zij moge dan ook voorwaardelijk zijn) gedaan heeft, en dat het Landsbestuur bijzondere vcrViudtenissen met de Maatschappij van Weldadigheid heeft uaiigegaa»waardoor het zou gedwongen worden, oiningeval van weigering, de betaling der meer genoemde verplegings-kosten op grond vail Art. 1390 in verband met Art. 1393 in regten te vorderen; weshalve zij vermeent te moeten adviseren om het restant der rekening van Vesligings-, Onderhouds- Vervangings- en Transportkosten van Bedelaars en andere personen in de koloniale gestichten der Maat schappij van Weldadigheid voor 1851 ad ƒ1812,71 te voldoen, en het te kort te vinden bij voorschot uit de atads-kns, teil einde, als achterstand, iu uitgave te worden gebragt op de Begrooting voor 1853, zonder door dit Besluit te willen gerekend worden eeue ver- pligling to erkennen, of zich Ie verbinden oiu ook voortaan de betaling van dergelijke kosten te lateis volgen. l)c Heer Zegers Veeckens zegt, dat hij volgaarne zich vcreenigt niet de inecning der Commissie, omtrent de gehoudenheid tot betaling van het eerste gedeelte, ten bedrage van ƒ118,10, maar dat hij dc gehuudeiihcid tot betaling van het tweede gedeelte, ten bedrage van ƒ2094,01 wegens vestigings-kosten enz. van bedelaars, ten gevolge van een reglcrlijk vonnis naar de Ominer- scliaus overgebragt, niet erkent. De Commissie adviseert tot betaling van dit bedrag, inanr verklaart levens, dat zi^ niet wil geacht worden de gelinudciiheid der gemeente tot betaling te erkennen, eu dat, naar bare meening, de Koninklijke Besluiten, waarbij die gehoudenheid is uitgemaakt, alle verbindende kracht hebbcu verloren. Zij adviseert lol betaling 1°. op grond van hot in den RaeJ verhandelde, bij het vaststellen der begrooting voor 1851, waarin zij eene toezegging als het ware tot betaling meent te zien 2°. op grond van de opzending door hel Gouvernement van de Amersfoortscbe bedelaars, iu de vooronderstelling dat deze gemeente de koslcu deswege zou betalen; weshalve het Gouvernement, in geval van weigering onzerzijds, de betaling van dat bedrag iu regten zou vorderen. Wat betreft den eersten grond: het stellen van een post op de begrooting kan nooit worden aangemerkt als eene toezeggingals eene rerhindlcnis tol betaling van liet uitgetrokken bedrag; tl.it bedrag toch mag niet anders worden besteed dan lot kwijting van schuld; over IS5I niogteu van den Postkosten van bedelaars in de Maatschappij v.m Weldadigheid slechts worden be steed ƒ118.10 welke gebleken zijn te dier zake regions te zijn verschuldigd. Wat betreft deu tweeden grond de vermeende voor onderstelling van liet Gouvernementdal deze gemeente die kosten zou restitueren, mag mis niet doen licsliiiteii tol betaling van een zoo aanzienlijk onverschuldigd bedrag, waardoor wij eene toegeeflijkheid jegens het Gou vernement zouden aan deu dag leggen, ten nadcele der gemeente, in strijd met de door ons afgelegde belofte. Wat betreft de mecning, in liet rapport uitgedrukt, dat het Gouvernement de betaling van dat bedrag zou kunnen vorderen, op grond van art. 1300 iu verband met arl. 1393 B. W.deze is volstrekt onjuist, eu onbegrijpelijk is hel, boe men die inecning heeft kunnen voordragen, inct de verklaring tevens, dat men de ge houdenheid tot betaling niet erkent en dat men den Kon. Besluitenwaarbij die gehoudenheid is uitgemaakt, alle verbindende kracht ontzegt. Bijaldien men zich vereenigt met het ad vijs der Com missie, dan zal een bedrag van 2094,01ofschoon onver schuldigd, door dc gemeente worden betaald en over een of twee maanden wederom dezelfde kwestie worden gemoveerdwaaromtrent nu reeds eene beslissing kan genomen worden. Die beslissing hangt alleen en van niets anders af, dan van de beantwoording der vraag: moeten de gemeenten voorzien in het onderhoud van bedelaars, ten gevolge van een strafvonnis naar de koloniale ge stichten der Maatschappij van Weldadigheidals bede laarshuizen, overgebragt?)) wordt die vraag toestemmend beantwoorddan volge de betaling van de gevorderde ƒ2094,01; zoo niet, men weigere dezelve. En hoe moet bet antwoord zijn op de bovengestelde vraag Niet anders dan in onlkennenden ,zin. De ten uitvoerlegging van strafvonnissen geschiedt altijd ten koste van den Staatwaarom dan in deze eene uitzon dering gemaakt op de bedelarij? Tot dusverre grondde men die uitzondering op de Kon. Besluiten in het rapport vermeld. Maar die Kon. Beiluiten, ze zijn niet verbindende, ze hebben niet hunne verbindende kracht verloren door de Grondwet van 1848, zoo als dc Commissie zegt, maar ze hebben nooit ecnigo verbindende kracht gehad. De Koning was evenmin volgens de Grondwet van 1815 en 1840als volgens die van 1848 bevoegd tol hel nemen van die Besluiten, waarin men ook te vergeefs zal zoeken naar de aanhaling cener Wet, waarop die eigemuagtige decretering berust. «Men ziet,» zegt de lieer Mr. J. R. Thorbecke, in zijn Werk: over Plaatselijke Begrooting, bladz. 41, uaan hoe grenzenloozc willekeur de gemeenten lot dus verre zijn blootgesteld. Het Landsbestuur legt naar goed vinden verpligtingen op de gemeententen gevolge zijner bijzondere verbindtenissen met de Maatschappij van Wel dadigheid, die het als eene, begunstiging verdienende, fabrijk koestert. Het ontheft in 1843 van sommige dier verpligtingeneven eens naar goedvinden en alléén dewijl zijne betrekking met de Maatschappij was veran derd. Het Gouvernement herinnerde zich de Napoleon tische Wetgeving over de dépots de mendicilé, om er den titel eener volstrekt ongeregelde magtoefening van te ontleenen. De wet van 28 Nov. 1818 huldigt sonunige gevolgen der niet uitgedrukte stelling, dat verzorging der armen in beginsel een plaatselijke gemeentelast is maar kon het Landsbestuur hieraan de maatregelendie liet nam, tonder hulp der Landswetgeving vastmaken Dun zal het bevoegd zijn, om de plaatselijke uitgaven teil behoeve der armoede eigendunkelijk te regelen. Dan heeft het Landsbestuur, dat over de Landsmiddelen niet kan beschikken dan volgens de wet, de plaatselijke middelen in zijne hand om er, tot dienst der armen, mede te doen wat het verkiest.» Hij zegt te vertrouwen, dat deze Raad de middelen, do inkomsten der gemeente daartoe niet beschikbaar zal stellen, maar veeleer, erkennende de niet-gchoudenheid tot betaling van bet der gemeente in rekening gestelde bedrag van ƒ2094,01, zich zal vereenigen met het voorstel dat hij doet: om aan den Heer Commissaris des Kouiiigs in deze provincie te doen kennen, dat de Raad dezer gemeente geene vrijheid vindtom meer dan het aan de Maaischappij van Weldadigheid reglens verschuldigd bedrag van ƒ118,10 te betalen, met verzoek, dat aan deze gemeente worde gerestitueerd het te veel op rekening b'-taaldo bedrag van ƒ281,90. De Heer r. Lilaar zegt, dat de Commissie de beide punten, dc verbindbaarheid der Kon. Besluiten, en de gehoudenheid to\ betaling, op grond van lastgeving, op zich zelve heeft beschouwd; dat zij van meening is, dat de niet-verbindbaarlieid der Kou. Besluiten meer kan gelden voor het toekomende dan wel voor het verledene; dat het Gouvernement de belangen der ge meente in deze beeft waargenomenen dat de Commissie niet uit toegeeflijkheid maar uil pligtgcvoel geadviseerd heelt tol betaling, omdat de gemeente in deze is ge- geweest laslgeefster. De fleer Zegers Veeckens repliceert hierop, dat dc inhechtenisneming, du veroordeeling eu de opzending van bedelaars altijd heeft plaatsgehad zonder voorkennis van bet Bestuur der gemeente; dat in ilc verpleging van veroordeelden moet voorzien worden door deu Staat, niet door de gemeentenwaar die bedelaars tu buis belmoren; dut de gemeente Amersfoort geen belang huil bij de verpleging van Amersfoortscliu bedelaars aan de Oniuicrschuus, dat liet Gemeentebestuur daartoe geen lust beeft gegeven, en dat dus zeer teil onregte do Art. 1390 eu 1393 als grond van betaling zijn ingeroepen. Nadat de Heer t>. Lilaar nog had betoogd, dat iu deze lastgeving van dc gemeente op den Staat bestond, en dc lieer IVijers luid gezegd dat bij de conclusie der Commissie tot betaling ondersteunt, niet zoo zibr op grond van wetteljke, waarop veel zou ziju af tu dingen, als wel van zedelijke verpligtingwelke laatste in deze bestond, omdat dc gemeente gedurende 25 jaren en langer die kosten had betaald, zoodat de weigering eensklaps eene groote teleurstelling zou

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1852 | | pagina 1