AMERSFOORTSCHE COURANT. i t Vi W. 61. lli. DONDERDAG 1 December 0851. 2 Dec. Donderd. Wium I aanvaardt do Souvereiniteil over de Nederlanden, 1813. 3 Vrijd. i. Franc. Xacerius. 4 n Zaturd. L. Kw; t. Barbaralaatste zitting van hel Concilie van Trento1503. 6 ZOND. 2de Adv. I 0 Deo. Maand. Nicolaasvertrek van Leioester uit Nederland, 1587. 1 Dingsd. s. AmbrosiusJ. F. van der Kemp overl., 1811. 8 Woensd. IMaria Ontv.; Ritkard Baxter overt., 1691. I 9 Donderd. Milton geb., 1008. KENNISGEVINGEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS or.* GEMEENTE AMERSFOORT Brengen ter kcnnisse van dc ingezetenen, datbij de alliier op den 21 dezer plaats gehad hebbende verkiezing van twee leden voor de Kamer van Koophandel en Fabrijken is gebleken dat als zoodanigbij volstrekte meerderheid van stemmenzijn verkozen de Heeren G. Hubert Dz. en 11. G. ran den Bergh. Voorts, dat het Procesverbaal van gezegde stemming van heden af dagelijks gedurende acht dagenuitgenomen de in vallende Zondag, voor een ieder zal ter visie leggen op de Secretarie dezer Gemeente van des voormiddags 10 tot s na middags 1 uur. Amersfoort, 25 November 1852. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. G. W1JERS. De Secretaris W. L. SCI1ELTÜS. BURGEMEESTER es WETHOUDERS der GEMEENTE AMERSFOORT Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat, wegens het invallen van den aldus genoemden St. Nicolaas-Avond op Zon dag den 5 December e. k.deze zal worden gehouden op Zaturdag avond den 4 December aanstaande. Amersfoortden 29 November 1852. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. W. van WERKHOVEN, Wcth. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. VERGADERING van den RAAD der Gemeente Amersfoortop Donderdag den 2 December 1852, des avonds Ie zes ure. PUNTIR VAN BEUANDZLINS: Aangehoudene punten: a. Rekeningen en begruntingen der Armbesturen. b. Missives van Diakenen der Hervormde Gemeen te, tot restitutie van plaatselijke belasting voor turf. e. Reglement van Orde der Kamer van Koophandel. d. Missive der Apothrcare, omtrent hunne bezol diging voor hel leveren van geneesmiddelen aan de armen. Procesverbaal van waardering van het land, in gebruik bij IF. Hartman. Rapport der Commissie, betrekkelijk de peilreke- niiig op het levend vee. Idem, betreffende het marktwezen. Idem, omtrent de regeling der gemeente-ambte naren, benevens het advijs van Burgemeester en Wethouders. Rapport van Burgemeester en Wethoudersbe trekkelijk hel Heerenpoorts-briiggetje. Rekwest van Mr. IF. B. !FestermanAdvocaat, en F. B. Robbé, Burgerlijk Ingenieur, beide te Amsterdam, tot oprigling eener Oeconomiscli gaz- fabrijk alhier. Missive van den Schuttersraad, betreffende afge keurde schutlers-kleedingstukken. Rekwest van Mr. J. G. Bosch van Drakestein te Utrecht, tot aankoop van grond. Rekwest van eenige ingezetenen van Hoevelaken, tol afschaffing van het marklgeld op de boter. Circulaire van den Heer Commissaris des Konings in de provincie Utrecht, betreffende onderhouds kosten van bedelaars in de Oininerschans. Aanschrijving van Heeren Gedeputeerde Stalen de zer provincie, tol het algemeen invoeren van ver ordeningen legen het rijden met houdenwagens. AMERSFOORT, 2 December 1852. Woensdag, 24 Nov, j.l.werd door de Amersfoort- sche Liederlafel het in de Amersf. Courant van 18 Nov. j.l. aangekondigde Concert gegeventen voordeele der be trekkingen van de op 25 Oct. j.l, verongelukte varens gezellen van Hellcvoetsluis. Ofschoon de opkomst niet beantwoordde aan de ver wachting, die de inleekeiiinglijslcn hadden gegeven, werd het Concert toch bijgewoond dooreen uitgelezen publiek, dat ongetwijfeld tevreden zal geweest zijn over hetgeen werd voorgedragen. De uilvoering der stukken was over het algemeen zeer goedbijzonder de Oualremains van ran Beethoven, door de Heeren J. H. Jansen en B. T. Suijck a plonib en fiks gespeelden de Xoclurtic van Lorenz, door den Heer L. Apeldoorn even juist als gevoelvol op den Iwarn voorgedragen; getuige liet apjihrodimeTBent hun, en vooral laatstgenoemden, zoo reg tuin lig loegebragt. Droeg de Heer ff'. Graaf ran Limburg Stirum smaakvol en met uitdrukking zijne romance voor in zang, die bij uitstek voldeed, lief ook beeft de Heer D. Steinbuch de variatiën van Tulou op la dertiière pensie van IFefter op de fluit uitgevoerd ofschoon hij eenigzins onzeker was in de maat, wanr- door zijn spel de vereischte duidelijkheid miste; terwijl hel jammer is, dat de Heer P. Meihorst Jr., door ver koudheid, het ÏFanderlied van Prach niet met genoeg zame kracht kon voordragen. Werden de quarletten door de Heeren Jansen Jr.B. T. Suijck, P. Methorst Jr. en IF. L. Scheltus vrij wel uitgevoerd, en de solo op de viool (ofschoon niet de aangekondigde fantaisie- caprice van F ieuxtempsdoor den Heer C. Bousquet goed gespeeld, ook de Heer IF. L. Scheltus, die eene aangename stem heeftzong zeer goedofschoon wat koud, het air uit de Carillonneur de Bruggesterwijl eindelijk hel Ace Maria ihior'-den Heer Jansen Jr.die echter wat vermoeid scheen te zijn, vrij wel werd gezongen. Zal dat Concert, hetwelk een zuiver bedrag van ƒ107,50 beeft opgeleverd, eene niet onbelangrijke bij drage zijn tot verzachting van het leed der beproefden te Hellevoelsluis, ieder, wien het hart op de regie plaats zit, zal met ons instemmen in warmen dank jegens de Amersfoortsche Liedertafeldieonder de steeds belanglooze leiding van haren verdienstelijken Directeur, den Heer B. T. Suijck, wederom uitmun tend zieli gekweten heeft van dc tank, die zij jegens hel Publiek had op zich genomen, en bij deze gelegen heid velen heeft opgewekt en in staal gesteld, om wel te doen aan Weduwen en Weezen van llollandsehe braven, die hun leven lieten bij eene poging tut redding van in nood veikeereude schepelingen. Moge dal gezelschap, 't welk de gelegenheid geeft om menigeu winteravond nangeuaaiu eu nuttig door te brengen, aangroeijen in ledental; door oefening en volharding, vooral in den zang, zich brengen en houden op eene gewenschle hoogteen eene waardige plaats innemen in den rei der Nederlaudsche Liederlofels. Ter teregtzittiug van het Kautongercgt Amersfoort van 29 Nov. j.l. diende de zaak van het 0. M. tegen Joh. t>, d. Felde, landbouwer en koopmanbeklaagd van op 20 Oct. j.l., bij het afleveren van eene hue- veelheid aardappelen aan zekeren de Rooijop den Hof, Ie Amersfoort, te hebben gebezigd eene halve Ned. mudde, welke niet was voorzien van het tjkmerk voor het loopende jaar. Nu verhoor van twee getuigen eu den gedaagde, waardoor de overtreding, hier boven omschreven, volledig werd geconstateerd, droeg het O. M. zijn rekwisiloir voor, daartoe strekkende, dat de gedaagde zou worden schuldig verklaard aan het ge bruiken van eene maal, verschillende van die, welke bij de krochlhebbende wetten zijn vastgesteld, en dat hij diensvolgeiis, op grond van art. 479 n°. 0, 481, 460, 407 en 469 YVelb. van Slrafregt, zou worden veroordeeld tot betaling eeucr geldboete van niet minder dan 5,50 en niet meer dan 7,50, met ver beurdverklaring van de in beslag genomen maat, waarop do r den gedaagde, zei ven eene regt koddige niets afdoende verontschuldiging, nut een eisch lot schadevergoeding, wegens gemis sedert 20 Oct. j.l. van zijne maat, werd voorgedragen. Do uitspraak in deze is bepaald op 6 Dec. e. k. Nog is ten gezegden dage, ter civiele audiëntie, door denzelfden Kantonreglcr, op de daartoe strekkende conclusie van den Procureur L., de admissie in lite, als geinagligde van een gedaagde geweigerd aan iemand wiens akte van volmagt niet bevorens was geregistreerd. Wij achten bet niet onbelangrijkde aandacht onzer lezers te bepalen bij de Publicationdoor ver schillende Gemeente-Besturen uitgevaardigd, tot waar schuwing legen hel gebruik van hel met goud beplakt St. Nicolansgoedals bestaande dit zoogenaamde goud groolendeels uil koper. De Gedeputeerde Stalen van Utrecht hebben, bij Besluit van 18 Nov, 1852, N°. 29 (Fr. BI., N®. 105), bepaald, dat de thans zitting hebbende Leden der Prov. Staten zijn ingedeeld als volgt: in het kiesdistrict Utrecht: W. H. de neus, Mr. J. Acker8dijk, Mr. P. de Beaufort, Mr. W. J. van Hovtemn, Mr. N, P. J. KienMr. F. van de Pull en Mr. A. J. van Beeck Calkoen, aftredende in 1853; Mr. A. H. Meteler- komp, Jlir. Mr. H. A. M. van Asch van Wijck, C. J. van Veerssen, Mr. P. Ras, Mr. P. A. Broers en G. Munnicks vail Cleeff. aftredende in 1850; ill hel kiesdistrict Amersfoort: Mr. J. de Louter, Mr. H. A. Laan en A. J. de Beaufort, aftredende in 1853; H. G. van dcu Bergh, Mr. A. G. Wijers, Mr. J. van Dam van Issclt en J. Baron Taels van Amerutigcn van Nalewisch, aftredende in 1850; In liet kiesdistrict Amerongen; J. C. P. E, Mensu, H. G. van der Poel, C. H. Guides en W. II. van Nelle- steijn van Broekhuizen, aftredende in 1853; D. C. J. Hnrmsen, J. Vos en Mr. E. II. Baron van Iitcrsum, altredende ill 1850; in hel kiesdistrict IJssclstein: S. J. van Noolen J. C. van der Heijden en II. Schoenmaker, aftredende in 1853; W. G. Story van Blokland, M. van Berkel, Jlir. Mr. J. P. Slriok van Linschuten van Vlooswijk en Jhr. J. J. de Geer van Oudegein, aftredende in 1850; ill liet kiesdistrict BreukelenP. van do Poll, J. G. Dolmans, G. W. van Winsheijin en S. van Kempen, aftredende in 1853; Mr. W. R. Boron van Tuijll van Serooskerken van Zuijlen, G. Duuring en F. H. Spengler, aftredende in 1856. Te Bunschoten is tot Predikant beroepen de Kand. If. E. de Visser. Het arrest van den Hoogen Raad van 10 Nov. j.l. waarbij verworpen is bel beroep in cassatie van den Officier van Justilic bij de Arrondissoinents Reglbaiik "e regie te Amersfoort, tegen een vonnis, door die Reglbank don 24 Julij j.l. in liooger beroep gewezen (zie JFeekbl. van het Regt N®. 1301), in zake van het 0. M. legen J. Bos, visscher te Spakenburg, is van den navolgen- DE HOOGE RAAD ENZ. Gelet op de Memorie van cassatie, door den requirant (den Officier van Justitie te Amersfoort) ingediend, waarbij wordt beweerd: 1°. Schending of verkeerde toepassing van de Resolutie van het Heemraadschap van de rivier dc Eem van den 15 Sept. 1685, op grond, dal verkeerdelijk door den Regter zou zijn verstaandat bij die Resolutie als vereischte voor dc over treding is gesteld, dat de wal der Provincie, waar netten zijn gezetzij in de onmiddelijke nabijheid van den mond van de hem, maar dal daarentegen het verbod om te visschen zich uitstrekt tot dc geheele kust der Provincieen dat hierom het te laste gelegde en als bewezen aangenomen feit strafbaar is naar de gemelde Resolutie 2". Schending van bet Kon. Besluit van den 27 Julij 1835 (Stil.N°. 23)als zijnde hier netten gebruiktgeschikt om den doortogt van viscn tc beletten't welk bij dat Besluit is verboden Gelet op hetgeen ter tcregtzitting van wege den gerequi- reerde door zijn Advokaat is aangevoerd; Gehoord den Advokaat-Generaal Arntzenius, namens den Procureur-Generaal in zijne conclusie, strekkende tot verwer ping van het beroep, dc kosten in cassatie gevallen te dragen door den Staat Overwegendedat in facto iB aangenomen, dat op den 20 Maart 1852 in de Zuiderzee zijn bevonden vier luiken met daaraan bevestigde keernetten, welke, zonder de minste ope ning te latenstrekten van af den wal in eene regte lijn zeewaarts inwelke fuiken toebehoorden aanen daar ter plaatse gesteld waren door den gedaagde, zonder daartoe ver gunning van Watergraaf en Heemraden van de rivier de Eem te hebben bekomen dat deze fuiken en netten gestaan hcbiien, lijn gerekendop eenen afstand van ongeveer tien n van den mond van de rivier de Eem, en wel in eene streek der zee bekend onder den naam van de Westersuat, alwaar volgens menscben geheugenis steeds, zonder eenige bijzondere vergunning hoegenaamdongestoord gevischt isdat echter niet heeft kunnen worden uitgemaakt, of die fuiken moeten Cclit worden te hebben gestaan binnendan wel buiten de k genaamd de Ton, die aan den mond der Eem is go- legen zulks uithoofde de netten op aanzienlijken afstand van den mond dier rivier hebben gestaan, en het strand aldaar eene golvende en zeer ongelijke rigting heeft O., wat nu aangaat het^ 1ste middel van cassatie, dat bij Resolutie van de Staten 'slands van Utrecht, van den 22 Julij 1685. aan Watergraaf en Heemraden van de rivier de Eem, beeken en aankleven van dien, is toegestaanhet u opzigt en het bewind op de visscherij in de rivier de Eem u beeken ende aankleven van dienalsmede in de Zuiderzee ic aan ende omtrent de voorschreven riviere langs den wal dezer Provincieintcrdiccerende allen ende cenen iegclickcn e buiten consent ende voorweten van Watergraaf en licem- raden met eenige netten of vischwant aldaar te mogen vis- «schen, op pene bij het Collcgie te arbitreeren,en dat bij daarop gevolgde en door den requirant van cassatie aangehaalde Resolutie van liet Heemraadschap van de rivier de Eem enz. van den 15 September 1685uit kracht van de voorschreven Resolutie der Staten, 1 in de rivier dc Een ii aan en langs den wal der Provinciebeeken enz. met eenige «netten, hoe die ook genaamd zouden mogen worden, buiten ii speciaal consent van Watergraaf en Heemraden te visschen 0.dat hetgeen ten gevolge het voorschreven Besluit der Staten kon worden verboden en strafbaar gesteld, is het visschen buiten de vereischte toestemming in de rivier de Eembeeken en aankleven van dienalsmede in de Zuiderzee aan en omtrent de rivier langs den wal der Provincie, en datwanneer al bij het daarop gevolgde Besluit van het Heem raadschap een meer algemeen verbod mag zijn gedaan, dit dan toch is beperkt door de woorden tot buiten de Ton in de Zuiderzee, zoodat in geen geval de aangehaalde besluiten kunnen worden toegepast in dien ïin, dat daarbij in het algemeen zou zijn verboden hel visschen in de Zuiderzeelangs den geheelen wal of de geheele kust der Provincie Utrecht zooals dit door den requirant van cassatie wordt beweerd; O.dat hierom dan ook teregt bij liet beklaagde vonnis is aangenomendut bij dc besluiten slechts is bedoeld de om trek der zee rondom ucn mond der rivier, en dat naardien hi facto alleen is aangenomen, dat de fuiken met daaraan bevestigde keernetten zijn bevonden in de Zuiderzee, van af den wal zeewaarts in op een afstand van ongeveer tien minu ten van den mond der rivier, terwijl het onbewezen is ver klaard of het is geweest binnen dan wel buiten den Ton, die aan den mond der rivier is gelegen, mede teregt bij bet vonnis de aangehaalde besluiten op cle aangenomen daadzaken niet toepasselijk zijn verklaard; O., dat mitsdien het 1ste middel van cassatie is ongegrond en dat het, dc aangehaalde besluiten in cusu niet toepasselijk zijnde, onnoodig is Ie onderzoeken de gronden en beslissingen bij het beklaagde vonnis aangevoerd en gegeven, nopens de bevoegdheid van de Staten 's lands van Utrocht tot bet nemen van voormeld Besluit, inzonderheid voor zoo veel daarin be schikkingen mogen zijn vervat, rakende de visscberij in de Zuiderzee, voorts tot net opdragen van de bevoegdheid tot liet maken der bepalingen mede voormeld aan het Heemraadschap nopens de in dit regtsgeding beweerd geweest lijnde afschaffing vnn de besluiten van 1685 voren aangehaald, door eene ordon nantie van den 13 November 1705, zullende gemaakt zijn door het Visschers-Gilde van Spakenburg en goedgekeurd door dc Gedeputeerde Staten 's lands van Utrechtcn in allen gevalle door latere in het beklaagde vonnis vermelde wetten cn ver ordeningen. eindelijk nopens het al of niet constcren van plaats gehad hebbende afkondiging der betrekkelijke besluiten en de al of niet noodzakelijkheid daarvan Wat betreft het 2de middel van cassatie: O., dat de gercquircerde niet is gedagvaard geworden ter zake van het gebruik van keernetten als zoodanig, hoedanig

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1852 | | pagina 1