AMERSFOORTSCHE COURANT. PP. 90. DONDERDAG, 23 Junij 9853. 23 Jumj .Douderd. F astend.C. F. ton Amnion over!., 1850. 24 i> Vrjjd. Jan Baptist; Scherpenicel kermis; Bugenhagen geb.1815. 25 Zaturd. de Augsburgsclie Belijdenis overgegeven, 1530. 20 ZOND. 27 Junij, Maand. 28 Dingsd. L. Kw.; Faslendag. 29 n Woensd. s. Petrus en PaulusNederl. Bijbelgen, (e Amsterdam opgerigt, 1814. j 30 a Donderd. KENNISGE V ING. Di BURGEMEESTER u WETHOUDERS m GEMEENTE AMERSFOORT Boen le welen, dat door den Raad dier Gemeente, in tijne Vergadering ton den 5/6 April 1853, is vast gesteld de volgende YERORDERING tot het weren der Hondsdolheid. D» RAAD mi GEMEENTE AMERSFOORT, Overwegende dat het noodig is, om maatregelen te nemen legen liet verspreiden der hundsdolheid Heeft besloten Arr. 1. Geene honden mogen binnen deze Gemeente op den openbaren weg los loopenzonder voorzien te zijn van eenen muilkorf, waardoor hun het bijlen belet wordtvervaardigd van ijzer- of koperdraad volgens het model, aan het Bureau van Politie voorhanden. 2. Hiervan zijn uitgezonderd: 1'. De honden, welke met touwen of kettingen be hoorlijk worden vastgehouden; 2°. de jagthoiidenterwijl sij gebezigd worden lot de uitoefening der jugt; 3°. de houden van schaapherders, terwijl zij gebezigd worden tot het hoeden der schapen. 3. Honden, voor eenen hondenwagen of voor eenig ander voertuig gespannenzullen altijd voorzien zijn van den muilkorf in art. 1 omschreven. 4. Geene honden, al zijn zij van eenen muilkorf voorzien, mogen worden vastgelegd op of zoo nabij den openbaren weg, dat zij dien kunnen bereiken. 5. Gedurende den nacht, gerekend van elf uren des avonds tol zonsopgang, zullen geene honden, al zijn zij van eenen muilkorf voorzien, binnen de kom der Gemeente, mogen los loopen. 6. Alle honden, welke op den openbaren weg, zonder muilkorf, of binnen de kom der Gemeente geduicnde den nacht, los loupcnde worden bevonden, zullen door de polilie-beainbleu opgevangen, of, indien dit ondoen lijk blijkt te zijn, afgemaakt worden. 7. Indien de eigenaren zich daartoe binnen 24 uren aanmelden, zullen zij dc aldus opgevangen honden, tegen betaling der kosten van onderhoud kunnen terug bekomen. Bij gebreke daarvan worden deze houden na dit tijdsverloop afgemaakt. Deze bepaling zal mede van toepassing zijn op alle los lüopende hondenzonder onderscheidiu liet geval bij art. 11 vermeld. Alles onverminderd de straffen, bij art. 12 tegen de overtreding bedreigd. 8. Al wie iu het bezit ia van eenen hond, die dol is of vermoed wordt dol te zijn, of van eenig dier, hetwelk door zulk eenen hond is gebetenzal onmid dellijk nadat dit ter zijner kennis is gekomen, daarvan aangifte doen aan het Bureau van Politie. De alaoo gebeten honden of andere dieren zullen op kosten der eigenaars worden afgezonderd en opge- gesloten gehouden, op zoodanige plaats en gedurende zoodatiigen tijd, als door den Commissaris van Politie zal worden bepaald. 10. Alle dolle of vermoedelijk dolle honden zullen zoo spoedig mogelijk door de eigenaars of politie-beamb- ten worden afgemaakt. 11. Bijaldien zich, hetzij in deze Gemeente, hetzij in eene naburige Gemeente, gevallen van hondsdolheid voordoen, of wanneer de weersgesteldheid of andere redenen daartoe aanleiding geven, zullen, gedurende eenen door Burgemeester en Wethouders te bepalen tijd, alle honden moeten worden vastgelegd en geene honden op den open baren weg mogen komen dan vast gehouden, op de wijze, bij art. 2 ri°. 1 voorgeschreven. De uitzonderingen, vermeld bij art. 2 it°». 2 en 3, zijn ook in deze van toepassing. De bepaling van den tijd, waarop en hoe lang de bonden zullen wurden vastgelegd of vastgehouden, zal van wege Burgemeester en Wethouders, bij umroeping, en bij aanplakking aan bet Raadhuis, de Waag, het Klepperliuiaje op de Langcslraat en aan de Bloemen- daalschc Binnenpoort, worden bekend gemankt. 12. De eigenaars of bezitters der houden zullen ge straft worden: 1*. Bij overtreding van de artt. 1, 3, 4 en 5, met eene geldboete van één lot tien gulden. 2°. Bij overtreding van art. 11 niet eene geldboete van één tot tij'f en twintig gulden. 6*. Bij overtreding \an de artt. 8 en 9 of bij verzet tegen de uitvoering van art. 10 dezer Verorde ning (voor zoo ver dit niet volt onder het bereik der Strafwet), inel eene geldboete van tien lot stijf en twintig gulden en met eene gevangenisstraf van iin tot drie dogen, te zamen of afzonderlijk. 13. Deze Verordening wordt in werking gebrngt op den veertienden dog na bare afkondiging, op welk tijdstip alle vroegere Verordeningen betrekkelijkdit onderwerp vervallen. Aldus vastgesteld door den-Raad der Gemeente Ankers- foort} in zijne Vergadering van den 5/6 April 1853. De Foorzilter A. G. W1JERS. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. Zijnde deze Verordening aan de Gedeputeerde Sinten van Utrecht, volgens hun berigt vau den 10 Junij 1853, in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 21 Junij 1853, des voonniddags ten 11 j, ure. Burgemeester en kFet houders voorn. A. G. WIJERS, De Secretarie W. L. SCHELTUS. AMERSFOORT, 23 Junij 1853. De üeeren J. van Goudoever, Kantonregter te Amersfoort, en H. ter HorstGriffier bij het Kanton- gcregt aldaar, hebben beide eervol ontslag gevraagd uit voorzegde hunne betrekking, met verzoek om pensioen. Naar wij vernemen bevindt zich, sedert 20 Junij j.l. alhier de Heer LoofsPastoor bij de gemeente der oud- Bisschoppelijke Clerezie te Utrecht, als Afgevaardigd Provisor van het Seminarium der Clerezie, om met het Bestuur dezer gemeente le onderhandelen overdevoor- Waarden, onder welke inen de leerlingen van gezegd Seminarium voortdurend liet onderwijs aan de Latijnsche Scholen alhier ïou doen bijwonen. Wij houden het er voor, dat deze voorwaarden meer in het belang van 't Seminarium dan van de burgerij zullen zijn. Zondag, 26 Junij e. k., zal Johanna EijseUnbsrg eerder weduwe van Johannes Kraaijesteinsedert 15 September 1798 huisvrouw van Matlhijs Taetsden honderdjarigen leeftijd hebben vervuld, verkee- reiide zij, ofschoon iti het bezit van ëen braven Zoon, bij wien zij en haar man in dc St. Andries-Straat alhier liefderijk worden verpleegdtoch in behoeftige omstandigheden (zie Amersf. Cour. N°. 38). Naar men verneemt, zal met 1 Julij e. k. het kamp bij Zeijst door Mineurs worden betrokken, om hetzelve voor de troepen in gereedheid le brengen. De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft, den 20 Junij j.l., met 32 tegen 2 stemmen, aangenomen het navolgend adres van antwoord op de Troonrede: <i Dc Eerste Kamer stelt op hoogen prijsdat het Uwe Majesteit heeft behaagd de Wetgevende Vergadering in persoon te openen. Zij vernam met belangstelling, dat goede verstand houding naar buiten, toenemende ontwikkeling en welvaart binnen 's lands, de gelukkige voorteckenen zijn, waaronder de Staten-Generaal hunne werkzaamheden mogen hervatten. e Hulde brengende aan dc zucht van Uwe Majesteit, om aller belangen en regten te beschermen, eerbiedigt zij de redenen die li hebben geleid, om sommige der Ministers door anderen te vervangen en een deel der vertegenwoordiging tc ontbinden. ■■De Kamer betreurt, dat er omstandigheden geboren wer den die bij velen van Uwer Majesteits onderdanen tot bekom mering en verontrusting over hunne tecderste belangen aanlei ding gaven. Levendig beseft zij de wcnschelijkheiddat de hierdoor ontstane spanning der gemoederen kedareen hoog wordt door baar gewaardeerd elke poging, die zonder krenking Van eenig regt, zonder verkorting van eenige vrijheid bij de Grondwet verzekerd, daartoe kan leiden. <i De Regering heeft de overtuigiugdat aan vele moeijelijk- heden, waarop Uwe Majesteit het oog heeft, alleen door eene Wot is tc ge moet te komen, liet vertrouwen van Uwe Majesteit, dat gematigdheid en bedaardheid bij de overweging van dit gewigtig onderwerp mogen voorzittenzal niet worden te leur gesteld, wanneer het onze taak wordt daaraan onze zorg te wijden. ii Het zal steeds ons streven blijvengodsdienstige verdraag zaamheid dal sieraad ccner maatschappijdat krachtige steunsel van eiken en bijzonder van onzen Staat, niet ernst te helpen bevorderen en handhaven. ii Opregtelijk zullën wij ons verblijdenzoo dc bezwaren van het «ogenblik kunnen worden opgeheven en le gelijk de waar borgen voor vrijheid en zelfstandigheid der onderscheidene kerk genootschappen bevestigd. a Wij verecnigen ons, Sire! met 's Konings bede, dat zegen moge rusten op lederen maatregel, die strekken kan tot heil van hot dierbaar Vaderland.» Z. M. de Kuning heeft, uil liet hein voorgesteld drietal Kandidaten voor het Voonillerschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, gekozen den Heer Jhr. fF. Bureel van Hogelanden. Volgens eene mededceling van den Minister van Oorlog, is de oefening in het paardrijden aan de Officieren der Kovnllerie hij herhaling en niet nadruk aanbevolen en behoort die oefening tut hunne dienstpligten. Officieren in het algemeen, te paard en in uniform, moeten, volgens zijne verklaring, worden beschouwd in dienst te zyn. Op die kunstwegen derhalve, waarop lol wordt ge heven, en wanr de vrijstelling iu de bestaande toltarieven is beperkt tol militairen «n dienst. Zonder bijvoeging t'n uniform, gelijk in het tarief voor de rijkstollen np de gruote wegenbehooren de officierente paard en in uniform, van de betaling van tol vrij le zijn. r- Men verneemt, dat Hijken» eene van Gouvcrne- mentswege gedane mededeeling, dc Roomsch-Katholiike Geestelijken of Kerkvoogden, zich noemende Aartsbis schop van UtrechtBisschop can Haarlem enz., op grond van de bestaande instructiën, geene aanspraak kunnen maken op vrijdom van port voor de ambtshalve door hen gevoerde briefwisselingvermits geene Roomsch- Katholijke Geestelijken of Kerkvoogdenonder dien titel bij het Bestuur bekend zijn, en dus ook te dier zake geene vrijstelling van port, wegens aan hen gerigte of door hen verzonden brieven, kan worden toegestaan. Men schrijft uil 'sHage aan het Journal d"Anvers Eene eerste vrucht van den tegen woord igen toestand is, dat in de Kalholijke kerken geen Te Deum is ge zongen Ier gelegenheid van het huwelijk van Prins Hendrik. Men had zich achtcrvolgens gewend tot den Internuntius Mgr. Belgrado, tot de Aartspriesters, en eindelijk, naar men zegt, tot Mgr. van Free, President van liet Seminarie te Warmond. Allen hebben geant woord, dat er geen ander kerkelijk gezag is dan dat der Bisschoppen. 't Zal, wij houden het er voor, Prins Hendrik niet ergeren, als hij, terugkeerendc in 't land zijner vaderen verneemt, dat er geen Te Deum ter gelegenheid van zijn huwelijk is gezongen, 't Stamhuis can Oranje heeft zich altijd wel zonder Te Deum's van de R.-C. kerk gered; waartoe zou 't Ook dienen, dat eene gelijke kerkelijke plegtigheid, eenmaal voor den moord van den Stamvader van Oranje gehouden, thans voor't huwelijk van den tegenwoordigen nazaat plaats greep? De commissie van geneeskundig onderzoek en toevoorzigl in de Provincie Gruningen heeft, in de Prov. Gcon. Cour., bekend gemaakt, dat het nit een opzettelijk ondersoek gebleken is, dat de groene pa pieren gordijnen met eene raltenkruid houdendo verfstof gekleurd zijn, en deze bij het op- en nederlalen op de gezondheid hoogst nadeelig kan werkenweshalve zij tegen het gebruik van zoodanige gordijnen heeft ge waarschuwd ten ware de verfstof door eenig middel behoorlijk ged'At en voor verstuiving beveiligd zij. Het Provinciaal Gereglshof van Gelderland heeft, den 18 Juftij j.l., uitspraak doende in de zaak van G. van Erp en H. Mass, Leden van den Raad der gemeente Apelternbevestigd het vonnisdoor de Arrondissenients-Reglbank te Nijmegen op 4 Mei j.l. gewezen waarbij genoemdo personen zijn schuldig verklaard aan het misdrijf van verbreking vati afsluiting, en veroordeeld ieder tot eene onrrcctionnele gevange nisstraf van drie maanden en 25 boete. Wij vestigen de aandacht onzer lezers op een, in du Amsterdamsche Courant van 17 Juni) j.l., door de Hecrcn P. J. Teding van Berkhout, II. M. Labouchere G. H. de Marez Oijens en J. L. Gregory Pierson onder teekend Verzoek, óm inlichtingenvóór 1 Augustus e. k. aan het adres van den Heer Mr. G. H. de Marez Oijens te Amsterdam, omtrent de behoefte, die in de verschil lende Christelijke Kerkgenootschappen hier le lande nog mogt bestaan aan Uollandsche 'Bijbels en Nieuwe Testa menten, uitsluitend die van CorporationInstellingen en Vereenigingenwelke geene geldelijke middelen genoeg bezitten, otn zich een voldoend getal Bijbels aan te schaffen, en, door dc:i aard van hare inrigting ze niet kosteloos kunnende verkrijgen, gcnocgtanlen Waarborg van duurzaamheid bezitten, oiu te mogen verwachten, dat de verstrekte Bijbels hel eigendom dezer Instellingen zullen blijven, als bijv. Gevangen-, Werk-, Armen-, Gast- en Godshuizen en vooral Scholen van allerlei aard, de Zondagscholen daaronder begrepen. Het Hangsche Dagblad de Grondwet zegtdat in goed onderrigte kringen,-aangaande de Wet, welke door de Troonrede is aangekondigd, verzekerd wordt, dat zij, vóór de aanvaarding van eeu geestelijk ambt bij de onderscheidene kerkgenootschappen, een pulilieken eed afvorderen en van de aflegging daarvan de aan vaarding afhankelijk stellen zal. Voorts zou de agreatie, thans alleen bij do Hervormde gemeente bestaande, worden uitgestrekt over allo kerkgenootschappen in ons vaderland. Den 15 Junij j.l, is, door den Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente 10 Bolswnrdmet algeniecne stemmen beroepen dc Heer C. N. van Amerom thans Predikant te Herwijnen. Do Raad der Gemeente Meppcl heeft, in zijne zitting van 15 Junij, op voordragt van BurgemCcsLcr en Wethouders, met algcmeene stemmen besloten, om de over 1852 van die gemeente gevorderde vestiging-, onderhouds-, vervanging- en transportkosten Van in die gemeente onderstands-domicilie hebbende bedelaars, in dc gestichten «Ier Maatschappij van Weldadigheid ver pleegd wordende, niet te betalen, op grond, dat dia kosten, evenals dje van iedere andere straf, uit 's Rijks Wetten voortspruitende, moeten komen ten laste van het Rijk. Een gelijk besluit ig den 8 dezer door den Gethccnteraad van Assen genomen. Een zeer groot aantal nieuwsgierigen eu belang stellenden genoot den 13 Junij j.l,, buiten de Willeins- poort te Amsterdamhet Voor die stad en zijne bewoners eu bezoekers zoo vreemde schouwspel, Zuiver en goed 1 drinkwater uit eene fontein te zien ontspringen. Oct

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1853 | | pagina 1