AIERSFOOBTSCHE GODBART, ar 11C Tail DIHGSDiG, t November JS56. Dit Blad verschijnt tweemaal in de weckdes Dingsdagt en Vrijdags. ue Prijs van het Abonnement is ƒ1,50 in de 3 maanden. Van Advertiënvan 1 tot 6 regels 60 Cents, elke regel meerder 10 Cents, behalve het Zegelregt. Afzonderlijke nummers, ƒ0,10. Brieven franco. Bestellingen bij den Uitgever-Redacteur A. H. van Cleeff te Amersfoort, zoomede bij alle Boekhandelaren en Post-Directenrcn in het Rijk. De Redevoering* van den Heer Verhaegen. II. In België maken de Roomschen het grootste deel der bevolking uit; in Nederland daarentegen de Protestanten. In Nederland verbinden zich de zoogen. liberale Protestanten met de Roomschen, die weder onder de leiding hunner geestelijken staan. In België echter, staan de Roomsche libe ralen tegenover hunne geestelijkheid, die alle ge zag naar zichdat wil zeggen naar de Kerk trekken willen. In België wordt het voorbeeld ge geven dat de belijders eencr Kerk zich tegen de aanmatigingen van de geestelijke bestuurders hun ner kerk verzetten, omdat die geestelijke bestuur ders alles in handen willen hebben. Reeds lang waren de pylcn dezer geestelijkheid tegen den Heer Brasseur, van Gent, gerigt. Bus zien wij in Rel- gië, dat de Klericalc partij vijandig tegenover de Liberale partij staaten beiden belijden éénc en dezelfde godsdienst Be geestelijkheid wil uitsluitend met het onder wijs belast zijn, omdat, volgens haar, de waarheid uitgaat van de Kerkdie gevolgeiijk ook alléén in het bezit is der ware wetenschap en daarom deze (welke ware wetenschap alléén mag onderwijzen of regelen. Het wereldlijk onderwijs wordt a pri ori door de geestelijkheid verworpenhet geeste lijk onderwijs is, volgens haar, het e'énige goede, het éénige nuttige. Diensvolgens zoude alle onder wijs. dat niet van endoor de geestelijkheid komt, moeten vervallen tenzij dat men haar moest die nen te vragenwat men mag onderwijzen en wat inen niet mag onderwijzenom zich aan den wil der kerk te onderwerpen en niet buiten de heilige kerk te gaan. Indien men aan dit stelsel toegaf, zou bijna alle oude en nieuwe wetenschap, zoude zelfs de positieve wijsbegeerte geheel vervallen. Ieder boekwaarin slechts cone enkele bladzijde daarover voorkomt, wclligt een enkele volzinzoude moeten verdwij nen, omdat het alzoo ondienstig voor dat onderwijs wordt; dan zouden niet slechts Hegel en Spinoza, maar zelfs PascalMonlesqieuJean Jacques Rous seau en eindelijk ook Alexander von Humboldt moeten afgekeurd worden. Wat zal er dan voor het onderwijs overblijven? Kn wat blijft dan voor het geestelijk onderwijs over? Niets anders dan de kerkelijk Roomsche Schrijvers en de Bisschoppelijke mandaten, of het moest zijn. dat er eensklaps onder de hoogerc of lagere geestelijkheid een WONDERtnensch opstond die, in geestelijken geest, eene Roomsche encyclo pedie van alle mogelijke en bestaanbare wetenschap kon schrijven. Hoe ongerijmd de eischen der Belgische geestelijkheid zijn springt dus duidelijk in het oog. Dat de Heer Verhaegeu en de Belgische Liberalen, die geheel andere Liberalen dan de Ne- derlandsehc zijn, zich tegen deze aanmatigingen der geestelijkheid verzetten, is een natuurlijk ge- ■f volg van het onwettige en onstaatkundige derzelve. Wij voeren nog het volgende aan dat niet van onze hand is, en waarvan wij de heftigheid niet geheel kunnen goedkeuren: «Maar die godsdienstige twis'en in België en wat daarmede in verband staat, zijn wel in staat om de oogen van velen te openen, die tot hiertoe blind 'i waren voor de teekenen des tijds. Uit al wat, van de zijde der geestelijkheid, hel licht ziet, blijkt v toch ten duidelijkste, wat men te oordeelen hebbe van de gedrochtelijke verbindtenis, die voor, in en na 1830, in België, tusschen het Katholicismns en Liheralisinus, werd gesloteneene verbindtenis, die hare noodlottige gevolgen, ook in Oud-Neder land, tot op dezen dag, in menig betreurenswaardig voorbeeld, gevoelen doet. Hoe! zullen, die dusge- noeindc liberalen, die tot hiertoe aan volbloed- Ultramontancn de broederhand reiken, met het oog op al wat thans in België aan de orde van den dag is, niet loeren inzien, dal zij niets meer zijn dan ellendige werktuigen van sluwe en listige 4 c- zuïten, die. op zich zei ven staande, zich te mag- tcloos gevoelen, out het Protcstantismus te bescha digen en daartoe zich van de hulp der liberalen bedienen, tot dat zij hunne verderfelijke bedoelingen bereikt heblien «Is echter de citroen uitgedrukt, dan wordt de schil verachtelijk weggeworpen Be standaarddra gers der liberalen kmiiieii het lot dat hen. vroeger of later, in Oud-Nederland verbeidt, aanschouwen, in hetgeen thans iu Gent. Antwerpen, Luik <n Biussei gebeurt. Be liberalen mogen het voor lief nemen, zoo alsin 1 b.'lt)hunne geestverwanten in Beluie. om later, wanneer men hunne goede dienstliet nicer noodig heeft, het bisschoppelijk m.igiwoord te hooien; "Gaat weg van mij, »ij j vrijmetselaars! Rome doei u iu den ban.» Definitieve Elucidatie. I. In ons eerste binnenlandsche* berigt, derde ko lom, van No. 358, d. d. 21 October, staat letter lijk het volgende Op ons heeft de pligt gerusthet bovenstaande Ier neder te stellenofschoon wij in alle opzigten geheel onafhankelijk van Z. W. E. G. (Mr. L. Ze- gers Veeckens) zijnen Z. IK. E. G. geen invloed noch regtstreeks, noch zijdelings op de Uitgave en Redactie der A mersfoortsche Courant uitoefent, a Wij gevoelden ons genoopt, alle feiten in hun waar daglicht te stellenenz. Dat eenige Sommiteiten hier ter stede, op welke de zedelijke pligt en de ambtspligt rust. de maleriëele belangen der Amersfoortsclic Courant met de strenge eischen hunner ambten en de belangen hunner Principalen in overeenstemming te brengenals zijnde deze Courant de éénigste Courant hier ter stede en de omgeving, en welke Courant duizende abonnés en lezers telt; dat deze Sommiteiten, zeggen wij, het overige van ons uit gebreid binnenlandsch berigt van 21 Oct. gelezen en begrepen hebben, kunnen wij begrijpen, maar wij begrijpen niet, dat zij de hierboven aange haalde zinsneden niet begrepen hebbenof wij zouden moeten veronderstellendat hun begrip niet ver genoeg reikt, om te kunnen begrijpen, dat na eene dusdanige pertinente verklaring van onze zijde, nog twijfel zoude kunnen gevoed worden aan de waarachtigheid dezer verklaring. Wij zullen hun begrip te gemoet komen met de volgende définitieve elucidatie: «dat de W. E. G. lieer Mr. L. Zcgers Veeckens van de Amersfoortsclic Courant geheel en zonder eenigerlei reserve afstand heeft gedaan. Wij dagen, wie het ook zij, uit, om ons te logen straffen. II. Ten gevolge van uiteenloopende oordeelvellingen in betrekking tot het uitvoerig berigt van 21 Oct., omtrent bet onlangs gebeurde ten opzigte van den W. E. G. Heer Mr. L. Zegers Veeckens, ziji-eafwe zigheid, ten tijde dat de ten uitvoerlegging van het vonnis hier ter stede werd geprovoceerd, wil len wij ons eene laatste uitweiding veroorloven, welke onze lezers ons ten goede gelieven te houden. Wat wij in No. 358, van 21 Oct., gemeld heb ben was het minste dat wij tegenover de insinu atie omtrent het afwezigheids-berigtder dag bladen, tegenover de geruchten van den dag, die zoo gretig verspreid werden, konden stellen. Wij waren zoo zacht, zoo vloeijend mogelijk. Men begrijpe ons wel. Wij zijn wars van het divulgatie- en intimidatie- stelsel van onzen voorganger, op zijne wijze inde journalistiek, zoo kwistig door hem gebezigd; zijn aard van schrijven, zijne wijze van kolommen- vulling zijn de onze niethij wilde maatschappe lijke wouden peilen; bij taste daartoe in het privé- leven van velen; zoover inogt hij niet reiken; hij peilde niet alleen te ruw, maar ook te diep. Wij volgen zijn voorbeeld niet. Men denke echter nietdat wij angstvallig ge noeg zijn, om te zwijgen daar, waar spreken, waar handelen pligt is. Wij willen den Keizer ge venwat des Keizers is. Wij hebben nimmer in onze onderscheidene levensverhoudingen en levens verwikkelingen teruggedeinsdder waarheid hulde te doen. Ook in ons binnenl. berigtomtrent onzen Voorganger, heblien wij dat bewezen, trots alle gevolgenwelke daaruit voor ons konden voort spruiten; deze Courant was het terrein, waar door ons hel noodigc daaromtrent, maar ook niets meer dan het noodigc moest gezegd wordenomtreut de zaak en de ten uitvoerlegging van het vonnis onzes Voorgangers, juist omdat hij onze voorganger was. Wij zeggen ihans meer, doch stellig niet alies, omdat wij kunnen en mogen: Tegen onzen Voorganger en in zijne zaak heeft «iMVLoen zijne tijgergrepen geklemd, zijne dui- velsrol gespeeld. Bal zijn weinig woordenmaar zij beteekenen veelwij zouden daar meerder hij kunnen voegen; wij achten die woorden voor thans voldoende. W ij knnden scherp zijn; wij konden, ten opzigte der zaak. karakters, handelingen, feiten releveren in reveleren; wij kouden wapenen wetten, die onfeilbaar zouden wonden; wij konden creatu ren voor ons doen kruipen; wij konden maat schappelijke wangedrochten vermorsclen Wij wii,i>i;n met! Gelouterd door eenc stormachtige levensonder vinding, zijn wij tot ile slotsom gekomen, dat het wroeten in den maatschappclijkcn kanker van den invloed eenen etter doet vloeijen, die, door zyneu pestwalm, elke athmosfeer bezwangert; tot de slot som dat die afschuwelijke kwaal der maat schappij welke haar venijn aan alle zijden uitspat ongeneeslijk is. Uit het bovenstaande zullen in het bijzonder zy, wie zulks aangaat, moeten begrypea, dat wij be reid zyn, de band ter halver wege toe te reiken, doch dat wij, in het bewustzijn van hetgeen wjj vermogen en in het gevoel van hetgeen wij zijn, wanneer ons geduld zyne grenzen bereikt heeft, zullen weten te spreken, zullen wetent.ehandelen. Wjj hebben gezegd. BINNENLAND, AMERSFOORT, 3 November. Den 30 Oct. is te Utrecht «ene vergadering in hjt geboaw van kunsten en wetenschappen gehouden van ruim 80 pre dikanten en belangstellendenten einde nader te behan delen de vraag in hoeverre men zou kunnen komen tot de daarstelling eener Protestantsche Unie. Men is begonnen met onderzoek te doen naar het doel, dat de vereeniging wenscht te bereiken. Men heeft het meenen te Tinden in de «voldoening aan de diepgevoelende behoefte, om onder Protestanten van verschilleude rigting in hun onderlingen strijd over de christelijke waarheid meer eenheid en broe derlijke liefde te bevorderen.» Om etn algemeenen grondslag te verkrijgenheeft men bepaald, dat de vereeniging zal uitgaan van «de volgende gemeenschappelijke overtuiging: «1°. Dat de waarachtige liefde het hoogste is, en niet dan de vrucht kan zijn van het geloof in Jezus Christus. «2°. Dat de belijdenis der waarheid is eene gewetens zaak en alleen op den weg der vrijheid kan worden ge handhaafd. u3°. Dat de Heilige Schrift is de kenbron en eenige toetssteen der christelijke waarheid. Eindelijk heeft men, sprekende over den naam der Vereeniging, het volgende artikel geredigeerd, met voor behoud, oui het op eene volgende vergadering het eerst in discussie te brengen «Er bestaat in Nederland eene vereeniging van Protes tanten. die om den aard van haar streven uitte drukken, zich den naam geeft van IVederlandsche Protestantsche Unie. De eerstvolgende vergadering zal vermoedelijk in het begin van het volgende jaar plaats hebbenen de voor- loopige commissie zal voorshands nog in werking blijven. De belangstellende lezers worden ten aanzien dezer ver gadering van de nog altijd geprojecteerde Unie verwezen naar de Kerkel. Courant van a. s. Zaturdag, waarin het verslag van deze zamenkomst uitvoerig zal worden mede gedeeld. Men meldt uit 's Gravenbage: het volgende plan voor een Noord-Nederlandscben spoorweg behoudens nader onderzoek, is voorloopig goedge keurd. Het traject zal gaanUtrecht over Amersfoort, Elburg. Kampen langs Kampereiland, Blokzijl, of de Kruine naar Sneek euz.en van Kampen een zijtak door Kamperveen op Zwolle. De begrooting bedraagt zes millioen en het werk moet binnen 5 jaren tot stand komen. Bij arrest van den Iloogen Raad der Neder landen. van den 29 Oct., is beslist, dat het wer ken op Zondag in eene fabriek niet in strijd is inet de Zondagswet, daar die wet, blijkens haren geheel en zamenbang, alleen verbiedt allen openbaren arbeid en niet dienwelke binnenshuis of in eene fabriek verrigt wordt, al zijn er ook uiterlijke tee kenen. waaruit men zou kunnen opmaken, dat er gewerkt werd. Ten gevolge dezer beslissing zijn de heeren T. ten Gate c. s., fabriekanten te Almelo, welke heeren door liet prov. hof in Overijssel voor een dergelijk feit waren veroordeeld, van alle regts- vervoicing ontslagen. In den nacht van 22 op 23 Oct., is er in de gemeente Gulpen, andermaal brand ontstaan, en wel in het huis der kinderen Peerboom, door twee huisgezinnen bewoond, welk gebouw gehee is afgebrand; het is echter gelukt, de meubelen grootendeels te redden. Den 28 October kwam te Middelburg eene O'Jjarige vrouw op eene treurige wijze om het leven. De bewoners van het benedenste gedeelte van het huis hoorden eenige ongewone beweging, op de door die vrouw alleen bewoonde bovenka mer, en besloten te gaan zien, of haar ook wel- ligt iets overkomen was. Zoodra zy de deur van bet vertrek openden, drong hun een verstikkende damp te gemoet; naderby gekomeD, vond mende oude vrouw in zittende houding, doch voorover gevallen op haar liedin deerlijk verbranden toe stand, terwijl zy reeds opgehouden had te leven. Be ongelukkige schijnt eene stoof met vuur bij zich op liet lied genomen te hebben, waardoor dit met de gordynen aan het smeulen is geraakt De brand, hoewel onbeduidendhad by latere ont dekking van bedenkelyken aard kunnen worden doch is spoedig gebluscbt. Den 29 Oct. is voor het prov. gerectshof van Gelderland de zaak behandeld tegen Maria van

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1856 | | pagina 1