COURANT
ió December J856
Dit Blad verschijnt tweemaal in de weekdes Dingtdagt en Vrijdagt. De Prijs van het Abonnement is ƒ1,50 in de 3 maandenVan Advertentiëavan 1 tot 6 regels 60
Cents, elke regel meerder 10 CenLs, behalve het Zegelregt. Afzonderlijke nummert, ƒ0, 10. Brieven franco. Bestellingen bij den Uitgever-Redacteur A. H. van Oct ff
te Amersfoort, xoomede bij alle Boekhandelaren en Post-Directenren in het Rijk.
Petitionnement.
In de Nieuwe Rotterdamse/ie Courant van heden
komt een leading-artikel voor, getiteld: Petition
nement. Als voorstanders van het tegenwoordige
Petitionnement, mogen wij, na de lezing van dat
artikel, niet zwygen en zullen wy hetzelve heden,
voor wat het eerste gedeelte betreft, beknopt trach
ten te wederleggen, ons vleyende, eene gematigd
heid eigen te maken, die de gematigdheid van
hetgeen uit de hoogst beschaafde pen van den
geachten steller vloeit, zoekt op! zjjde te streven.
i°. De N. llnllerd. Cour. vraagt, waartoe in
4853 de petitiën dienen moesten; wy antwoorden,
om indruk op den Koning, de hoogste magt in
den Staatte makenen dal die indruk niet
vruchteloos is geweestbewijst in 1853 de ver
vanging van het Ministerie-Thorbecke door het Mi-
nisterie-van Hall, een Ministerie, :.aar de keuze
des Konings. Zulks is een feit, dat wij constateren
en met de woorden April-bewegingen volks
waan van den dag. die toen aan de orde waren,
tot de geschiedenis benoort en niet door ons be
hoeft Terdedigd te worden.
2°. Dat de Grondwet aan hendie geene Kie
zers zijngeene stem hoegenaamd tot de keus van
een volksvertegenwoordiger geeft, omdat zij hen
in den regel noch onafhankelijkheid, noch bescha
ving, noch kunde genoog toekent, om over de
staats-belangen een gezond oordeel te vellen, kun
nen wij niet vinden. Het geld of de inkomsten va
den kiezer, afgescheiden van onafhankelijkheidbe
schaving en kunde, maken hem tot kiezer; men
vindt onder de kiezers de knapste menschen en
de grootste domkoppen, zoo ook onder de niet-
kiezenden.
3". Dat met het petitionnement'door de massa
dwang op den Koning uitgeoefend zoude kunnen
worden, ware eene zeer inconstitutionele stelling;
de Koning laat zich geen dwang aandoen, liet peti
tionnement sluit verzoeken in zich. Dwang was
zelfs in de verste verte niet uit de petitiën te
puttente zuigen.
4°. Zij, die de N. Rotterd. Cour. de constitution
nelen noemt, hebben in 1833 niet gepetition-
neerd, omdat zij daardoor den Koning eene rege-
ringsmagt toekennen (die hij ook heeft) en welke
zij hein niet ontkennen kunnen, doch welke zij
hoogst ongaarne willen laten gelden.
5°. Wat met drijvende petitionnarissen bedoeld
wordt, vatten wij niet wel; het woord drijvend
heeft verschillende beteekenissendoch wij zijn
overtuigd, dat de schrijfstijl van den steller onmo
gelijk kan afdalen daaraan eene laakhare betee-
kenis te hechten. In de onzekerheid der beteekenis
onthouden wy ons van repliceren.
6". Van het petitionnement in het begin dezes
jaars wil de N. Rol ter d. Cour. niets zeggen en toch
zegt zij, dat dit lm minste gerigt was tot de magt
(de Tweede Kamer), bij welke het ontwerp van
wet op het onderwijs aanhangig was. Ook wij zeg
gen daaromtrent zeer weinig; alleen, dat de peti
tionnarissen toen zeer wijs deden, hunne petitiën
niet tot den Koning te rigten, omdat toen daar
door de geregeerde, regering (hel Miuisteric-cfl/i Ilall)
ware getrotlen geworden en toen in de aftreding
van dat Ministerie, de optreding van een Ministcrie-
Thorbeckc opgesloten lag.
Tyd en bestek dwingen ons af te breken; in een
tweede artikel: de Koning waakt! zullen wy, in
ruimeren zin, de N. Rotterd. Cour. volgen, in het
geen zij tegen bet petitionnement der laatste dagen
aanvoert.
Het Budget van Oorlog; is aangenomen.
Riprésa en Oratorisch potpourri.
Op 23 December 1836,
De bcgrooling van den Minister van Oorlog is
door de Tweede Kamer gesleept. Juicht, Nederlan
ders! juicht; voor Twaalf inillioen zult gij weder
gedurende een jaar, volledig en naar den laatsten
smaak, zonder verkwisten, door Infanteristen, Ka-
vallcristcn en verdedigd, beschermd worden, 'tls
waar, vroeger heeft ons leger wel wat minder ge
kost; b. v. in 1833 de som van f\0,400.000maar
wie wil in vergelijkingen treden Het land is im
mers in dien tyd vooruit gegaan!.... Den borger
gaat het immers beter!Aan dc Amsterdam-
gche beurs worden immers zoo vele kapitalen om
gezet!.... De armoede vermindert immers!
De Maatschappij van Weldadigheid begint overtollig
te worden! Wie zou dan op 16 nietige tonne
tjes meer of minder willen knibbelen?
Wat behoeft de Minister van Oorlog van jaar
tot jaar tot jaar zijne begrooting te verdedigen?
Waartoe zijn tal van argumenten? Eerst was het»
dat de staat van Oorlog, waarin Europa verkeerde
het hooge cijfer noodig maakte en werd dat cijfer.
wegens buitengewone omstandighedenaange
nomen een jaar later voerde de Minister aandat
enorme bedrag noodzakelijk te achten, hoofdzake
lijk wegens de hooge prijzen der levensmiddelen
en fourrages; thans schijnt het, dat wij die som
behoeven, ook voor de aanwerving van de dappere
huurlingendie naar de Krim zouden gegaan zijn
en naar Neêrlandsch Indië sullen stevenen, nadat
zij eerst in Amersfoort de heldere gaz-verlicb-
ting hulde zullen gedaan hebben en zich te Har
derwijk op eenige steekhoudende vechtpartijtjes
zulleu vergast hebben.
Maar waarom al die argumenten? Eene e'e'nige
is genoegzaam. De zucht naar weelde is toch overal
doorgedrongen; waarom dan geene weelde in het
oorlog-cijfer Men maakt het waarlijk onzen Minister
van Oorlog drie achteieenvolgende jaren te warm
aan het hoofd. Men wildat de man van den
degen ook de man der overreding zij. En evenwel
heeft de Minister in de Tweede Kamer bewezen,
dat hij in de Kamer, even als op het slagveld,
voor geen stryd terugdeinst. Hij volgt ,dcn 8sten
December met diepe aandacht:
1°. den Heer Nolthenius, die meent, dat de ge
nerale staf, in tijd van vrede, niet noodzakelijk
is en de verbetering der militie en schutterijen
niet kan leiden tot vermindering der permanente
strijdkrachten, en ook dat men wat te vrijgevig
is met de pensioenen. (De Spreker meent daarmede
toch stellig niet de pensioenen aan Generaals en
andere hoofd-officierendie heeren dienen veel te
ontvangen, niet omdat zij veel voorna hebben, maar
omdat zij veel uitgeven.)
2°. den Heer Storm van 's Gravesande, die voor
den Minister als secondant optreedt en de electo
rale manoeuvres in betrekking tot de aanhangige
beraadslagingen brengt, even alsof die invloed
zouden kunnen uitoefenen op de oorlogsmanoeuvres
van ons leger. Hij zegt, dat wij niets dan eene
kern van een leger hebben^ kern wil zoo veel
zeggen als ziel waar blijft dan het ligchaam
en voor onze kustverdediging moeten zorgen. adres
aan hel Fransche oorlogschip dal binnen onze bus
ten den sluikhandel voor Russische rekening tnoest
gadeslaan.)
3". den Heer Elout van Soelcrwoude, die met
de meeste gemoedelijkheid eenige wijsgeerige wan
delingen op het gebied der militaire zedekunde
maakt en waarborgen wenscht voor de verleiding,
waarvan de militaire jonge lieden zoo veel te lij
den hebben.
4°. den Heer van Nispev van Scvenacrdie
vroeger hoog gestemd stond, toen Europa in Oor
log was, maar thans laag gestemd is en dus zijne
stem ontzegt
5°. den Heer Schimmelpenniuck van der Oije,
die het oorlogs-departement met eene assurantie
vergelijkt, waarvoor men, om zekerheid te hebben
betalen moet.
6". den Heer Rochussen, die bewijzen wil dat
een Minister van Oorlog als eene specialiteit in alle
Kabiuetten zitting mag nemen, namelijk zoo als
dc tegenwoordige Minister, in een liberaal, een
conservatief en nu in een dat nationaal wenscht
te zyu. (Volgens die stelling is een Oorlogs-Minister
eene gepersonifieerde consequentie der inconsequen
tie.)
Dingsdag den Oden dezer werd een nieuw vuur
geopend. De Minister schonk zijne aandacht aan:
7°. den Heer van Deinsedie mede belangstelt
in eene goede kern. Deze doorloopt vervolgens an-
tipodisch de woestijn der krijgsmansdeugden, en
prijst den Minister, om zijn inoed en cordaafheid.
dat deze met geen minder cijfer kan toekomen.
«Beter geen leger dan een onbruikbaar leger,
is zyne heroïsche finale.
8". den Heer van Rosse, die de spaarzaamheid
bij het Departement van Oorlog betwijfelt. Hy
vergelijkt wyders de sterkte en de kosten van ons
leger met dat van Belgiëde kostbaarheid en de
zich opvolgende veranderingen onzer uniformen
met die van Pruisen; voorts, dat al, die weelderig
heid kan vermeden wordeu. Iljj spreekt ook van
den vorigen Minister, den Heer van Spengler, die
met ƒ10,400,000 toekwam. (Die Spreker vergeet:
les jours se suiventmais ne se ressemblcnt pas.)
0°, den Heer Delprat, die meent dat tegen
woordig een leger spoedig moet kunnen handelen
cu zich ijlings moet kunnen verplaatsen. (Met gelet
kunnen oorlogs-vleugelen gekocht worden.)
Nadat deze declamatie geëindigd is, neemt de
Minister het woordhij beantwoort byna alle
sprekers en heeft het zeer natuurlijk gevonden,
dat de tegenstaod voornamelijk bestaat tegen zyn
persoon; vervolgens wederlegt hij de bewering,
dat bet cijfer voor zijn Departement te hoog is,
omdat men niet alleen op het eindcijfer, maar ook
op de bijzonderheden letten moet Overigens, dat
men alles doet, ten einde het vredelievend Neder-
landsche Volk tegen hem en zijn Departement op
te zetten en zoo de poging mislukt, dan zeg^men
voor het minst: si le charbon n' est pas brulé, du
moins il noircit. Wil men bezuinigen, dan zal een
gebrekkig, onvoldoend leger daarvan het gevolg
zijn.
De Voorzitter, de Heer van Goltstein, zegt, niet
onopgemerkt te mogen laten, dat de Minister on
edele bedoelingen heeft toegeschreven aan opmer
kingen door een lid gemaakt. Hij acht dit niet
gepast en wenscht, dat de Minister zich van zoo
danige uitdrukkingen onthoudt Hij heeft het van
zijn pligt geacht, dit in het midden te moeten
brengen.
De Minister van Oorlog zegt, dat het hem leed
doet. zich blootgesteld te hebben aan de teregt-
wijzing van den Voorzitter. Hij gelooft, zoo hij
zich in zijne rede mogt hebben te buiten gegaan,
deze vermaning van den Voorzitter reeds voor hem
eene zeer erge straf is.
Nadat nog eenige Sprekers en de Minister het
woord voerenworden de beraadslagingen gesloten.
Alle artikelen van het Hoofdstuk worden, ieder
afzonderlijk, goedgekeurd en aangenomen, maar het
geheele Hoofdstuk in stemming gebragt zijnde,
verklaren zich 31 stemmen voor en 31 stemmen
tegen, zoodat de stemmen staken.
Woensdag den 10 December worden de discus
sier! weder geopend.
De Heer Dommer van Poldersveldt wil doen uit
komen dat geene politieke of personele omstan
digheden zijne stem leiden.
De Heer Storm van 's Gravesande zegtbemerkt
te hebbendat zyne woorden door sommige zijner
medeleden verkeerd zyn begrepen; dat hy alleen
heeft doen uitkomenhoezeer men bij de verkie
zingen door woord-verdraaijing geëxploiteerd heeft
het gevoelen van hendie zich voor dat hoofdstuk
verklaren, hetgeen hij zelf heeft ondervonden. Maar
juist omdat dit geschied is, zou hij het lafheid
geoordeeld hebben, zoo bij thans het stilzwijgen
bad in acht genomen.
Het geheele Hoofdstuk wordt in stemming ge
bragt en aangenomen met 34 tegen 33 stemmen.
Ware het 68ste lid tegenwoordig geweest, dan
hadden wel ligt de stemmen weder gestaakt en
alsdan het Hoofdstuk Oorlog als afgestemd gegol
den.
WWWIWWWVWi
Wij weten niet, of de Minister met wjjlen Han
nibal zal uitroepen: nog zulk eene overwinning
en wij zijn verlorenmaar 't is aan geen twijfel
onderhevig, dat eene zoodanige overwinning duur
moet gekocht wordenwillen daarvan de voor-
deelen genoten worden.
De Minister zal dus in het Kabinet en in de
Kamer bly venby eene volgende begrooting zal er
wel weder een of ander incident plaats hebben.
Alles kan immers niet altijd ernstig toegaan, tot
zelfs in het parlement mag er nu jaarlyks wel
eene pikante scène plaats hebben. Voor twee jaren
had de Minister een amicaal collisie-geval met den
Heer Poortman. Het vorige jaar eene bykans pun
tige discussie, dat op een duel had kunnen uitloo-
pen, met den Heer van Zuijlen van Nijeveldtge
volgd door een compromis. De voorl. week eene
Fransche Tirade van den Minister tegen een lid
der Kamer, hetwelk ten gevolge had, dat de
Voorzitter den Minister een abstinentie-recept toe
diende, hetwelk eene gezonde uitwerking deed.
Hoe het dan ook zyof de Minister na eene
dergelijke aanneming van zya Hoofdstuk al dan niet
aan het hoofd van het Departemeut van Oorlog
blijft, d'ict tot de zaak der 12 inillioen niets a£
Zoo wel by liet verlaten van een slagveld als
by het verlaten van eenen Ministeriëelen zetel,
zal een echt krygsman, ,even als de held van
Pa via, kunnen uitroepen: lout est perdu, fors
l' honncur!
BINNENLAND,
AMERSFOORT, 24 December.
De Loterij ten behoeve van de armen te Amers
foort, waarvoor waren ingekomen 307 prijzen,
heeft opgebragi ƒ823, waarvoor Maandag den 22
December uitdeeling is gedaan in hel gebouw Tan
de Diaconie-school.