COURANT, •as te Tïboeu Tnu V R IJ D A G, Augustus J857. l)it Blad verschijnt tweemaal in de weck de» Dingtdagt en Frijdagt. - De Prijs ran het Abonnement is ƒ1,50 in de 3 maanden. Van Advertentie!)van 1 tot 6 regels 60 Cents, elke regel meerder 10 Cents, behalve het Zegelregt. Afzonderlijke nummert, ƒ0,10. Brieven franco. Bestellingen geschieden bij den Uitgever A. H. van Cfeeff, te Amersfoort, zoomede bij alle Boekhandelaren en Post-Directeuren in het llijk. Naar onze artikelen over de jongste verkiezing en herstemming voor leden van den gemeenteraad ver wijzende, kunnen wij voor heden zeer kort met onze voorlichting zijnvoor de verkiezing van drie leden voor den gemeenteraad die op aanstaanden dings- dag zal geschieden. Over den Heer C. Scheltus hebben wy vroeger gesproken en hopendat zjjn naam zegevierend uit de stembus zal te voorschijn treden, terwijl de Heer J. F. Lagerweij kan geacht worden allezius een nut tig lid van den gemeenteraad te zullen zijn. Doch vooral bevelen wij den kiezers, de verkiezing van den Heer Dr. W. C. van Lockhorst aan. De Heer van Lockhorst is iemand die van ontegenzeggelijk nut en eene specialiteit in den raad zal zijn van wat medische politie betreft. Aan iemand met zulke grondige kenuis toegerust, als hjj daaromtrent wer kelijk bezit, is dringend gebrek in den gemeenteraad. Om niet noodeloos de ongerustheid onzer mede burgers op te wekken, omtrent de weifelachtigheid, ja zelfs de gedeeltelijke inactiviteitdie in de laatste drie maanden hier ter stede op dat terrein waar genomen is, hebben wij daarover gezwegen, doch drukken wy onze stadgenootendie wel allen zul len wenschendat by epidemiën en ziekten tijdige en doeltreffende gezondheidsmaatregelen genomen wordeu, thans op hel geweten, om de gelegenheid niet te lateu voorbijgaannu den Heer van Lock horst tot lid van den raad te benoemen. Ook in alle andere opzigten zal die Heer de -belangen der gemeente behartigenhij staat te boek als een braaf, kundig en werkzaam meusch, als ieinaud, die de grooteu niet naar de oogen ziet, maar ten allen tijde rond voor zijn gevoelen uitkomt. Dien ten gevolge bevelen wij voor de verkiezing op aanstaanden dingsdag aan, de Heeren: Dr. W. C. VAN LOCKHORST, Wit Stembriefje. C. SCHELTUS, Wit Stembriefje. J. F. LAGERWEIJ, Groen Stembriefje. Het Adres se ment. Alweder een adressement tot den Koning, thans inhoudende het verzoek om aan de schoolwet II. D. sanctie te weigeren. liet regt van petitie is een grondwettig regt en dus ook het regt van adressement, doch van het welk niet dan in hoogst zeldzame gevallen eu dus niet dan in den uitersten nood gebruik moet wor den gemaakt. Ten minste zoo schijnt het ons toe. Men moet het den Koning, wij zeggen niet tegen over 11. D. Ministers, maar tegenover de beide Kamers der Staten-Generaal, niet inoeijelyk maken. Bovenal niet, wanneer die hebben goedgekeurd een ontwerp van wet, namens den Koning zeiven bij haar ingediend. Hoe zal de Koning II. 1). sanctie aan zulk eene wet, behoudens de koninklijke waar digheid, kunnen weigeren? Hoe zal de Koning eene bede, hoedanig" men thans tot hem ligt, kunnen inwilligen Daarbij op hoedanige gronden rust die bede? Op valschc. Verheeld u, van den bijbel zal nu voortaan geen gebruik meer mogen worden gemaakt op de scholenen zelfs den naam van den stichter der Chrisleli.ike godsdienst zal daar niet meer mogen worden genoemdIn welk artikel der nieuwe schoolwet staat zulks geschreven? Er staat wel in geschreven, dat de onderwijzer geen aan stoot mag geven. Dat mag ook dus de Roomsche onderwyzer in Noord-Braband en Limburg niet doen. Maar beteekent dit nu, dat hij den naam van den stichter des Christendoms niet noemen mag en van den bijbel als historisch boek geen gebruik mag maken? Achter het volk dat achter de kiezers staat, staan mannen, die zich moesten schamen over hetgeen zij doen. Hunne leus is: Nederland en Oranje; doch zoo Nederland en Oranje den is, waaraan wy ook niet iwyf'elen, dan zijn zy met deze hunne leus de onbeschaamdsle huichelaars, die ons de geschiedenis heeft leeren keunen. Zy weten zeer goed, dat de Koning niet weigeren kan de saticlie met betrekking tut de schoolwet, als uitgegaan van den Koning zeiven. Zy weten zeer goeddat niet in de wet slaatwat zy er het niet-kiezersvolk iu doen lezen. Zy weten zeer goed, dat de weigering eener bede, goed gemeend, alligt kwaad bloed zet. Zy weten zeer goed, dat Koning Willem III prys stelt op de liefde zjjuer onderzaten. Op deze zijne prysslelling te specule ren, terwijl men het onverkrijgbare doet vragen, is eene handelwijze beneden alle kritiek. Ik vraag b. v. van u, mynheer Groen! het commis sariaat des Konings in de provincie Noord-Holland; zoo ik het niet kryg ben ik met de mynen uw vijand.Maar de Heer Borrel?Wat doet zulks er toe. Het onmogelyke eisch ik, anders ben ik uw vyand. Het thans in omloop zijnde adressement is gelijk wy het hebben - eekeud, vyandig tegen het Koningschap in bet huis van Oranjeen dus ook vijandig tegen het Vaderland. W y weten historisch meer dan wij voor als nog raadzaam achten te zeggen. Wacht u voor de valsche profeten Waakt op, eer het te laat is. In bet weekblad, Nederlandsch Indië, lezen wy lessen uit Brilsch Indiëen Nog meer lessen uit Bntsch Indië.Het laatste artikel eindigt met de woorden: Waarom met het dempen van de put gewacut, tot dat het kalf verdronken is? Dat laatste stuk is gerigt tegen de losbandige pers in Britsch Indië, en nuttig voor lien die nog niet wijs geworden zijn door de discussiën over het Indische Drukpers-reglementzij moeten hierdoor tot nadenken worden gebragt, om met ons uit te roepen: er is pcriculum in mora. Haasten wij ons, opdat niet ook van Nederland kunne gezegd wor den wat iu het bedoelde artikel te regt van het Brilsch Gouvernement wordt gezegd. Werkelijk is de drukpers-vrijheid even losban dig iu Nederlandsch Indië als in Britsch Indië. De oppervlakkige beoordeelaar zal ons welligt tegeu- sprekeu, dat daarvoor door het Drukpers-reglement is gezorgd. Dit is onjuist. Daarom roepen wij uit: Waakt op, eer het te laat is! Het Drukpers reglement in Indië is te zwak om de losbandigheid der drukpers tegen te gaan. Immers de Nederlandsche Staats-Courunt en het Bijblad mogen vrijelijk in Nederlandsch Indië circuleren. Daarin wordt het vergif uedergelegddaarin wordeu de opwekkingen tot opstand, plundering en moord geboekt. Daarin toch worden opgenomen, de fijn gesponnen insi- nuatiën, de onbewimpelde lasteringen, de meer grove beschuldigingen, de spotternij en verachting ademende redevoeringen, welke het dezen of genen der leden van de oppositie in de Tweede Kamer, zal mogen behagen bij discussiën of interpellatiën, tegen een of ander Ministerten aanboore van het Nederkiiidsche Volkuit te braken. En al ware het uo.vdat die onvoegzameimpopulaire taal door den President der Kamer werd gegispt, dan toch heeft de spreker, welke met zoodanige taal zich de afkeuring, den afschuw zelfs, van alle weidenkenden in den lande zou hebben op den hals gehaald, dan toch heeft die spreker het regt te vorderen, dat zijne, alle grenzen van be tamelijkheid te buiten gaande redevoering, in het Bijblad worde opgenomen. Langs dien weg komen iu Nederlandsch Indië, uitdrukkingen, waarbij het Reglement op de Drukpers in Indië afgekondigd, wordt genoemd: eeue verguizing der Ingezetenen van Nederlandsch Indië,» «eene schande voor Nederlandeene bespotting van den Neder- laudschen Volksgeest.Mag moet dat geduld worden? Waar zal het dan heen! Zal dan niet ook Java, even als thans met Bengalen het geval is, het tooncel worden van vernielingen moord! Eu zullen dan niet ook zij, die het zoogenaamd EEuniEDiG adres uit Java aan de Tweede Kamer hebben ingezonden, gevaar loopen met vrouwen en kinderen, de slagtollërs te worden van den tot woede enoumenschelijke drift opgewonden Javaan! Daarom, men haaste zich alvorens het te laat is, om in het Drukpers-reglement op te nemen, dat zelfs de Staats-Courant en het Bijblad, bij invoering in Nederlandsch Indië, niet zal mogen worden uitgegeven, zonder voorafgaande vergun ning der bevoegde magt. 01' wil men ook te dezen wachten met het dem pen der put, tot dat het kalf verdronken is; wil men ook te onzent zulks uilstellen lot dat houdende familiêubroeders en zusters, vrouwen cn kinderen onder de moordende kris van den amok-spuwenden Javaan, hebben te betreuren, en millioencn en nogmaals millioenen schats en duizende menschen- levens niet genoegzaam zullen wezenom de rust in Java terug te brengen I Be verkiezing te Karrcn«tein. I. Wie candidaal werd.' Na eene aangename wandeling op ccnen schoonen zomcr- schen namiddag, traden wij bij bet ondergaan der ion en toen de avondkoelte begon te ruischcn, de vrolijke, volkrijke, verlichte stad Narrenslein binnen. Lenige barer glanzig geplaveide straten al koutende doorgaandewer den wij als bet ware verrastdoor de welluidende tooiicu eener inuzijkdie ons in de verte tegengalmde. Wij gingen dadelijk op het geluid af, verhaastten ome schreden naderdenen weldra waren wij in bewonderende aandacht verxonken bij de lokmuiijkdie uil dc Sociëteit de vliegende Asmodéeopsteeg. Het concert werd uitsluitend door Narrensteinscne dilettanten gegevenen bestond uit jubel- muzijk, ten gehoore gebragt door het natuurlijk instrument van ieder hunner. Wij, beproefde jongens van Jan de Witt, vuurvast in onze schoenentuk op avonturenen volkomen vatbaar voor bet schoone en goede, nuttige en aangename, wij gevoelden een onwederstaanbaren prikkel om ai» stille getuigende vreugde der aanwezigen de Narrensteinsehe zaligheid van naderbij gade te slaan; te «neer, dewijl men bet zoo zelden vindtdat de harmonie der natuurlijke rouzijk overeenstemt met het dagelijksch en onderling verkeer der inenschen. Door de geopeude vensters glurendé bemerkten wij alrasdat onze Narrensteinsche bipedeu in de Salon der Sociëteit vrolijk bij elkander zaten. Wij traden binnen en maakten kattenbogcbelswaarvan wij voorzeker bet spit in den rug zouden gekregen hebben, indien wij niet terstond onze gewone positie ingenomen hadden. Plaats nemende, bestelden wij den kastelein, een man met almaglig lange spillebeenenwaardoor hij, heen cn weder bedienende, veel weg had van een draai bord met wijzers één halve flesch wijn met twee glazen. Ons tafeltje stond in een hoek der Salon zoodat wij het drukke discours van het gonzende publiek niet konden sloorenof lieverom met des te meer gemakde poli tieke redeneringenwaarschijnlijk de uitwerkselen van het onmatig gebruik van rood gekleurd koud water, te kunnen volgen. Het gegons bedaarde van lieverlede, en eindelijk begon een der aanwezigen, daarin geleidelijk door anderen ge volgd te sprekeu over de verkiezing van een lid van den Narrensteinschen Gemeer teraaddie in de aanstaande week zou plaats hebben. Men vroeg elkander, wiemen daartoe zou moeten verkiezen, of eigenlijk gezegdwie voor die betrekking de geschikste persoon zou zijn, ten einde de Narrensteinsche belangen met waardigheid te verdedigen en die roemvolle post in te nemen?! Ja! de een had die hooren noemen, een tweede iemand anders, een derde niemanden zoo sprakzonder tot eene slotsom te komen onder voortdurende keclgorgelingde een na den ander. Niemand scheen het te durven wagen rcgtslreeks zijn gevoelen kenbaar te maken of een candidaal aan te geven. Eensklaps stond een hunner, die wat minder keelbalsem dan de anderen gebruikt had, met statigheid op en hield de navolgende sierlijke rede: Mijne HeerenHet is voorzeker geen geringe *-»tr om als lid van den Gemeenteraadde kern van liet zoo verlichte Narrensteinsche menschdom, d. i. de burgerij, tegenover zoo vele knappe bollen en onder adelijke Teiding in het gemeente-sanctuarium, aan dc groene tafel gezeten, te vertegenwoordigen. Wij leven in tijden waarin men twijfelen moet of men niet vooruitgaande, achteruit gaal. Wij leven in eenen tijd van reglementen en auolventen. Wij, Narrensteiners! moeten een oog in het zeil houden en zorgen, dat wij onze bestuurders wakker houden, als zij inslapen willen. Er moeten burgers in den raad komen, hoofdzakelijk om de aristocraten onze tanden te doen zien. De droevigste proeven van slaapmutsen-combinatie hebben wij, helaas! toch al te zeer ondervonden in zake het nieuwe policie-reglementals mede ten opzigle van den Hooldelijken Omslag, welke alhier moet geheven worden en die de burgerij zoo uitermate nijpt. Wie zon 't gelooven dat Narrenslein op eene bevolking van p. m. 3000 zielen, een hoofdclijken omslag van circa ƒ7000 heelt, die door nagenoeg 300 inwoners moet gedragen worden? Wel is waar, men heeft die Hoofdelijke Omslag eenigzius gewijzigd door de snugge berekening om den minderen man daarvan iels te ontheffenof liever om de non-valeurs te begravenmaar wat beteekent zulks Alles is olie in het vuur, want nu! nu! Komt er geld te kort. 't ls waar, Burgemeester en Wethouders cn ook de stedelijke Ontvanger hebben dezer dagen de termijnen van hun Iractcment prompt ingepalmd, doch de kleine leveranciers aan de gemeente moeten nog een weinig dansen, voor zij hunne rekeningen betaald krijgen; ik zeg het ii, de kas staat slecht, de meid van den Bur gemeester. die het van hare mevrouw weet, heeft dat aan hareu vrijer, een neef van mijne meid, gezegd. Als ik het van den Secretaris had, zou ik het welligt niet gelooven, maar de meid van den Burgemeester zal het wel goed welen, en deze liegt nooit als zij Tan haar volk spreekt. Waarlijk het is bedroevend, dat er wreder geld te kort komt, ik moet zeggen, dat onze gemeente gelijk staat tot een nicnsch, die auu verkeerden bloeds omloop lijdende is eu dien ten gevolge in doctor's handen moet vallen. Nu vraag ik umoeten wij allen maar zoo ïoelsappig dulden Neener moet een ciudc aan komenDc mannen van den domper nioctcu gekortwiekt worden. Ik wil gcenc revoltatie en gcene revolutie. Ik wil geenc dislocatie tak, maar wel ui tien gemeenteraad. Er moet een breuk in den gemeente- ruad komenBravoBravoj W ij moeten vooruitwij moeten een knap, een buitengewoon knap man kiezen. Wij moeten een man in den raad hebben, bij wien ge- mecntcraads-zakcn als koren op den molen zijn. Buiten dien wij willen een windmaker. Hij moet ook een degelijk man zijn. En dan weel ik voor de betrekking van raads lid, daar de geheele boel toch zoo schrikkelijk in de war is, geen beter candidaal dan onzen gullen gastheer. (Bravo!!) Mijne Heeren'. Gij hebt mijn gevoelen geboord; ik beu overtuigd, dat uwen smaak \J voor hem zal doen stemmen. Gij weet, hij is een stevig man, die niet spoe dig een stuk in den kraag heeft. Ik proclameer tol ooaen candidaal onze waardige gastheer de Heer van Gtkisnberg.' Toen Spreker zijne rede geëindigd had, werd bij door allen omringd; allen drukten hem de hand; hij moest met allen klinken; allen hieven hunne glazen oiuhoog en donderend weérgalmdc het in de Salon der Soeieleit: Ja! van Gekkeiiberg is de man, die waardiglijk de be langen van Narrenstein vertegenwoordigen kan. Fan Gek- kenberg is geen arirtbcraat. geen slaapmuts, geen dom per! Leve onze candidaat van Gekkcnvtrg

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1857 | | pagina 1