COÜBAN M 460. 33 October 3867» Dit Blad verschijnt tweemaal in de weck des Dingsdags en Vrijdags. -De Prijs van het Abonnement is ƒ1,50 in de 3 maanden. Van Advertentie»van I tot 6 regels 60 Cents, elke regel meerder 10 Cents, behalve het Zegclregt. Afzonderlijke nummers, ƒ0,10. Brieven franco. Bestellingen geschieden bij den Uitgever A. II. wan Cteeff te Amersfoort, zoomede bij alle Boekhandelaren en Post-Directeuren in het Rijk. KENNISGEVING. BURGEMEESTER E* WETHOUDERS des GEMEENTE AMERSFOORT, Gezien art. 11 van 's Ronings besluitd. d. 9 Novem ber 1851 (Staatsbl. No. 142), Doen te weten, dat de vergadering van Riesgercgtig- den tot de benoeming tan twee leden voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhierom de plaatsen aan te vullen van de lleeren J. F. LAGERWE1J en G. N1EUW- LANDdie met het einde dezes jaars aan de beurt «-in aftreding zijnten Raadhuize dezer gemeente zal gebonden worden op Donderdag den 12 November aanstaande, des voormiddags ten tien ure, en dat de lijst der Kiesgcreg- tigden gedurende acht dagen (met uitzondering van den in te vallen Zondag) dagelijksvan 10 tot 1 uurop de plaatselijke secretarie ter inzage zal liggen. Wordende een ieder, die meent tegen voormelde lijst bezwaar te hebbenuitgenoodigddat binnen voormelden tijdte rekenen van den dag dezer aankondigingbij het Gemeentebestuur in te leveren. Amersfoort, den 7 October 1857. Burgemeester en Wethouders voornd. A. G. WJJERS. De Secretaris, W. L. SCI1ELTUS. De E e m. II. (Ingezonden.) Ofschoon cene woordelijke mededceling van het rapport van den lieer van Diggelen anders de meest volledige wijze zou zijn om den lezer met diens plannen bekcud te maken, zoo is zulks echter ten deze niet mogelijk, daar het is ingerigt als eene toelichtende memorie tot de plannen, alzoo niet te begrijpen als men die teekeningen er niet bij heeft. Wü zullen ons dus bepalen bij hel raededeelen van den inhoud. Uit de peilingen op de plannen aangeduid is de bodem der zee vóór en om den mond thans naauw- keurig bekend geworden, hoezeer hel welligt te wenschen ware geweest, dat die peilingen nog iets verder regis en links van den mond waren uitge strekt, waardoor de toestand vollediger zou geble ken zijn. Daaruit is het nu duidelijk geworden, dat de toestand niet is zoo als men dien gewoonlijk hoort voorstellen, t. w. eene hank of verhooging juist vóór den mond. Integendeel de bodem der zee is juist vóór de rivier hel laagst en ter wederzijde van den mond hooger. De Eem zou dus reeds lang door de aanslibbing uit zee aldaar geheel onbevaarbaar geworden zijn, ware het niet, dat de stroom van het rivierwater eene diepere geul in den bodem der zee had uitgehold, welke, ofschoon steeds flaauwer en breeder wordende, echter op 1400 N. Ellen afstand van den mond nog te her kennen is. In die geul, welke ook het vaarwater is om binnen te komen, heeft zich echter, ongeveer ter hoogte waar de tegenwoordige hoofden eindigen eene kleine ophooging gevormd, waardoor aldaar, in het vaarwater, slechts eene diepte van 1,43 el op de ondiepste plaats gepeild wordt, echter altijd nog eene grootere diepte dan op die zelfde hoogte ter wederzijde van den mond wordt aangetroffen. lJehalve die plaatselijke verhooging loopt de bodem der zee van den wal af steeds langzaam glooijend af, zoowel in als buiten die geul. In ronde getallen kan men die afglooijing voor de geul stellen op een verschil van eene halve N. el tusschen den mond der rivieren 1500 ellen zeewaarts in. Volgens de peilingen van den lieer van Diggeleit zoude op omstreeks 1400ellen, bijeenen gemiddelden water stand of zoogenaamd dagelijks water, een diep gang van omstreeks 1,94 el gevonden worden, bij den mond gemiddeld slechts 1,50, altijd in het vaarwater. Echter behoort hierbij onder het oog gehouden te wordendat die gemiddelde waterstand slechts is genomen naar den moet of afteekening van de oppervlakte des waters op het paalwerk en andere voorwerpen in de zee aldaar aanwezig, en dus niet als zeer naauwkeurig kau beschouwd worden. Ook kon die niet in Amsterdamschc peil uitgedrukt wordenwaardoor de vergelijking met elders moejje- ïyk wordt. De Heer van Diggelen leidt uit den toestand van den bodem af, dat de Rivier zich wel eene bedding in zee beeft uitgeschuurd door de kracht van zijnen stroom buiten den mond, doch niet by magte is de aanslibbing geheel te overwinnen, zoodat de verhooging gaandeweg erger zal worden. Ten einde echter den stroom te versterken en daardoor dc aanslibbing te boven te komen, wil hjj door twee hoofden of zoogenaamde leidammen den mond der Rivier vernaauwen cn tevens dieper in zee bren gen, dan zulks door de tegenwoordige hoofden ge schiedt. Zyn plan is alzoo, om de thans reeds bestaande werken, die wel eenige, doch niet ge noegzame werking hebben, te versterkenwaardoor zich dan ook eene meerdere kracht van den stroom zal vertoonen. Ten dien einde wil hy de tegenwoordige hoofden van paalwerk, ter wederzijde van den mond aan wezig, vervangen door dammen, met sleenen zink stokken, die digter bij elkander zyn en zich ver der in zee uitstrekken. De westelijke dam zal eene hoogte van 0,60 el en de oostelijke van 1 el boven den gewonen waterspiegel hebben. Deze laatste zal op steenen basalt-bevloering een houten jaagpad hebben, ter breedte van 1,50 el, met eenen rol paal aan het einde. Deze houten bevloering van het jaagpad wordt verkozen boven eene bepuining, om geen hinder van het wegspoelen te hebben, als ook tot gemak bij het jagen. Tusschen die leidammen zal de bodem der zee, nadat het werk voltooid zal zijnmoeten uitgediept worden tot gelijke diepte als de zee-bodem buiten dezelve. De Heer van Diggelen verwacht, dat de aldus ingesloten en daardoor sterker geworden stroom alsdan voldoende zal zijndie diepte voort durend te onderhoudenzonder dat er in het ver volg verdere uitbaggering zal noodig zyn. De lengte der dammen, en by gevolg ook de kostenhangen af van den meerderen of minderen diepgang dien men verlangt. Uit dien hoofde zyn er vier verschillende berekeningen gedaan. 1°. Een diepgang van 1,60 Ned. El (5J- Amst. voet ruini) zal kosten ƒ80000. 2°. 1,70 El (6 voet) ƒ115000. 3°. 1,80 El (circa 6£ voet) ƒ149000. 4". 1,90 El (nagenoeg 7 voet) ƒ178000. In het eerste geval zal de lengte der leidammen bedragen 700 ellen in zee, in het tweede 950 el, in het derde 1175 e! en in het vierde 1375 el. De afstand der leidammen van elkander is bij N°. 141 N°. 2. 39. N°. 3, 36, en N#. 4, 34ellen. Ten slotte wordt er in het rapport nog een zeer nuttige wenk gegeven, die vooral dient behartigd te worden door hen, die geroepen zyn of zullen worden, in deze eene beslissing te nemen, waarop wy alzoo met den meesten nadruk de aandacht vestigen. Eene verplaatsing der leidammen, wordt er gezegd, kost nagenoeg evenveelals cene nieuwe (iaarsteliing. Indien de dammen te ver van elkan der gelegd zyn, dan kan later eene verlenging niet of weinig baten, zoo niet tevens de dammen dig ter by elkander gebragt worden, met andere woor den, dan zal men het werk geheel moeten opbre ken cn op nieuw leggenom eenen meerderen diepgang te verkrijgen. Zyn echter dc dammen reeds dadelijk digter by elkander gelegd dan eigen lijk noodig was voor dio diepte, doch met betoog op cene latere uitbreiding, die in het vervolg vun tyd misschien kan wenschelyk geacht wordenoin meerderen diepgang te hebben, dan behoeven zy slechts verder in zee uitgebragt te worden. Mogt er dus worden overgegaan tot het daar- stcllen der werken en men daarbjj reeds dadeljjk eenen diepgang van 1,90 verlangen, dan is het ten minste van het hoogste belang, om de lei dammen echter reeds dadelyk slechts 34 ellen van elkander te leggen, zelfs al mogt men die voor als nog niet tol op 1375 el in zee willen uitbren gen. Deze grootere engte moge misschien eenig meerder ongerief veroorzaken by het binnenvallen en opvaren tegen den stroom, doch zulks staat niet over tegen het bezwaar, dat bjj verzuim hier van, men zich als het ware den weg beeft afge sloten, om later meerderen diepgang te verkrijgen en daardoor grootere uitbreiding aan de scheep vaart op de Eem te kunnen geven. Naar zoodanige uitbreiding zal zich, zoo al niet nu, dan zeker later en spoediger dan men welligt verwacht, den wensch doen hooren, ten gevolge van meerdere welvaart en daardoor meerdere behoefte aan ver voer voor dit deel der provincie, door de ontgin ningen en vooruitgang van den landbouw, by vermeerderde navraag naar de producten. (Wordt vervolgd.) Alkmaar. Leijden. Amersfoort. Hoe dikwyls de liberale dagbladen op de over winningen hunner partij boogden, waar het een of ander verkiezingstryd goldde drie laatste ver kiezingen voor de Tweede Kamer hebben ontegen zeggelijk met cjjfers bewezen, dat by lang niet het geheel stemgeregtigd Nederland hun gil inge zogen heeft. De Heer Mr. R. J. Schimmelpenninck werd te Alkmaar bij herstemming met den Heer Poortman, niet gekozen. De Heer Poortman behaalde met eene meerderheid van, drie en veertig! stemmen de overwinning, en zulks nadat de Heer Mettnan, geheel ongeroepen zich in den stryd had gemengd en bjj de kiezers, die op hem hunne stemmen uitgebragt hadden, aandrong hunne stemmen op den Heer Poortman over te brengen. De Heer Poortman, de aanbevolene van het Handelsblad, en van tie Tijdoverwonnadat deze bladen den kie zers op het geweten gedrukt hadden: geen hofbe ambte te kiezendie van zijnen beroemden grootvader niets had dan dient naamnadat de Nieuwe Rot terdamse he Courant aangekondigd had: den Heer Schimmelpennick niet te kennen! Er zijn belee- digingen, die, wanneer zy zoodanig geschieden, hem wien ze geldenin het oog der Nederlandsche natie des te hooger in achting doen ryzen, en alleen de zijde schandvlekken, die tot zulke middelen hare toevlugt nemen inoet. De Ueer Poortman verkreeg te Alkmaar 888, de Heer Schimmelpmnxnck 845 stemmen; wegens die geringe meerderheid bliezen de Ultra-liberale bladen op de schetterendste wjjzc de loftrompet. Indien de nederlaag te Alkmaar, eene nederlaag mag gevoerd worden, dan is zy te Leijden met glans gewroken. Ook daar riepen het Handelsblad, de Nieuwe Rotterdamse/ie Courant, de Tijd en de Arnhemsche Courant den ban en achterban op, om den Heer Olivier, Wethouder te Leyden, de over winning te doen behalen. Alles ydelDe geest der Natie laat zich niet straffeloos beleedigen. Hoe kunstmatig ook in de laatste jaren de liberale kamerleden in hunne kiesdistricteu gekozen zyn, niet altijd laat a het kiezers-volkzich door de holle theoril'n der Ultra-liberale bladen met de zweep naar de stembus leiden. Neen! hunne schyn- schoone theoriën kunnen niet alle kiezers in Neder land verlokken tot onderdrukking van hun karakter, tot verloochening van het Hollandsch Volkskarakter, en de uitslag der herstemmingen te Leijden en te Amersfoort is daar het bcwjjs van. Te Alkmaar eene nederlaag door drie en veertig, te Leyden eene overwinning door twee honderd negen en vijftig te Amersfoort eene overwinning door twee honderd drie en vijftig stemmen. Waarom niet altjjd zulke overwinningen? Het is, omdat de aloude geest der vaderen eerst dan doorstraalt, wanueer de nood aan den man is. Eerst dau vereeuigeu zich zij, die zich onder de partij vau gematigden vooruitgang scharenmet hen die tot de anti-revolutionnaire school bchooren en waar die vereeniging volkomen plaats heeft, over wint die gecombineerde Vadcrlandsche kracht. Zou den deze zich by de vrye verkiezingen vereenigen, dan ware menig Ultra-liberaal candidaat niet in de Tweede Kamer gekomen, dan ware dc Heer Thorbeckewederom verpligt geweest zich in de armen der Limburgers te werpen, dan ware een S. A. van Hoogstraten of een Graaf G. Schimmel penninck in Overyssel gekozen. In het kiesdistrict Amersfoort kon de liberale party onmogelijk overwinnen; het is waar. de Tijd oefent daar veel invloed uit, maar niet de Nieuwe Rotierdamsclie Courant cn niet het Handelsblad. Hoe hevig ook de lleeren van Hoogstraten cn Asci van Wijck aangevallen werden, heeft de Amert- foortsche Courant noch den Heer Engelen, noch den Heer van Hasselt besprokeu. oin daardoor haren candidaat, of later by de herstemming, den candidaat der anti-revolutionnaire school meer aan- pryzenswaardig te maken. Wy hebben onze can didaat hy dc verkiezing verdedigd, daarvoor hadden wy niet noodig zyue tegenstanders aan te vallen. Ry dc herstemming toch hebben wy den kiezers de leidraad aangegeven, die zy bjj zulk eene ge dwongen stemming volgen moesten, en zelve laten oordeelen of zy den Heer Engelen, den man der Ultra-liberale bladen konden kiezen. De goede moed van het Handelsblad kon noch den kiezers noch ons doen duizelen. De profetie van het Handelsblad i» beschaamd geworden, want zjj die den Heer van Hoogstraten in de kamer wenschten. stemden voor den Heer van Asch van Wijck, toeu hun geen an dere keuze dan eene gedwongen keuze voorgelegd was. De ''er van Asch van Wijck zal het vertrouwen dergencn die hunne stemmen op bcm vereenigd hebben op prys weten te stellen, en wjj voorspel len, dat hjj in fle Tweede Kamer eene waardige plaats zal innemen. Zoo is dan te Leijden en te Amersfoort schitte rend geblekenwat noch het aloude element vermag. Daarom laten wy ook thans volgenMen zegtdat de partjjen die den Heer Schimmelpenninck on van Asch van Wijck in de Tweede Kamer bragteu, zvrak zijn. Do cjjfers by de verkiezingen en herstemmingen te Alkmaar. Lcjjdcn cn Aniersloort bewjjzen liet tegendeel. Het is waar, de party die te Amersfoort getriomfeerd heeft staat op gcisolcerd terrein, doch is alleen van die, welke te Lejjden overwon, ge scheiden door te ver gedrevene consequentie in het

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1857 | | pagina 1