AHERSFOORTSCHE CODRAH 475. vnn V R IJ D A G, 27 November d857, Gedaan en op dc gewone plaatsen aangeplakt te Amersfoort, den 2d November 1837. De Burgemeester voornd., A. G. W1JKRS. Taktiek van de Oppositie. In dc vergadering van de Tweede Kamer der Stateu-Gcncraal van 14 dezer kwam ter tafel het verslag der Commissie, in wier handen was gesteld het Uegeringsverslug nopens den staat van het Beheer der Oost-Indische Bezittingen voor 1854. Zou toen de beraadslaging daarover, den Heer Ds. van Hor wil gelegenheid geven om allerlei a-n- tijgingen en supposilieu te berde te brengen, kwet- seud, hatelijk en venijnig tegen het Indische Gou vernement en den Minister van Koloniën? Kon men dat toen al of niet met het oog op vroeger behan delde Indische aangelegenheden verwachten? liet gebeurde echter nietwant die oppositie-man weuschle uitstel en, op zyu voorstel, werd «de behandeling van dit verslag tot eene nadere gele genheid uitgesteld. Ziedaar de tactiek. De Heer van lluêvell had de stemmen geteld der loden die tegenwoordig waren. Er waren maar 58 leden present. De meeste zoogenaamde liberale leden der Kamer behoorden onder de afwezigen, zoodat de Heer run Jloèvrll wettigt geen tien leden zou gehad hebben om met hem te stemmen. Men zou hem dus spoedig den mond hebben kunnen stop pen of lot stilzwijgen veroordcelenen om dit lot te ontgaan, moest de discussie verdaagd worden. Moet dus de revolulionnaire opposilii; bij ons altijd en overal haar zin hebben? Zijn dan de mauuen die hel wèl meetien. altijd zonder veerkracht wanneer zy die zouden behoeven? Oppositie, quand raème. Men moet bekennen, dat de Koloniale oppositie iu de Tweede Kamer en daar buiten, met veel sluwheid, maar tevens met onbeschaamdheid wordt gevoerd. Dr. II. b. v. heelt, zoo hij het noemt, cijfers gegeven om te bewijzen, dal de welvaart van den Inlander op Java achteruit gaat. Maar zijn cijfers zyu onjuist. De Javaan verarmt en kwijnt weg. heet het; als tegen-bewijs mag gelden, dat de bevolking van Java in zes jaren vau 9.420,553 tot 10,5115.510 is toegenomen. In die vermeerdering van bevolking immers ligt het bewijs, dat de Ja vaan in staal is. zich goed en overvloedig voedsel te verschuilen en niet te zwaar behoeft te arbeiden. In dier voege vervallen bij onderzoek al zijn ver zekeringen. Ilij beweert b. v.. dat de huisgezinnen, die de kollij produceren, daarvoor genieten 15,21 's jaars; dus zegt hy. ontvangen die arme inensclieii maar 4J cent daags voor een geheel gezin! Echter weet een ieder, die met de koffij- cultuur op Java bekend is, dat niet de arbeid van een geheel gezin, maar slechts van één persoon uit het gezin daartoe gevorderd wordt, en niet ge durende liet geliecle jaar, maar alleen gedurende een liomlcrd dagenzoodat die eene persoon nog 265 voor anderen arbeid over heeft. Die eene per soon ontvangt derhalve voor iederen dag, in de kollij-tuinen besteed, 15J Ct. Eene zeer ruime betaling! Men moet veronderstellen, dat de hoogwijze Dr. ran HocvcU, die alles, wat de Koloniën aangaat, beter wil weten dan een ander, naauwkeurig weet, hoe hel met de kollij-culluur op Java is gesteld, en daarom zich haasten zou, de omiaauwkeurig- beid van Dr. II. aan te wjjzen. In gcencn deele. Hy neemt de cijfers van Dr. II. over in zijn Tijd schrift voor Nederlandsch Indiè, en bouwt daarop voort, als waren deze onbetwistbare waarheid. Ja, hij schaamt zich zelfs niet, die becijferingen als waarheid in de vergadering van de Tweede Kamer te berde te brengen. Dat is gewis liet ncc plus ultra van eene oppositie te goeder trouw Met even zoo veel goeder trouw handelt de Heer van HocvcU, wanneer lijj in zijn Tijdschrift of in de Tweede Kamer, spreekt over de regtstrceksche tydingen, door hem uit Indië ontvangen^waarvan de bijzonderheden ten nadeele van het Gouverne ment luiden. Hij begint niet met zich af te vragen wat is waarheid? liet schijnt als ware zyue eenigc vraag: kan ik daarmede het Gouvernement bo* uioejji'ljjkcii or liet Indisch Bestuur in een ongun- stig daglicht doen voorkomen? Is dat edelmoe dig gehandeld Maar wie praat van edelmoedigheid! Cents, elke reeel inccrder 10 CenU I TV en rijdags- De Prijs yan het Abonnement is ƒ1,50 in de 3 maandenVan Advertentiënvan 1 tot 6 regels 60 te Amersfoort, zoomede bij alle Boekhand ƒ0,10. - Brieven/ranco. - Bestellingen ^bieden bij den Ditgever H. „n Oeeff, KENNISGEVING. Ds BURGEMEESTER Den GEMEENTE AMERSFOORT Brengt ter kennis van dc Ingezetenen, dat bet door den Aleer Gornmissaris des Konings executoir verklaarde Kohier voor liet 1 atenlregt, over bet 2de KwartaalDienst 18S,A«. aan den lieer Ontvanger der Directe Belastingen is ter' hand gesteld aan wien ieder vcrpligt is zijnen aanslag op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen. eenigst noodige is eSècl te maken, en zich OG-n schijn te geven, althans tegenover het vulgus, als werden door hem de belangen van het alge meen ten zeerste ter harte genomen. Een ander zal wel ligt in het geheele gedrag van den Heer va?i Iloèvell niets anders zien dan Koloniale oppo sitie, dan oppositie ijuand même. Provinciale Belangen. be geprojecteerde Vcrccnujing vau het Tienhovensche Kanaal met de rivier de Eem. Tusscben Maarssen en Breukelen bevindt zich aan het zand- of jaagpad de herberg hel Kruaijenest daar begint het Tienhovensche Kanaal, met een schutsluis van de rivier de Vecht afgescheiden. Van daar loopt het voort bijna lynregt van het westen naar het oosten lusschien de Tienhovensche en Breukeleveensche plassen door tot aanzelfs tot in de llilversumsche heide. En daar gekomen, wendt het zich naar het zuid-zuid-oosleu ten einde te versnijden den vrij hoogen en vrij uitgestreklen zandheuvel, waarop vroeger het bekende jagthuis van van Loon stond, maar welk jagthuis reeds sedert geruimen tijd herschapen is door wijlen deu Heer A. Sinkel in eene sierlijke buitenplaats. Die buitenplaats, met hare uitgestrekte, grootendeels reeds in cultuur gebragte gronden, laat het Kanaal links van zich liggen, tooi zoo ver het reeds ge graven is. Maar juist daar ter plaatse heeft men, helaas! den arbeid gestaakt, terwijl men met gra ven reeds gekomen was tot op den afstaud van een klein half uur van den straatweg, die van Hilversum loopt naar de Maartensdijk. -Zal het Kanaal vereenigd worden met de rivier de Eem, dan moet het tusscben die twee gemeenten den genoemden straatweg doorsnijdenen zijnen loop vervolgen tusscben de gemeenten de Maartensdijk en de Vuursche door langs de goederen van Pijnen burg naar den Dolder, en van daar gaan naar Baarn, in de nabijheid van welke gemeente de Eem stroomt. Wij belmoren tot hen die vurig wenschen, dat de bedoelde vereeniging tot stand mag komen. Met het oog op die vereeniging is het graven van het Tienhovensche Kanaal begonnen, begonnen toeu van ErtbornGouverneur der Provincie Utrecht was; van Ertborn, een Antwerpenaar, maar een inan van een helderen blik en een ondernemenden geest. Hij zag hoe noodzakelijk het was, dat de Breukeleveensche en Tienhovensche plassen van elkander bleven gescheiden. Hij zag hoe noodzakelijk het was, dat hel heiwater, de laag gelegen landen overstrooinende, door een kanaal, deels naar de Vecht en deels naar de Eem werd afgeleid. Hij zag hoe noodzakelijk het was, dat tevens door zulk een kanaal ie graven, de heiontginning werd mogelijk gemaakt. De Belgische opstand greep intusselien plaats en de arbeid aan het geprojecteerde Kanaal werd gestaakt. Meer dan het vierde eener eeuw is sedert ver- loopen en den toen gestaakten arbeid wil men tliaus weder opvatten. Doch wie zijn die men Ziju dat de landeigenaren langs of door wier goe deren het geprojecteerde kanaal zou moeten loopen, of zijn liet de Staten der provincie Utrecht, dat is de provincie zelf? Het spreekt van zelfs, dat dc weder-opvatting en voltooijiug vau den arbeid zeer in het belang zoude ziju van de bedoelde landeigenaren, ver mits die dan hunne dorre heidegronden zouden kunnen herscheppen in vruchtbare koornakkers. Aau den zuid-westelijken zoom der llilversumsche heide, tot waarheen het kanaal zich reeds uitstrekt, is zulk een herschepping reeds te zien. Maar het moet gezegd worden, dat die eigenaars de zaak laten rusten, ten minste, dat die het niet zijn, welke het initiatief nemen, dat die stil zitten en wachten, tót dat de provincie den gestaakten ar beid weder opvat. Het initiatief is niet door hen genomen, maar door de provincie, dat is, door de provinciale autoriteit, door het collegie van Gedeputeerde Sta- teuwelke in deze najaars-zitting het voorstel hebben gedaan, om jaarlijks eene som van ƒ1000,00 te brengen op de provinciale begrooting, als sub sidie ter voortzetting cn voltooijing van het Tien hovensche Kanaal. Eene subsidie van ƒ1000,00. Dat is eene som voor de provincie Utrecht van geringe beteekenis; maar ook van geringe beteekenis voor de voort zetting en voltooijiug van dat werk. Hulde doen wy aan de inderdaad goede bedoeling onzer Ge deputeerde Staten, maar of met zulk een nietige subsidie het bedoelde werk wel iu zestig jareu voltooid zal kunnen wordenvalt zeer tc betwijfelen. Daarbij het woord subsidie, wat beteckent, wat veronderstelt dat? Het beteekent hulp, onderstand, te gemoet koming; maar zal die worden verleend, dan dient er te zijn een corporatie, een zedelijk ligchaam, een vereeniging, een vennootschap, waar aan die hulp, die onderstand, dief te gemoet ko ming verleend wordt. De provincie kanmet an dere woorden, bet initiatief niet nemen met een subsidie te verleenen. Hare autoriteit kan wel het initiatief nemen, met de zaak te brengen onder de aandacht der gemeenten, welke bij de voort zetting en voltooijing van zulk een werk regtstreeks gebaat zouden zijn. Zij kan de besturen dier ge meenten zarnen roepenhun de plannen en bestek ken voorleggen, hun de voordeelen opsommen, hen verzoeken en aanmoedigen, de zaak bij de landeigenaren smakelijk te maken. Zij kan prove- ceren een vennootschap. En als dat geconstitueerd is, dan en dan eerst kan zy in de vergadering der Provinciale Staten het voorstel doen, tot het verleenen van een subsidie. Wij drukken op het woord subsidie. Wil de provinciale autoriteit het initiatief nemen, dan moet zij zoo te werk gaan. Of bijaldien haar zulks te omslagtig is, dan moet zij niet spreken van suhsidie, maar ruiterlijk voor den dag komen met het voorstelom ten koste van de provincie het Tienhovensche kanaal nu toch eiudelijk eens geheel te voltooijen. Dat is het di- lemna. Het voorstel, zoo als het thans door haar gedaan is, hangt in de lucht. Verbeeld U, jaarlijks op de begrootiug ƒ1000,00 subsidie. Te verleenen aan Het is, in ons oog, een onbekookt voorstel, namelijk voor zoo ver wij het tot heden toe ken nen. Wij kennen het voornamelijk uit men rade eens waaruit de provisciale Ulrechtsche Courant Die Courant, ofschoon naar hare eigene verzeke ring tot de groote bladen behoorende, houdt hare lezers niet op de hoogte wal de provinciale belangen betreft. En dat bij zoodanige gelegenheid nu er sprake is van subsidie! De Ulrechtsche Provin ciale en Stads Courant hecht immers veel waarde aan subsidietelt gretig meer dan eene subsidie u\ede, zou zij dan de beteekenis van subsidie niet kennen? Zij is zoo naïf, zoo aanvallig, zoo goed aardig, die Utrechtsche! Zal men niet zeggen dat zy bijkans onnoozel is? AMERSFOORT, 26 November 1857. Z. M. heeft bewilliging verleend tot de te Hoorn op te rigten naamlooze vennootschap de Hoornsche Gasfabriek, ontworpen door de Heeren II. A. van de Wall Bake c. s.te Utrecht. De Minister van Oorlog heeft dezer dagen goed gevonden te bepalen, dat bij het regiment Veld artillerie voorlaan de chevrons der onder-officieren bij dat regiment zullen worden ingevoerd volgens het model, bij het wapen der kavallerie in gebruik. Op eene bovenkamer in de Looijerstraat te 's Ilage ontstond brandwelke echter door de spoedig aangebragte hulp der buren gebluscht werd. Onvoorzigtighcid moet de oorzaak zijn, daar de moeder hare twee jeugdige kinderen alleen op de kamer gelalen had, waar zich vuur bevond; de kinderen schijnen daarmede te hebben waardoor de gordijnen hebben vlam gevat. Ten gevolge van de groote verwoestingen, door de muizen onder de wintergranen aangerigt zijn vele landbouwers, bepaaldelijk te Appelscha, genoodzaakt geweest hunne akkers om te zaaijen. Te Assen hadden de geregtsdienaren Polling en Bakker zich naar de nieuw gegraven wordende Noord-Willeinsvaart begeven, om aldaar een gede- serteerden bedelaars-kolonist in arrest te nemen. Toen zij zich van hem wilden meester maken, trok hij een mes, en bragt aan Bakker daarmede twee wonden in het aangezigt toe, terwyl eene snede door zijue kleederen tot nagenoeg op de borst is gekomen; de sneden zouden zeker erger aangekomen ziju, zoo Bakker dezelve niet afgeweerd had met de handboeijen, welke hy in de hand had. Dit alles had zoo spoedig plaats, dat Polling naauwelijks tijd had, om den sabel te trekken, waarmede hy den kolonist een slag in het gezigt toebragtzoodat deze op den grond tuimelde waarna hem de boeijen werden aangedaan. Dit alles geschiedde, terwyl eene groote schare pol dergasten de geregtsdienaren omringde en juist niet van vriendschappelijke gezindheid blyk gaf. Eene vereeniging van apothekers, te 'sGra- venbage, voor het meerendeel sedert 30 jaren gevestigd, heeft zich in een zeer uitvoerig adres gewend tot de Tweede Kamer, waarin zy, by ontleding van de artikelen der wets-ontwerpen be trekkelijk de geneeskunde, die op den apothekers stand betrekking hebben, de verwerping dier arti kelen vraagt op grond, dat zy zijn onderling in

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1857 | | pagina 1