C 9 D1AI T fggh Tail VRIJ DIG, 65 April d859. Dit Blad verschijnt tweemaal in de week des Uingsdagt en Vrijdagi. l)e Prijs van het Abonnement is ƒ1,50 in de 3 maanden. Van Advertentiën1 tot 6 regels 60 Cents elke regel meerder 10 Cents, behalve het Zcgelregt. Afzonderlijke nummert, ƒ0,10. Brieven franco. Bestellingen geschieden bij den Uitgever A. II. van Geeff, te Amersfoort, zoomede bij alle Boekhandelaren en Post-Directcuren in het Rijk. Zullen de Metallleken ingeval van oorlog rente blijven betalen! 1. Ernstige vraag van den dag! Naauw klonken de woorden van keizer Napoleon III 'i aan den Raron von Hubner Oostenrijksch Gezant, 5 op Nieuwjaarsdag toegevoegd, of op de beurzen, die thermometers van acclamatien en larncutalien, was eene daling der Oostenrijksche fondsen, meer dan eenige andere, het gevolg. Teregt begreep men, dat Oostenrjjk reeds ouder zwaren schuldenlast gebukt, in den laatsten tijd leeningen sluitende tot dekking van zijn jaarlijksch lerugkeerend deficit, thans, als het eeneu oorlog zou te voeren hebben op nieuw zijn toevlugt tot Iconen zou moeten nemen. Geen wonder, dat de Oostenrijksche fondsen by vrees voor oorlog de zwaarste schokken moesten ontvangen. Vóór 1845 werden de Oostenrijksche fondsen aan alle beurzen onder de meest solide fondsen gerekend, zoodat deze bijna geheel in vaste handen waren, die daarom tot de bevoorregten werden beschouwd. In 1848 ondergingen zij echter eene daling tot bijna 4 van bun normalen koers en deelden ook ruimschoots in de algemeene daling welke later in 1854 tijdens den Oosterschen oorlog plaats vond. Door steeds nieuwe leeningen wist men de zaken gaande te houden en werden dan ook de renten daardoor regelmatig betaald. Doch sedert 1°. January heeft de stand van finantieele zaken in Oostenrijk eene zeer gevaarlijke wending genomen. De gewigtige rol, welke Ooslenryk inden tegen- woordigen staatkundigen toestand speelt, brengt mede om de bevolking der verschillende nationalitei ten te doen kennenwaaruit dit mosaïk keizerrijk is zamengeslcld. Volgens de laatste telling bestond de nabijkomende bevolking van het geheele rijk. 1857, uit 39,411,309 zielen, op de volgende wijze verdeeld. Neder-Oostenrijk 1,714,608 Opper-Oostenryk755,250 Salzburg154,379 Stiermark1,905,078 Karuthen of Karinthië 346.150 Krain of Carniole505,886 liet Littoraal of de Zeeplaatsen 613,056 Tyrol en Vorarlberg925,066 Roheine4,800,818 Moravië 1,972.165 Silezie479,321 Gallicie met Krakau5,056647 Rukowina430,664 Dalmatië432,733 Lombardye3,009,505 Venetie2.493,968 Hongarije 8,744,481 Het Servische waiwoodschapen het bannaat van Teineswar 1,574,428 Croatie en Slavonic967.136 Zevenbergen2.285.794 De militaire grenslanden 1,854,794 39,411,309 Deze 39 milliocn zielen ltetrekken 8,184,849 woningen, verdeeld in 877 steden, 970 voorsteden, 2,436 vlekken, 71,450 gehuchten en 3,720,640 op zich zclven staande huizen. Deze opgaven zouden onvolledig zyn, «ndien wij de verdceling dezer bevolking tusschen de verschillende nationaliteiten niet aanduidden; zij wordt aldus verdeeld: Duitschers. 7,870.719; Sla ven. 14,802,751: Rumanen, 8,051,906: Magyaren. 4,866.456: andere volkstammen. 817,712, waar- onder 15,996 Armeniërs 706,657 Joden, behalve diewelke in de nationaliteiten zijn begrepen wier taal zij spreken, en 83,769 Heidens (Zigeuncr- Zinfaris-) enz. AMERSFOORT, 14 April 1859. Naar wy vernemen zal waarschijnlijk reeds Dingsdag e. k. de Kiesvereniging Amersfoort ver gaderen. in betrekking tot de aanstaande Provinciale Verkiezingen. Op de rivier de Waal, tegenover hetGentsche veer, had, den 9dezer, ecu trellëud ongeluk plaats. De knecht van den veerman aldaar, om het win derige weder ditmaal van iemand vergezeld, wilde als gewoonlyk naar de voorbijkomende Schiedammer stoomboot varen om er passagiers af te halendoch geraakte met zyn vaartuigje, een zoogenuamde vlie ger, onder de raderkast der boot, ten gevolge waarvan het vaartuigje omsloeg en de knecht in de golven verdween. Zyn makker heeft door tegen woordigheid van geest zich op den omgeslagen vlieger weten te redden en is door behulp van eenige toegesnelde menschen, behouden aan wal gebragt. Het Prov. Geregtshof in Noord-Holland had in hooger beroep L. Zeevat, koopman te Amsterdam ontslagen van alle regtsvervolging van de tegen hem gedane aanklagte, dat hij. ais handelaar in turf, op 15 onderscheidene tijdstippen, turf door particuliere werklieden zou hebben laten verwerken, en niet door de daartoe gestelde beambten van de turfmarkt in die gemeente. Tegen die uitspraak is de procureur-generaal bij dat Geregtshof geko men in cassatie en aanvoerende een middelbe slaande in schending van artikel 9 der ordonnancie voorden stedelijken accijns op den turf te Amster dam, van 28 Dec. 1822, en art. 3 van het Kon. besl. van 18 Mei 1827 (Slaatsbl. No. 25). omdat bij het beklaagde arrest ten onregte zou zijn verstaan, dat die ordonnancie niet als verbindend zou zyn te beschouwen. De adv.-gen. Mr. Karsebooin heeft geconcludeerd tot vernietiging van het be klaagde arrest, en dat de Raad, ten principale regtdoende, den requirant zal schuldig verklaren aan 15 overtredingen der meer bedoelde ordon nancie, en hem veroordeelen tot 15 geldboeten, ieder van ƒ50, of subsidaire gevangenisstraf van 7 dagen. De uitspraak is bepaald op 27 April a. s. De Winsclioter Courant verhaalt van een koopman van Wildervank, die, voor een zijner vrienden in Duitschland, een regenjas uit Nederland medebragt. Hij passeerde, met den jas over den arm, het llannoversch grenskantoor, doch na eenige dagen trok hij weder over de grenzen, en werd, wegens frauduleusen invoer van een regen jas, veroordeeld tot eene geldboete en kostenwaar voor hij 21 Pruissische thaler moest voldoen. Rij de te Arnhem, op 3 dezer door het hoofd van de administratie van het 2e reg. dra gonders gedane aanbesteding der leverantie van 30 remontpaarden, ten dienste van genoemd rege- ment, is aannemer geworden de heer T. H. Koning, te Groningen, voor eene som van ƒ421 per paard. --- Zondag avond vernamen de te Groningen in de Leliestraat wonende ingezetenen, dat door den verwersknecht II. K., oud 36 jaren, aldaar wonende, de deur en ramen zijner woning werden toegespij- kerd, en eenigen tijd nadat zulks was opgehouden, dat een kreunend geluid uit die woning voortkwam. Men vermoedde aanstondsdat het negenjarige nichtje van genoemde K., hetwelk door hem in zijne woning was opgenomen en aan zyn gezag toevertrouwduit hoofde hare moeder voor eenigen tijd gestorven en haar vader wegens ziekte in het hospitaal aldaar opgenomen was, en hetwelk boven dien eene der armen verlamd heeft, door hem gruwelijk werd mishandeld. Nadat men eenigen tijd te vergeefs getracht had de deur te openen en de ingeroepen hulp van de politie niet terstond opdaagde, hebben de buren, vreezende dat het kind vermoord werd, de deur ingetrapt en zich zoodoende den toegang verschaft, waarna men meergenoemden K. met gemeld meisje vond in eene positie, te afschuwelijk om daarvan melding te maken, terwyl men verder bevond, dat het aangezigt van de ongelukkige zoodanig was opgezwollen, dat haar oog niet meer ziglbaar was, terwyl haar mond eveneens [opgezwollen en haar linker arm gebroken was. De misdadiger is door de politie, die hierover was toegekomen, in arrest gebragt, terwyl het kind eerst eenigen tijd door de buren is verpleegd geworden en vervolgens overgebragt in het Gesticht van Liefde aldaar. Naar wij vernemen, is door den heer regter- commissaris bevel tot inhechlenisstelling van ge- melden K. uitgevaardigd en is deze in het burgelyk en militaire huis van verzekering overgebragt. Aan de Redactie der Amersfoortsche Courant. Weder in uwe stad verwijlende bemerk ik met blijd schap kiemen van eenen spoorweg en van ccnc stoomboot *t in werking brengen van het gaz-licht en (blijkens uw Blad van heden) pogingen tot stichting ccner nieuwe spaarbank. Hoewel kort hier vertoevende wensch ik een vrij uur te bestedenom over laatstgenoemde xaak een woord te zeggen en U voor uw Dagblad ter plaatsing aan te bieden, inde hoop van iels, zij het dan nog zoo weinig, te mogen toe brengen tot bare bevordering en tot haren bloei. Vroeger alhier eene spaarbank bestaan hebbende, do"h welke te niet ging, zou het wel der moeite waardig i.. nuttig zijn, dc ware oorzaken van dat te niet gaan eens meer gezet en dieper na te sporen. Liggen die in dc stolTelijke of in de geestelijke wereld? of in beide? Bestaan te nog? of zijn zo vernietigd? Indien nog: dan zal wel ieder nadenkende erkennen, dat zij eerst moeten worden weggenomen althans zoo krachtig bestreden (altijdechter met onbloedige wapenen) dat ze onschadelijk worden. Die oorzaken kunnen velen zijn. (T Naar mijne innige overtuiging, gegrond op elders ver- kregene ervaring, welke ook hier welligt van toepassing zal wezen, zij het dan ook gewijzigd naar de omstan digheden, zijn eenige voorname deze: 1°. Diepe onkunde en ongevoeligheid omtrent haar wezen lijk belang, bij die klasse der maatschappij, welke men helaas! en wel wat ligt vaardig, de lagere noemt; verge tende ook hare bestemming voor een hooger en eeuwig leven. Ik durf beweren, dat ieder, ook zelu de daglooneriets iren kan en zulks in dagen van meerderen voorspoed v. in een' ongemeen zachten winter als den batsten) ook doen snoet, tegen den dag die meerdere zorge zal baren. Men zegt u het niet te kunnen; men moest niet zelden u eerlijk zeggen: bet niet te willen. Vraag bijv. den daglooner of hij het aan zijn' disch zoa bemerken, dat zijne vrouw van den vijfkop aardappelen 'er een paar minder had geschaft? hij zal u zonder aar zelen antwoorden: nneen/n Maar hij ziet het niet in, dat dit 'sjaars 730 stuks, dus ruim een mud zou bedragen. Het beginsel van spaarzaamheid ontbreekt hem. Nooit geniet hij vleesch; en waarlijk! dat is treurig ge noeg, en zijner welvaart (derhalve ook die der Maatschappij) zeer tot schade. Maar hij verkwist eenen schat in de verderfelijke jenever-kroeg! want hij beseft het dwaze, ja zondige, daarvan niet, althans niet zoo levendig als het zijn moest. Van waar dat? Hij is niet opgevoed! Meer en beter onderwijs dus! Opvoedend onderwijs! Niet langer het hoofd alleen (helaas! bij de meesten ook dat niet eens) neen, ook het hartde geheele mensch moet worden gevormd, ontwikkeld, opgevoed, zal hij boven bet dier verheven, in waarheid mensch worden. En wie moet daarvoor zorgen? Wel, wij allen, wij die ons meer ontwikkelden, meer beschaafdenkortomhoogeren stand noemen. Wij moeten de handen ineenslaan; de beurzen openen (niet langer tot vernederende aalmoezendie veelal slechts luiheid kweeken alle veerkracht verlammen, de jenever-kroegen doen bloei- jen; maar) tot dat opvoeden der lagere klassen. Gaarne erken ik, hier niets nieuws te zeggen; ook, dat er reeds veel gedaan wordtmaar het kan niet te veel eu door te velen gezegden er kan en behoort nog veel meer gedaan te worden, zal men eene betere toekomst voorbe reiden. 2°. Vrij algemeene onbekendheid met de zaak, bij de lagere klasse, Menigwerf werd op mijne vraag: aZijt gij ook in de spaarbank?» geantwoord (en doorgaans blijkbaar te goeder trouw) ik hoorde er nooit vanofwij lui weten dat zoo niets wij hebben daar geen kennis vanof geen tijd toe.» Wij meer ontwikkelden, wy moeten dus onze ambachts lieden dagloonersdienstbodenallen voor wie de spaar bank inzonderheid bestaat, inct haar bestaan en haar nut bekend maken, en vcoral hen opwekken, aanmoedigen om er deel in te nemen, en zulks gedurig herhalen. Ieder menschook de meest ontwikkelde heeft opwekking noodig, en wel: niet nu en dan als ter loops, maar telkens en telkens op nieuw. De zoogenaamd lagere klasse is daarvoor niet zóó onvatbaar als velen wel meenen, mits zij maar de innige overtuiging hebbe. dat de opwekking onbi-itzachtioniet liefderijke bedoeling, tot haar komt. Zij onderscheidt dat gemakkelijk, ais bij instinkt. Schonk de Algoede ook haar niet den aanleg om in den edel sten zin mensch te worden?! Op velerlei wijzen kan die opwekking geschieden. Om slechts een paar te noemen. Geef uwen turfdrager. als hij door goeden wil zich waardig beloont, in plaats van den borreleene kleine extra belooning in geld doch in de spaarbank, en help hem om dat daarin te beleggen. Beloof uwe schoonmaakster, als zij eenmaal in de spaarbank is, telken nicuw-iare eene kleinigheid, als zij u het bewijs levert nog altijd in de spaarba.ik deel te hebbenenz. Zoo zult gij die klasse van den onza- ligen lombard afhouden, haar tot dc spaarbank voeren en, van lieverlede ook van de kroeg aftrekken en hare welvaart bevorderen. Maar men overdrijve niet; inen geve geen extra be looningen dan te goeder ure en met wijs beleiden worde nooit ontmoedigd. Men wachle gecne vruchten te spoedig of te veel! En vooral werke men op de jeugd! 3°. Gebrek aan vertrouwen in de spaarbank. De lagere klasse weet het niet en kan het schier niet Eelooven. dat «de groote lui» alleen in haar belang, un' tijd en moeite ten beste geven. Zij verdenken hen van bij-oogmerken. Zij vertrouwen de zaak niet. Is dat altijd en overal geheel zonder grond? Mij it een voorbeeld bekend, dat ait vertrouwen teregt zeer werd geschokt. Geen wonder dat vooral de daglooner zijn' zuur bespaarden gcrir.gen penning niet zoo gereedclijk wil l')e "beheerders der bank mogen dus wel met de grootste zorg worden gekozenuit de braafste, meest solide inwo ners der stadopdat zij bet volle vertrouwen inderdaad waardig zijn en genieten. En niet minder van belang is het, dat dao ook ieder welgezinde, de lagere klasse tot de overtuiging trachte te brengen, dat die beheerders baar volle vertrouwen ver dienen; ja ook hare dankbarheid voor hun zoo hoogst nuttig en belangeloos verrigt wordend werk. Nog iets: Ook elders boorde ik bezwaren tegen het beleggen van gelden in de spaarbank door meer gegoeden. Dal isnaar mijn bescheiden oordeel, eene dwaling. Immers: als de gegoede daar zijn geld brengt, werkt hij nuttig door zijn goed voorbeeldhij slevigt ook het vertrouwen in de bank. Maai niet r bij baar voordeelig; want, aio de bank hem bijv. 3 pCt. rente geeft en van zijn kapitaal 3'/4 h 4 pCt. trekt, dan is dat in het belang der reserve kas. En waarom zou men al die voordeclcn verwerpen?

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1859 | | pagina 1