AHERSFOORTSCHE COURAR T, -«rrjr-raM- -*•- bii d°°uitsmr A - - M 655. van DINGSDAG, Junij d859. rlko'^cldmccrder'^O cT^m" f° \AnD">Hsda9* cr> Vrijdag*. - Dc l'rijs van het Abonnement is fl,50 in de 3 maanden. Van Advertentiën1 tol 6 regels 60 Cents, Welk nut znl de exercitie van uc Mill, clens der llgtlngcD van 1856 cn 1857 hebben? N» hsnlnckkigen .trtjd is eindelijk ook bet wetsontwerp nopens hot samenblijven der ligt.ngcn van 1856 cn 1857 door dc Tweede Kamer aangenomen, niet de geringe meerderheid van slechts J stemmen. Ken leer groot aantal leden hebben bij de openbare beraadslagingen op don 6e cn 7c Junij rekenschap gegeven van hunne uit tc brcngon stent in dezo zaak, ilic op zich zelve reeds van groot gowigt, nog belangrijker werd iloor ,1e vrees ■lat bij cone afstemming bet tegenwoordig ministerie of ecnigc ministers bun ontslag zouden indienen. De beraadslagingen werden ingeleid door dc ministers van binncnlandscbc zake» en van oorlog, die nogmaals de noodzake lijkheid van den voorgcstelden maatregel betoogden. De minister van buitenlandsehc zaken wees op de krijgstoo- rustingen door bijkans geheel Europa, in Engeland en Fruisscn en ook in kleine stalen genomen. Onze nabuur Belgia, een «taal rsn denzclfden rang als wij, wapent zich; zoo ook Portugal, dal nog veel verder van het tegenwoordig oorlogstooncel afligt. Zoo ziet men allerwogc voorbereiding, omdat men het bestaan van 1 luitengewone omstandigheden erkent. En nu moge het gevaar op dit «ogenblik nog verre van ons zijn, het kan in weinig tijils tot ons naderen. De mini:'.cr wees op de strijdlust van bet Duitaehe volk. Het is waar, 2cgt de minister, dat Keizer Napoleon dc verzekering heeft gegeven, dat geen oorlog tegen lluitsebland wordt beoogd; maar daaraan was onder anderen dc voorwaarde verbonden, dat cr gcono uittarting van wego Duitsehlanil zou plaats vinden. En nu isVt waar, dat in dat land eeno zeer 0]>gewondcnc stemming hcerscht, en zal liet dc vraag zijn, of die op ilcn dnuT kan worden bedwongen. Aan bel einde zijner rede verklaarde do minister, dat hij tieb niet in verdere beschouwingen zou verdiepen, en besloot met te •onstatcrcndat er vrees voor een algemecncn oorlog bestaat. Hij hoopt ilat de Kamer de aangeboden voordrag! zal aannemen, ten einde onvoorziene gebeurtenissen baar niet eenmaal toeroepen: «liet is tc laat!. Dan zou men bet verwijt op zich laden, dat men onze krijg.liedcn, door ze niet in tijds te hebben gcocfcud, als slagtoffer., naar dc slagtbank voerde, Dc minister van oorlog heeft zich verdedigd tegen het verwijt, alsof bij dc Regering geen vast beginsel zou zijn aangenomen, en heeft doen opmerken, dal, indien men in sommige opzigtcn van dc oorspronkelijke voordragl is afgeweken, dit alleen aan dc zucht moet worden toegeschreven om het gemeen overleg met de Vertegenwoordiging tc bevorderen; dat dc Regering over tuigd is, dat dc tijd van zes weken niet genoegzaam is om aan ile miliciens ilic ervaring in dc veld- en vestingdienst tc verzekeren, welke zij behoeven om een wcltoegcrust leger te kunnen uit maken; dat dc Regering niet dan na rijp beraad, cn met het oog op de belangen van bet vaderland, die anderzins zou liglclijk in dc waagschaal zoude kunncu worden gesteld, tot bet indienen van dc orulcrwcrpclijko voordraglen heeft besloten, cn opdat, ioilicn eenmaal dc kreet van te uiat mogt worden aangeheven, dit verwijt niet tegen baar zou worden gerigt. Bclioorcnde onder de bladen die het wetsontwerp bestreden, blijft ons, nu het is aangenomen, nog over met een kort woord te wijzen op de treurige overwinning door het Ministerie daarmede behaald, cn dient onze afkeuring van het wetsontwerp nader te worden gcmolivecrd. Immers slechts twee stemmen bragten in dc Tweede Kamer dien uitslag voor het Ministerie tc weeg; ecne dezer twee stemmen aan dc andere zijde en het wetsontwerp ware gevallen. Ons niet wenschende te verdiepen of, gelijk de Amsterdamse/ie Courant zich uitdrukt, sommige kamerleden zich aan haarkloverij hebben overgege ven door het bestrijden van het vretsontwerp op con stitutioncclc grondenbepalen wij ons tot liet bloot geven van ons gevoelen, dat art. 178 de eigcntlijke kern of grondslag uitmaakt van het geheelc 8C. Hoofd stuk der grondwet, bandelende over de defensie; zoodra, ons bedunkens, letter en geest van art. 178 niecr vorderen dan hetgeen wjj nu bezitten, dan wettigt zich een afkeurend oordeel nopens al wat het uitvloeisel van dc volgende artikelen wordt. Ten volle zjj erkenddat men niet moet wachten tot het oorlogsgevaar inonze nabijheid is, ten einde eerst dan maatregelen van tegenweer te nemen, maar die maatregelen van tegenweer moeten niet loopen over nieuwe zaken voor en aleer de beslaande de voorhanden zjjnde lot volkomenheid zijn gebragt. Men dient de mecning aan te kleven, dat zoolang liet oorlogsgevaar het standpunt niet heeft bereikt, hetwelk dc pessimisten in den lande zoo schrik barend aanjaagt, en zoo lang nog zoo veel behoort te worden gedaan ten opzigte van het leger dat voorhanden is, liet alsdan beter is gcene tlutlclouze maalregelcn te nemen, cn vooral niet zulke, die ten nadcelc der ingezetenen, der industrie cn der schatkist zullen uitvallen. Men doe iets goeds, of niets. Men beeft niets aan nieuwe manschappen waarvoor 7hVkk'c uitgaven wórden vcreischt, zoolang de beslaande stand van zaken geene radicale reor ganisatie heeft ondergaan. De zoogenaamde maat regelen van tegenweer, nu in toepassing wordende gebragt zullen leiden, èn tot ondoelmatige uitgaven, èn tot het onttrekken van duizenden jongcnlingeu aan hunne bezigheden en middelen van bestaan, zonder dat onze defensie daardoor eenc wczeutlijke aanwinst verkrijgt. Het oorlogsbudget duidt jaarlijks ongeveer 12 millioen aan. Sedert vele jaren eu nu weder is bij dc discussion in de Tweede Kamer, cn uit dag bladen cn brochures vooruitgesprongen, dat ons krijgswezen veel, zeer veel te wensehen overlaat; dat ons leger grootcndeels niet voldoende geoefend is en geen goede geweren heeftenz. Als nu dc meeste der in dienst zijnde manschappen met ge weren van oud model moeten vuren, waarmede cn hoe zal men dan de miliciens dresseren Als het bestaande leger niet voldoet aan hetgeen de tegen woordige krijgskunde vcreischt, wat heeft men dan aan 23000 menscheljjke ligchamen meerder? De Regering zegt, dat de tijdelijke oproeping der miliciens van 1836 cn 1837 alleen oefening, maar geen wapening bedoelt. Kilieve, wat zal die oefening gedurende korten tijd met oudcrwetsche geweYen en verder materieel helpen, bijaldien later eens de Zouaven en de Turcos aanrukken Onze normaal schietschool, of in goed Ilollandsch gezegd: maar e'e'nc compagnie (de 3e compagnie) van elk bataillon, genaamd de tirailleur-compagnie, bezit minié-gewe- ren; de rest der bataillons schiet nog naar de schijf met de voorvaderlijke snaphanen! Wij zijn warme voorstanders van een goed en naar onze krachten geëvenredigd leger, al kost het zeer veel geld. Maar wat zal hut zamenbljjven der miliciens, dat veel geld verslindt, baten? Wordt het leger daarmede verbeterd Men zal 23000 knapen de exercitie leeren. Dat kunnen zij echter te. huis ook leeren van een meester in de gymnastiek. Wij zien in die tijdelijke uitbreiding van ligchamen voor het leger geen nut hoegenaamd. Zullen de Kaders daarmede worden gecompleteerd Geenszins. Welnu men make eerst de kaders voltallig. Als hel oorlog is laat men de onder-officieren maar door den vijand doodschieten, doch in tijden van vrede hebben zij bitter weinig kans op bevordering! Wij hebben sterk noodig krijgslieden die in dienst blijven. Men benoeme verdienstelijke onder-officieren tot dienstdoende officieren, gelijk iu het Oost-Indisch leger plaats vindt. Men dctachcre eenige hoofd-offi- cieren naar het tooneel des oorlogs cn vooral nu om den vesting-oorlog naauwkeurig na te gaan. Ecne of andere der oorlogvoerende Mogendheden zal niet weigeren eenige Nederlandsche hoofd-offi* eieren als ooggetuigen der krijgsfeiten toctelateu. Daardoor zal men misschien meer eigentlijke be velhebbers voor oorlogstijden bekomen, thans vrij schaars voorbanden. Vooral brenge men verbetering in den toestand van den onder-officier en van den soldaat, zoodat de krijgsmanstand meer tot middel van bestaan kunne strekken voor dezen die zich daaraan op den duur willen wijden, en zorge dat steeds bevordering bij verdienste zal kunnen gelden. Het verwezenlijken daarvan zal millioenen kosten. Maar dan wordt bet geld nuttig besteed voor een leger, dat in staat zal zijn met goed gevolg ons land te verdedigen. Heeft men het zoover gebragt met het bestaande leger, dan mogen bij vrees voor oorlog miliciens ter oefening geroepen worden. Wijders weten deskundigen hoe zwak het kader der infanterie, in het bijzonder dat der officieren is; welk gebrek er bij de artillerie is aan I2ponders inet getrokken loop; hoe betrcurcnswaai'dig de toe stand der schutterijDoch genoeg! De boven staande niet te scherpe puntjes kunnen volstaan. In geval van oorlog zullen onze officierenonder officieren en manschappen hun pligt doen en met moed strijden ter verdediging van den vaderland- sehen grond; maar geschiedt dc reorganisatie van het leger niet, dan zullen zij opgeofferd worden. AMERSFOORT, 20 Junij 1839. De verjaardag van II. M. de Koningin is alhier Vrijdag jl. gevierd. De parade van het dëL Veld artillerie alhier in garnizoen werd wegens liet min gunstige weder tot den volgenden dag uitgesteld en had toen plaats. Vrijdag avond bragten de muzijkanten der d.d. Schutterij ecnigc muzijksluk- ken op den Hof ten gchoorc. Krachlens het slut van art. 7 van 'sKonings besluit van 31 July 1841 (Staatsblad N°. 2G), is de termijn voor het in werking brengen der stoombootdienst tussclicn Amsterdam cn Amers foort, waartoe vroeger vergunning werd verleend aan P. P. Kievits C°. te Amsterdam, verlengd tot 15 December 1839. Morgen worden de leden van liet 14e. landhuishoudkundig congres te Winschoten door de algcincene zangvcrecniging Oldainbt en VVester- woldc verwelkomd en opent zij het feest met eeue eipresselijk daartoe vervaardigde cantate. De voor werpen voor de tentoonstel liug van land- en tuinbouwproducten, werktuigen en bloemen zijn reeds aangekomen; alleen ëén inzender zond 53 nummers. Do grootste moeite heeft men gehad, om voldoende ruimte voor de verschillende ten toonstellingen voor de róuniün te verkrijgen. Er zijn reeds vele vreemdelingen gearriveerd, doch de groole vloed wordt eerst lieden cn Dingsdag verwacht, wanneer dc reputitieu van het zangkoor onder begleiding van het uitstekend muzijkcorps der veld-artillerie zullen plaats grijpen. Behalve het groot aantal logementen, krijgt iedereen zijn huis vol gasten, ja somtyds tot een voorde ruimte fabelachtig getal. Alles belooft, dat het groote feest van den Nedcrlandschen landbouw te Winschoten dit jaar waardig zal worden gevierd. De Utr. Ct. zegt, dat het voornemen bestaat om gedurende bet kamp van Zeist een gedeelte der kavalerie tc Utrecht te plaatsen; uai althans te Utrecht, volgens aanschrijving van den Minister van oorlog gelegenheid tot stalling voor 300 a 400 paarden, buiten die van het garnizoen, voor dien tijd van wegc het gemeentebestuur wordt gezocht. Omtrent het kamp te Zeist zegt mendat hel uit 12 bat. infanterie, 2 regementen kavalerie, 1 bat terij veld artillerie zal bestaan, vier weken in Au gustus zal duren en daarna in September door een tweede kamp van dezelfde sterkteen voor gelijken tijd zal worden opgevolgdzoodat al onze regemen ten infanterie cn kavalerie daaraan zullen hebben deelgenomen. (Het is niet bekend of de Minister van Oorlog een ander gedeelte der kavalerie te Amersfoort wenscht tc plaatsen, dat veel nader bij Zeist is dan Utrecht, en alwaar voor eenige honderden paarden zeer goede gelegenheid tot stalling bestaat.) Z. M. heeft bevorderdtot kapt. ter zeeden kapt.-luit. ter zee M. F. Courier dit Dubekart; tot kapt.-luit. ter zee, den luitenant ter zee ki. A. J. Kroef; en benoemd tot offic. van administr. 3 kl. dc adjunkt-administr. C. Fuhri. Van eene welonderrigte zijde is men iu staat gesteld, tc vermelden, dat het aanvankelijke gerucht, alsof er 12 (volgens sommige bcriglen zelfs 15) officieren van de Bonische expeditie aan de cholera zouden bezweken zijn, gelukkigerwijze overdreven was. Het verlies is evenwel nog zeer aanzienlijk, namelijk de luitenants Thomasset, Bannier, von Dentsch, de Graauw en du officier van gezondheid dc Kanter, die allen aan de cholera zijn befWeken, terwijl de aspirant-betaal meester van lieerde aan eene zenuwzinkingkoorts is overleden. Vergadering van den Raad der gemeente Amers foort op Vrydag den 17 Junij 1859. Afwezig de II.H. van Bockom Maas en Scheerenberg. Na de goedkeuring der notulen van de vorige vergadering, zegt de Voorzitter, dat hij nog geen rapport had ontvangen van de Commissie, onlangs benoemd tot het instellen van een onderzoek naar het getal vreemdelingen, dat, bij een eventueel landhuishoudkundig Congres te dezer stede, alhier zou kunnen wordeu geherbergddat hy echter reeds onder de band eenige gunstige berigten dienaan gaande had bekomenen het korte tijdsbestek daartoe gesteld, thans reeds eene beslissing noodig maakte. De heer Schluiter brengt daarop rapport uit namens de Commissie, en zegt dat deze circulaires aan de ingezetenen had toegezonden, waarvan de uitslag was geweest, dat zij hebben verklaard 102 vertrekken kosteloos, en 42 vertrekken tegen ver goeding te willen afstaan gedurende het Congres, terwijl de logementhouders volgens hunne opgaven aan 50 personen nachtverblijf kunnen verschaffen; dat dit getal natuurlijk nog grooter zou zijnindien men meer dan een persoon op dezelfde kamer kon doen logeren; dat enkele ingezetenen hadden te kennen gegeven, dat zy geene plaats hadden voor vreemdelingen, maar bereid waren tot het geven van ecne geldelijke bijdrage; en dat by de groote meerderheid der burgerij zulk een verlangen schijnt te bestaan naar liet Congres, dal de Commissie niet twijfelt, of de zwarigheden, die zich daartegen mogtcn verheffen, zullen wel uil den weg te ruimen zijn. indien men slechts van alle zijden wil mede werken. De Voorzitter dankt de Commissie voor den spoed en den ijver waarmede zy is werkzaam geweest, en brengt de slotsom van het rapport terstond in discussie. Ily meent dat, nu het houden van het Congres zoozeer den bijval der ingezetenen erlangt dc gcldciyke offers, die daaruit voor de gemeente zulleu voortv locyenden Raad niet behoeven af te schrikken. Ofschoon het getal der beschikbare ver trekken nog niet voldoende schijnt, stelt hy daarom voor de bedoelde aanvrage aan het Bestuur te Winschoten tc rigtcn, met opgave van den stand der zaak; dat men namelijk nu reeds de zekerheid heeft van 200 a 250 personen, te kunnen logeren; opdat dan het Congres zelf kunne beslissen. De heer van Beek wenschte, dat men daarbij voegde, dat cr mogelijk op de omliggende dorpen ook nog wel voor sommigen nachtverblijf is le

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1859 | | pagina 1