AMÏRSFOORTSCHE COURANT 'J£ 750. ran VRIJDAG, 18 Mei 1860. Dit Blad verschijnt tweemaal in de week des Dingtdag* en Vrijdag». De Prijs van het Abonnement is ƒ1,50 in de 3 maandenVan Advertenliën1 tot 6 n elke regel meerder 10 Cents, behalve het Zcgelregt. Afionilerlijke nummer»/0.10. Brieven franco. Bestellingen geschieden bij den Uitgever A. II. Amersfoort, Bureau Amertfoorltche Courant, Singel Wijk E N". 61, zoomede bij alle Boekhandelaren en Post-üirectenren in het Rijk. a~(T> Parlementaire Almagt Constitotlonneele DrIJfJagt. Zoo hcl schijnt wil de meerderheid in de Tweede Kamer omtrent den Minister van Heemstra dezelfde rol spelen als in der tyxl (einde 1836) is gespeeld lictrekkclyk den Minister Simons. Ook toen was men gebeten op het hoofd van het Kabinet den heer van der Brugghen, maar men kon hem niet treffen, evenmin als nu den heer van Hall. Vermits men toen toch een offer wilde hebben, moest Dr. Si mons dat offer zyn. Waant men zoodanig offer in den heer eau Heemstra te zullen vinden, dan vergist men zich eveneens in den persoon, als in dc poli tieke période; dc persoon zal te energiek bljjken te zijn om te wijken en dc période is niet cene budget-, maar eene spoorwegen-période. Met nog meer hevigheid dan toen, wordt in de laatste we ken ccnc hagelbui van conslitutionneele en incon- slitntionneele phrases naar den Minister van Bin- nenlandschc Zaken geworpen, waaronder menig ander, minder standvastig Minister ware verplet- lead geworden. Stellig mccnen wijdat dc tegen stand door den tegen woon li gen Minister van Bin- nenlandschc Zaken ondervonden, ernstiger is dan dien welke destijds den Miuister Simons gold want toen was de politieke gedachte, de afkeer van een anti-rcvolutionnair ministerie sterk in het spel. eveneens als de agitatie nopens dc onderwijs kwestie; terwijl thans bjjna geheel andere drljfvec- ren in werking zijn, die. ofschoon onzigtbaar voor het ongewapend oog. zich desniettemin met nog prootere, doch verdekte felheid baan weten te maken. Het is eenc allertreurigste houding welke dc Tweede Kamer, sedert zij op nieuw is bijeenge komen. heeft aangenomen. Het denkbeeld van, het drijven naar oppermagt of anders gezegdpar lementaire almagt. schijnt bij hare leden meer en meer veld te winnen. Men heeft gehoord interpel lation formuleren en gehoord motiën van orde verdedigen, welke met de letter der Grondwet in wederstrijd zijn. En door wie zijn zjj gedaan Door mannen, die wij tot nu hadden beschouwd als gematigde, als bezadigde leden, als behoorende tut de gezonde kern der Tweede Kamer. Wat moest de interpellatie de Brauio bcteekencn? Op liet scherpst afkeuren wat niemand onpartijdig ge sproken afkeuren kan. Wat betcekende de motie van orde WintgensEen oordeel uit te spreken over eene zaak. waaromtrent naauwclijks twee leden der Tweede Kamer zich eenige be voegdheid om te oordeclen mogen aanmatigen. In dc beide gevallen heeft het Ministerie zich. en in het laatste vooral dc Minister van Koloniën waardiglijk gedragen. In bijzonderheden omtrent dc gevoerde discussiën te treden gedoogt ons bestek niet, te meer omdat zij voor een ieder te lezen zjjn en ieder toch. die deze met kalmte heeft gelezen, moet zich bedroeven over de taal gevoerd door de oppositie, thans in den volsten zin des woords eene oppositie quand-mémeen over dc onhoudbare, onbekookte argumenten door haar in het midden gebragt. Het streven naar parlemen taire almagt waarop wij reeds meermalen met klem hebben gewezen heeft haar voornamelijk die woorden ingegeven, kon haar die voorstellen thans doen beamen. Behoudens hare andere zelfs meer onedele drijfveer (waarover wy later, zoo noodig, den staf zullen breken) vragen wy thans: Is dat ter harer eerc? Strekt liaur drijven, haar woelen, haar beulen om de gewijzigde Grondwet, om deze door haar zoo hoog opgevijzelde Grondwet van 1848, dat aanbeeld van onuitlegbare uitleg kunde. waaronder wij leven, bij den volke bemind te inaken? Wy laten dat voor heden ter beoordeeling onzer lezers, maar waarlijk als wij zoo voorldurend een gehaspel over conslitutionneele beginselen moeten ondervinden waardoor men dc Regering belet iets degelijks tc verrigten, dan zouden wij eerder een minder constitutionncelcn eu meer despotieken regeringsvorm wenschen. Ge lijk bij de meeste zaken ligt by deze twee regerings vormen d„ voortreffelijkheid in het midden en wordt zoowel het eene als het andere rcgeringstelsel door overdrijving noodlottig gemaakt. Bij al dat woelen in de Tweede Kamer vindt dc ultra-liberale dagbladpers meer dan te veel aan leiding om in troebel water te visschen. Getrouw aan haar stelsel om alleen te huldigen wat van hare voorvechters komt, verhoovaardigt zij er zich op, dat het Ministerie sedert z(jn optreden niet dan nederlagen zou hebben geleden. Strikt genomen kan het niet worden ontkend, dat aanvangende inet dc motie de Branie, dc meerderheid vau dc Tweede Kamer zich vijandig tegen het Ministerie heeft getoond; maar nederlagen zyo het niet, want de oorzaken van dien tegenstand kunnen niet ge zocht worden bedoelde bladen erkennen het in onwil jegens den Minister van Heemstra, niet in mistrouwen omtrent zijne gehechtheid aan onze conslitutionneele instellingen, niet in wantrouwen nopens zjjne eerlyke bedoelingen, niet In twijfel aangaande zync geschiktheid tot het waarnemen der meest gewigtigc portefeuille, die van Binueo- landsche Zaken, welke vooral in dezen tijd een niet allcdaagsch titularis rordcrL Volgens veler gevoelen, ligt de oorzaak van dien tegenstand in wrevel jegens den heer van Hall als hoofd van het kabinet; in den heer ra» llall. die het vertrouwen van pcene enkele party in het land bezitin den heer van Hall. die dc levende gedachte daarstelt vanen de verpersoonlijking is van een stelsel van stelselloos heid. Wantrouwen In hcl hoofd van het Ministerie is. zegt men nagenoeg algemeen, de oorzaak van dc houding der Tweede Kamer. Dat wy niet met den heer ra» Hall sympathisccrcn is bekend genoeg, getuige onze artikelen hij zjjne optreding in het kabinet en inzonderheid bij zijn sprong als hoofd, of gel(jk wjj het noemden als premier. Ook wij beschouwen den heer van Hall als een groot beletsel tot het verkrijgen van harmonie tus- schen het Ministerie en de volksvertegenwoordiging, maar kunnen niet gaaf aannemen, dat hjj het eenigst beletsel is. Teregt beamen wij het echter dat af de overige Ministers, de een rnecr de ander iets min der. wel gewild zjjn; dat het een belangrjjke slap tot bevrediging zou wezenindien de Baron van Hall uit liet kabinet zou willen treden en een of andere iinantiëeie specialiteit in zijne plaats optrad. De aan staande verkiezingen voor leden van de Tweede Ka mer. bij de periodieke aftreding, zal hem moeten doen inzien dat als dezelfde leden worden herkozen op wier sympathie hij niet kan rekenen, betalzoo meer dan tijd voor hem wordt op zijnen aftogt uit het Ministerie te denken. Hoe verblind de meeste ultra-liberale bladen zjjn in hunne constitutionncclc drijfjagl, cn met welke dwaze verbjjstering zjj de fouten en min deugdelijke kwaliteiten van Volksvertegenwoordigers tot deugden verheffen, leest men in het volgend uittreksel van hetgeen gister (Dingsdag) een der heftigste liberale organen in zijn hoofd-artikel bevat I.cden der Kamer, die voor een jaar geleden nog elkezelfs zachte teregtwijzing aan het Ministerie, zorgvuldig zouden hebben vermeden; die tot geen prijs, zelfs in de verste verte, eene afkeurende houding tegen de Ministers zouden hebben aange nomen, zien wij thans stemmen voor dc meest vijandige besluiten, voor de scherpste uitdrukking van de volledige verwijdering lusschen Regering en Vertegenwoordiging. Zijn dat dan gecne tcekenen des tijds? Is dat alles, gelijk serviele pennen het gaarne willen doen voorkomenpartijzucht, bijoog merk of wat niet al meer?" Ja. antwoorden wij, dat alles is partijzucht, of zijn bijoogmerken en nog veelmeer! Op het gevaar af door bedoeld blad onder de serviele pennen te worden gerangschikt, antwoorden wij die een onafhankelijker standpunt op politiek terrein in nemen dan welk Nederlandsch blad ook regtstreeks en naar overtuiging op die vragen, want wjj zjjn dat eeuwig beoordeelen en veroordeelen van rege- ringshandelingen. dat tot vervelens toe verhellen van grootendeels bekrompene Kleinkoningen-Volks- vertegenwoordigers moede; ten eerste, omdat hcl gemakkelijker "valt werkzaamheden en daden van bestuurders te berispen dan te verbeteren; en ten tweede, omdat wij dieper in de harten van zoo hoog opgevijzelde Volksvertegenwoordigers zien; harten, waarin de wangunst, de zelfzucht en voor het grootst gedeelte de onverzadigde eerzucht bjjna het gansch geheel uitmaken; harten van Volksver tegenwoordigers (gelukkig treft men er nog een redelijk getal braven ouder, welke zich niet zoo zeer door hunne liartstogten laten medeslepen) die de woorden vaderlandsliefde en grondwettigheid tot maskers gebruiken om hunne zelfzuchtige be doelingen voor het oog van audcreu te bemantelen. AMERSFOORT. 16 Mei I860. Sedert geruimen tijd vernam men weinig omtrent de werkzaamheden nopens den Spoorweg Utrecht- Amcrsfoorl-Zwoïloen zullen daarom velen met ons aangenaam zijn verrast thans te ontwaren, dat de concessionarissen in het volgend officieel stuk vee! werkzaamheid cti ondernemingsgeest ten loon spreiden. Eergisteren U het volgende Adres am Z. M. den Itiiag opgezonden «Geven met den diepeten eerbied te kennen E. W. Crameru», F. H. Bange* C. II. van der Vliet, C. A. von Hemcrt en A. Uolumanuitmakende den raad van administratie der Nedcrlaodactie Centraal-Spoorwcg-Maat schappij, gevestigd te Amsterdam en domicilie kiezende ten hunnen kantore, Rusland, B 119; •I Sias Dat zij ondergeteekrnden zoowel als Je oorspronkelijke eonccisionasiaaea van de lijn Ctredst-Zwolle, altijd geoor deeld hebben dat de verbinding van Zwolle mei Halsbergen of Rheine over Almelo bet nataarlijke complement wat van den bun geeoacedcerden spoorweg van Utrecht naar Zwolle dat zij den aanleg van dezen spoorweg en bet houwen vau een zeer kostbare brag over den ljtsfltonder eeoino medewerk ine of subsidie van staatswege, niettegenstaande de menigvuldige daaraan verbonden beswarennebben on dernomen alleen met het doel om eene directe verbinding met Duitschland tot stand te brengen eene internatiawale lijn van groot belang voor bet gebeele Rijk aan te leggen en de ezploitatie dezer lijn voerdeelig te maken voor do Maatschappij die zich aan soovele bezwarende voorwaar den heeft moeten onderwerpen: dat dit ook oorspronkelijk bet plan der legering zelve was-, dat de concessionarissen van Ulreeht-Zwolle den II September 1857 aan Uwe Majesteit de verlenging dezer lijn gevraagd hebbeu over Almelo tot -saa de dailscbe grenzen «dit de ondergeteekenden den 7 Februari) jl. bij bet onderwerpen aan Uwe Majesteit van eene aanvrage ons concessie voor de centraal-Ujnen in Nederland de vroegere aanvrage van II September 1857 om eene lijn van Zwolle over Almelo naar Rheine herhaald hebben; cn wel bijzonder om de volgende redenen dat I 1°. deze lijn van een onloochenbaar nut ia ten aanzien der handels- en industriële belangen van het gansche laud en van een overwegend belang voor de fabriekdislrietea ia Twcnlhe cn in Overijssel; 2°. welke rigtingen men ook in andere spoorwegplannen zou willen aannemen, deze lijn altijd vroeg oflaat tot stand zal moeten komen 3°. het dringend noodzakelijk is om deze internationale lijn aan te leggen v iór het rijp worden der spoorwegplan nen Munstcr-hmincrik en anderen, welke bet handels verkeer ten voordecle onzer naburen zullen verleggen; m 4°. bet onbetwistbaar is, dat bij den aanleg van spoor wegen in het noorden des rijks het tracé Utrrcht-Zwolle- Alniclo-Rheine volstrekt noodzakelijk wordtdaar hez ver voer vau reizigers en goederen uil ifarlingenen bel noorden des rijks naar Duitschland veeleer over Emdcn en de Hannoversche weslbaan zoude plaats hebben, dan langs den omweg over Zutphen naar Uheine, en in het laatste geval dc naven van llartingen van een aanmerkelijk deel harer voordcclen zoude beroofd worden «5°. de lijn van Utrecht over Zwolle en Almelo naar Rheine, zich zoo natuurlijk en als van zelve aanwijst en zoo volkomen beantwoordt aan de algeineei.: behoeften des lands, dat zij de ccnige is, die zonder tegenspraak dn goedkeuring van allen en een ieder heeft weegedragen. Heilencn waarom Je oudcrgi-eckenden Uwe Majesteit eerbiedig cn dringend verzoeken om goedgunstig tc be schikken on de verschillende adressen, welke zij aan Uwe Majesteit beblien ingediend ter verkrijging van concessie voor eene spoorwegtijn van Zwolle over Almelo naar de Duitsche grenzen, als complement van de hun geconce- deerde liin van Utrecht naar Zwolle. 't Welk doeude enz. Amsterdam12 Mei I860. «(was get.) F. II. Busoe, President. u D.vio J. C. v*s LesserSecretaris." De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft aan dc Commissarissen des Konings medegedeeld, dat de tegemoetkomingen ran de gemeenten in <le kosten der vierde algcmecne tienjarige volkstelling zullen worden betaalbaar gesteld, wanneer al do daartoe noodigc opgaren b(j hel Departement van Binnenlandsche Zaken zijn ingekomen. Inzending van declaraliën door de gemeentebesturen worden daartoe niet vcrcischt. Den Li dezer had er op het Hollandscb diep in dc nabijheid der Noordschanseen treffend ongeluk plaats. De visseher W. Brrnd. vau zijna visschuit met eene roeiboot huiswaarts willende koerenhad liet ongeluk door den hevigen wind cn het onstuimig water vol of omver te slaan en jammerlijk Ie verdrinken. De ongelukkige was een braaf cn oppassend huisvader eti laat eene weduwo met vyf nog onverzorgde kinderen achter. Tusschcn Zaturdag cn Zondag nacht bi.| het sluiten van de voorjaarskerinis tc Bergen-op-Zooin is aldaar een groot ongeluk gebeurd. Kr ontstond nainclyk (wist tusschcn een burger en een hoorn blazer der vesting-artillerie, aldaar in garnizoen, met het jammerlijk gevolg dat de burger een sabelhouw op het hoofd ontving, ter diepte van de breedte van den saliel; geneeskundige hulp werd ingeroepen doch cr hostaal voor het oogenhlik weinig hoop op herstel. Hot is de ijverige aldaar gesta tioneerde marechaussees mogen gelukken den dader, welke bereids de vlugt lu i genomen, in handen le krygenhjj is terstond naar hel huis van arrest overgchragt. Do gewonde is vader van een talrijk buisgezin.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1860 | | pagina 1