AHERSFOORTSCHS COORAR M 755. van DIWGSDAG, Augustus Ó860. Ilit Blad verschijnt tweemaal in de weck des Dingtdagt en Vrijdag*. De Prijs van het Abonnement is ƒ1,50 in de 3 maanden. Van Ad/ertentiën1 tot G regel* 60 Gents elke regel meerder 10 Cents, behalve bet Zegelregt. Afzonderlijke nummert, f0,10. Brieven franco. Bestellingen geschieden bij deu Uitgever A. II. mm CUtff, te Amersfoort, Bureau Amertfoorltche Courant, Singel Wijk E N°. G1zoomede bij alle Bockhandelaren en Post-Directcuren in het Rijk. AMERSFOORT, 13 Augustus 18G0. Het heeft II. M. onze geëerbiedigde Koningin, goedgunstig behaagd, aan de Directrices der ver loting van Dames-Handwerken, enz. ten voordeele der armen te Amersfoort, lot dat einde een paar prachtige porceleinen vazen te doen toekomen. Omtrent de legerplaats te Milligen zijn wij in staat het volgende te beriglen: Onaangezien bet ongunstig weder en den aan houdenden regen zijn de menigvuldige werkzaam heden, welke vereischt werden tot het in orde brengen der legerplaats te Milligen waar niets bestond en alles daargesteld moest worden thans zoo ver gevorderd, dat reeds den 12 Augustus een begin kon worden gemaakt met het opslaan der tenten; als dit geschied is, zullen niet alleen de legering maar tevens de terreinen tot schijfschieten behoorlijk in orde zijn. Ook keerden reeds den 11 Augustus dede'tachc- menten van bet depót van het le en 3e regeinent infanterie, welke bestemd waren om de legerplaats voor de kavallerie en artillerie in gereedheid te brengen, naar hunne respective garnizoenen Utrecht en Arnhem terug. Op denzelfden dug zjjn in de legerplaats aangekomen een detachement van liet üe regement dragonders en een van het regement veld-arlillerie ten einde hel inwendige gedeelte voor de legering dier corpsen in orde te brengen; elk dezer detachementen staat onder komtnando van één luitenant, die zich met onderhoorigen onder de bevelen moet stellen van den lieer Kolonel, Chef van den Generalcn Staf von Molz, belast met de directie der werkzaamheden tot het in gereed heid brengen der legerplaats te Milligen. Tevens zijn de ingezetenen der gemeente Apel doorn, zoo mede der omliggende gemeenten, ten gevolge eencr mededeeling van gemeldcn Kolonel gewaarschuwd, dat van af den 22 dezer tot 20 September e. k. dagelijks op het daarbij aangegeven terrein zal worden naar de schijf geschoten, en dat het daardoor onveilig te geraken terrein, door roode vlaggen zal worden aangeduid. liet bedoeld terrein is gelegen oost-en zuidwaans van den straatweg van Apeldoorn naar Amersfoort in de rigting van het Meervelder Bosch en het Kootwijker Zand. Sedert 3 lot II Augustus is geen aangifte van overlijden te Amersfoort gedaan. De bevolking p.m. 13000 zielen in aanmerking nemende, zijn wij daarmede perfect tevreden en hopen op veelvuldige dergelijke repetition. Op hel Loo worden thans vele toebereidselen ge maakt tot ontvangst van Z. M. d< n Koningwiens komst aldaar op den ISden of IGden dezerschijnt te zijn bepaald. Het berigt dat li. M. de Koningin aldaar den 20sten dezer denkt aantekomenom cr tot den 3lsten te vertoeven, wordt algemeen gcwenscht waar te zijn. naardien er thans jaren zijn verloopen, sedert H. M. het Loo heeft bezocht. De Eerste Kamer der Slaten-Generaal heeft cene zitting gehouden. Daarin zijn eenige verslagen van commission van rapporteurs uitgebragt. Men verwacht dat de beraadslagingen onverwijld een aanvang zullen nemen. Naar hetgeen men verzekert zouden de gevoelens over het spoorweg-ontwerp, in de Eerste Kamer nog al uitcenloopend zijn, en zouden verschillende leden, uit het financiële oog punt, vele bezwaren daartegen hebben aangevoerd, liet verslag der Kamer moet reeds gereed en aan het oordeel der Regering onderworpen zyn. Ten gevolge van de aanneming door de Tweede Kamer der Staten-Generaal van de spoorwegwet is j.l. Dingsdag te Nijmegen eene vergadering gehou den, waarin besloten is een comité te benoemen, tot het doen van stappen om den spoorweg van Arnhem over Nijmegen tot Maastricht tot stand te brengen. Leden van dat comité zijn de heeren Dobbehnan. Mr. Tricbels, A. Noorduyn Jr.. Mr. Francken. Mr. van Roggen, van Heukelom. Jhr. F. Dommer van Poldersvcldt (van Ubbergen), Rombouts en Graadt van Roggen. De Sted. Raad van Kampen heeft besloten aan de naamloozc vennootschap, •opgerigt onder de be noeming van de Nederlandsche Genlraal-Spoorweg- Maatschappij, gevestigd te Amsterdam, gedurende 21 jaren te verleenen ccne jaarhjksche subsidie van f 12,500, onder voorwaarde dat de Raad van Ad ministratie van genoemde Maatschappij onverwijld bij de Regeriug zal aanvragen eene concessie voor den aanlog van een spoorweg van Katnpcn langs Zwolle naar de Duitschc grens; dat de Maatschappij den weg van Kampen tot Zwolle zal daarstellcn binnen den tijd bij de definitieve concessie voor den aanleg van den weg Zwollc-Ulrccht vastgesteld cu zij mitsdien t'cn weg Kampen-Zwolle gelijktijdig gereed zal hebben als het gedeelte van Zwollc-Ulrechl; en dat zij dien weg gelijktijdig in exploitatie zal brengen met dien van Utrecht-Zwolle, enz. De subsidie zal ingaan wanneer de weg in eiploitatie zal gebragt zijn. Uit het jaarlijksch verslag van bet fonds ter aanmoediging van de gewapende dienst in de Ne derlanden, uitgebragt ter algerneene vergadering van bet hoofdbestuur en afgevaardigden van de district-commissiëngehouden te Amsterdam den 2östen July jl., bleek, dat gedurende het jaar 1859 aan 1814 deelgeregtigden de som van ƒ01,767.30 J aan gratificatiën is uitbetaald geworden. Ouder de hier bedoelde personen zijn: 198 verminkten in den slag bij Waterloo; 40 nageblevcuen van ge sneuvelden by Waterloo; 18 verminkten in den veldtogt van 1814; 90 verminkten in Oost-Indië; 37 verminkten in vroegere oorlogen; 200 verminkten in den strijd tegen België; 64 nageblevenen van gesneuvelden in dezen strijd, en 1 IQI in linnen. Niettegenstaande in het afgeloopen jaar, in ver houding tot de laatst voorgaande jaren, het getal aangenomenc deelgeregtigden verdriedubbeld is, nam het cyfer der bij het hoofdbestuur ingeschre vene personen, die in en door de dienst aan vader land en koning bewezen ongelukkig zijn geworden en daardoor op hulp aanspraak mogen maken, onrustbareud toe. Thans staan op de registers van sollicitanten 1100 personen bekend. De uilkomst der collecte was serblijdcnder dan het jaar le voren. Tegen f 26.473.58J over 1858 bedroeg de inzameling over het afgeloopen jaar ƒ27,185.6 IJ. liet totaal bedrag der ontvangsten over 1859 beliep 79.327.32 en dal der uitgaven ƒG8,898.32J. De inkomsten hebben derhalve de uitgaven met een bedrag van ^0,428.99J over troffen. Hoewel het hoofdbestuur zich verheugt tot eene mildere bedeeling te kunnen besluiten^ doet het met leedwezen opmerken, dat toch niet meer dan het tiende gedeelte der sollicitanten onder de deel geregtigden van bet fonds zal kunnen opgenomen worden. Het blyft uil dien hoofde met ernst de liefdadigheid van alle landgenooten inroepen. Als een bijzonderheid wordt uil Kampen ge meld dat de vrouw van een spijkennakersknechl, bijgestaan door den chirurgijn en vroedmeesler I'rins, zeer voorspoedig van een drieling, twee jongens en een meisje, is verlost; de kraamvrouw en kinderen verkeerenwat gezoudheid betreft, in den meest gewenschlen toestand; in tijdelijke middelen laat dit echter veel le wenschen over, er is aan alles gebrek. Men schrijft uit Arnhem van den 9 dezer: Heden voormiddag werden hel Lobgesang van Mendelssohn en de simfonie van Beethoven door het orchest gerepeteerd. Ten IJ- ure zou er in de Buitensocieleit reünie zijn van de leden der maat schappij en van de medewerkenden in koor en orchest, maar er viel zulk een geduchte aanhou dende regen, dat zich slechts weinigen naar dat schoone punt begaven, liet weder valt al zeer tegen. Heden avond vroegtijdig was het dan ook "een onafgebroken gerij van rijtuigen, die de bezoekers van bet muziekfeest naar de zaal bragten, alle voerlieden der stad waren in de weer en het Vclperplein was bijna niet te passeren. Geen wonder, dat de geestdrift zich meester maakt van het ge moed van allen, die de verhevene toonkunst welen op prys te stellen zonder den regen te gevoelen. In de Zitting van den Gemeenteraad van 9 Augustus jl., die niet is bijgewoond door de 11.11. Schluit-r cu Wolff, zijn de navolgeude onderwerpen behandeld 1°. liet rapport der Commissie betrekkelijk de missive van het R.-G. Armbestuur over liet Gemeente-subsidie. Blijkens deze missive is voorzegd armbestuur van oordeel dat hare begroeting voor 1361 sluitende met een ver moedelijk tekort van ruim 1151).genoegt i nn aantoont, d it de tegenwoordige toestand onhoudbaar is indien' de Raad vasthoudt aan liet beginsel oin jaarlijks liet subsidie met '/io lc verminderen; terwijl uit de Staten, lij de missive gevoegd, tevens voortvloeit, dat de bedoelingen niet voor verlaging vatbaar zijn, noch de collecten voor verhooging. De leden der Commissie belast met het uitbrengen van een advies betrekkelijk deze aangelegenheid, verschilden onderling zoozeer van gevoelen, dat er g.-enc meerderheid was voor een bepaald advies. Ken lid verlangde, dat dc bijdrage aan het R.C. Armbestuur voortdurend op j 30LK).zou worden vastgesteld. Ken ander wilde con tracten sluiten niet dc verschillende armbesturen, zoo als ,-gcr te Groningen plaats had. Een derde wensclilc het overleg te treden, en daarna een bepaald voorstel Mn den Raad te doeo. Na het openen der discussies, licht de Voorzitter keft rapport der Commissie nader toe, daarbij opmerkende, dat het onderwerp aan de leden genoegzaam bekend was om daarover dadelijk een besluit te kunnen nemen, het geen ook wenschelijk was met het oog op het opmaken der gemeen le-begrooling. De heer van Lookhorst zegt, dat hij de missive liever wil verzenden naar Burg. en Weth. opdat deze een nader voorstel zouden doen. Moest hij echter kiezen nit de drie denkbeelden, die door de leden der Commissie worden voorgestaandan zou bij zich vereenigen met datwat strekt tot handhaving van het vroegere Raadsbesluitom- dal tjicn moeijelijk dit zou kunnen wijzigen ten aanzien van één enkel Armbestuur, en bij van goederhand verno men heelt, dat het Hervormd Diaconie-Bestuur in geeno wijziging zou willen treden. Dc koorzitler hervat, dat het misschien het doelmatigst zal zijndaaromtrent nader in overleg le treden met beft betrokken bestuur. Ook de heer ran Bel ondersteunt dit gevoelen, daar de zaak nog niet rijp is voor eene beslis sing, en Burg. en Weth. beter dan eene Commissie, zich roet de besturen zeiven hierover kunnen verslaan. Het algerneene stemmen wordt daartoe besloten. 2°- yis4'.*e van Burg- «n Weth. over de Schouw van den Wocslijgerwrg. Dc Voorzitter zegtdat deze weg nimmer is beschouwd als een openbare weg, maar alleen als een uitweg van de aangelande eigenarendal daarover dan ook nimmer zelfs niet in vorige eeuwen, Schouw was gevoerd, hetgeen wel plaats had over de eigenlijke openbare wegen; dat nooit door de gemeente de weg is onderhoudenen deze niet het minste belang heeft hij het al of niet ia stand blijven van dien weg, waarvan door niemand gebraik wordt ge maakt dan door de aangelanden. Naar aanleiding van e vroeger genot i besluit van den Raad te handhit Op grond van dit verschil van gevoelen stelde de Com missie (bestaande uit dc 11.11. J. V. l.agertceijHerschel cn Schècrcnberg)voor, dat de Raad eene andere Com missie sou benoemen, of aan Burg. en Weth. zou opdra gen zoo noodig niet dc verschillende Armbesturen in den heer Officier van Justitie, hadden Gede puteerde Staten niettemin, na correspondentie niet Burg. en Weth.gelastdat de Woestijgerweg sou geplaatst worden op den legger der gemeen te-wegenwaarop hij tot dusver riict voorkwam. Dit was geschied, maar na Burg. en Weth. ingevolge het Provinciaal Reglement schouw over dien weg hadden gevoerd, en hadden aangewezen, welk gedeelte van den weg door ieder der aangrenzende eigenaren moest onderhouden worden, hadden dezen zich daartegen verzet, en verklaard daartoe niet gehouden te zijn. Zulks was gebragt ter kennis van Gedeputeerde Staten, die nu, tot wegneming dier moeijelijkhcidvoorstelden, dat de Gemeente zich met het onderhoud zou belasten. Buig. en Weth. meenden hiertoe, om het beginsel, niette mogen besluiten daar men dergelijke voorstellen zou kunnen doen betrekkelijk alle andere wegen rondom deze Stad liggende, cn hadden daarom den Raad in de gelegenheid willen stellen om zijn oordeel hierover uillesprekeo. De heer van Bel zegtdat Gedeputeerde Staten met het oog op art. 1 van het Provinciaal Reglement moeijelijk anders konden handelen, dan gelasten den Woestijgerweg op den legger te plaatsen, omdat daarbij wordt gehandeld over alle wegen zonder onderscheid. Hel gevolg was ech ter nietdat daarom juist de gemeente den weg moest on derhouden want art. 17 bepaaldt. dat de tegenwoordige onderhoudpligtigen voortdurend met hel onderhoud belast blijven. Daar nu de weg in vrij goeden staat verkeert, en cr blijkbaar van tij 1 tol tijd voorzien is in hel onder houd vraagt hij door wicn dat dan is geschied. De Voorzitter hervat, dit men bij de vraag, of de Woestijgerweg op den legger behoort voor te komenniet alleen moet 1-Ucn op art. 1 van het reglementmaar dit in verband moet beschouwen met art. 4, waarin de wegen worden omschreven als voor de openbare dienst bestemde communicalien hetgeen op dezen weg niet van toepassing is. Deze is slechts een uitweg. Nog kort geleden heeft Inj gezien, dat daaraan wis gewerkt, maar hij kon niet zeggen iloor wie. Als uien niet weet, wie een weg moet onder honden, is het nutteloos dien op den legger le brengen. De lieer ran Bel antwoordt, dat het toch zoo moeijel.jk niet kan zijn om bij een behoorlijk onderzoek te oatdekken wie cr aan den weg gewerkt hebben. Hij beweert niet ,i dat de gemeente uu maar moet besluiten tot het onderhouijl, indien de onderhoudpligtigen zulks weigeren maar juist daarom vroeg hij eene inlichting betrekkelijk deze laatsten. Het plaatsen van een weg op den legger kan ook daarom zijn nul hebbenomdat daardoor kan blijkendat een weg onbeheerd is. en hierin moet worden voorzien. Ook, om te voorkomendat deze niet door dc aangelande eigen aren worde ingenomen, zoo als soms wel eens ge schiedt. Is de Gemeenteraad eindelijk van gevoelen, dat oen zoodanige weg niet meer noodig is voor de openbare dienst, dan kan hij dien van den legger doen afnemen, door eene verklaring te geven, zoo als art. 230 der Ge meentewet aanwijst. De Voorzitter merkt op. dal het niet twijfelachtig is, dat de Woestijgerweg tot nu toe is onderhouden door de aan gelande eigenaren, nuar deze willen dit beschouwd hebben als eene vrijwillige daad, en niet als eene verpligting. Gedeputeerde Stalen willen dit onderhoud nu op de schouders der gemeente werpen op grond van art. 2l| der Gemeentewet, luiar hij acht dat art. niet van toepassing, omdat de weg niet is h-l eigendom der gemeente, doch van anderen. Daarom kan hij daartoe niet besluiten, of schoon hij erkent, dal dit onderhoud slechts weinig kosten zou na zich slepen. De heer Scheerenberg gelooft ook niet, dat art. 231 in dezen van toepassing is, daar het verwijst naar art. 230, hetgeen alleen handelt over wegcu aan de gemeente be- hoorende. De aangrenzende eigenaars trekken bet voordeel van den weg. Ztj versmallen en hepoten dien«ij gedragen zich dus als eigenaars. Derhalve moeten zij ook b«u«t worden met het onderhoud. De heer ran Beek is er ook legendat de gemeente zich daarmede belaste, maat hij vraagtwal er moet gebeuren

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1860 | | pagina 1