AMERSFOORTSCHE CODRtH.. 875. vau DINGSDAG, October 4864. i ad verschijnt tweemaal in de week des Dingsdagt en Vrijdags. De Prijs van het Abonnement is ƒ1,50 in de 3 maanden. Van Advertentiën1 tot 6 regels 60 CeaU c c regel meerder 10 Cents, behalve het Zegclregt. Afzonderlijke nummers, /0,10. Brieven franco. Bestellingen geschieden bij den Uitgever A. II. mms Guff, to "lersloort, Bureau Amersfoortsche Courant, Singel Wijk E N». 61, zoomede bij alle Boekhandelaren en Post-Directcuren in het Rijk. KENNISGEVING. SCHOUW. hmqjssnmiit wet,,0ude,ls d« gemeente Gezien Art. 22 van het Reglement op het onderhoud en gebruik der Wegen in de Provincie Utrecht, d. d, 8 November 1853 (Provinciaalblad N°. 102), alsmede Art. 104 van het Algemeen Policic-Reglemcnt voor de ücinccute Amersfoort; Doen te weten, dat dc hij voormelde Artikelen bedoelde Najaars-Scliouwover dc Wegen Slocten en Waterleidin gen, aan hun toczigtof beheer onderworpenzal gehouden worden op Ilingsdag, den 15 October aanstaande <m vol gende dagen. Wordende bij deze de bepalingen van bovengemelde Reglementen aan de belanghebbenden in herinnering gebragt. Amersfoort, den 30 September 1861. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Dc Burgemeester De Secretaris, A. G. W IJ E R S. W. L. SCHELTUS. - 9 De uleawc Anti-Napoleontische artikelen wan Professor Wreede In ons vorig nummer werd vooruitgezien, dat Professor Vroede hel niet by édu artikel zou laten nopens het bezoekbelwelk onze Koning aan Keizer Napoleon denkt te brengen. Hel zal wel, "zelfs voor den incest eenvoudigen lezer, sterk in het oog loopen boe min gepast, en min eerbiedig dusdanige handeling van een Professor jegens zijnen Koning is. Door niets, zelfs niet door den felsten baat, dien men de Napoleoniden toedragen kanwordt zijne driestheid gewettigd. liet bezoek van onzen Koning beschouwt de Professor als: eene krenking voor het Ncderlandsche volk eene onverantwoordelijke zwakheid der Ministers; ccne vernedering voor onzen Vorst, en hij ideali seert het, dat de zoon van den Held van Waterloo geen bezoek mag brengen aan den erfgenaam van den balling van Elba en St. Helena; en dat zijne taal den oogendienaren van het Dewind barsch klinkt. Het beroep op het bezoek van den Koning van Zweden aan Keizer Napoleon weegt niet bij den Professor. Hij zegt o. a. dat de kleinzoon van een Franschen parvenu niet gedrongen kon zijneven zeer als Willem III, de eer van zijn Stamhuis te bandhaven. Met allerhande bombast spreekt hij over het eerste Napoleontische tijdvak, en haalt er zelfs de Ministers van Eeredienst bij. Ook Lord Palmcrston, die in de laatste tijden minder Fransch- gezind was/ is des Professors plechtanker. Hij begaat de onbescheidenheid te vermeldendat de Koningin Louise van Zweden geweigerd had haren Gemaal naar Parys te vergezellen. Ilij geeft voor, dat in den Morning Ilcrald een eerroovend artikel tot naderen aandrang der reis is gebruikt en dat het een grond te meer aanbiedt om het overmoedig bevel uit Parijs te wederstreven. Hij sluit met de uilhoezeming: - kan bet Kabinet ons niet tegen den hoon beveiligendien Koning Frcderik even weinig als ditmaal Leopold wil verduren, nog eens, de Volksvertegenwoordiging, en de natie beide worden geroepen tot de schoone taakom met hare eer, die van den troon te helpen bewaren." Men ziet het, ten slotte zoekt de Professor hulp bij dc Vertegenwoordiging en de Natie, om dc eer van den troon te helpen bewaren! Wij vragen: of zijne onbeschaamdheid niet tot haar toppunt is geklommen? Vermal hij zich zijnen Vorst lessen tc geven, men mogt daarover kunnen lagchen; doch van de eer des Troons te gewagen op eene wijze als nu door hem is geschied, zal dat niet als strafbaar van oenen onderdaan worden geacht? Als een burgerman, als een ongeletterde, als een niet- Professor zulke taal zou publioeerenzou dan de Minister vuu Justitie daarop niet letten, en zou er dan geen bevelschrift worden uitgevaardigd, zoo danig onbeschaamd onderdaan naar de wet te regtcn AMERSFOORT, 30 September 1861. Men schrijft uit 'sGravcnhngc, d.d. 27 Sept.: a Ofschoon er zelfs in de naaste omgevingen des Konings schier geen sprake is van de aanstaande reis van Z. M. naar Coinpiège. zoo geloof ik toch met eenigc zekerheid te kunnen zeggen, dat die reis, zoo als dit reeds in de Amst. Courant ver meld is, zal ouderuomen worden, cu waarschijnlijk op 12 October u. s. Onder de personen die Z. M. zullen vergezellen, noemt men graaf van Lynden, generaal-majoor, eerste adjudant van Z. M. en sous-chef van bet militaire huis des Konings; jhr. de Keek, directeur van het kabinet, baron Snouckaert tan Schauburg, stalmeester; jhr. van Capelle, kapt.-luit. ter zee. adjudant van Z. M. en jhr. Duinonceaukamerjonker. Als gerucht verneem ik, dat Z. M. niet den 21, maar den 22 Oct. te Zutphen zal komen." In den avond van den 24 Sept., by het afsteken van eenig vuurwerk in het artillerie-kamp te Waalsdorp, trof den sergeant-majoor vuurwerker het ongeluk van door het springen eener granaat verschrikkelijk te worden gewond en wel bepaal delijk aan zijn regterarm, met het treurig gevolg, dat men tot eene afzetting van zijn regter voorhand heeft moeten overgaan. Ue man is gehuwd en bezit een talrijk gezin. Het prov. geregtshof van Groningen heeft eene belangrijke zaak behandeld. Voor 't hof stond te regl zekere Aaltje Meester27 jaren oud, laatst wonende te Kolhamgemeente Slochterenbeschuldigd van twee moedwillige brandstichtingen in gebouwen, bij een van welke het te voorzien was. dat eenig menschenleven daardoor in gevaar kon worden gebragt. Zij moet namelijk 1°. in de maand Julij 1859 moedwillig door lucifers den brand hebben gestoken in de bewoonde behuizing van den landbouwer J. E. Bruining, aan deJagerwijk, onder Sappemeer, waarin zich op dat tijdstip bevonden, behalve ge noemde Bruining, diens vrouw en drie kleine kin deren tengevolge van welke brandstichting die behuizing met nagenoeg alles, wat daarin was, eene prooi der vlammen is geworden, terwijl de bewoners zijn gered geworden; 2°. op den liden Junij 1.1. moedwillig door middel van een ontstoken zwavelstok brand hebben gesticht in het hooi, lig gende in de bewoonde behuizing van Jan Smit, te Kolham, tengevolge van welke brandstichting de vlam zich van dat hooi aan een gedeelte dier woning heeft medegedeeld, terwijl het gelukt is door de toegeschotene hulp dien brand te blusschen. Zeven getuigen werden in deze zaak gehoord. De beschuldigde bekende omstandig deze feiten en gaf als reden voor hare daden op, dat men daar door in de noodzakelijkheid gebragt werd haar van verblijf te doen veranderen, daar zij niet langer wenschte gehuisvest te zijn bij de bewoners, bij wie zij door de diaconie uitbesteed was. De procu reur-generaal requireerde hare schuldigverklaring aan die feiten en hare veroordeeling deswege tot de doodstraf. Mr. J. W. van Uildriks, als verdediger van de beschuldigde opgetredentrachtte aan te toonen, dat de feilen niettegenstaande de bekentenis van de beschuldigde niet wettig waren bewezen, even min de schuld van de beschuldigde daaraan, en tevens, dat het niet te voorzien was, dat door den eersten brand eenig menschenleven in gevaar kon gebragt wordenen wees ten slotte op de verzach tende omstandigheden, die in dezen zouden be staan. De uitspraak is bepaald op den. 2den October aanstaande. Bij sententie van het Iloog Militair Geregtshof te Utrecht, is de Majoor Tindal, ter zake van het tweegevecht met den Majoor Spandaw en de daarin aan laatstgemelden toegebragte verwonding, schul dig verklaard aan het moedwillig toebrengen van kwetsuren, die geene ziekte of beletsel om te werken van meer dan 20 dagen hebben veroorzaakt, onder zeer verzachtende omstandigheden gepleegden dientengevolge veroordeeld tot kamerarrest zonder acces gedurende den tijd van 14 dagen, en in de kosten voor zooveel hem aangaat. De 4 getuigen zijn vrijgesproken van medepligtigheid op grond dat den hove voldoende overtuigend was gebleken, dat, in stede van het duel houden te hebben uitgelokt, mogelijk of gemakkelijk gemaakt, zij hetzelve niet hebben kunnen verhinderen en onmiddelijk na de Islq verwonding doen eindigen; ten hunnen aan zien met compensatie van kosten om redenen den hove daartoe moverende. Men meldt uit Ambt-Vollenhove het volgende: De handel in run of eek wordt sedert eenige weken tnet buitengewone levendigheid gedreven, daar dit artikel sterk door het buitenland wordt getrokken. Dien ten gevolge is de prys er van zeer geanimeerd en geklommen lot p. m. f 3,75 per mud of 65 Ned. poud. Vroeger gold het ƒ2 a 10 dezelfde hoeveelheid. Het zoogenaamde duizend- of talhout, in den handel bekend onder den uaam van Elhurger-üout, wordt tegenwoordig met graagte afgezet tegen p. m. 3,25 per duizend; het bosjeshout vindt lol ƒ1,60 a 1,73 per vim (104 bosjes) gereeden aftrek. Vroeger was het voor ƒ1,20 en daaromtrent te koop. Voor het kontongeregt te Ommen is behandeld de geschorste zaak over het inweiden van vee in de zoogenaamde Uardenbcrger Marsch. V(jfpersonea waren in deze zaak gedagvaard. De ambtenaar van het O. M. heeft geconcludeerd als vroeger, en de getuigen d decharge, welke toenmaals als verdacht van vaische getuigenis in de gevangenis zijn gebragt, hebben even als toen verklaard, dat de zoogenaamde Hardenberger Marsch nimmer en ook nu niet tot de stad Hardenberg behoort. De door den ambte naar van het O. M. ter teregtzitting overgelegde acte van scheiding is, even als den vorigen keer, door den verdediger des gedaagden ontkend. De beroemde bouwmeester van den Dom te Keulen, de heer Ernst Friedrich Zwirner, is den 21 dezer, op 60 jarigen leeftijden na een langdurig lijden overleden. De gemeenteraad van Keulen beeft eenstemmig het besluit genomen om den overleden architect op kosten der stad ter aarde te bestellen, als een be wijs, hoe boog de diensten, doorhem aan Keulen bewezendoor zijne medeburgers worden geschat Sedert het overlydeu van den heer Zwirner wappert de zwarte vlag van den middentoren der kathedraal, welker herstelling en verdere aanbouw gedurende eene reeks van jaren is voortgezet onder de leiding en naar de plannen van den beer Zwirner. Omtrent eene ramp die j.l. Woensdag avond op den Franschen Noorder Spoorweg plaats vond, verneemt men nader het volgende: De weg van Parijs naar Soissons snijdt, op de hoogte van St Denis, het drukst bezochte punt van den Noorder spoorweg. Éen passagierstrein van Parijs naar Damtnarlin bestemdnaderde het kruis punt, toen de Conducteur byna vlak voor zich, de lantaarns van een Gonvooi zag. 't welk van Amiens naar Parys vertrokken hem ontmoeten moest, voor zij het, op dien oogenblik zoo gevaar lijk punt, voorbij was. Hij zag dadeljjk het gevaar in en stopte zoo veel mogelijk. Het was echter te laat. De beide treinen botsten, en de locomotief van den van Amiens komenden trein, raakte den voor Dammartin bestemden, vlak by den eersten passagiers-waggonen wieip vijf wagens tegen den grond. De locomotief plitste den hem ontmoetenden trein letterlijk in twee helften, lerwjjl zij alles wat in den weg was verbrijzelde. De Conducteur en de Machinist kwamen met den schrik vrij. Yjjf personen werden onmiddelijk gedood. Een groot aantal is echter gekwetst, en het is te vreezen dat van deze velen niet in het leven zullen bijjven. In een der waggons werd een aanzienlijke som gelds voor rekening van den staat vervoerd; men zegt dat de zakken gescheurd zijn, en een groot gedeelte van dat geld vermist is. Een geregtelijk onderzoek is ingesteld. Reeds den volgenden dag was het verkeer op den weg hersteld. De Warrior, het eerste der groote gepanserde schepen van Engeland, hetwelk, naar men meent, tegen drie der'grootste Fransche gepantserde sche pen opgewassen is. heeft den 20 dezer zijne eerste proefreis van Greenhithe naar Portsmouth gedaan. Zij viel hoven alle verwachting gunstig uit. De snel heid bedroeg gemiddeld 14^ mijl per uur. Het schip weegt meer dan 180,000 centenaars. De eigenaars van den Great Eastern hebben besloten ook uit het onheil, aan dit vaartuig over komen, voordeel te trekken, en derhalve naar Cork bevel gezonden om het schip zoo digt moge lijk aan den wal te brengen en tegen den gewonen prijs toegankelijk te stellen voor het publiek, dat reeds bij duizenden naar Cork is gestroomd, om de verwoesting in oogenschouw te nemen, welke de jongste storm uil- en inwendig aan den Great Eastern heeft toegebragt. Men leest iu den Times o. a. in een artikel over Beckers aanslag op Willem I: «Wanneer de koning van Pruissen aanstaande maand naar Frank rijk gaat, dan zal hy de volle ontwikkeling der kracht zien, welke door de nationale eenheid wordt te weeg gebragt. De uitgebreide en tevens naauw- keurige organisatie van dat groote Rijkde juiste werking der machine van bel Kanaal tot aan de Pyreneënde veerkracht en het vertrouwen dat het bewustzijn van de nationale inagt aan elk individu schenkt, zullen indruk maken bjj de oplettende en overwegende Duitschers. Dat Duit9chland dit alle3 kan navolgen, is misschien onmogelijk, cn het is ook niet te wenschen dat er een tweede overgroots krijgsmagt in Europa besta; doch heigeen Frankrijk te veel heeft, heeft juist Duitschland te weinig,en gelukkig kan het dit op betere wijze en tot minder opofferingen dan zyn mededinger verkrijgen. Een Pruissisch hof, dat de liberale beginselen, die welligt te voorbarig daaraan toegeschreven zijn, in toepassing brengt, zou zoo veel als dit thans doen lijk is, aanvoerder der Duitsche bewegingen worden, en overal waar leiding beslaat moet eenheid volgen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1861 | | pagina 1