J\o. 1629. Din gsdag* 22 December 1868X f-'.St wJZrfï?"1 Abonnement,prij, i. f 1,50 i„ 3 „„.„J™. V.n IMrik|U>« «J.I.60Cm,.It. „„el I0UM.1 l=8-'«f' "II»1l-h.lv. hel Z.plr.gl, 4/: ,0 Brieven BeM.llinjen bij J.„ Cilg.l. II. Cf..ff, I. Ammlbo,,. Ifureon AmersfoorUr.ke Cow nvtl.anjicgtra.-U, WijkF, N°. 43. over do mede liij alle Bockhandel* rr Povl-Dirrcteuren in het Rijk. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER Ell WETHOUDERS van AMEItSFOOHT Gelet op bel Kouioklyk besluit tao den 1. December 1865 (Staatsblad Wo. 1.31), waarbjj onder anderen is bepaald dat jaarlyks. in January, door bet Gemeen* tebesliiur eeue lijst wordt opgemaakt ran hen die in de gemeente een tak ran nyverbeid uitoefenen, waarvan de voortbrengselen met CERTIFICATEN VAN WED. OORSPRONG of bewerking, tegen een lager regt in Wed. Itidië kunnen worden iugevoerd, voor zoover de belaugbebbëodeu hel voornemen om goederen, bestemd ter verzending naar Wed. ludië, te vervaardigen of te bewerken, ter bekwamer tijd en plaatse hebben te kennen gegeven. Roepen de belanghebbenden op. om zich, onder overlegging van een afschrift van hun patent, vóór het einde dezer maand, 's morgens (usschen 10 en 1 ure ter Secretarie aantemelden, ten einde op voor* melde lyst te woiden geplaatst. En brengen ter hunner kennis, dat, bijaldien de aanvraag van in den loop des volgenden jaars vereischle certificaten gedaan wordt door iemand die viel op de lijst is vermeld, ol voor eemg voort brengsel hetwelk de aanvrager niet blijkens de lijst gewoonlijk vervaardigt of bewerkt, alsdan de ver klaring «dat de goederen biuuen het Ryk zyn vervaardigd", of wel: «dat ze door de ondergaoe o bewerking minstens tien ten honderd in waarde toegenomen zijn" voor deu kantooregler moet worden heëedigd. Amersfoort, den 14. December 1868. Burgemeester en Weihouders voornoemd Dc Burgemeester De Secretaris A. G. W1JERS. W. L. SCI!ELTUS. VERGAUER1NG van den RAAD der Gemeente Amersfoort van Dingsdag 15 December 1868. Tegenwoordig alle leden. De notulen der vorige vergadering worden voor gelezen en goedgekeurd. Haai na wordt in behandeling gebragt de missive van deu Minister van Oorlog omtrent het bouwen eener kazerne. Discussiën over het bouwen eener kazerne. De Voorzitter deelt mededat bij zoo even een adres heeft ontvangen betrekkelijk ditzelfde ouder* werp. Uit de voorlezing daarvau blijkt, dal eenige neringdoende ingezetenen der gemeente aandringen op de inwilliging van hel verlangen des Ministers, op grond dat vermeerdering van garnizoen van groot belang is voor alle winkeliers, verhuurders van huizen cu bovenhuizen, enz., en dua uok vuur de gemeenle. Daar dit adres niet betreft het persoonlijk belang der onderteekenaars stelt de Voorzitter voor het neder te leggen ter grillie, hetgeen uiel belet dal Raadsleden de in bet adres aangevoerde gronden in aaumerking kunneu nemen. ij herinnert vervolgens dat de brief van den Minister in de Raadsafdcelingen is onderzochtcn doel de rapporten daarover voorlezen. Daaruit blijkt, dat de groote meerderheid het denkbeeld des Ministers zeer toejuicht, maar levens van oordeel is, dal de daarvoor aoodige uitgaven niet de Gemeente maar het Ryk betreffen. De le Aldeeliug meent daarom het verleenen van eeuc geldelijke bijdrage te moeten afraden en zich alleen te moeteu bepalen lot het afstaao van het noodige terrein aau het Ryk. De '2e Afdceling wil ook medewerken tot dit laatstedoch zou daarenboven er toe kunnen be sluiten om ook door de gemeente de kosten le doen dragendie de verzwaring der optebouwen stalmuren zou vereischeoonder voorwaarde, dal die niet meer bedragen dan 5è6 duizend gulden, zoo als de Minister berekent, en dal de inrigting tot het logeren van manschappen boven die stallen dan ook werkelyk plaats bebbe. De Voorzitter zegt na het voorlezen der rapporten, dat b(j insgelijks met gioote ingenomenheid keunis heeft genomen van het voornemen des Ministers om alhier een groot garnizoen te plaatsen, llij vermeent toch. dat. al mogen daaraan ook eenige nadoelen verbonden zijn. toch, wanneer eenmaal eeue gemeente garnizoen heeft, de vermeerdering daarvan in vele opzichten de welvaart bevordert, en le dien aanzien belangrijke voordeden kan geven. Vooral was li(j er mede ingenomen, omdat de Munster tevens aan de 2e Kamer lekeunen gaf. dat by op de vulget.de begroeting eene som zou voordragen tot het bouwen eener nieuwe kazerne. Maar eten groot was dun ook zijne verbazing, toen hij later vernam, dat de Minister vao dit laatste voornemen had afgezien, omdat, naar hel scliynt. een enkel lid der Kamer zich tegeu dat denkbeeld bad verklaard, en dat hij nu voorstelde de kosteo daarvan te doen dragen door de gemeente. Natuurlijk is daardoor zijne in genomenheid met het plan zeer gedaald. Het is a!geineen erkend op dit oogenblik dat alleen op het Ryk de verpligting rust tot het opbouwen en onderhouden van kazernes en andere militaire ge- bouweu. Sedert 1860 is hel rijk begonnen dat beginsel in toepassiog le brengeo en de gemeente moet niet ligtvaardig er toe over gaan om hel wederom prijs te geven. Als de gemeente eene belangrijke bydrage zal geven, dan is die niet anders te verkrygen dan door liet doen van eene leeningwaarvan rentebetaling en aflossing moet geschieden. Uit is bij den tegenwoordmen staat onzer financiën niet mogelijk zonder de belastingen le verhoogen en deze zijo reeds zoo Imog opge voerd dat hij daartoe niet builen volstrekte nood zakelijkheid kan medewerken. Thans reeds wordt een hoofdelijke omslag geheveD van 250UO in liet jaar. De opcenten op het personeel zijn leeds op gevoerd tot 70. Vermeerdering daarvan zou drukkend worden, llij vereeuigl zich daarom met hel advies der le Aid., om alleen grond voor eene kazerne allesiaau. Eene bijdrage van 5 a 6 duizend guld.-n daarbij te voegen voor de stalleuacht bij niet raadzaam. Die som is te oobeduideud om daarvoor hel gewigtige beginsel oplegeven. dal het eene ryksuiigave betreft. De heer van Bel zegt, dat hij het onderwerp van veel belang acht voor de gemeente en dat hel daarom weusclielyk is niet tol de stemming over tegaan dan na rijpe overweging eu onderlinge wisseling van denkbeelden. Ten einde uil daarover meerdere discussie uiltelokkenwil by gaarne eenige bedenkingen inededeelendie tegen liet voorstel der 2e. Afd. kunoen worden aangevoerd tot welk voorstel hij zelf ook beeft medegewerkt. Het ver- langen van den Minister over de bydrage voor de stallen is zeer onbestemd. Men weel niet genoeg welke de voornemens zijn van den Minister. Als nu de gemeente de bijdrage geeftis dan het aan gegeven cijfer vao 5 a li duizend guldeu voldoende voor de verzwaring der muren? Moeien de fonda menten ook niet verzwaard worden En dan de balken enz.? Voorts kan men nog vragen, ut', als nu demure verzwaard worden de Minister alsdan ook terstond boven de stallen gelegenheid tot kazer nering zal doen daarstellen of daarmede zal wachten tot dit in later tyd eens geraden voorkomt. Moeten er dao niet eerst officieren van gezoudheid geraad pleegd wordenzoo als bij hel bouwen van stalleD pleegt te geschieden Zoo jadan is bet nog niet geheel zeker dal zy niet afwijzend zullen adviseren, want dezer dagen was spreker als voorzitter der gezondheidscommissie in oo gedegenheid te bespeu ren, dat meerdere officieren van gezondheid zeer afkeurendat de manschappen hoven de stallen hun verblyf houden als zijude nadeelig voor hunne gezondheid. Uit het aangevoerde blijktdat men goed zal doen omtrent dit alles nadere inlichtingen te vragen, alvorens men de gevraagde gelden Terleene. Ten slotte herhaalt bij dat bij deze bezwaren voorna melijk oppert, om meerdere discussie uittelukken. De lieer van Burgsteeden is overtuigd, dat liet hehbeD van een groot garnizoen zeer voordeelig is voor de burgerij. Hij wil er daarom gaarne loe medewerken urn aan deD Minister een blijk v;ui welwillendheid te geven, nu deze gezind schijnt om hier het garnizoen te vermeerderen. Du Kan teu aanzien van het gevraagde «uur de stalleu zonder groot bezwaar geschieden. Indien men daar toe /5000 bijdraagt, en die som wordt opgenomen, om ze in 12 jaren tyds aftelossen, dan zal de jaarlyksche daartoe noodige uitgaal ongeveer 660 bedragen heigeen de gemeenle niet zal drukken, liet alsiaan van kazernes of giond zal minder nut doen. De Minister vraagt geene steenen. maar geld. Over bel bezwaar by de gezondheidscommissie gerezen, behoeft men zich niet te bekommeren. Men kan dit punt gerust aau den Minister overlaten. Hel voordeel voor de iugezelcnen uil guruizoens- vermeerdering ontspruitende behoeft hij niet uiteen le zeiten. liet ligt voor de band. Vooral voor ver huurders van perceelen eu winkeliers is het zeer groot, zoo als in hel adres is aangetoond. Er zijn wel bezwaren maar ook hij zegt dat de voordeden ze ver overtreffen. Le Heer van de Poll wil dit laatste gaarne locgevenmaar komt toch tot een ander resultaat dan de vorige spreker. By hem staat bet begint>el (dat bet eeoe rijkszaak is) op den voorgroodde geldelyke opoffering voor de gemeente komt slechts in de tweede plaats in aanmerking. Hel ryk was nu op den goeden weg, en wij mogen niet mede werken (zegt hij) oin het er weder aftehelpeo. Van welwillendheid jegens den Minister mag hier ook volstrekt geen sprake zijn. Hel verschil bestaat alleen tusschen het Rijk en de Gemeente, en de persoon des Ministers moet er geheel buiten blyten. Nog aliijd zijn er rijksuitgaven die hel Ryk van zich afschuift en op de schouderen der gemeente laat rosten. Hij wil slechts herinneren aan de registers voor den Borgerlijkto stand enz. De lasten op de ingezetenen rustende zyn reeds zoo zwaardat mea die niet dao uit noodzaak mag vermeerderen. Tegen hel afslaan van terrein zal hy zich echier niel verzeilen, als men dit verlangt, maar wel legen iedere geldelijke bydrage. De heer L A. tan Beck was aanvankelijk zeer gunstig gesiemd om eene belangrijke bydrage te verleeueu lot het aanbouwen eener kazerne. Bij nader inzien is hij daarvan echier teruggekomen. Zy zou te drukkend zyn voor de gemeente, en misschien toch onnoodig. Immers als de Minister werkelyk er van overtuigd isdat Amersfoort zoo gunstig is gelegen voor hei concentreren van troepen dan zal hij om hel gewigl dier zaak en om het belang des lauds, ook namens hel Ryk wel zorgen voor bet daarstellen eener goede kazerne. De heer Herschel zegt, dal deze discussie hem zeer verbaast, leder beweert er voor te zyn, dat er meer garnizoen korneen als bel nu op ban* delen aankomt oin het (e vei krijgen, weigert bjjDa ieder om inedeiewerkeu tot het doen van eeue geldelyke bijdrage. Die de lusten wil, moet ook de lasten dragen, llij is niet veranderd van gevoelen sedert de bijeenkomst der Afdeelingen. Nog altijd meent hij dal het hier eea zeer gruut belang geldt voor de neringdoende ingezetenenen daar hij vertrouwt dat dit er door kaD worden bevor derd is hij er zeer voorom eene bijdrage te geveuzoo als de 2e Aldeeliug wilvan 5 of 6 duizend gulden. l)e heer Visser is van een ander gevoelen. Hy kan niet medewerken tol hel geven van eeue geldsom. Nu reeds zijn de belastingen zoo boog dat vreemden worden ulgeschnkt van zich hier te vestigen. Meer malen reeds hebben er zich hiertoe aangemeld maar als zij vernemen hoe groot de belastingeu bier zijn, dan zien zy van hun voornemen at. cu blijven weg. Verhoogt men nu de belastingen nog meer. dan zal du nog erger wordeu. Vreemden zulleu dan in hel geheel uiet meer koinen eu inwouers zulien zelfs vertrekken. De Voorzitter herbaalt, dat ook hij zich mei bet vuurstel der le Aldeeliug «ereenigde, vooral met het oog op hel beginsel. Daarbjj komt echter nogdat men aan het geven der bydrage eene vont waaide wil hechten, die dc Minister naar zyn oordeel onmogelijk kan aannemenomdat de Minister zich ie dien aauzien niet kau verbinden dau met goedkeuring der Kamers. De heer L. A. van Beek is er tegen omdat die bijdrftge aauleidiog zou geven tul grooie verwarring. Als toch de gemeente de verzwariug der muren bekostigt, en het Ryk later het bovengedeelte betaalt, hoe is het dan met den eigeodoin? Behoort dau het benedengedeelte aan de gemeente, en de bovenverdieping aan het Ryk De heer van Burijstecden begrijpt niet. hoe uit de bedoelde bijdrage verwarring zou kuoueu ontstaan. Zijne bedoeling is alleen om eene gilt te geven aan het Rijk. Daardoor zou volstrekt geene verbooging van belasting ooodzakelyk worden, liet is hem uiet bekend, dat er iemand de stad wil verlaten om de liooge belastingen, maar wel, dat er vau buitenaf nog altijd aanvrage is naar grooie huuihmzeu. Zoo die er te hekumeu warenzoudeu zij spoedig verhuurd zijn. De heer L. E. Lagerweij merkt opdal het geen bezwaar kan zyn legen de te verleenen bydrage zoo als zij is voorgesteld dal zij voorwaardelijk en alzuo eenigzins onbepaald is, want hel voorstel van den Munster is zeil zeer onbepaald. Daar de bedoelde bijdrage gering is, kan zij ook niel te drukkend wezen, litj is uok vun oordeeldat de Uuad niet behoed uittemakeu of liet logeren van manschappen hoven de stallen al of niel ongezond is. Dit ligt geheel buiten zyne roeping. Ook de overige tegenwerpingen komen hem niet hijzonder gewigtig voor. llij blijft dus onveranderd vau ge* voelendat de Raad in hel belang van een groot gedeelte der burgerij tal handelen, die zoozeer

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1868 | | pagina 1