M t71l.
Ding-sdag 5
October 1869.
Dit blad verschijnt des Haan<tag, en Donderdag» avonds. De Abonnementsprijs i» f 1.15 in de 3 a
regel meerder lOCealt; legale Advertenlièn per regel 15 Cent». Afz. nummert 5 cenls. Brieven fro
Bureau 4merifoorl,eke Courant. Langcatraat. Wijk K 43. o»er de Oude Vi.ch'inrklI0-i
in len. I) prijs der A Jvertentiën van I tol 6 regel» V Centi, elke
>o. Bestellingen bij den (Jitg. A. van Cleeff, te Amersfoort,
ehij alle Boekhandel iren en Post-Directenren in het Rijk.
De Troourede en de Mlllloencu-rrdc.
De troonrede, zonder gloed geconfectionneerd,
heelt eenieder koud gelalen, en zelfs de warmste
vrienden der ministers zullen moeten erkennen,
dal sedert het moord-, bloed- en plunderjaar
1848 geen Nederlandsche troonrede zoo uitge
munt heeft door kilheid als de troonrede op
20 September 1869 uitgesproken door onzen
geëerbiedigden Koning WUlem III, die met
vuur weet te sprekenals hij improviseert
doch toen een Staatsstuk heeft voorgedragen
inhoudende de woorden zijner Ministers, terwijl
bovendien dat Staatsstuk een droevig figuur
heeft gemaakt door het gemis eener finale
xooals de Nederlandsche zin haar vereischt.
Later is door den heer van Bosse gezegd
dat zoodanige finale zich in het originele stuk
heeft bevondendoch door achteloosheid bij
het copieeren daaruit is verdwaald, en moet
men dus maar voor goede munt aannemen,
dal de tuil van zoodanige finale voor de daad
daarvan dient in de plaats te treden.
De beste eigenschap der Troonrede zal dus
nolens volens in hare naakte eenvoudigheid
moeten worden gezochten te meer omdat zij
niets hoegenaamd omtrent de partij-politiek van
het tegenwoordig Ministerie in een of andere
phrase te distilleren geeft, zoodat dan ook de
beste wegwijzer om den toestand van 's lands
zaken te loeren kennen de later ingediende
zoogenaamde millioencn-rede van den Minister
van Financiën moet zijn.
Vlugtig verwijlen wij bij de presidents-verwis-
seling der Tweede Kamer. De heer van Rccnen
is geheel vrijwillig, en zeer verstandig, van
zijne presidents-hoogte nedergegledenbegrij
pende dat de overmagt van zoo vele zuivere
liberalen in de Kamer nu niet meer met zijne
onpartijdige leiding zoude gediend willen wezen,
en op zijne plaats is de heer Dullert gelild
die vermoedelijk niet zoo hoog opgezet had
kunnen wordenals Harderwijk niet door een
fijnen zet der liberale cóterie van het kiesdistrict
Arnhem ware weggesleurd. Kleine oorzaken
hebben somtijds groote gevolgenen dus wie
weel of de lieer Dullertthans reeds door de
kiesdistrict-manoeuvre zoo hoog gestegenniet
met der tijd nog hooger stijgt. In de staatsdienst
kan men zelfs wel eens het zoogenaamd on
mogelijke bereiken.
De rede van den Minister van Financiën bij
de aanbieding der Slaalsbegrooting behelst eene
tamelijk heldere voorstelling van den toestand
van 's Rijks finantiën. De slotsom daarvan is:
dat cr allengs meer is en wordt uitgegeven dan
ontvangen, als gevolg van hetgeen gekost hebben
en nog kosten zullen de Staatsspoorwegen (p. m.
200 millioen), de Rotterdamsche waterweg naar
Zee, Holland op zijn smalst, de Moerdijkbrug,
de Rotterdamsche luchtsspoorweg en nog een
aantal werkenwaarvan betrokken steden en
streken het voordeel zullen genieten, terwijl
de inwoners van Amersfoort en diverse andere
plaatsen daarvoor in de belastingen moesten en
moeten betalen, maar niets van die werken en
ook niets soortgelijks zullen genieten. De Minister
zal zijne toevlugt nemen tot het sluiten van
leeningenwillende echter nog vooreerst in de
behoefte voorzien door het uitgeven van schat
kist-biljetten. Dat rijmt niet extra-glad met
de rede van den lieer van Bosse in April 1868
als lid der Tweede Kamer gehouden toen de
heer Mr. R. J. Graaf Schimmelpenninck minister
van financiën wasdoch tegenwoordig is de
geest van inconsequentie oppermagtig, en wie tegen
woordig niet draaijen kan, valt niet in de mode
en wordt tot de antiquiteiten gerekend. Voorheen
werd iemand, die in handel, financiën en staat
kunde op zijn stuk stond als knap en ferm man
gewaardeerd, maar nu wordt juist hij die heden
anders spreekt en doet dan gisteren als een
«talent gevierd.
De Indische zakenwelke door het drijven
.dergenen die de Javanen willen beschaven al
oneer en meer in een hagchclijken slaat komen
thans in het midden latendezoo komt ons
de financiëele toestand des Rijks zeer bedenkelijk
voor en vinden wij de pleistertjes des Ministers
al uiterst kwakzalverachlig en mirobolant. Hij
wenscht, welligt bevreesd voor een anli-patent-
verbond (het anli-dagbladzegelverbond heeft den
minister reeds genoeg amusement opgeleverd)
de patent-belasting afteschaffen zoodat hij met
de eene hand geeftmaar één van de vier
vijfden van het personeelkort geleden aan de
gemeenten toegekendw il hij met de andere
hand nemen voor het Rijkzoodat in beide
handen, zusterlijk vereenigd, nog eene extra
douceur voor het Rijk overblijft. Voor het één
vijfde verlies dat de gemeenten zouden lijden
geeft hij als advies (welk een hartelijk, kosteloos
advies) om daarvoor eene inkomsten-belasting
(dat Eldorado der liberalen) te liedenmaar
als zoodanige inkomsten-belasting doeltreffend
isnaar 's Ministers meeningwaarom dan
smeert hij hel Rijk niet met die zalf Alsdan
vervalt van zelf zijn project eener tabaks
belasting, die het nee plus ultra van fiscale
tyrannic zal blijken te zijn, want de belasting
wordt bedoeld op het debietdat is op de
winkeliers en dergelijkedie deze belasting
wel dubbel aan de rookers zullen laten betalen,
en omdat voor vele rookers het rooken een
levensgenot is, zullen vooral de rookers uit den
arbeidenden- en burgerstand door deze belasting
worden getroffen. Ten sterkste zullen wij ons
tegen die belasting verzetten, omdat zij vooral
den minder bemiddelden stand treft.
De groote fout was sedert jaren, en is zij
het ook nog in hevige mate, dat het Rijk
ontzettende tallen millioenen gaf en geeft voor
spoorwegen en werkengevoegd bij andere
zaken en aangelegenhedenwelke voor het
meerendeel aan de provinciale, gemeentelijke en
particuliere krachten hadden dienen overgelaten
te worden; te meer omdat daarvan aan som
mige steden b. v. Amsterdam en Rotterdam
en enkele deelen des Rijks overvloed is en wordt
gegeven, terwijl diverse steden en deelen des
Rijks, die er ook voor moeten betalen, van
dien overvloed niet alleen weinig bekomen
maar zelfs andere steden en streken in dat op-
zigt moeten blijven verhongeren.
Over die fout te treuren en te weenen helpt
thans niet meer; de Regering blijft nog ver
blind; en vooral thans, nu in Nederland de
wet voorschrijven de liberalen die altijd maar
doldriftig voorwaarts ons land op zijn Engelsch
willen aankleeden vergetende dat in Engeland
betrekkelijk meer ponden st. dan in ons land
guldens zitten. De gevolgen dezer fout, dezer
kwaal te herstellennamelijk geld te maken op
doeltreffende en geoorloofde wijze, ziedaar de
groote kunstdie de tegenwoordige Minister
van Financiën niet schijnt te kennenwant
zijne opgemelde middeltjes zijn erger dan de
fout en de kwaal.
Als de Minister slagen wilmoet hij geld
zoeken in het hoog belasten der weeldeder
speelkaartender prostitutie c. s. Dat hij het
op dien weg vinden zalen nog wel in de
ruimteis zekeren er zullen nog wel in
Nederland knappe menschen genoeg zijndie
uitmuntende plannen voor dergelijke belastin
gen kunnen uitwerken.
Wil de Minister deze bronnen van inkomsten
niet, dan kan het niet anders, of hij moet
den midden- en nijveren stand die, reeds meer
dan redelijk is, in de belastingen betaalt, nog
hooger belasten, terwijl de hoogere stand, in
verhouding tot zijn vermogen en inkomsten,
te weinig blijft betalen.
Weldra zal de Staatsbegrooting in discussie
komen en zeker zullen alle hoofdstukken
daarvan worden aangenomen, want de liberalen
vormen in de Tweede Kamer de groote meer
derheid en tegen die overmagt helpen geene
redeneringen.
De hoofdzonde van den constitutionneelen
regeringsvorm is: dat men de stemmen telt en
niet weegt.
Ruim een twintigtal jaren heeft onze Grondwet
gediend. De ondervinding is de beste leer
meesteres, en zij leert ons dat de weg die in
dat tijdsverloop werd gevolgd, niet de juiste
is om de belangen van het Rijk en zijne in
woners te bevorderen.
Het dezer dagen ingediende wetsontwerp tot
regeling ran hei Toezigt hij bet oprigten van
fabrieken magazijnen bewaarplaatsen en andere
inrigtingen. welke gevaar schade of hinder kunoea
teroorzaken" berust op dezelfde begioselen als die
nedergelegd waren iu de twee wetsontwerpen, in
dertijd door den minister Tborbeeke voorgedragen
omtrent het toezigt op fabrieken enz. De wijzigin
gen die in hel tegenwoordig ontwerp zijn gemaakt,
strekken om te trachteo in de wel nader te om
schrijven, welke inrigtingen een wakende tusscben-
komst van bet gezag tereischen en om tevens bet
aantal dier inrigtingen zooveel mogelijk te beperken.
Gevaarlijk zijn in den zin dezer welsvoordragt
geachtinrigtingen die de publieke veiligheid be
dreigen door het gevaar vau zelf-ontbrandendeligt
ontvlambare of ontplofbare stoffen.
Schadelijk zijn geacht inrigtingen die den alge-
meeneu gezondheidstoestand door uitdampingen en
stoffen alsmede door het lozeo van vochtenver
mengd met ongezonde en stinkende beslauddeelen
bedreigen.
Een algemeene definitie van binder aebt men
kwalijk te geven. En zijn evenwel gevallen waarin
de belangen van den fabriekant ondergeschikt zQn
aan die van derden. Deze gevallen beeft de wet
erkend in art. 5, maar verder aebt zij geen tus>
scbenkomst van bet gezag wenscbeiyk. Dat art. 5
bepaald dat de vergunning van bet gemeentebestuur
noodig is voor de oprigting van elke fabriek, waarin
de werkzaamheden geraas kunnen veroorzaken,
hoorbaar buiteo bel tot die fabriek beboorende
terrein, en welke gelegen is binnen een afstand
van drie honderd meters van inrigtingen, uitsluitend
bestemd voor verpleging van ziekenuitoefening
van godsdienst of geven van onderwas.
Ten aanzien van stoomwerktuigen wordt een re
pressief stelsel voorgedragen. Aan geen voorafgaande
vergunning zal derhalve de oprigting van stoom werk
lui gen meer verbonden zijn.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER ex WETHOUDERS van
AMERSFOORT brengen ter kennis van de inge
zetenen. dat de Commissie, die zicb gedurende
onderscheidene jaren beeft belast met de verzorging
van spijzen aan behoeftigenzich weder bereid
heeft veiklaard om gedurende den aanstaanden
winter hare pogingen tot leniging van de armoede
voorttezetten.
Burgemeester en Wethouders opentfjk hunnen
dank betuigende zoowel aan de bovengenoemde
Commissie, voor bare belanglooze en edelmoedige
werkzaamheid, als aan de logezetenenvoor hunne
milddadige medewerking, maken tevens bekend
dat de Commissie voornemens is. om op Maandag,
den 11. October e. k. aantevangen met bet openen
der aan de huizen te doene inschrijvingen tot
deelneming aan het uitdeelen van spijzen gedurende
den aanstaanden winterterwijl de ingezeteoen
dezer gemeente dringend wordeo aangespoord om
door ruime inleekeoiog de heilzame pogingen dier
Commissie te ondersteunen en daardoor hunne
belangstelling in deze zoo nuttige iorigting te toooen.
Amersfoort, den 29. September 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester,
De Secretaris. A. G. W1JERS.
W. L. SCIIELTUS.
VERSLAG over de maand September 1869 der
Inrigting tot koslelooze behandeling van behoef
tige ooglijders te Amersfoort.
Op 1°. Sept. bleven onder behandeling 39 ooglyders.*
in September bijgekomen 8
Zoodat in Sept. behandeld werden 47
Hersteld in September23
Op 1®. Oct. onder behandeling 24 ooglijders.
Gedurende de maand September zijn 218 gratia
consulten verleeofi. II. H. E. MORREN.