Vrij dag- 26 November 1869. Dit blad verschijnt des Haan dag» en Donderdagt 's avondsDe Abonnementsprijs is f\.\7t in de 3 n regel meerder IÜCents; legale Advertentiën per regel 15 Cents. 4fz. nummer» 5 c»nts. Brieven fra ImenfoorDckt CourantLangestraat. Wijk K N°. 43 over de Oude Viscli.narlu ion //ure K E N X I S G E V I N G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan AMERSFOORT Gelei op art. 264 der gemeentewei. Doen le weien, dat hel 2de aanvullings-kohier der plaatselijke directe belasting (Hoofdelijke Omslag) over het dienstjaar 1869 voorloopig vastgesteld is en gedurcude veertien dageute rekenen van hedenalle werkdagen vau 10 tol 1 ure. op de Secretarie der gemeeule voor eeuieder Ier lezing zal liggenbinnen welken (eriniju elk op het kohier aangeslagene bjj den Raad bezwaren legen zijuen aanslag kan inbiengeu. Amersfoort, den 22. November 1869. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester De Secretaris A. G. W1JEHS. W. L. SCHEL rus. HULPBANK. TE AMERSFOORi. Tot het getrn van gelden ter leen tal het Bestuur zitting houden in een der loc .den van bet Raadhuis op aanst. Baandag 29 fl o r e i/i 6 e r van halflnee tol hal/drie alwaar belanghebbenden ticli kunnen aanmelden terwijl mede inlichtingen deswegens le bekomen zijn bij de ondergeteekenden en de verdere leden van bet Bestuur de Iteeren Mr. J. ran der Leeuw, B. E /JerichelIt. A. Croocketciten J. C. Leiniceber. R. A. W. baron VAN HEËCKKREN, President. M. VAN KEEK Penningmeester. A. J. Vü.N KEI.LNEA, Secretaris. Amersfoort, 25 November 1869. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen A. II. van Clee/f, hoofdredacteur en Uitgever der Ameisfuorlsche Courant: dat hij op 10 November jl. wegens de Duit- sche lolerijspel-adverlenliën die in strijd met de wetbij honderden a duizenden sedert J it 1 ij in een aantal Nederl. bladen voorkomen, een adres zond aan Z. E\c. den Minister van Justitie als bijlage Adat het Algem. Handelsblad daarover schreef als in bijlage li, waarop repliek volgde als iu bijlage C dal sedert dien datum nog dagelijks met het plaatsen dezer advertentiën wordt voortgegaan luistervol doch onverhinderd; terwijl, voor zoover bekend, tijdens dit viertal maanden slechts twee courautiers wegens de plaatsing werden vervolgd en veroordeeld; en een der groote bladen aan vankelijk niet voorloopige inturmalicn wegens plaatsing daarvan, en later, ze op nieuw plaat sendemei scherper middel bemoeijelijkt werd; doch enkele courantiers en ook adressant de vroegere en nog in de laatste dagen ontvan gen advertentie-orders onuitgevoerd laten, ten einde niet in strijd met de wel te handelen; dat in de eetie provincie door de justitie- a li tori teilen de plaatsing dezer advertentiën als verboden geacht, doch in andere provinciën door de jiislitie-auloriteiten toegelaten wordt; cn alzoo de wet eenzijdig wordt toegepastals diverse Nederl. bladen zulke advertentiën niet mogen opnemen, maar daarentegen een aantal andere bladen deze aanhoudend mogen plaatsen. Redenen waarom adressant eerbiedig verzoekt: Uwe aandacht op de aangelegenheid te willen vestigen en bet U gelieve behagen te trachten deswegens met Z. Exc. den Heer Minister van Justitie in overeenstemming tot ecu voor allen rctvaardig resultaat te komen. 'l Welk doende A. H. VAN GLEEFF. Aan de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal. B Ij 1 a e A. Am kr.-poort, 10 November 1869. Ezcellentie Geelt met verschuldigden eerbied te kennen A. van Clee/f hoofdredacteur en uilgever der Amersloorlsche Courant In de laatste 3a 4 maanden behelzen een groot o,!al x,.derl>iuiielw oonraiii. il hmdtrclrn i tluaenilm advertentiën uit Diiitschland, vallende in de termen vat» »rt. 4 van het besluit van 22 Julij 1814, waarbij tie o (iridium; »'i ■amnion .«rlmden en slull'." isi ltr»i|l •elt» de Sinitr RMrrd.mteltt Courant openlijk licell graamnd couranten lerens préciserende de dstoins. wasrlo igicb dergelijke ndrerleilliiiü beriudcu. aanden. D> prijs dar A iverientiën van I tot 6 rebels Cents, elke teo. Bestellingen bij den Uit*. .4. II. ran Clee/fte Amersfoort, •de bij alle Boekhandelaren en Po«t-l)irrclearen in het Rijk. Vooral in de laatste weken beeft bet adverteren daarvan kolossale verhoudingen aangenomen. Bij de bevoeude justitie-autoriteiten om'rent de opneming dezer adverteniifen informerende werd mij le kennen gegeven, dal z(j zijn aankondigingen van loterijspel uit den vreemde, hier le lande verboden. Zoo ontwaren dan reeds maanden achtereen diverse couranners en ik dag na dag honderden dezer adverlentic-n in eene menigte couranten, ter wijl zjj en ik onze advertentie-orders ongeëff-ctueerd lateo omdat wjj ons buigen «oor de wel die de opneming verbiedt en strafbaar stelt. Derhalve geef ik Uwe Ezcellentie eerbiedig in overwegiog: of in een land als Nederland alwaar op regt voor allen wordt geboogd naar den geest van art. 4 der Grondwet, deze toestand nog langer zal mogen voortduren Bij on fst en ten is van een journalisten ter bondnf van eene journalisten-vereeniginggemandateerd om openlijk voor de regten van allen le kunnen optreden, gevoelde ik mij eindelijk onwederstaanbaar genoopt uit pliglhesef deze regi-lsm tot Uwe Excel lentie te riglen mij voorspiegelende dal zij door Uwe Excellentie en door mijne collega's met wel willendheid begroet en beoordeeld zullen worden. 'i Welk doende Aan A. H. VAN CI.EEFF. Zijne Excellentie den lleere Minister ran Justitie van bel Koningrijk der Nederlanden le 's GIIA V E>HAG F.. B ij 1 a ff e B. Het Algem. Handelsblad van l i Nov. jl. behelst: Door den hoofdredr. cn uiig. van de Amersf. Ct. den Heer A. H. v. C is de aandacht van den Minister van Justitie gevestigd op de omstandigheid dat in den jongsten tijd in vele dagbladen advertentiën worden opgenomen, vallende in de termen van art. 4 van het besluit van 22 Julij 1814, waarbij de op neming van aankondigingen van vreemde loterijen verboden en strafbaar is gesteld De adressant geeft derhalve den Minister eprbicdig in overwegingof in een land. als Nederland, alwaar op regt voor allen wordt geboogd naar den geest van art. 4 der Grondwetdeze toestand nog langer zal mogen voort»! uren Indien wij de bedoeling van den Heer van C. wel begrijpen verlangt hij dus, dat legen bedoelde bladen eene vervolging worde ingesteld of een besluit vcr- schijne, waarbij ook aan de voorzigtigen uitdrukkelijk de vrijheid wordt gegunddie minder voorzigtigen hebben genomen. Onzes inziens had de, a»lressant beier getiaan door eenvoudig en duidelijk intrekking te vragen van bedoeld besluit. AVaarom intrekking 1 Omdat het dc dagbladendie de wet naleven berooft van inkomsten, die hun anders zouden ten deel vallen Zeer zeker niet. Wat bet zwaarste is zou ook bier bet zwaarste moeten wegen. Maar het verbod is tegen net publiek belang en door de dagbladen kwalijk na te leven. Wat het laatste betreft, doorgaans zijn die adver tentiën zóó ingprigldat men onmogelijk zien kan of zij eene geoorloofde aankondiging bevatten of niet. Wij zei ven die anders deze advertentiën zeer gestren- gclijk weren hebben er ons soms door laten bedriegen. De vraag namelijk of de aankondiging betreft eene gewone slaalspreinieleening dan wel cenc loterij op eene enkele trekking van zoodanige lecningkan doorgaans slechts worden beslist, wanneer incn juist weet, boe groot de waarde is van de originele aaudeelen De prijsin de advertentie genoemdwijst dan natuurlijk uil, of men met originele aaudeelen le doen heeft, of met eene loterij op aandcelen. Maar de keuniswelke daartoe gevorderd wordtis van de administratie van een blad niet altijd le vergen en zelfs in sommige gevallen, niet te verkrijgen. Ook al ware dit echter wel het geval dan nog zou het niet in bel algemeen belang zijn, die advertentiën te weren. Doorgaans zijn deze aankondigingen zeer misleidend en behoort hel publiek daartegen te worden gewaar schuwd. Dit nu zou natuurlijk onnoodig zijn, wanneer deze schitterende beloften alleen langs den weg der dagbladen onder de oogen van het publiek kwamen. Men weet echter dat dit niet het geval is Zij worden toch verspreid maar komen dan doorgaans alleen in handen van onkundigen. Zoodra echter de aankondi gingen verschijnen in de dagbladen is meestal een of ander zaakkundige in staat het bedriegelijke dier mededcclingcn te doen uitkomen. Om deze redenendie nog met andere zouden kunnen worden vermeerderd zouden wij den Minister dringend in bedenking geven, om de intrekking voor te dragen van het besluit, dat ook voor het overige volstrekt niet meer past in onzen tijd. BU lage C. Amersfoort 14 November 1869. Aan de geachte Redactie van het Algemeen llandel'blad. Ofschoon mijn adres aan den Min. van Justitie wegens de Doilsche lolerij-advertentiën beknopt was, is door U slechts een klein uittreksel daarvan geplaatst, waarvoor ik U desniettemin welmeenenden dank betuig. Over het door mij geschrevene te oordeelenlag geheel in Uwen weg; doch minder, naar mijne bedoeling vor- scbendede uitvloeisels van dat vorschen bloot tc leggen. Dóórom ben ik verpligl tot de vriendelijke opmerking dat mijne bedoeling door U niet is begrepen. Evenmin vervolgingen van, als vrijbrieven voor cou ranten werden beoogd. Mijne óedoeling was eenvoudig: op de aangelegenheid openlijk de aandacht te vestigen van den Minister, van het publiek, en voornamelijk van de pers cn, polemiek over het onderwerp daaruit vloeijende. bet doel te bereiken: dat in de aangele genheid verbetering komt. Wijders achtte ik het min gepast in mijn adres den Minister advies te geven, of aantewijzen wat Z. Exc. te doen beeft, en te minder omdat ik niet^totjle verhevene wereld der Akademisten behoor. Gij zegt dat ik beter had gedaanom in mijn adres intrekking van het besluit te vragen." Vergun mij U deswegeus in bedenking te geven of eene wijziging van het besluit, welligt niet verkieslijker zou zijn dan eene intrekking? Buitendien, hetgeen Gij beter oordeelt, is voor mij niets nieuws; immers reeds in No. 1116 der Amersf. Courant van ii October jl schreef ik: «liet besluit is eigenlijk totaal verouderd, «want de builenlandsche leeningen van lateren tijd, «zijn grootendeels premiën-lolcrijen gewordeD. Het besluit strookt niet meer met den geest des tijds hel beeft eigenlijk min of meer uitgediendzoodat «radicale wijziging daarvan wenscbeiijk is, ook omdat «bel in zekeren zin door individuêele of politieke tendentie wel eenigszins de vrijheid van drukpers «illusoir kan maken." Het verheugt mij en ik offer er U mijnen innigen dank voor dat gij vervolgens uitmuntend en meesterlijk bet fond der zaak hebt behandeld. Reeds dal is voor mij een schoone triomf; dat lag in mijne óedoeling geweven; en hoe ook de pers mijn adres moge martelen terwijl daarin pligtbesef mijn drijfveer was ik glorifteer iu het resultaat dat de Redactie van het meest gelezen Nederlandsche blad dc zaak en daarom was bet mij te doen zoo uitnemend voor het tribunaal der publieke opinie heeft bepleit. Moge het doei worden bereikt, is de wensch van hem, die zich de eer schenkt, met verschuldigde en bij zondere hoogaenting te zijn Uw Dienstwillige, A. H. VAN CLEEFF INGEZONDEN. Verplicht Onderwijs. Het volkomen eens zijnde met den beer N. N. dat het nuttig is belangrjjke maatschappelijk tr«Hg- slukkeu, zooals bel verplicht onderwijs, le bespreken, neem ik de vryheid bet volgende naar aauleidiug van zijn stukje in hel vorig nummer der Amersf Courant, op le meiken. Hel zal moeilijk zjjo dat de lieer N. N. en ik hel eens worden daar volgens hem hel wate terrein vau den sirjjd hel recht van den staat is oin zijne onderdanen te verplichten hunnen kinderen te doen onderwijzen, terwijl fiqt oaar mijn inzien de praktische moeilijkheid' is. Ver ondersteld, dal teder van ous liet op zijn .standpunt hjj eeue discussie wiutdan zijn wjj nog utcl verder. De redenwaarom ik de rechtskwestie liever laat rusten, is, dal dit punt sedert een jaar of zeven stil slaat. Na het verschijnen' van: De l'cnseignemcnt obligatoire. Discussion enire M. G.de Molinari et M. F. Passyziet men dat die lleereu geregeld geplunderd wordenzonder dut er 'tets nieuws aan 'l licht wordt gebrachthelzff voor of Icgcu het recht vau den staat. Ik geloof dus ook

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1869 | | pagina 1