Dingsdag 5 December 1871.
M 1938.
UIDISFnnTSGlII EHMNT.
Uit bind *er»ebijnt de» Maandags en Donderdags Woods. Abonnementsprijs 1.15 per 3 maanden. Prij» der Adverteotiën van 1 (ot 6 regel» 60 Cu ;clke regel meerder 10CU;
legale en officiëele Adverteotiën per regel 15 Ct». Reclame# per regel 20 cent», 4fs. nummert 5 eent» dubbele grootte 10 cent». Bettellingen bij den Uitg. .4. H. tan Cleeffte
Amersfoort Bureau dmersfoortsohe Courant. I<ange»traat. Wijt F, N° 43, over de Oude Vischmarkt en bij alle Boekhandelaren en Po»tdirectearen in het Rijk. Brieven franco.
Politieke Revue.
Onder het publiek in Belgie wordt de vraag
gedaan, waarom het Belgische Gouvernement nagelaten
heeft zich tot de Fransche overheden te wenden om bezit
of kennisneming der stukken Langrand. De Moniltur
Beige, het officieele regeringsblad, antwoordt daarop,
dat hel Belgische Gouvernement geen regt heeft om
zoodanig aanzoek bij Buitenlandsche Regeringen te
doen.
De Belgische President Minister heeft in de Kamer
verklaard, dat het Ministerie niet aftreedt zoolang het
de meerderheid van de Kamer heeft.
Aan 't hoofd der Gentsche deputatie, 500 man tel
lende. die te Brussel kwam om Bara hulde te brengen
voor zijn stouten aanval op het Ministeriebevond
zich de Burgemeester van Gent.
Onder het hoerah! der Brusselsche bevolking trok
de atoet, te Brussel aangekomen, naar het holal-Bora
en daar overhandigde de Burgemeester van Gent den
volksvertegenwoordiger het adres der Gentsche liberale
Vereeniging, 't welk hem haar dank toebragt voor zijn
moedig parlementair gedrag.
De heer de Decker vroeg op de volgende wijze aan
den Minister van Binnenlandsche Zaken ontslag als
gouverneur van Limburg:
Ik verzoek u om den Koning een voorstel te doen
tot het aannemen van mijn ontslag uit de betrekking
van gouverneur der provincie Limburg, die het Zijne
Majesteit behaagd heeft bij zijn besluit van 11 Octo
ber jl. mij op te dragen.
Ik begrijp al het gewigtige van dezen stap.
lk beken dat er voor mijn gevoel, bij den eersten
aanblik, iets stuitends ligt in de gedachte, dat ik
schijn te wyken voor beschuldigingen van des te ha
telijker aarddaar zij zijn te berde gekomen in het
Parlementalwaar ik mij niet kon verdedigen en het
welk in strijd met al de begrippen van constitutioneel
regtin een geregtsbof is veranderd en zulks terwijl
de regterlijke overheid sedert twee jaren met een
omslagtig onderzoek van Langrand"t zaken bezig is.
«Dat is voor mijn gevoel te meer stuitend, daar,
juistterwijl de procureur-generaal officieel verklaarde
geene aankïagt tegen inij te hebbende heer Bara
mij eigenmagtig als een aangeklaagde heeft durven
behandelen en daar een gewezen Ministerzonder
de beslissing der eeniglijk bevoegde magt af te wachten
de hartstogten der volksmenigte opruit tegen een
gewezen ambtgenootdie door alle partijen werd en
dit durf ik zeggen nog wordt vereerd met hare
toegenegenheid wegens dc onbetwistbare rcgtschapen-
heid zijns karakters.
Op den mij toevertrouwden post te blijven was
dan ook de eerste gedachte welke onder den indruk
van die voorvallen bij mij opkwam.
Doch mijn benoeming heeft gediend tot voorwend
sel voor eene opschudding, die in aller oogen in de
daad geene andere reden heeft dan den wensch, om
een wettelijk door 's Lands ware vertegenwoordiging
geschraagd Ministerie revolutionair omver te werpen
door zulk eene «bliksemsnel verpletterende beweging
der gemoederen" als er helaas geen in de Historie
voorkomen.
Mij* ontslag kan dienstig zijn, om de hartstogten
tot bedaring te brengen en om de vooroordeelen te
doen verdwijnen. Dal zoo zijndekan ik niet voort
gaan mij te belasten met de verantwoordelijkheid voor
een staat van zaken, waarin ik, integendeel, tot ver
mindering der spanning behoor bij te dragen.
Ik kwijt mij mits dezen eerlijk van een pligt om
den wille des Vaderlandshetwelk ik altijd lief heb
gehad, en om den wille onzer slaatsinstelingen, welke
moeten worden behoed tegen den verderfelijken invloed
van gebeurtenissen waardoor haar geest gekrenkt en
hare regelmatige werking gestoord wordt.
Terwijl ik mijne openbare ambtsbetrekking neder-
leg, wacht ik kalm en gerust de beslissing van de
regtvaardigheid mijns Lands af.
Mijn gemoed is met hoon en laster gedrenkt, doch
het zal zich niet in slingering noch in verbittering
laten brengen."
Omtrent de executie van Bottel, Ferré en Bourgeoit
wordt hel volgende gemeid
Bourgeoit vernam, of liever, begreep het eerst zijn
vonnis toen hij naar eene andere gevangenis werd
overgebragt. Hij behield zijne kalmte.
Bottel sliep rustig in zijn cel, toen zijn verdediger,
de heer Albert Joly, hem wekte.
Terstond begreep Bostel het doel van diens vroeg
tijdig bezoek. «Dus is het van daag?" vroeg hij.
«Helaas, ja, mijn vriend," antwoordde de advocaat.
«Welnu! indien het dan zoo wezen moet, zeide
Bottel, de oogen ten hemel slaande. Hij zag toen
dgp directeur aan en vervolgde: «Laat mij een
oogenblik tot mij zeiven komen, dan ben ik ter uwer
beschikking. Kan ik een oogenblik alleen blijven?""
Het scheen, dat men vréesde, dat Bottel zich van
het leven zou berooven. Dit bemerkte hij cn hij zeide
tot den directeur: «Als ik een zelfmoord had willen
plegen, had ik dit kunnen doen. Neem dit stuk glas
en ook dezen koperen haan. Wees verzekerddat ik
op helderlichten dag weet te sterven."
De directeur merkte op dat hij zich moest kleeden
en niet alleen kon blijvenwaarop Bostel gehoor
zaamde. Vijf minuten later was hij in een grijs ge
waad gekleed, waarover hij een donkeren overjas
aantrok. Op dat oogenblik zich omkeerendezag hij
Jolydie zeer aangedaan was. Hij wierp zich in diens
armen met de woorden: «Vergeef mij, mijn vriend,
dat ik u zulk eene treurige zaak heb opgedragen en
bid voor mij."
Daarop verscheen de Protestantsche predikant, met
wien hij vóór het bed nederknielde en bad.
Ferri was bijna gelijktijdig met Bottel gewaar
schuwd. Hij sprong terstond uit zijn bed en was nog
half naakt, toen de abt Follel bij hem kwam. «Ik
kom u den laatsten troost brengen", zeide deze. Kunt
gij mij aanhooren?"
Zeker", zeide Ferré, maar zoo aanstondswij
hebben geen haast. Laat ik mg aankleeden."
En met onverstoorbare kalmte stak de ex gedele
geerde der openbare veiligheid een sigaar op en begon
een toilet te maken met zooveel zorg, dat er een half
uur mede heenging. Hij praatte met de bewakers
bood hun de sigaren aan, die hij toch geen tijd meer
had te rooken, zooals hij zeide, en was meer met
zich zelf ingenomen dan ooit. Zyne aandoening verried
zich slechts door het nn en dan trillen van zijne
oogleden en zijne afgebroken woorden zonder samen
hang tot hendie hem met schrik en afkeer
aanzagen.
Bourgeoit had wijn gevraagd en, alleen in zijne cel,
dronk en rookte hij.
De dag begon aan te breken; het was zes ure; een
escadron kurassiers en dragonders vatte post vóór de
gevangenis; daarna kwamen drie ambulanccwagens,
begeleid door gendarmen, die de veroordeelden naar
de strafplaats zouden brengen, waar, behalve cenige
soldaten, een zestal soldaten-journalisten waren. Ten
half zeven ure steeg Bostel in het rijtuig; zijne ge
ketende regterhand werd vastgehouden door een gen
darme; naast hem ging de predikant Pasta.
Bostel had zijn lorgnet voor de oogen en trachtte
dezen of genen te herkennen. Op hem volgde Bour
geoit, die zijn kepi op het eene oor droeg, met een
sigaar in den mond; naar den abt Follel luisterde hij
niet eens.
Daarna kwam Ferré, zonder geestelijke. Hij ging
tusschen twee gendarmen. Hij was geheel in het
zwart en droeg een misvormden hoed, die zijn gelaat
nog afzigtelijker maakte.
Bij de heuvels, waar de militaire magt, reeds ten
zes ure geschaard stond zag men drie piketten elk
op 20 ellen afstands van elkaar. Kwart over zevenen
versehenen de drie veroordeelden. Alle drie stegen
met vasten tred uil de rijtuigen en naderdenonder
het aanhoudend roffelen der trom de piketten. Bottel
werd links, tegenover twaalf soldalen uit zijn rege-
ment geplaatstBourgeois stond in het midden
tegenover zijne voormalige krijgsmakkers van het
45sle linieregement. Ferré nam de derde plaats in
Rondom de heuvels stonden 6000 man geschaard.
Het was doodstil. Men hoorde slechts de slem van
den griffier die het vonnis laswaarnaar Bottel en
Bourgeoit niet luisterden terwijl Ferré zijn sigaar
bleef rooken.
Eindelijk is de lezing geëindigd. Ferré plaatst zich
kaarsregt tegen de paaleene theatrale houding aan
nemende en schijnt verwonderddat men nog niet
met hem gerecu is. Hij vraagt of hij zelf vuur mag
commanderenwat hem geweigerd wordt. Daarop
verzoekt bij den griffier den commandant X te halen
een zijner vriendendien hij de hand wil drukken.
Een hoofdofficier komt naar hem toe, en zegt dat
hij de marteling der twee andere veroordeelden ver
lengt door zijn leven eenige oogenblikken te rekken.
Bottel neemt daarop een plotseling besluitwerpt
zijn overjas en hoed neder en laat zich blinddoeken.
De luitenants der verschillende pelotons comman
deren vuuren aan het regt is voldaan.
Bottel had den leeftijd van 27 jaren bereikt.
Wederlegging der aanmerkingen op onze
recensie van bet concert der Muziek-
vereeniging Jnbal.
Vermits veel onredelijks is aangemerkt ten opzigte der
recensie van het jongste concert der Muziekvereeniging
Jubalvoorkomende in N*. 1935 van 24 Nov. jl.
zoo zal het welligt niet ondoelmatig worden geacht
dat daarover, by uitzondering, thans hier iets volgt.
In den regel let de Amertf. Ct. niet op hetgeen niet
aan haar wordt aangeboden ter opneming tegen hare
stukken of inhoudhebbende zij dit nooit geweigerd
le plaatsen. De afwijking van dien regel geschiedt
thans voornamelijk om verdenking of beschuldiging
aftcwcntelen dat zij discussie schuwt. Zonder dèt zou
hel debat gesloten worden geacht.
Doorslaande bewijzen van onkunde in de muziek
werden niet geleverd door eene schrijffoutwaardoor
de benaming van een muziekstuk onjuist werd ver
meld ook als gevolg van het eclipseren van twee
muzieknummers op het concert. Maar van die schrijffout
wordt als stormram tegen de recensie der Amertf. Ct.
partij getrokkenofschoon de bestormers reeds in
N*. 1936 van 28 Nov. jl. die schrijffout hersteld
zagenmaar deze wilden ignoreren ten einde ddarvan
hun eenige stormram op onkunde in de muzieK te
kunnen vormen want andere bewijzen der bedoelde
onkunde zijn door hen niet aangevoerd.
Van kundige stadgenooten, die aan anderen het woord
onkunde in de muziek toevoegenraogt worden ver
wacht: dat zij daarvoor tleekhoudender bewijzen dan
eene schrijffout zouden aanvoeren.
Overigens is reeds in N®. 1936 gezegd dat de
recensie was gecompileerd en geredigeerd naar de
opgaven van verschillende beoordeelaars *en deze be
zitten daartoe voldoende kunde in de muziek.
Het zangkoor van Jubal, hetwelk zich mede loffelijk
van zijne taak kweet, is niet genoemd, omdat het ook
op het programma niet bij naam voorkwam en de
zangers geen onderscheidingsteekenen droegen; zoodat,
ook ietwat gemakshalveen zonder de minste bijzondere
intentie—in de recensie de zangers bijeengetrokken zijn
onder de Amertfoorttche Liedertafel die, wegens haar
langdurig bestaan onder allerhande lotswisselingen,
haar vaandel in eere opgehouden hebbenderegt
heeft te worden gerespecteerd en door hare aanslui
ting bij Jubal bewezen heeft veel veil te hebben uit
liefde voor de toonkunst.
'l Is sterk gezochtals zon in de recensie bedoeld
zijn iemandwien ook te benadeelen en is in het
opvolgend courantnummer blijk van onpartijdigheid
gegeven door woordelijke opneming van een ingezonden
stuk, waarin de leiding van een ander zangkoor, onder
denzelfden directeur, ten zeerste werd geprezen. Dat
de Amertf CL niemand wil benadeelen bleek nog
onlangs toen, zooals aan twee bekwame stadgenooten
bekend is, de opneming werd geweigerd van een
ingezonden stuk waarin (niet voldoende gelet zijnde
op locale toestanden) een braaf en werkzaam man
cn een ander verdienstelijk mensch in hunne belangen
en werkkring werden benadeeld en aangetast.
De Amertf Ct. heeft herhaaldelijk scherpe inter
pellation verduurd, omdat zjj in hare recension de
uitvoeringen van Jubal c. a. te veel prees volgens bet
oordeel der interpellanten, al begrepen zij van welke
zijde deze recensien afkomstig waren. Doch nu omtrent
het jongste Juin/concert niet zóó is geprezenwordt
de Amertf Ct. zelfs meer dan gelaakt, in de eerste
plaats van de zyde die uil overdreven voorliefde voor
den protégé, niet voldoende op diens, ook sociale fouten
let; wordt alléén déórom dc courant meer dan gelaakt
van die zijde waartegen wij persoonlijk niets misdeden,
waarmede wij vele jaren in wederkeerig welwillend
contact stonden en waarin het ouderwerpelijk incident
dat wij gaarne willen vergeten, bij verstandig nadenken
geen inbreuk dient te maken.
Gulweg erkennen wij dat voormelde directeur veel