de lans van Achilles, alle wonden heelende die
na de commune, n«i de brandstichting,
herhalen zij dit alles nog!
Begeeftu te midden van hen, en als gij dit
alles hoort, meent dan niet dat het schurken
zijn die aldus spreken. Neen, hel zijn de fat
soenlijkste menschen van de wereld, maar die
inderdaad geschapen schijnen te zijn om de
churken te dienen en de zaken van
deze tc doen.
Zonder hen waren deschurken
verloren. De publieke consciëntie zou,
zonder de ideologengeene dwaze illusicn meer
koesterenen zich met walging van de moor-
denaars en brandstichters afwenden. Men zou
ter linkerzijde de kwalijkgczindcnter regter-
zijdc de goedgezinden aanschouwen.
Maar ongelukkigerwijs rcikeu zij elkaar de
hand en vormen zij een keten van vele schal
men. Eerst hebt ge hen die Parijs in brand
gestoken en de gijzelaars vermoord hebben;
daarbij sluiten zij zich aan die slechts de
Vendóme-zuil omwierpen en op onze troepen
schoten; dan volgen zij, die maar slechts een
dag of wat deelgenoot der commune wilden
zijn; dan ontmoeten wij hen, die verklaarden
dat zij tusschen de commune en Versailles noch
ter cene noch tei andere zijde overhelden
daarop volgen onze ministers onze gezanten
die wel met het oproer van 4 September wil
den meegaan, maar niet met dat van 18 Maart
en zoo den keten volgendekomen wij aan
de afgevaardigden die het linker-centrum vor
men dan de liberalendan de liberatersen
eindelijkhand aan hand tot hen die noch
eerbied voor Godvoor dc wetvoor het regt
hebben.
«Maar ik herhaal, zij allen vormen ecne
keten, en zeg mij waar de eerlijke lieden
eindigen, waar de andere beginnenl Ach ware
er een klove tuschen beide! maar neen, helaas!
Ware het zoo, de strijd zou beslist kunnen
worden; beide legers zouden zich met elkander
kunnen meten! Maar in plaats van twee vij
andelijke kampen, aanschouwen wij eene door-
eenwoelendc massagedreven wordende her- en
derwaarts door allerlei stroomingen, nu door de
eerzucht van dezendan door de hartstogten
van genen en de droomerijen van anderen.
«Om te strijden, moeten wij geloof en hoop
hebben in de zaak die wij voorstaan; maar ik
beken, dat ik mijn ijvervuur met den dag veel
voel verzwakken. Het kamp waartoe ik behoor
is niet geschikt om mijnen moed te verhoogen.
Is het wel een kamp? Is het een leger? Is het
niet veeleer een chaos? Heerscht er niet zoodanige
verwarring, dat wij onze vijanden meenende
te treilen, meestal ons zei ven raken
Gewis, de partij der orde is te verdeeld, te
verblind, te onmagtig; en als ik de revolulion-
nairen gadeslamerk ik zooveel kracht op
zooveel stoutmoedigheid, zooveel eenheid, dat
ik onwillekeurig uitroep; «zij ten minste welen
wat zij willen
»Gij zult mij antwoorden, dal hunne gelederen
vol zijn van moordenaars en brandstichters.
Wat doet het er toe in een lijdwaarin regt
noch wet bestaat? Ik herhaal u: zij zijn mannen
die handelen; zij zijn vol ijver, en waarlijk
niel zonder verstand. Immers, zij bedriegen zich
niet, noch in hunne theorie, noch in hunne
praclijk. Gij zult nooit van hen een woord
hooren, dat koren op den molen huuncr tegen
standers is.
«Neen, zeker instinct geleidt hen; zij leggen
zich niel toe op mooijc tedeneringen, zij be
kreunen zich niet om consequentie zij zijn
ontbloot van schaamtezij houden slechts in
het oog wat hel best maatschappij, godsdienst,
eigendom en gezin kan doen ineenstorten, cn
zonder rust of duur cischcn zij dat, streven
zij dat na, en trekken zij van alles partij wal
hun ter bereiking van dat doel kan dienen.
«Nooit heb ik mij zoo ontmoedigd gevoeld
als toen ik den laasten keer van Versailles te
rugkwam. Ik had gehoopt mannen te ontmoe
ten, gereed de maatschappij te verdedigen,
cn ik vond
Legitimisten, redevoerende over den heili
gen Lodcwijk, het droit dii'in, de deugden cn
voortreffelijke eigenschappen van hunnen prins
en ik heb bun toegeroepen: «alles goed en wel
maar gij zult verzwolgen worden I"
«Liberalen van 1830, die het heil der con-
alilutionnelc regering, der vrijheid, der gema
tigdheid, der lankmoedigheid roemden, en ik
heb hun toegeroepen: «uitmuntend, maar gij
zult verzwolgen worden
«Verder vond ik fatsoenlijke democraten,
industriëlen neringdoenden vol edelmoedige
gevoelens die nu de noodzakelijkheid betoogden
van terugkeer naar Parijs amnestie, apaisement
en die, per eind en slot te midden van hunne
vertoogen «zullen verzwolgen worden 1"
«En op den achtergrond ontmoette ik dc
revolutiemannen, in linn vuistje lngchcnde bij
al die mooijc vertoogen.
«Toen riep ik uit: Maar ziet gij hén dan
niet? Gij zijt dwazen, met al uwe vrijheid,
uwe lankmoedigheid, uwe amnestie gij *'Jl
droomers! Uwe beginselen mogen bewonderens
waardig zijn, maar, vóór alles: behouden wij
wat nog te behouden is, wij moeten ons ver
dedigen.
«Maar, helaas! er is niets aan te doener
is niets te hopen, Wijs hun den naderenden
vijand, toon hun het dreigende gevaar, -
vergeefs; van hunne droomergen vervuld,
wawelen zij vooit. Doch tot de laatste ure zal
ik hun het delenda Cylhago toeroepen"....
l'olilieko Heme.
De Engclschc Minister van Oorlog heeft on
langs in 't openbaar gezegd dat de tioon in
Engeland vaster staat dan ooit en dat de staats
instellingen aldani op een rotsgrond zijn gevestigd.
Iiij gat die verklaringen met het oog op de
republikeinsche woelingen van den dag en
welligt ook gedachtig aan de groote bijeenkomst,
die onder leiding van Odger, Dilke enz. zal
worden gehouden.
Een dei conservatieve bladen geeft den wensclt
te kennen, dat men de idéés der republikeinen
niet moet trachten te verdrijven met scheld
woorden en steenworpen en hoopt dat op de
aangekondigde vergadering het blijken zal dat
ieder in Engeland het regt heeft van spreken.
Yautrinde concurrent van Victor Hugo voor
het lidmaatschap der Fransclic Nationale Ver
gadering, heeft eene politieke geloofsbelijdenis
publiek gemaakt, waarin hij zcide
Ik verfoei de Commune;
«Ik bemin Je Republiek; maar
boven alles stel ik het algemeen stemregt,
of de wil der Natie.
't Eerste heeft het getal zijner aanhangers
niet vermeerderd.
Hij had kunnen zwijgen, zegt men.
Hoeveel hebt gij ontvangen van de oorlogs
schatting, door Frankrijk reeds betaald? werd
door een Volksvertegenwoordiger aan de Beijer-
sche regering gevraagd.
't Antwoord was: ruim 23 millioen rijksdaal
ders, behalve nog elf millioen guldens van de
boete Parijs opgelegd.
Waarom gaf de Regering zelve deze mede-
deeling nietongevraagd1
Onze zeventigers zouden al lang hunne
echt finantieele neuzen in de schatkist gestoken
hebben cn daar hadden zij ook gelijk aan.
Lippe Detmold zit steeds zonder Landdag.
Dat is nietszegt de vorst Leopold maaf
er moet geld wezen voor dc staatshuishouding!
Geen nood geld gemaakt bij besluit!
En zoo deed zijne Hoogheid.
Hij decreteerde de belasting wordt geheven
en geïnd, zooals te doen in 1871 gebruikelijk
Nationaal politiek parlementair
pot-pourri.
De Heer tan Houten acht het goed en raadzaam
om in de Groninger Courant zijne amortisatie-
politiek op te helderen.
Wij gelooven dat hij daarin gelijk heeft.
De Heer van Houten is een man van studie
neemt in de Tweede Kamer een eigen standpunt
in en verkondigt er wat hij waar en goed meent
te zijn.
Dat is in beginsel goed, maar kan in de
praclijk kwaad zijn.
Do lieer ran Houten, zich het «oud zeggen"
herinnerende: *de waarheid ligt in ecne putwil
haar omhoog halen, maar, te haastig als hij
is, gebruikt hij ecne ketting die te kort blijkt.
De even voorzigtige als verstandige meet eerst
de diepte en neemt dao een ketting die geen
schakel te veel of' te weinig heeft.
Dc Heer ran Houten denkt te veel aan het
vita brevis en te weinig aan het ars longa. Hij
heeft cene toekomst zij kan zijn eene schit
terendemaar moet die niet te driftig willen
aanhalen", want zij is, op politiek lencin, eene
zustor van de fortuin, die ijverig gezocht wor
dende, vlugl; terwijl zjj, door 't venster klim
mende, een slaper liefkoost.
Hoe is het met den Heer Thorbecke?
Ieder Nederlander stelt belang in het antwoord
op die vraag, maar wie geeft het naar waar eid
De zoogenaamde giootc bladenzelfs die te
'sHage, schijnen het niet te weten.
Dagelijks gaven zij tot vervelens loe, een
ziekte-bulletin van den prins van Walesmaar
van den toestand van onzen President-Mi nisier
weten zij niets medctedeelen.
De Haagsche correspondent van de nieuwe
Oude Hottcrdamsche Courant heeft nopens den
zieke geen goede beriglen. Hij meent althans
te wetendat de Heer Thorleoke vooreerst de
tengels van het bestuur niet «eer in handen aal
kunnen nemen.
Of hij hier met droefheid leed-aanlegger is
weten wij niet.
Indien wij wel onderrigt zijn, dan neemt dc
zieke gaandeweg in beterschap toe en als hij zich
„iet overhaast om veel Ie werken, is dal meer
toeleachrijven aan lijnen geneesheer dan aan
hem zelven-
Zeker is het intusschendat er veel op licm
wacht.
Nog altijd is het oog des publieks op de
vacante porle-fcuillc van oorlog gevestigd.
De zoo even genoemde coirespondentdie te
'sHage woont, maar niel achter die schermen
kijkt, waar 't hem vergund moest zijn, te
kyken, nis hij 'l woord vraagt over kamer- en
kabinets-gcheiinen, verzekert maar driestweg dat
geen hoofdofficier zich wil lecnen om eene legcr-
organisatic bij de wetvoorledragen
Dat is eene bepaalde onjuistheid.
Men moet niet iels als waarheid verkondigen,
omdat men wenscht dat het waarheid mogtzyn.
Zoo vestigt uien zijne reputatie niet.
Ook zegt alweder dezelfde courant dat dc
Minister van Biiilenlandsche Zaken zal aftreden.
't Is mogelijk, maar dan hecht de Heer
Gericke meer gewicht nu aan de gezaul-kweslie
dan vroeger.
In alle gevalle zal hij, ontslag verzoekende,
andere redenen hebbendan die welke men
hem tot zoodanigen stap opdringt.
AMERSFOORT8 January 1872
Te Amersfoort waren in behandeling op Donder
dag 4 Januarij jl12 poklijders.
bijgekomen lot beden, 8 Jan. 12 uur 4
16
overleden2
hersteld8 10
In behandeling
Bij den Heer Burgemeester der gemeente
Amersfoort is van een ongenoemde, onder het
postmerk Amsterdamontvangen eene coupon
f 12,37} met het bijschrift: wegens nog aan de
gemeente Amersfoort verschuldigde gelden.
In ons vorig nummer hebben wij het antwoord
van den Minister van Binnenl. Zaken vermeld
op het adres van het Gemeentebestuur van
Amersfoorthoudende klagten tegen de tegen
woordige dienstregeling des Centraal-Spoorwegs,
en later vernamen wij dat ook de Kamer van
Koophandel en Fabrieken te Amersfoort mede
van gemelden Minister, op haar adres terzelfder
zake, een antwoord in denzelfden geest ont
ving, namelijk: dat de bezwaren dor kamer ook
hebben gegoldenmaar moesten wijken voor
overwegingen van anderen aard en hooger belang.
Gedurende het jaar 1871 zijn bij het RIJKS-
TELEGRAAFBUREAU te Amersfoort
verzonden 4799 telegrammen,
ontvangen 4768
Bijeen 9567
verzonden en ontvangen zijn
aldaar in 1870 8478
1869 7674
1868 6548
1867 ruim 3300
Woensdag avond 10 Januarij wordt, volgens
achterstaande advertentie in Amïcitia te Amcrs-
loort eene voorstelling gegeven door liet loo-
neclgczelschap onder directie van den Heer
Victor Driesienszullende door hem de hoofdrol
worden vervuld in liet drama Georges en Maurice
of de eer der familie, hetwelk le Amsterdam en
in andere groote sleden buitengewonen bijval
van het talrijk opgekomen publiek genoot. De
voorstelling wordt besloten door de kluchtige
vandcville Drie jongens van ie Brandspuit, en mag
men alzoo hopendat ook hier ter stede een
talrijk publiek bij deze tooneelvoorstelling zal
aanw'ezig zijn.
Donderdagavond e. k. zalin de vergadering
met damesvan de Afdeeling Amersfoort der
Maatsch, tot Nut van t Algemeende spreekbeurt
worden vervuld door den Heer Johan Gram
van 's Gravenhageen de bijdrage geschieden
door den WelEcrw. Heer Ds. W. J. Mantsen
te Amersfoort.
Door Hccren Regenten is tot moeder in het
geslicht de Both le Amersfoort benoemd de
weduwe A van Daal.
Te Wapserveen heeft zich een boeren
knecht door een hand gescholen! Hij* wil nu
een Groninger perfresser" gaan raadplegen.
Amstcrdamschc dames hebben 't plan te
Amsterdam eene cièclie op te rigten.
Te Wijk-bij-Duurstede door een corres
pondent de oude stad" der Batavieren g*.
noemd, is een rijkstelegraafkantoor geopeni