Zaturdag- 10
Februarij 1872.
Extra
COURANTMNMER.
M 19S8.
IMBISFIIlTSCll
Nederlandsche Cent ra a l-Spo on wig.
Vertrek van Amersfoort naar Utrecht
9.17, 1.42, 2.20, 8.06.
Vertrek van Amersfoort naar Zwolle
9.14, 2.5, 4.19, 8.25.
CIC1ANT.
Diligence-Diensten
Van Amersfoort naar Maanbergen
's morgens 6.45 op de eerste treinen
naar Arnhem, Utrecht, Amsterdam en
Rotterdam; en namiddag 4.30.
Van Amersfoort naar Barneveld
's avonds 8} na aank. der laatste trein
Dit blad vertchijnt Maandag en Donderdagavond. Abonnementsprijs per kwartaal f\.franco per post 1.15 l'rijs der Adterlentiën van 1 tot 6 regelt 60 CtS; elke regel
meerder 10 Cts; legale en ofliciëele Advertentie» per regel 15 Cu. Reclames per regel 20 cents. A/t. nummer» 5 cents; Bestellingen bij den Uitg. A. H. pom CUe/fte
Amersfoort Bureau dmeri/oortiche Courant. Langestraat, Wijk F, N°. 43, over de Qqdc Vischrnarkt en bij alle Roekhindelaren en Postdirecteuren in bet Rijk. -
AMERSFOORT, 10 Februarij 1872.
Tijdens het drukken van ons jongst nummer
liad de teregtzitting omtrent onderstaande zaak
plaats, zoodat wij ons toen moesten bepalen tot
de mededeeling der conclusie van het Openb.
Ministerie. Hier volgt het regelmatig, geresumeerd
verslag.
Ter zitting van Donderdag jl. der Arrondis-
sements-Regtbank te AmersfoortVoorzitter
de EdelAchtbare Heer Mr. A. R. van Bel
werd, zooals wij reeds verleden week met een
enkel woord hebben gemeldbehandeld de
zaak van den Heer Joh. G. Andriettcndrukker
en uitgever van 'tWeekbl. van Wijkbij Duur
stede. Aanleiding tot die vervolging gaf eene
in bedoeld weekblad voorkomende advertentie
van den navolgenden inhoud
Een raar geval niet waar Ko?
Tcis tol lid van den gemeenteraad gekozen
de lieer brievenbaasex-gemeente
ontvanger.
Als een bewijs welk belang een aantal kiezers
in het welvaren hunner gemeente stellen, moet
men weten om welke oorzaak de heer
gedwongen werd zijn ontslag als gemeente
ontvanger aan te vragen, namenlijk door een
aanmerkelijk te kort in de gemeentekas. Zijne
geleerdheid schijnt zich vooral in zijn achterste
gedeelte te openbarenhetgeen blijkt uit het
zeer beleefde antwoord, dat hij den voorzitter
van het stembureau gaf, toen Z. E. A. hem
opmerkzaam maakte, dat er personen in de
gemeente woonachtig zijn, die aenzelfden naam
dragen, hierop was het fatsoenlijk antwoord van
het edelachtbaar lid: «dat weet mijn k... ook
wel."
Het ware te wensehen dat personen, wien de
gelden der gemeente niet meer kunnen toever
trouwd worden, of zich aan oplichterij hebben
schuldig gemaakt, ook uit 's Rijks betrekkingen
werden ontslagen.
De Heer Verhaar, lid van den raad der ge
meente Langbroekbad zich die advertentie
aangetrokken en op dien grond eene klagte
wegens laster ingediend. Behalve deze getuige
werden nog eenige getuigeneveneens raads
leden, gehoord.
Uit die verklaringen blijktdat Verhaar
werkelijk was geweest gemeente-ontvanger, doch
als zoodanig zijn ontslag had genomen. Over
de reden van dat ontslag werden verschillende
opgaven gedaan. Sommigen verklaarden dat
werkelijk de gemeentekas niet op de eerste
aanvrage in behoorlijke orde was opgeleverd.
Anderen zeiden dat tot dekking van het te kort
geld was opgenomen en over de rente geschil
was gerezen. Toen de advertentie verscheen
was men evenmin eenstemmig over den be
doelden persoon. Twee getuigen lieten zich zeer
onbestemd uitverklarendedat eerst toen over
de zaak gesproken werdhun vermoeden werd
opgewekt dat Verhaar bedoeld kon zijn. Deze
had intusschen toen hem den schrijver bekend
werddezen voorstellen tot schikking gedaan
het On. Ministerie aangeschreven dc vervolging
te staken, f5000.— tot herstel van eer gc-
elscht. daarna ƒ1500.gevraagd, en toen dit
mislukte het Op. Ministerie aangezocht dc ver
volging met kracht voorttezettenen levens
den naam des schrijvers aan het Op. Ministerie
medegedeeld.
Naden afloop van het getuigenverhoor, bekwam
dé heer Jhr. Mr. M. W. C. dé Jongesubst.-officier
van justitiehet woord. ZEd.Achtb. ving zijne
rede aan met de opmerking dat het opnemen
van dergelijke vuilaardige stukken in de dagbladen
hoogst afkeurenswaardig was. De courant moest
gebezigd worden tot voertuig van verlichting
en niet om tweedragt te stichten. Daarna be
toogde het Op. Ministerie dat het materiëele
feitdoor een dagblad dat algemeen verspreid
werd was gepleegd dat de persoon genoegzaam
was aangeduid door den voornaam en de kwa
liteiten dat de strekking was lasterlijk en de
bedoeling boosaardig; en eindelijk dat de drukker
in deze de schuldige was. Op al die gronden
eiscble het Op. Ministerie veroordceling tot eene
cellulaire gevangenisstraf van 15 dagen cn
f 25 boete.
De Heer Mr. J. A. Levijadvocaat to Am
sterdam, beantwoordde het Op. Ministerie in
eene uitvoerige pleitrede. Pleiter ving aan met
zijnen dank te betuigen aan hel Op. Ministerie
ovér de ridderlijke wijze waarop de strijd werd
gevoerd. Immers was de aanklagt tegen den
schrijver ruiterlijk in het geding gebragt. Daar
door meende Pleiter dat deze beschcidene zaak
eene hoogst interessante regtsvraag opleverde.
Hij betwistte namelijk de ontvankelijkheid
van het Op. Ministerie in zijne vervolging tegen
den drukkeral had deze den naam des schrij
vers niet genoemdHet was genoeg dat die naam
bekend was om den drukker als hoofddader van
verantwoordelijkheid te ontheffen. Dit beginsel
betoogde Pleiter in den breede met aanvoering
van jurisprudentie en schrijvers. Wijders achtte
Pleiter hier de kenmerken van een delict niet
aanwezig. Hij meende in het stuk noch laster,
noch hoonnoch beleediging te zien. Er was
geen bepaalde aanwijzing en bij al hetgeen kier
plaats nad gegrepen was alleen het regl van
geoorloofde beoordeeling uitgeoefend. Pleiter
meende dat hier alleen was begaan eene zonde
tegen den goeden smaak en het kieschheidge-
voel. Vrij wat onwelvoegelijker echter had de
zich noemende belasterde gehandeld. Hij scheen
zich te verbeelden dat het Op. Min'slerie orders
van hem had te ontvangen. Pleiter was van
het tegendeel overtuigd. De Nederlandsche ma
gistratuur is niet de gehoorzame dienaresse van
eenig individu dat schachert met zijne eer en
speculatie-processen op het getouw zet, om bij
mislukking te trachten straf te verkrijgen.
Na re- en dupliek werd de zitting, die door
een zeer aanzienlijk publiek is bijgewoond, ge
sloten en de uitspraak bepaald op Donder
dag e. k.
NEDERLANDSCHE CBNTRAAL-SPOORWKfi.
Opbrengst over de haand Jamnarij
1872. 1871.
Reitigers25.079,79 f 25.756 62
Bagage726.19 744.10
Beslelgoederen3.219.04 6.013.21
Koopmansgoederen 4.033.76 12,934.32
Vee, paarden en rfjtuigen 4 672.23 3,036.83
Diversen743 40 895.21
38324.41 45 979.37
Opbrengst in Jaouar() 1872 f 38.324.41
1871 f 43 979.37
Mindere opbrengst over 4872 7.634.96
Per dag en per kilometer in Jan. 1872 f 12.24.
1871 14.68
Te Amersfoort waren in behandeling op Donder
dag 8 Februarij jl5 poklijders.
bijgekomen lot beden, 10 Feb. 12uor 0 a
5
overleden0
hersteld0 0
In behandeling 5
MARKTPRIJZEN tb AMERSFOORT.
AMERSFOORT Vrijdag 9 Februarij 1872.
Tarwe f 12.00 k f14 00 Rogge f7.30 k
f8.00 Boekweit f7.00 k <8.00 Boter
f 3-37» k f 1.50 per N. Eijeren 3* I 4
cent» Kaas fI fper It.
Aardappelen f 1.90 k f2.10.
Op ui tnoodiging der hoofd-commissie te Brielle,
heeft zich te Baarn eene sub-commissie vereenigd,
bestaande uit de Heeren Mr. J. H. M. baron
Mollerus van Westkerke, Burgemeester van Baarn
en Eemnes, C. P. Sander Af. Plegte en G, vem
Leersum.
Telegrammen.
NEW-YORK. 9 Februarij. Dc New-Vork Timet
zegt dat het thans duidelijk is, dat Engeland
en Amerika bij hunne opvatting over het iractaat
van Washington blijven volharden. De confe
rentie te Genève kan dus geen doel treilen
en dat is ontmoedigend voor de toekomstige
onderhandelingen. Dc quaestie omtrent de Ala-
bama-claim zal waarschijnlijk tot die geschillen
gerekend moeten wordendie den vrede be
dreigen.
Over 't algemeen achten de Amerikaansche
bladen den oorlog als onwaarschijnlijk. De Pre
sident is voor eene schikking. De New-York Herald
zegt dat de Memorie der Regeering niet als een
ultimatum is aangeboden. De conferentie te
Genève zal uitspraak doen.
VERSAILLES9 Februarij. Het denkbeeld
eener partieele vernieuwing der Nationale Ver
gadering wint blijkbaar veld in de kringen der
afgevaardigden.
LIJST VAN BRIEVEN aan personen geadresseerd
wier adres als onbekend is opgegeven verionden
onder het postmerk Amersfoort, gedurende de
1« helft der maand Jannarg 1872.
N*. namen der geadresseerden. **n
bestemming
1. L van ForthAmsterdam.
2. G. Hoogland
5. Jacob <to Jonker
4. Wede. Joost
5. H J. van Leeuwenberg Arnhem.
6. Helena van Appelen 's Gravenhage.
7. L. Winde
8. Wede. de VriesWageoingen.
Van het Hulpk. to Soest.
9. II. LansenAmersfoort.
10. Aletta Cornelisse(niet vermeld).
Rechthebbenden vervoegen tich aan het postkantoor
te Amersfoort.
Gedrukt ter Boek-, Kantoor- en Courantdrukkerij
van A. H. VAN CLEEFF. U Amersfoort.