1 t Te ont van de perceelen bij het kadaster bekend. eigenen ter grootte. grootte van als 1 TIN NANK VAN e a c d f a a 33 s g CJ s O) 9 GEMEENTE AMERSFOORT. 0 .6 82 bosch 0 81 56 D. 693 Johanna Maria Alyda van den Bergh 0 15 20 99 bouwland 0 76 83 i 694 idem o 05 idem 0 20 80 689 Gernt van den burg f z. o 04 99 idem 0 13 50 688 Hendrik Veldcrs 0 f2 29 idem 0 48 60 685'Carel Scheltus 0 13 54 bosch 0 36 20 684 fohanna Maria Alyda van den Bergh o 19 01 bouwland 0 50 30 t 681 idem o 03 63 bosch 0 05 70 680 idem 0 f 1 44 bouwland 0 22 50 677 Sastiaan Knoppers 0 23 80 bosch 0 23 80 676 idem 0 05 70 bouwland 0 05 70 673 idem o 02 27 idem 0 19 00 670 de Staatvruchtgeb. de Ned. Gentraalspoor- wegmaatschappij o 18 19 bosch 1 74 72 671 Cornelia Willemyna van Beek, huisvr. van Joh. Zanddijk 0 18 80 idem 0 18 80 669 idera 0 04 46 idem 0 04 46 666 idem O 02 30 weg 0 11 15 782 idem 0 02 30 idem 0 30 80 757jhr. J. G. Bosch van Drakestein. Behoort bij het Koninklijk besluit van den 10. Januari 1872, n°. 2. Mij bekend De Minister van Staat en van Binnenlandsche Zaken THORBECKE. Amersfoort, den 1. Maart 1872. De Burgemeester van Amersfoort, A. G. WIJERS. Kennisgevingen. De BURGEMEESTER cn WETHOUDERS van AMERSFOORT Brengen ter kent.» van ,1e belanghebbenden dat de l.j.ten de personen in dese gemeente bevoegd tot hel kleien van leden vooi de Tweede kamer der ataten-generaalde Provinciale staten en den Gemeenteraad, tijn vastgesteld, en beneven. die, behe rende de .ainen der personen, vrelke ingevolge art. 35 der wet van den 4 J tilI8o0 (Staatsblad No. 37) van gemelde lijsten atjn geschraptop heden aan de bergplaats bij het isadhuis lijn aangeplaktwelke lijsten gedurende veertien dagente rekenen van heden, alle werkdagen van 10 tot 1 uur, op de Secretarie deaer gemeente voor eenieder ter inaage liggen. Amersfoort, den 9. Maart 1872. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester De SecretarisA. G. WIJERS. W. L. SCHELTUS. De BURGEMEESTER e» WETHOUDERS va» AMERSFOORT Gesien de aanschrijving van den heer Commissaris des Konings in de proviocie Utrecht, dd. 29 Eebruari 1872, N\ 1 Az. (Provinciaalblad N'. 31), en art. 228 der gemeentewet; Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat ingevolge de wet van 8 November 1815 (Staatsblad N°. 51), alle vorderingen ten laste van het Rijk over hel jaar 1871, vóór den 1. Juli e. k. moeten worden ingediend bij de autoriteiten door wie de bevelen tol het doen van leveranticn zijn gegeven; en dat de belanghebbenden, die hiertoe van de tusc-dienkomst des gemeentebestuurs wenscben gebruik te maken hunne declaratiën vóór den 30. Juni aanslaande, ter Secretarie behooren inteleverenterwijl voorts in herinnering wordt gebrachtdat de vorderingen over 1871, ten laste dezer gemeente, vóór laatstgemeld tijdstip ter Secretarie moeten zijn ingediend. Amvrs/oortden 11. Maart 1872. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester De Secretaris, A. G. WIJERS. W. L. SCHELTUS. SUB COMMISSIE voor de feestviering enz. te Brielle. Ontvangen voor het ASYL bij Mr. A G. WIJERS van A. H. v. C. fl.—M. W., Mz. ƒ2.— B. E. H. ƒ5.- bij P. METHORST Sen.: van D. M. P. G. ƒ2 50. Amersfoort, 11 Maart 1872. A. G. WIJERS. H. J. VAN HOORN. P. MET HORS f Sen De verkiezing van een lid voor de Eerste Kamer der Staten-Generaal door de Staten van Utrecht. MorgenDingsdag 12 Maart, zullen de Pro- viuciale Staten van Utrecht vergaderen om te voorzien in de plaats voor de Eerste Kamer der Slalen-Geneiaalopengevallen door het over lijden van Mr. Jan Kareibaron ran Gollslein f een der meest edele figuren van ons Staats- tooneel en Parlement. Voorwaar eene gcwiglige keuze die te meer de belangstelling van velen wekt, en de nieuws gierigheid omtrent haren uilslag prikkelt omdat juist zij, die hoogstwaarschijnlijk het meest voor de vervulling der bedoelde plaats in aanmerking zouden komen, naar wij ver nemen niet genegen zijn, gekozen wordende voor thans deze betrekking te aanvaarden. Immers, bij velé leden der Provinciale Staten zouden, naar wij grond hebben te mogen voor opstellen in aanmerking komen de Heeren Mr E. L baron van Hardenbroek van Lockhtrst en Mr. E. du Marchie van Voorthuijsendoch die naar wij meenen wel onderrigt te zijnniet verlangen hunne zetels in de Tweede Kamer niet een zetel in de Eerste Kamer te verwisselen. Bij beiden schijnt o. a. ookzeer te hebben gewo gen dat zij het niet goed achten binnentijds de Tweede Kamer te verlaten en hun kiesdistrict alzoo bloottestellen aan de spanning en den niet te bepalen uilslag van eene nieuwe verkiezing. Gewis, een loflelijk beginsel, waaruit op nieuw blijkt dat beiden zijn mannen van karak ter en strenge beginselen, die het hun verleende mandaat met gemoedelijke overtuiging opvatten. Ofschoon wij ons niet mogen verstouten de keuze der Provinciale Stalen vooruitteloopen zoo mag men wel veronderstellen dat de ziens wijze der beide gemelde Heeren door de Ver gadering onzer Stalen zal worden geëerbiedigd. Naar wij vernemen komen wijders in aanmer king de Heeren Mr. W.J. FloijaardsWethouder te Utrecht en J. C. van Eeten ook aldaar; H. A. Insinger, voormalig lid vau de Tweede Kamer, te Baarn; Mr. \V. van Nellesleijn te Leersum •Hen voorkomende op de lijst der hoogslaange. slagciicn dezer provincie en mede de Heer Mr. W. barou van Gollsleinneef van den overledene die op de lijst der hoogstaangeslagenen eener naburige provincie moet voorkomen. Welligt zal het morgen blijkendal nog andere Heeren in aanmerking komen en is de uilslag der stemming dus onzekerdoch men mag er zeker van zijn dat de Provinciale Staten van om gewest iemand zullen kiezen', die in de Eerste Kamer op waardige wjjze de plaats van den onvcrgetelijken baron Jan Karei van Gollslein zal bezetten. l'olilieke Kevuo. Voor de groote zaak waarop thans alle aan dacht is gevestigd leiden w ij de aandacht onzer lezers op de parlementaire bataillc in het Pruis- sische Heerenhuis eene bataille waarin als strijders optreden eenerzijds de R. Catholieke en Poolsche leden van Huisbijgestaan door leden der streng Protestantsche en der oud conservalievepartij anderzijds de liberale partij cn de voorstanders van het Duitsche keizerrijk. Het Huis wasmen mag zeggen compleet en leden, die men er nog nooit gezien haddie content waren met hun diploma en dus aan de eer genoeg hadden, waren nu present. Het blijkt dus dat de zendbrieven of liever de nood brieven eflect hadden gedaan. De publieke tribunes waren geheel bezet en uit alles was te zien, dat er gesproken en ge stemd zou worden over eene hoogst gewigtige zaak over het toezigl over de school. Toen de zitting geopend was hebben al dadelijk de Minister van Onderwijs en na hem Prins von Bismarck het wetsontwerp verdedigd, terwijl ook Giaaf Münster uit Hannover en de ex Minister von Manteuffel voor het ontwerp in dt bres sprongen. Graaf von VVedelGraaf von Gales en de Heer von Kleist Retzow bestreden het ontwerp, terwijl Graaf Brühl de voordragt eene wijziging der constitutie noemde en haar als zoodanig wilde behandeld hebben. Dat voorstelvoldoende ondersteund kwam daarop in behandeling. Von Bismaick zeidebij de verdediging van het ontwerp, dat hij ongaarne brak met de conservatieve partij, maardal de Regeringzich niet zou laten dwingen door welke partij ook. Ook las hij een berigt voor uit hetwelk bleek hoeveel eene der partijen gedaan had ten gunste van Frankrijk. «Toen wij Oostenrijk hadden overwonnen merkte hij aan had de Regering de vriend- •chap dier partij reeds half - toen wij Frankrijk hadden verslagen geheel verloren. «Ik vertrouw echter dat de meerderheid de Heeren de Regering zal steunen ja hoop zelfs dat het ontwerp met groote meerderheid zal wórden aangenomen." Men was dan ook te Berlijn in de meening dat von Bismarck's geloof of hoop bevredigd zouden worden. Ook in Baden is het onderwijs en hel loczigt daarop in de volkschool het onderwerp van discussie in de wetgevende vergadering en zijn het de zoogenaamde nationaal liberalen die de kerk uit de school willen houden en in 'tEngelsche Lagerhuis gaf dezelfde zaak aanleiding tot een belangrijk debat. De Protestanten in Engelanddie niet tot de Anglicaansche of Staatskerk behooren klagen er over dat de Regering de scholen der An glicaansche kerk begunstigt en mede onderhoudt met gelden, door burgers van verschillende godsdienstopgebragt. De Regering verdedigde hare handelingen maar noemde de tegenwoordige toestand slechts een overgang, die als hij niet snel genoeg werkte tot verbreiding van het lager onderwijs nieuwe wetsbepalingen zou uitlokken is den geest der nu ontevreden liberalen. De discussie over de begrooting van het departement van justitie in Belgie wilde men niet op nieuw scherp en vinnig makenen daarom werd tot later nitgesteld de aange kondigde beraadslaging over de lusschenkomst van den procureur des konings (officier van justitie) in de zaken van Langrand-Dumonceau. Deze magistraatspersoon en de regler van in structie zijn door de heer Dumortierlid der kamer, beschuldigd geworden van willekeurige inhechtenisneming van de bestuurders der maat schappijen van Langrand. De minister van Justi tie heeft echter een rapport overgelegd, dat genoemde overheidspersonen ten volle rcgtvaai- digt, cn nu zal den heer Dumortier amende honorable moeten doenindien hij wil doorgaan voor een ernstig man die niet met onbekookte dingen voor den dag komt. In bedoeld rapport beeft de minister, de heer de Lantsheere, op nieuw blijken van onpartijdigheid gegeven de begrooting van zijn departement is dan ook met algemeene stemmen goedgekeurd. Met betrekking tol de aangelegenheden van Langrand-Dumonceau kan men voorts medo- declen dat de mocijelijkheiddoor den prins van rhurn en Taxis opgeworpen, uit den weg geruimd; men kan dus vcrwarhten dat de obligatiehouders weldra 60 i 70 pet zullen krijgen wel te verstaan als de aandeelhouder» te bewegen zijn op nieuw 15 fr per aandeel te storten waartoe zij niet gemakkelijk zullen overgaan.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1872 | | pagina 2