En hiermede, mijne heeren I bevelen wij u
dn Godes heilige bescherming.
's Gravenhage 29 Junij 1872. Willem.
II. Wij Willem III, enz. enz.
Allen die deze zullen zien of hooren lezen,
salul I doen te weten
Alzoo Wij in overweging genomen hebben
dat de uitstekende diensten door wijlen Onzen
Minister van Staat en van Binnenlandsche Zaken
Mr. Jan Rudolph Thorbeckegedurende eene
lange reeks van jaren aan Ons en den lande
bewezenop buitengewone wijze belmoren er-
kend te worden
Gezien artikel 42 der wet van 9/3 Mei 1846/51
(Slbl. N". 24/49)
Zoo is hetdat Wij den Raad van State
gehoord en met gemeen overleg der Staten-
Generaalhebben goed gevonden en verstaan
gelijk Wij goedvindeu en verstaan bij deze
Eenig artikel. Aan de beide dochters van
wijlen onzen minister van staat en van binnen
landsche zaken Mr. Jan Rudolph Thorbecke
Mejulvrouwen Adelheid Henriëtie Christineen
Maria Thorbecke gezamenlijk, wordt, te reke
nen van en met 5 Junij 1872, levenslang, en,
bij overlijden van eene van beide, aan de
langstlevende, een jaarlijksch pensioen ten laste
van den staat toegekend en verzekerd van vier
duizend gulden 40U0).
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad
zal worden geplaatsten dat alle ministeriële
departementen, autoriteiten, kollcgiën en ambte
naren wien zulks aangaataan de naauwkeurige
uitvoering de hand zullen houden.
III. De uitstekende diensten door wijlen den
hr. Thorbecke aan den Slaat bewezenzullen
door een dankbaar volk niet licht vergeten
worden.
Opdat van staatswege, al dadelijk, op bui
tengewone wijze, van die nationale erkentelijkheid
zou kunnen blijkenwordt bijgaand ontwerp
van wetin overeenstemming met art. 42 der
wet op de burgerlijke pensioenenaan de Staten-
Generaal aangeboden.
Het strekt tot verzekering van een pensioen
aan de beide dochters van den overleden staats
man in bedrag gelijk aan dat waarop hijzelf,
krachtens die wetregt verkregen had.
De minister van koloniën
tijdelijk belast met het beheer van het
departement van binnenlandsche zaken
van Bosss.
Meeting wegens de Rumenische
schandtooneelen.
De Rolt. Cl. meldt
Zondag jl. werd in de vrijmetselaarsloge te
's Gravenhage eene meeting gehouden ten be
hoeve der vervolgde Joden te Rumenië. Ik heb
die bijgewoond en heb de zaal verlaten meer dan
ooit vervuld met eerbied voor het Nederlandsche
volkskarakter dat de beginselen der individuele
vrijheid overal tracht te bevorderen en godsdienst-
haal wil bestrijden.
De zaal waarin de vergadering werd gehouden
was reeds hel symbool van de vrijzinnigheid der
vergadering: bet was de Vrijmetselaarsloge.
De vergadering was belegd door den heer
Bercnstein, opper-rabbiju van 's Gravenhage en
zamengesleld uit belangstellendenChistenen en
Israëlieten.
Men vond den predikant en den rabbijn
professoren onzer hoogescholen gezeten naast
nederige onder w ijzers aan lagere scholen. Sieraden
der-Nederlandsche balie, hooggeschatte genees
kundigen, vertegenwoordigers van den groothan
del in de hoofdstad en nederige dorps-winkeliers.
Na een korte maar zaakrijke openingsrede,
door den heer Berenstein uitgesproken, verzocht
hij den heer Mr. Tels uit Rotterdam zich met de
verdere leiding der vergadering te belasten
Door de hh. Mr. A. S. van Nierop en Mr.
Nykerk beide van Amsterdam werden bewijzen
geleverd, dat de Nederlandsche regeering sedert
1868 en bepaaldelijk in dit jaar ongevraagd,
al het mogelijke heeft gedaan om de ijselijke
vervolgingen in de Donau-vorstendommcn te
doen ophouden. Deze bewijsstukken waren niets
minder dan de correspondentie lusschcu den
minister van buitenlandschc zaken en den Ne
derlandsche consul-generaal te Bucharest. Uit
deze bewijsstukken schenen sommigen te willen
afleiden dat het noodeloos isstappen bij de
regeering te doen die alles reeds gedaan heeft
wat gedaan kan worden en het onbescheiden
zou zijn de vertegenwoordiging lastig te vallen,
aangezien dit door de regeering kon beschouwd
worden als bewijs dat men hare pogingen niet
genoeg waardeert.
Deze meening werd echter krachtdadig weer
sproken De regeering heeft zeker genoeg gedaan,
dit bewijst haar goeden wil. Welnu dan zal ze
zeker -op den ingeslagen weg voortgaan als zij
weet dat een aanzienlijk deel der bevolking
daarin het hoogste belang stelt.
De heer Rica van 's Gravenhage had vroeger
reeds voorgesteld een volksprolest in te zonden
bij de Rumeensche regeering. De heer Andries
van 's Gravenhage keurt dit goed als door het
volk wordt verstaande volksvertegenwoordi
ging-
De heer Wertheim van Amsterdam verlangt
onderzoek in Rumenië ingesteld. Hij doet de
vergadering opmerken dat men voor 1868 nooit
iels heeft gehoord van vervolging in die streken
en leidt daaruit af dat er wel degelijk een oorzaak
moet zijn. Hij ontwikkelt de volks-toestandon
in Rumenië en constateert dat, zoo er in dat
land geen handhaving bestaatmen er ten
minste het vernis van aanneemt.
Daarom wil Spreker door de openbare mee
ning tot rechter te verheffen, de grootst mogelijke
openbaarheid geven aan alles wat tot de Rumeen
sche vervolgingen betrekking heeft. Openbaarheid,
niet alleen wat Nederland, maar wat Europa
betreftten einde de opinie der volkeren te
bezigen alsdan tegen de vervolgingen. In dezen
geest spreken ook de heeren Mr van Emden
en Sanson.
Prof. Goudsmit maakt de vergadering vervol
gens opmerkzaam op de veelsoortigheid van
de voorstellen en het gevaar om in eene tal
rijke vergadering verkeerde besluiten te nemen
en stelt daarom voorgeenerlei besluit te nemen
maar deze vergadering te beschouwen als inlei
ding tot meer volgende, een Centraal Comité
te benoemen tot het doen van voorstellen op
grond van het besprokene en hel aannemen
van een motie van afkeuring over de handel
wijze der Rumeensche regeering.
Dit voorstel bij acclamatie aangenomen zijnde,
wordt de motie aldus geformuleerd aangenomen:
De vergadering drukt hare diepe verontwaar
diging uil over de vervolgingen in Rumenië, als
strijdende met de humaniteit en de rechten der
menschen.
De voorzitter benoemde 18 heeren tot leden
van het centraal comité en sluit vervolgens de
vergadering,
Politieke Revue.
(Vervolg der le bladzijde.)
De Franschen zijn over 't algemeenmaar
sober tevi eden met het nieuwe tractaat door
Thiers en von Arnim gesloten.
Zij wilden dat als de geldkwestie, door welke
operatie ook, ter zijde was gesteld, de Departe
menten onmiddellijk zouden worden ontruimd.
Ook buiten Frankrijk zijn er lieden die niet
inzien dat Thiers met dit tractaat een gelukkigen
zet heeft gedaan tegenover von Bismarck.
De criliek, door den Hei log de Broglie over
de politiek van den heer Thiers uitgeoefend,
zal door dezen niet worden beantwoord.
«Het beste antwoord zou hij hebben
gezegd is de mededeeling omtrent het tractaat
die ik Maandag zal doen en levens de leening,
die bewijzen zal leveren, dat het kapitaal ver
trouwen heeft in de tegenwoordige Regering."
Men voorspelt dan ook, dat er veel meer
geld zal worden aangebodendan noodig is.
Intusschen die leening te doen mislukken
is niet alleen het doel der Konings- en Keizers-
gezinden maar ook van enkele Staathuishoud
kundigen.
Opmerkelijk is het, dat onder die mannen
ook gehoord wordt de 'heer Michel Chevalierdie
met allen ernst zijne landgenooten ontraadt aan
de leening deel te nemen en hun duidelijk
tracht te maken dal het geldvoor die leening
ingeschrevengevaar looptals Thiers zijne
politiek niet wijzigt.Ziel de Broglie in zijne
verbeelding Gambelta als President der Repu
bliek Chevalier voorspelt de wederkomst der
Commune en wel binnen twee jaar indien
Thiers geen anderen polilieken weg inslaat.
Als Gambelta den President-hamer in handen
neemt, zal hel bankbiljet 20 pet. dalen, maar
als het roode spook dc Commune, weer uit hel
hall gesloten graf oprijst, dan zal zijne waarde
75 pet. verliezen en hel achterstallige der lccning
zal niet worden afbetaald.
Van u roept Chevalier het Hoofd van
't Uitvoerend Bewind der Republiek toe van
u hangt het af, Frankrijk voor zulke rampen
le behoeden en de tegenwoordige en toekomstige
schuldeischers voor zulk een ondergang te
bewaren.
Hei eenige voorbehoeds-middel is eene behou
dende staatkunde en het kapitaal maakt die
staatkunde lol voorwaarde van zijne onder
steuning.
Het tegenwoordig finantiëel stelsel in Frankrijk
zorgt noch voor het heden noch voor de toekomst
het finantiëel evenwigt bestaat niet en die zijn
geld aan het Rijk leent, heeft voor het behoud
van dal geld niet den minsten waarborg.
Die beoordeeling, die profetic van een man
als Michel Chevalierzal Frankrijk in verbazing
brengen en Thiers zal nu wel moeten spreken
of laten spreken.
De geipeenteraads verkieziczingcn zijn in
België over 't algemeen in vrijzinnigen geest
uitgevallen.
JÖie uitslag maakte de bevolking van Brussel
zoo verheugd, dat zij zich tot een kolossalen
optogt formeerde en met fakkellicht den Burge
meester complimenteerde en hem een prachtig
bouquet aanbood.
In Rusland spreekt men er over dat Prins
Gortschakofl, de leider der Buitenlandsche
politiek behoort aftetreden en met hem de
Czaar.
Alexander II is 50 jaar en 't is eene Russische
volksopinie dat een Czaar niet ouder moet zijn
dan ecae halve eeuw.
Dat GorlschakofT en de Czaar ook van die
meening zijn is te betwijfelen.
Wie zal Paus worden, als Pius IX komt te
sterven
Die dat met belangstelling vraagt, wil in het
antwoord de oplossing vinden vaneen inderdaad
belangrijk geschilpunt en wel dit: zal de opvol
ger van Pius IX een Italiaansch kardinaal zijn of
een Prelaat uit Frankrijk, Oostenrijk, Spanje of
Portugal
In 't eerste geval zoo redeneert men is hij
hoogstwaarschijnlijk een vriend der Jezuiten-orde.
In t anderezal hij welligt niet tot die orde
behooren.
Zijdie klagen dat de Kerk niet op het ge
bied van den Staat moet treden, wenschen dat de
nieuwe Paus geen Italiaan zij.
Hoe 't ga op dit oogenblik is de Paus, naar
men verzekert, zeer welvarend en't zijn dus be
spiegelingen, die men nog niet tijdig kan noemen.
En toch de dag des doods is voor de verslan-
digen de eerste in de rij der dagen.
Men zegt dat de Bisschop van Ermeland, zeer
verzoenings-gezind, ook een brief aan den Keizer
van Duitschland heelt geschreven.
Wilhelm zal dien lezen en hooren naar de stem
van den kerkvoogd als deze vrede wilmaar
toch geen slap terugtreden. Hij zond den brief
aan zijn Slaats-minislerie.
Tusschen Varzin en Berlijn wordt thans eene
zeer drukke kerkelijke briefwisselingen telegraaf-
correspondcntie gehouden.
Met verwijzing naar achterstaande advertentie
der Kamer van Koophandel en Fabrieken te
Amersfoort, laten wij over de Weener ten
toonstelling hier volgen
De Nederlandsche hoofd-commissie, benoemd
bij kon. besluit van den llden April 1.1., ter
behartiging van de belangen der Nederlandsche
inzenders bij de in 1873 te Weenen te houden
internationale tentoouslelling van voortbreng
selen van landbouw, nijverheid en schoone kun
sten noodigt alle hier te lande gevestigde
landbouwersfabrikanten en kooplieden de
Nederlandsche kunstenaars en bezitters van
door Nederlanders vervaardigde kunstwerken
uit voor die tentoonstelling geschikte voorwer
pen te willen inzenden en hiervan opgaven te
doendoor toozending van een ingevuld in
schrijvingsbiljet, voor den 2lsten Augustus e. k.
aan een harer leden, zijnde de heeren J. W.
L. van Oordly voorzitter, te Rotterdam, dr. E.
II. von Baumhauer, te Haarlem, A. J. Blijdeslein
te Enschedé, D. Grolhe, te Delft, J. P. de Bordes
te den Haag, A. H Eigeman, te Leiden, L. A. II.
Ilartogh, te Amsterdam, T. ridder van Rosenberg^
te Weenen, B. de Poorter, te Amsterdam, J. G.
Vogelte den Haag R. Craeijenvangerte Am
sterdam.
Het programma en de inschrijvingsbiljetten
tot inzending van nijverheids-voortbrengselen
zijn verkrijgbaar bij de kamers ven koophandel
en fabrieken; bij de departementen van de
Nederlandsche maatschappij tot bevordering van
nijverheid; bij de afdeelingen der vereeniging
ter bevordering van fabriek- en handwerks-
nfj«erheid; aan het paleis voor Volksvlijt te
Amsterdam; bij de vereeniging van en voor
Nederlandsche industriëlen te 's Hage en bij de
hoofdcom mi ssie.
De hoofd-commissie zal zorg dragen voor het
vervoer der voorwerpen heen en terug voor
het ontpakken en plaatsen en het leveren der
daarvoor noodige tafels, enz.; voor hel toezigt
en het schoonhouden der voorwerpen gedurende
de tentoonstelling, voor het inpakkenvoor de
assurantie van vervoer en brand.
De Minister van koloniëntijdelijk met het
beheer van het dep. van binnenl. zaken belast,
heeft de toezegging gedaan, dat hjj, voorzooveel
van hem afhangt, de noodige voordragt zal doen
tot aanvulling der staatsbegrootingten einde
alle kosten door het rijk te doen dragen, be
halve die van hel vervoei naar Weenen en terug
en de assurantiewelke waarschijnlijk voor
rekening van de inzenders zullen komen.
Met het oog op de beperkte ruimte, welke
voor Nederland is afgestaankunnen alleen
voorwerpen worden toegelaten die den Neder
landsche landbouwnijverheid of kunst op
eene waardige wyze vertegenwoordigencu