M 2001. D ingsdag* 9 J u 1 ij 1872. AMERSFOORTSCHE Zomerdienst aangevangen 1 Junij 1872. Nederlandsche Centraal-Spoorweg. Vertrek ran Amersfoort naar Utrecht 8.05,11.54 snelt. 1 en 2 kl, 2.37, 8.06. Vertrek van Amersfoort naar Zwolle 8.41,1.51, 5.54 snelt. 1 en 2 kl, 8.30. COURANT. Diligence-Dienster Van Amersfoort naar Maarsbergen 's morgens 6J op de eerste treinen naar ArnhemUtrechtAmsterdam en Rotterdam; en namiddag 6 onr. Van Amersfoort naar Barneveld 'savonds 8} na aank. der laatste trein. Dit blad vertchijot Maandag en Donderdagavond. Abonnementsprijs per kwartaal ƒ1.franco per post 1.15. Prijs der Adfertentiën van I tot 6 regels 60 Cis; elke regel meerder 10 Cts; legale, officiëele en onteigen. Adfertentiën per regel 15 Cu. Reclames per regel 20 cents. A fx. nummers 10 cents Bestellingen bij den Uitg. A. H. ram Cteeff"U Amersfoort Bureau Amertfoorltche Courant. Langestraat, Wijk F, N°. 43, over de Oude Viscbmarkt, en bij alle Boekbandelareo en Postdirecteuren io bet Rijk. Brieven franco. Adfertentiën foor dit blad uit Rotterdam worden aangenomen door het Algemeen Advertentieburaeu fan Nuca en es» Dints Wijnstraal, Rotterdam. De GEDEPUTEERDE STATEN ber pro- ▼incie UTRECHT Gelet op art. 162 der provinciale wet, Brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat het uitvoerig en beredenend verslag van den toestand der Provincie over 1871 tegen betaling van f 1.ter provinciale Griffie alge meen verkrijgbaar is gesteld. Utrechtden 4. Julij 1872. De Gedeputeerde Staten voornoemd VAN DOORN, Voorzitter. DE KOCK, Griffier. De ten vorigen jare in Engeland benoemde staatscommissiebelast met een onderzoek naar de beste maatregelen tegen het misbruik van sterke drankenheeft onlangs haar rapport uitgebragt. Zij had bij haar ondersoek een aantal personen zoowel uit Groot-Briltannië als uit de Vereenigde Staten gehoord en haar president had zich opzettelijk naar Amerika begeven om op de plaats zelvede werking van de in Kanada en in de vereenigde Staten tegen de dronken schap bestaande wetgevingen vooral van de gasthuizen voor dronkaards gade te slaan. De commissie deelt als resultaat harer bevin dingen mede dat de van tijd tot tijd bij een Sersoon voorkomende dronkenschap al zeef spoe- ig tot geregelde dronkenschap kan overslaan dat dronkenschap op zich zelve de moeder is van misdrijf, ziekte en armoede en uit dien hoofde der aandacht van den wetgever niet behoort te ontgaan doch uog zoo veel te meer de hebbelijke dronkenschap, welke te beschouwen is als eene bepaalde ziekte, die de lijder zelf met den besten wil niet in staat is te genezen, tenzij een krachtige invloed van buiten hem de hand reike. De ziektezegt zijdoodt alle geestkracht en werkzaamheid, doet het besef van zedelijke verpligtingen inslapen en maakt den lijder ongeschikt voor de vervulling van huiselijke en maatschappelijke pligten. Tegen eene zoo bedenkelijke ziekte acht zij het noodig dat de wetgever zoowel preventief als repressief te werk gapreventiefdoor de eerste aanleiding lot de hebbelijke dronkenschap, nl. die welke van lijd lot tijd voorkomt, te straffen repressief, door al het mogelijke te doen om de ziekte zelve te genezen. Reeds langen tijd (sedertl de regering van koning Jacobus I wordt in Engeland de openbare dronkenschap gestraft met eene boete van 5 shilling. Deze boeteofschoon op het oogenblik van de invoering dezer wet welligt voldoende acht de commissie echter voor onze dagen veel te gering. Zij meent dat het cijfer behoort verhoogd te worden tot een maximum van 40 shillingmet subsidiaire gevangenisstraf van 30 dagen of minder, voor den eersten of tweeden keeren inschrijving van den veroordeelde op een door de politie te houden register van dronkaards. Bij een derde veroordeeling van denzelfden persoon binnen het jaarzou borg stelling kunnen verlangd worden even als van rustverstoorders. Aan tappers behoorde het ver strekken van sterken drank aan de op het register ingeschrevenen te worden verbodenen tevens proest een streng toezigt op de door hen ver kochte waar worden gehouden, daar de commis sie ervaren heeft dat in zeer vele gevallen dronkenschap niet zoo zeer is loc te schrijven aan het misbruik zelf van den drank als wel aan de in den drank aanwezige voor de gezondheid schadelijke hcstanddeclenwaarmede hij ver* yalscht wordt. Wat de genezing van de ziekte der heb belijke dronkenschap betreft, raadt de commis sie de oprigling aan van gasthuizen, waarin de lijders behandeld worden. De resultaten in de landen waar zich zoodanige instelingen be vinden, vooral in de Vereenigde Staten daar van verkregenmaken de proefneming daar mede in Eugeland tot pligt. Met een gemiddelden tijd van behandeling van 12 tot 16 weken toch, was in de Vereenigde Staten het geul als genezen ontslagenen 33 tot 40 pet. van dat der opgenomenen en men meende aldaar dat het cijfer der genezenen ook nog grooter zou zijn, wanneer de wet slechts toeliet de nog niet genezen verpleegden langer in de gasthuizen te houden. Dergelijke gasthuizen voor personen uit den gegoeden stand want, zoo als de commissie opmerktede dronkenschap in al hare graden wordt bij alle sunden der maatschappij even als bij de twee geslachten zonder onderscheid aangetroffen kunnen met gunstige finan ciële resultaten door particulieren worden op- gerigl. Doch voor minvermogende lijners be hoorde de regeringhetzij de centrale, hetzij de plaatselijke, in de behoefte te voorzien. Verder geeft de staatscommissie korlelijk aan op welke grondslagen de bedoelde instellingen behooren te rusten. Op eigen aanvrage of op die zijner huisgenooten (het laatste behoudens zekere waarborgen) behoorde de lijder te kunnnen worden opgenomen, zoodra het bleek dat hij buiten slaat was zelfs zijne zaken te beheeren of zijne maatschappelijke verpligtingen naarbe- behooren na te komen, en dat die onbekwaam heid was toe te schrijven aan veelvuldig gebruik van sterken drank of bedwelmende middelen. Daarentegen moest iederdie binnen een jaar driemaal wegens dronkenschap veroordeeld was, op bevel van den regter in zoodanig gesticht voor hoogstens twaalf maanden worden geplaatst. In de van overheidswege opgeiigte gestichten zouden de verpleegden, op gelijke wijze als dat in gevangenissen geschiedtaan hel werk ge steld en de vruchten van dien arbeid zouden tot goedmaking der verplegingskoslen verkocht worden; wat boven het bedrag dezer kosten ge wonnen wierde zou aan de betrekkingen van den verpleegde worden uitgekeerd. Voorts behoorden alle dergelijke gestichten, hetzij die van overheidswege of door bijzondere personen opgerigt zijnonder een streng en speciaal politietoezigl te slaan, en moest bij de wet aan de bestuurders of aan de magistraten de noodige magt verleend worden, opdat het vertrek der verpleegden voor de volledige ge nezing zoo veel mogelijk voorkomen wierd. Het Zendingsfeest te WoLthezen. Onder begunstiging van prachtig zomerweder werd Donderdag het aangekondigde Negende Algemeen Evangelisch Nationaal Zendingsfeest te Wolfhczen gehouden. De feestelijke stemming der duizenden belangstellenden, welke zich reeds in den vroegen morgen van heinde en ver hadden aangegord om den dag in Gods schoone natuur te Zijner verheerlijking en lot onderlinge stichting en leering door te brengen was op aller gelaat zichtbaar. Tegen 10 u. verzamelde zich een groote menigte bij spreekplaats 2, om de openingsrede bij te wonen. Na gebed en toespraak door Ds. van Rijn, van Wassenaar, betrad Prof. J I. Docdes het spreekgestoelte en heette in keinachtige woorden den Feest- gcnoolcn welkom in dit prachtig oordwaar door de welwillende goedheid van Mevrouw Douairière Barones van Rrakel Doorwerthnu reeds voor de derde maal gelegenheid werd ge geven om dit heerlijk feest te vieren en zich te vereenigen in den lof van Hemdie al het schoone schiep en te aanschouwen geeft. Achtereenvolgens traden op de verschillende spreekplaatsen 15 sprekers op. Behalve deze trad nog op de Waldenzer Paolo Calvinowiens belangrijke medelingen en toespraak werden vertolkt door Ds. Gunning van s'llageDs. Cohen Stuart van Rotterdam en Ds. de Graaf van Amsterdam, richtten eenige schoone woorden tot de vele feestvierenden welke hen omringden, en de Zendelings-lceraar Beuk- hof gaf eenige opmerkingen op het gebied der Zending, welke zeer de belangstelling opwekten. Groot was de aandacht, waarmee de verschil lende sprekers werden aangehoord en het plech tige werd niet weinig verhoogd door het ge meenschappelijk gezang van zoovele duizenden, begeleid door de kerkmuziek van de opleidings school van den heer van Lummel te Utrecht, onder directie van den heer Schmelling. Met genoegen zagen wij de tegenwoordigheid van een groot aantal militairen, zoodat het bewijs geleverd werd dat, niettegenstaande de bekende maatregelenvan den afgetreden Minister de godsdienstzin bij ons leger nog niet is uit- doofd. Hoe noode men daaraan gehoor gafnaderde toch eindelijk de tijd van scheiden van dit samenzijn aan deze schoone plaats. Met een afscheidsrede van Us. H. C. Voorhoeve van Amersfoort en daarna van Ds. S. H. Buijtendijk. van Harderwijk werd dit negende Zendingsfeest beslotenhetwelk voorzeker een gezegende in druk zal achterlaten bij' allen, die het bijwoonden. Wij mogen dit kort verslag niet besluiten voor een woord van hulde te hebben toege bracht aan dj regelings-commissiewegens de doeltreffende maatregelen, waardoor het mogelijk was, dit feest, door een 45000tal bijgewoond, zonder eenige stoornis der feestvreugde te doen plaats hebben terwijl door haar niet tevergeefs op de medewerking van allen was gerekend. Onlangs is medegedeeld het manilest van den hertog van Montpensierwaarin deze ver klaart den infant Alfousoprins van Asturië, zoon van de onttroonde Isabella IIals koning van Spanje te zullen erkennen. Hieronder volgt een antwoord op dit manifestzijnde een brief van prins Frans Maria van Bourbon wiens vader door den hertog in een tweegevecht is gedood aan de Epoca en de Iberia Parijs, 28 Junij. «Eer en pligt gebieden mij de geheime eer zucht en huichelarij te ontmaskeren van den hertog van Montpensier, die zich heeft opge worpen als verdedigec eener gevallen dynastie. Zal hij dan regent willen worden die over- looper van het Palais-Royalde nieleling aan de schipbreuk der familie Orleans, de moorde naar van don Enrico de Bourbon «Hoe kan de hertog van Mo»t[ensier zich vleijendat men zal geloof hechten aan zijn voornemen om met trouw don Alfonsoden zoon van Isabellate dienen Hij, die zijne eigene familie verraden heeft, hij met wiens goud de revolutionnairen in September 18G8 betaald werden, de bittere vijand van zijne weldoenster, de moordenaar van zijnen neefdurft in zijn manifest zeggen Ik zal met moed een zoo edele zaak dienen." Dat is wel de bekrooning van zijne loopbaan!

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1872 | | pagina 1