censtemming te brengen; docli op den voorgrond
staaldat al wat in deze wet wordt geregeld
niet is een gemeentebelang maar een algemeen
belang. Aan den burgemeester is daarom wat
meer bevoegdheid gegeven omdat iu de meeste
gevallen bij liet spoedeiscliende het niet mogelijk
maakt het college van B. en W. te consulteren.
Overigens acht hij die bevoegdheid niet zoo
beperkend voor de individuele vrijheid.
Wat de kosten betreft, de minister kan niet
inzien dat de tegenwoordige maatregelen een
groot geldelijk bezwaar voorde gemeenten zullen
opleveren IIij zou zich overigens niet verzetten
legen geldelijke tegemoetkoming aan kleinere
gemeenten, zoo de Kanier daartoe mogt besluiten.
He maatregelen dezer wel zijn van een preven
tiet karakter. Wat de quarantaine maatregelen
aangaat, hij hoopt eerlang der Kamer daarover
eene atzonderlijke voord ragt te kunnen doen.
De vaccinatie-kwestie zou de min. behandelen
bq de beraadslaging over hel daaromtrent voor
gestelde amendement.
De heer Wintgens repliceerde nog naar aanlei
ding van de aanhaling door den min. van zijn
vooistel van 185G.
De algemeene beraadslagingen werden daarop
gesloten.
De Uaagsche Correspondentie der Hotterd. Cl- be
helst bel volgende
Het was wel der moeite waardig eenige dagen
vóór de bijeenkomst der Kamer de Indische
begrooting te doen ronddeelen, om daarna de
Kamer eerst «monniken-werk" te doen verrichten
en haar een geheel nieuwe wet aan te bieden.
Het gevolg daarvan zal wezendat hier het
spreekwoord zal bewaarheid worden: «vroeg
groen, laat rijp." Ik denk dat sedert de laatste
jaren nog geen enkele maal de Indische begroo
ting, waarmede alle Ministers van Koloniën
zulk een haast plegen te makenzoo laat zal
worden vastgesteld als juist dit jaar. Want de
Kamer die gewoon is een dag of veertien zich
op de groote wintercampagne voor te bereiden,
zal wellicht, na afdoening der wet op de
besmettelijke ziekten niet te bewegen zijn
voor het korte recès eerst nu nog de bedoelde
-begrooting af te doen, zoodat allerwaarschijn
lijkst de behandeling daarvan onmiddellijk zal
vooratgaan aan die der Staatsbegrooting.
Wel heeft men bel er op toegelegd om de Ka
mer zoo lang mogelijk bijeen te houden. Van
daar hel overhaast aan de orde stellen der wet
op de besmettelijke ziekten en de even brusque
nota van wijzigingen door den Minister daarop
ingediend; een nota, zóó zeer in haast opgemaakt,
terwijl eerst blijkbaar het plan tot eene geheele
omwerking bestonddat weinige dagen later
een nieuwenog veel uitvoeriger nota van
andere wijzigingen is gevolgd. Ware de Indische
begrooting gereed geweestdan zou de wet op
de besmettelijke ziekten vóór Januari niet zijn
behandeld geworden zij neemt thans de ruimte
van lijd in, welke anders voor het Uverzeesche
budget zou zijn gereserveerd geworden.
Ik verneem dat de heden begonnen debatten
over de genoemde wet vrij lang zullen duren
cn dal er groote verdeeldheid bestaat over de
hoofdbeginselen, in de eerste plaats lusschen
de liberalen onderling; waarvoor trouwens
de reeds ingediende amendementen het bewijs
leveren.
Wat de afgeloopcn debatten over het Indisch
tarief betreft, daarbij geldt het: ce quon voil et
ce quon ne voil pas. De Minister van Koloniën
was Maandag-middag eenigszins verstoord op den
beer de Bruyn Kops, omdat over diens amende
ment de stemmen geslaakt hebbende, de eindbe
slissing, waarop de Minister gerekend had, dien
dag niet kon plaats hebben. Maar velen willen,
dat juist bedoeld amendement of liever het toe
val der stemmen-staking de wet heeft gered.
Zooals Maandag de stand van zaken was, zou
het tarief bijna zeker verworpen zijn geworden.
Dingsdag «aren er leden opgekomen die toen
niet aanwezig warener waren leden weggebleven
die een strijd hadden te voeren lusschen hun
fdicht cn hun geweten, maar vooral een
tngc herfstavondgezellige kout en oester
partijtjes plegen op onkundige of wankelbare
mannen soms een zonderlingen invloed uit te
oefenen en uit zeer positieve feiten is het op
te makendat men niet heeft nagelaten van
die omstandigheid partij te trekken. Somina sunt
odiosa. Ik ral mij dus liefst tol die algemeene
aanwijzing bepalen. Ik zou anders er toe kunnen
komen ook nog te spreken van vaderlijke sym-
palliicu en vriendenvermaningen op dien bewus
te» Maandag-avond, maar voor het prestige
van ons politiek constitutioneel stelsel, dat voor
velen gelukkig nog door een nimbus van heilig
heid omstraald wordt, is het best maar te zwijgen.
De IS'ieuwc Holt. Ct. antwoordt
«dat de correspondent der Hottcrd. Ct. zeer
voorbarig is geweest met hetgeen hij zegt omtrent
de Indische Begrooting, want die begrooting is
aan dc orde gesteld na atdocning der wet op
de besmettelijke ziektenen dal erger is wat
de briefschrijver insinueert omtrent «oesterpar
tijtjes" want eerst den laster verbreidenen
dan zeggen, dat het voor het prestige van ons
conslilutionnccl stelsel beter is te zwijgen
Zoo snijdt het mes aan twee kanten 1"
Allerlei.
Dingsdag is tc Parijs op een vlieringkamertje
de algemeen bekende «magere man" overleden.
Hij was, zegt een Fransch blad, zes voet lang
en zoo mager als de klassieke Mephistopheles
niet ten gevolge van onthouding, maar enke
van verdriet. In vroeger dagen, namelijk in
1850 nog, had hij den omvang van een gewoon
menschhij heette toen Pierre Lesnoaywas
deurwaardersklerk en had als maitresse eene
danseres der operadie hem echter gruwelijk
bedroog. Toen hij verunm wat er daaromtrent
gaande was, doodde hij in België een zijner
medeminnaars in een tweegevechtnam zijn
ontslag bij zijn patroon en verdween gedurende
een jaar lang geheel uit de zamenleving. In 1851
verscheen hij echter op de kermis te Versailles
als «natuurwonder," en de directeur van hel
tkéatre, waarin hij werd tentoongesteld, schreeuw
de uit alle magtGaat binnenheeren damesl
hier is de magere man te zien die zoo door
schijnend isdat men door zijn ligchaam heen
de courant kan lezen. Gedurende twee en twintig
jaar heeft hij verteerd door zielsverdriet, geen
honderd woorden gesproken. Hij liet zich
bekijken zonder een woord te zeggen.
Volgens een brief van den heer Bessemer in
den Timetis de beroemde scheepbouwmeester
reeds bezig twee groote stoomboolen te bouwen
voor den togt over het Engelsche kanaal naar
Calais. De booten zullen 7 voet diep gaan en
toch zal men niet zeeziek zijn. De salon
zal 70 voet lang, 30 voet breed en 20 voet
hoog zijn. Er zullen afzonderlijke vertrekken
voor dames en ook voor heeren zijn en een
wandeldek van 70 voet lang. De in aanbouw
zijnde booten zullen 20 Engelsche mijlen (6J uur)
per uur afleggen.
De belgische driemaster Charleskap. Lechère,
komende van Philadelphia met een volle lading
petroleum is op de zandplaat van Rammekens
totaal verbrand. Over dit ongeval wordt nog
het volgende berigt. De Charles was eerst gestrand
op de plaats van Hompels, boven Vlissingen.
Het schip was vol water, dreef op zijne lading en
zijn toestand was dus gevaarlijk. Dank aan de
krachtige medewerking der sleepsloombooten der
heeren Gerlinck die er in slaagde het schip vlot
te krijgen. Men nam de Charles op sleeptouw
tot Rammekenswaar men het scnip op droog
zette, ten einde er het water te laten uitloopen.
De bemanning bleef aan boord om het vaartuig
gade te slaan. Doch gisteren nacht ontstond er
eensklaps brand aan boord. In weinige oogen-
blikken stond het schip van onder tot boven
in vuur en vlam; de sleepslooinboot de hamper
welke gelukkig ter plaatse was gebleven om meè
het schip te bewakenhad naauwelijks tijd
de bemanning ter hulp te snellen en te redden.
De Charles heeft den ganschen nacht gebrand;
de vlammen slingerden als slangen rond de
masten omhoog. Het schouwspel was schoon en
grootsch om te zienmaar ongelukkig is de
ramp niet minder groot. Voor duizenden en
duizenden is in eenige uren vernield, en de
Belgische scheepvaart verliest hierbij een zijner
grootste schepen. Naar men zegt zou alles ver
zekerd zijn. De oorzaak van den brand is nog
niet bekend. De Charleseigendom der heeren
Verbois Co., mat 708 ton en was in 1856
te Antwerpen gebouwd.
Hoe aanzienlijk de handel in menscbenhaar
is, blijkt daaruit, dat onlangs op een spoorweg
een baal menschenhaar van 133 pd. gestoleu
is. Het meeste haar, dat het hoofd onzer dames
ontsiert, is afkomstig uit de snijkamer.
In no. 89 van de Nederlandsche huisvriend van
12 Oct. 1872 komt weder eene oproeping voor
van den heer J. F. Schuld aan Wet Nederlandsche
Volk, om er bij de Regering op aan te dringen,
dat er op het voorbeeld van andere Staten
strafbepalingen legen de dronkenschap worden
in het leven geroepen.
Hij wijst er ophoe hij reeds vroeger eer.e
poging deed om eene vcrceniging in het leven
tc roepen ter verkrijging van wettelijke bepa
lingen op.dronkenschap en daarbij toen reeds
veel medewerking ondervonden heeft. Hij heeft
toen zijne pogingen geslaakt, omdat den 20stcn
Sept. 1870 hij Kon. besluit eene commissie
weid benoemd ter herziening van het wetboek
van strafregt en hij den arbeid.dicr commissie
niet wilde voor uitloopenmaar nu bij de
behandeling van de hulpwet op de coaliiiën de
Minister gezegd heeft: «dat de taak dier com
missie nog jaren lang kan duren," terwijl de
kwaal in 't openbaar en in 't duister steeds
blijft voortkankeren vraagt hij aan de publieke
opinie ten eerste of, in afwachting van het
definitieve wetboek van strafregt, eene hulpwet
tegen de dronkenschap niet even gemotiveerd
zou zijn als eene tegen het dreigende commune-
spook dat ten slotte bleek toch maar een spook
te zijn, terwijl hier werkelijk gevaar dreigt,
óf ten tweede, of zij het beter zou vinden, op
het voorbeeld van Amerikagestichten te bou-
wen ter verbetering van dronkaards. Hij eindigt
in de verwachting, dat de dagbladen eenige
ruimte zullen afslaan voor bet bespreken dezer
zaak en dat de publieke opiuie zich zal uilen.
In de zaak van Cornells de Porto, of du
Porto, die verleden week tcregt stond wegens
opzettelijke brandstichting in een gebouw waarbij
te voorzien was dal eenig mcnschenleven kon
worden in gevaar gebragt, den 16 Mei 1872
gepleegd op de hofstede Antwerpenin den
polder Eijerland op Texelis verleden week
door bet prov. geregtshof in Noord-Holland
uitspraak gedaan. Het hof heeft verklaard dat
niet beweezen is de verzwarende omstandigheid
dat te voorzien was geweest het gevaar voor
eenig mcnschenlevendaar het gebouw, waariu
de brand is gestichtgeheel alzondei lijk was
gelegen en bovendien dadelijk bij het ontslaan
van den brandde dienstbodedie zich met
een kind alleen in het huis bevondzich
daaruit heeft verwijderd. De Porto is derhalve
schuldig verklaard aan opzettelijke brandstich
ting deswege veroordeeld tot een tuchthuisstraf
van 5 jarenen vrijgesproken van de ver
zwarende omstandigheid.
Men meldt uit 's Hertogenbosch van 18 Oct.
In den avond van 13 dezer is te Koewacht
(Staats-Vlaanderen) het volgende ergerlijk feit
gebeurd, dat de geheele gemeente in opschudding
bragt. Een 30tal Belgen uit Moerbeke en Stekcne
kwam in genoemde gemeente in de herberg
van Fr. de Smet. Zij zochten daar twist met
eenige inwoners van Koewacht en stelden zich
daarbij zeer ruw aan. Toen de Rijks-veldwachter
J. A. B. tusschen beide wilde komen, werd hij
erg mishandeld en daarna in een sloot geworpen,
waaruit hij bewusteloos werd opgehaald. Den
inmiddels toegesnelden gem.-veldwachter G.C.,
gelukte het eindelijk de onverlaten over de
grenzen te jagen, doch alvorens hadden zij in
genoemde herberg en verscheidene particuliere
huizen de ruiten stuk geworpen. Bij hun lerug-
togt wierpen zij nog verscheidene glasruiten en
dakpannen stuk en riepen onophoudelijk: «Vivat
Leopold I vivat Napoleon 1 vivat de liberalen I
weg met de kaaskoppen I" Fnkele inwoners van
Koewacht zijn ligt gewonddoch verder zijn
geen ongelukken te betreuren.
Polilieko Kovue.
De Koning van Beijeren heeft de hervorming
der artillerie naar het Pruissische systeem aan
genomen. De openbaarmaking van dit besluit
wordt spoedig tegemoet gezien.
Er wordt in een extranommcr van de Gacela
bericht, dat de opstandelingen te Ferrol reeds
vooraf in angst zaten over den aanvaldie den
lGdcn plaats gehad had. Toen de nacht gevallen
was, vluchtten zy in de kannonneerbooten
om naar Seyo te ontkomen. Die over land
wilden ontkomen liepen tegen het vuur der
troepen in. 99 werden gevangen genomen. De
troepen namen in het Arsenaal nog 500 op
standelingen gevangen.
Thiers ontvangt dezelfde beleefdheden als
aan andere gekroonde Hoofden van Frankrijk
te beurt vielen.
Zoo zou hem dezer dagen een kistje zijn
gezonden met twee Omni-bommcn.
Zij lagen er heel stil in maar spraken veel
vooral toen Thiers in een begeleidend briefje
gelezen had«zoo zijn er nog 2000 te Parijs
in handen van commune-mannen."
Gombella zegt men zal zeer spoedig
eischendat de Nationale Vergadering worde
ontbonden.
Weigert de meerderheiddat zal hij met
45 leden de Vergadering verlaten.
En dan
Die blijvengaan gewoonlijk met de zaken
voort.
De afloop der verkiezingen belooft gunstig
tc zijn voor de conservatieve Republiek.
Naar hel schijnt zal in Belgie een ontwerp
van wet worden aangebodenstrekkende om
in ieder krankzinnigengesticht een directeur-
geneeskundige aan te stellen met een ruime
bezoldiging uit de staatskasen die buiten
hel geslicht niet zal inogen praetiscren. Door
dezen maatregel hoopt men tie misbruiken tc