tou vrede volgen en even spoedig zouden de zaken weder haar ouden gang gaan. Zoo kan de kommandant gedacht hebben en, als neven bedoelingtevens in zich zei ven er bijgevoegd bebbendan spaar ik zooveel te meer soldaten voor mijn hoogen meester, die, als hij van zijn schrik bekomen is en weder vrij spel heelt, zich wel beter zal toerusten om met meer zekerheid den weg naar Berlijn te vinden en daar te geraken 'lis mogelijk dat die opperbevelhebber zóó dacht, met voorbijzien der veiantwoordelykheid die een ommekeer van zaken van hem kon vorderen, zooals ook werkelijk is geschied! Een politiek tweegevecht. Te Parijs is dezer dagen een politiek duel vooigevallen dat te Florence een diepen indruk maaktomdit een der strijders, generaal Angelini vleugel-adjudant van koning Victor Emanuel, tot een der aanzienlijkste Florenlijnsche familirn behoort. Aanleiding tot dit tweegevecht werd gegeven door Granier de Cissagnacdie in het door hem bestuurde Parijsche blad l'Italien een zoo gemecne taal voerde tegenover den koning, dal in geheel Italië de grootste verontwaardiging er door werd opgewekt. Nadat geiuimen tijd zulke beleedigeude artikelen in genoemd blad waren voorgekomen, verscheen onlangs in den Ilalien weder een opstel, waarin Italië, zijn koning, zijn leger en zijn parlement zoo ver schrikkelijk gehoond werden, dat generaal Angc linizijne woede niet kunnende verkroppen het besluit nam op eigen verantwoordelijkheid den steller van het scholschrift uit te dagen om hem genoegdoening te geven. Zonder van zijo voornemen iets te vertellenvroeg en ver kreeg de generaal een verlof naar het buitenland; hij begat zich naar Parijs en daagde Graniet de Cassagnac uit; hij verklaarde echter niet, dat hij dit deed als wreker van de beleedigde eer des koningsder natie, des legers en der wetgevende kamers, maar gat te kennen, dat hij persoonlijk opkwam als Italiaansch patriot en militair, die den hoon aan zijn land gedaan niet ongestraft kon laten. Granier de Cassagnac weigerde de verlangde voldoening en verklaarde, dat hij dan alleen met generaal Angelini zou willen vechten, wanneer deze in naam van den koningin naam van zijne natie en van zijn leger het verlangde. Angelini antwoordde dat hij hiertoe niet geroepen en niet ge- magtigd wasdoch dat hij louter persoonlijk de genoegdoening eischte en den heer Granier verzocht hem niet te dwingen tot het bezigen van middelen waarvan hij steeds als officier en ridder een atkeer heeft. Toen hierop Granier terugschreef, dat het bestaan van generaal Angelini hem ten eencnmalc onbekend is en hij dezen persoon noch als haliaan noch ais soldaat het rcgl toekent hem 'Granierover zijne poli tieke gevoelens tot verantwoording te roepen alzoo weigert hein voldoening te geven, sloeg Angelini tot feitelijkheden over en gaf aan Granier de Cassagnac een oorvijg. Desniettemin wilde Grander niet vechten maar twee redac teuren van den Pays namen de nitnoodiging aanen Angelini verklaarde zich bereid met beide te duelleren, onder de voorwaarden door hen vast te stellen. De twee tegenstanders kozen de wapenen de eerste de pistool, de tweede den degen en Angelini was er mede tevreden. Bij hel eerste duel miste het op Angelini aan gelegde schot van zijnen tegenstander en daarop schoot de generaal zijn pistool in de lucht af; de Franschman vuurde ten tweede male, doch weder zonder Angelini te treffendie daarop hem doodschoot. In het tweede duel bragt hij zijnen tegenstander eene gevaarlijke woud toe. De koning en zijn minister van oorlog betreuren zeer hel gebeurde en algemeen wordt van Italiaansche zijde Augelini scherp gegisptomdat hij de zaak zoo ver gedreven heeft. Allerlei. Er zijn verschrikkelijke bijzonderheden hekend geworden omtrent een brand, welke des middags van den ri.Jsten September jl. uitgebroken is in het krankzinnigengesticht te New burg in Ohio, waarin zich op dat oogenblik 600 ver pleegden bevonden. De brand liet zich eerst niet ernstig aanzien, doch het vuur maakte ondanks aile pogingen snelle vorderingen. Toen moest men er natuurlijk op bedacht zijn om de ongelukkigen uil liet brandende gebouw te redden. Terwijl een gedeelte der beambten bij het blusschen behulpzaam was, nam het andere gedeelte die hoogsttnoeijelijkc taak op zich. On beschrijfelijk waren de toorn den die nu volgden; velen der krankzinnigen weigerden hunne cellen te verlaten, zij verborgen zich in de kasten en onder bedden en waren noch door overreding Tioch door bedreiging uit hunne met elk oogen blik gevaarlijker wordende positie te verdrijven. Met geweld moest nieu veelal te werk gaan. Sommigen vochten met die bovcnmenschelijkc kracht, die razenden eigen is, zoodat verscheidene personen voor een patient vereischt werden, Anderen wilden met alle geweld klecdeicn, bedden en andere voorwerpen medevoeren; een van hen had een ontzaglijk pak gemaakt dal een paard naauwelijks had kunnen dragen, en kon slechts door twee man gedwongen worden daarvan te scheiden. Met de vrouwelijke ver pleegden ging het nog moeijelijkerzij waren nog veel opgewondener en liepen vol schrik her- en derwaarts. Ook van haar woistelden vele met razende kracht. Naauwelijks builen gebtagtliepen ecnige patiënten weder in het brandende gebouw, van waar zij slechts met moeite teruggebragt werden. De brand was inmiddels hevig locgenomen. Tegen twee uren konden de zolders niet langer het gewigt dragen vaa een reservoirdat 8000 gallons water bevatte. Met een geweldig geraas viel het reusachtig gevaarte door al de verdie pingen heen. Eene naaister, die er bijna in geslaagd was zich uit het gebouw te redden, werd door den stroom medegesleept en ver pletterd. In het geheel zijn negen personen veikrijzeld of verbrand, terwijl de schade, door het verbranden van het schoone gehopsv ont staan, bijna IJ millioen bedraagt.'l Gebouw was niet verzekerd. De 600 krankzinnigen zijn in de kerken en naburige huizen onder dak gebragt. Het loonecl dat zij aanboden wordt onbeschrijfelijk genoemd. Slechts weinigen hadden eenig beset van 'igeen er gebeurde sommigen schuilden angstig weg, anderen gedroegen zich woest of zongen, lachten, schreeuwden gilden en vloekten, kortom 't was het pandemonium zelfs. Uit Amsterdam wordt aan de Rotterdamsche Courant gemeld: «Er bestaat alhier een redicale club algemeen hekend onder den naam van Burgerpligt. Ook bij deze benaming geldt hetdat pUgten de vervulling er van voor verschillende opvattingen vatbaar is. De leden van dit clubje vatten het in dien zin op, dat zij als burgers van den Staat verpligt zijn, zooveel afbreken mogelijk naar onze vertegenwoordiging te zeuden met den last alleen volgens hun hoogwijze voorschriften te handelen. Dit Clubje hield Zaterdag een vergadering waarin heel veel gesproken werdzooals dal onder lui, die ondeiling om het kussen vechten, en slechts wederkeerige bewondering veinzen om daardoor er op te komen gebruikelijk is. Tsvee punten van bespreking wenschen we te rc'jveeren, zij bewijzen de sterkte, de magt den invloed, en wat niet meer dier Amstcrdain- sche bergmannen. Zoo het tegendeel mogt blijkenkunnen wij er niet voor 1 De Voorzitter dan, geeft zijn verwondering te kennen dat Burgerpligt het behoud van deze g is de eenige conservatieve zoude van die hceren meer invloed heeft hij de verkiezing van Gemeenteraadsleden, dan bij die van Kamer leden Als commentaar geven we hierop sprekers eigen woordendat dit beter zou worden bij eventueele censusverlagingvolgens radicale be doeling. De kruijer van Burgerpligt zal dan voorzeker een handje meêhelpen dan zal men eerst een vrije, radicale verkiezing beleven. «Houd maar moed," roept de Voorzitter uit, »en laat u niet door nederlagen afschrikken!" Dat is eerst taal, hé! Ongelukkig schijnen de Clubhistcn niet aan overloop van moed te laborceren want uit de mcdedeeling des Voorzitters bij het sluiten dezer merkwaardige vergaderin0 deelt hij tot zijn leedwezen regecren is zoo zoet mede dat de financiéele toestand van de Club tering achtig is. Het geld voor strooibiljetten kon er haast niet afde brochure van Gosschalk over de toegangen van het Centraal Stationkan niet gedrukt wordeneilacy alles verkondigt een spoedigen dood. En dau nog, wat hebben de tegenwoordige leden een lust in de zaak; als de looper met de kwitantie van het lidmaatschap komt, bedanken zij subiet; nu hebben er wederom eigen woorden des Voorzitters23 bedankt. Wat een eer door zoo'n Club tot candidaat gesteld te worden!" Twee Prinsessen aan het Hof te Siam zijn gevangen genomen onder de verdenking dat zij eenige diamanten van de sabel des Konings hebben gestolenwaarhij zij haar misdrijf trachtten te verbergen door valschc steunen in de plaats te doen zeilen. Als het feit bewezen wordt, zullen zij een eigenaardige straf onder ga» nwelke uitsluitend voor de leden van de Kon. familie bestemd is. In een zak genaaid worden ze met het hoofd naar heneden over een driekant blok in den grooten tempel der hoofdstad gelegd en zoolang gcgeeseld tot zij er onder bezwijken. Dan worden stecnen aan den zak gebonden en deze met zijn inhoud in de rivier geworpen. Prins Kroma Luang Rak Kopmasel is de laatste die deze straf ondergaan heeft en wel in 1859. Dezer dagen had op den boulevard de Belle ville te Parijs een tragisch voorval plaats. Eenige bezoekers van een beestenspel beweerden dat zij door den explicateur ten opzigle eener boa-slang, die hij levend en zij dood noemden, werden beet genomen. Na cenigen tijd hierover getwist te hebbenstelde de vei tooner teneinde raadaan hel publiek voor de proef te nemen, en aan de slang voedsel voor te werpen. Een uit de omstanderseen zekere heer C.door de bewegingloosheid van de slang tot de vaste overtuiging gekomen dal het dier werkelijk dood wasnam het voorstel aanen bood zijn ouden hond, waaraan hij zeer gehecht was, tot prooi. Zoo gezegdzoo gedaande hond wordt in de kooi geworpenenbliksem snel heeft de slang hem in hare bogten ver brijzeld. Op dit gezigl zich zclven niet meer meester, greep dc eigenaar van den hond een hout, en sloeg den armen explicateur dood. In hechtenis genomen, zal de driftige Fransch man zich weldra over dien moord voor den regter hebben te verantwoorden. I li ft e z o ii <1 e tl. Mijnheer de Redacteur Wij verzoeken ecnige ruimte in uwe Courant voor 't onderstaande. Nadat reeds in uwe courant een paar arti keltjes over de weèrbaarheidsvereeniging en wel tot deelname en aanmoediging zijn opgenomen, acht schrijver dezes het niet ondienstig het navolgende aan het publiek mede te deelen waaruit zijns inziens duidelijk blijkt het belang en het voordeel voor de deelnemers aan de oefeningen. Daaruit volgt mede, dat hel zelfs een algemeen belang betreft dat de weerbaarheidsverecnigingen niet alleen werkende leden bezitmaar ook dat die vereenigingen door niet-werkende leden worden ondersteund en zich daartuc personen bereid verklaren, te meer daar de vcreeniging te Amersfoort als opgericht kan worden beschouwd, behoudens de goedkeuring van het reglement door Z. M. den Koning, welk reglement dan ook bereids aan Z M. door het voorloopig be stuur ter goedkeuring i« ingezonden. Nu ter zake. Bij eene circulaire van Zijne Excellentie den Minister van Oorlog uit 's Hagc den 24 Februari 18G9 n*, 56 P, is aan de lieeren bevelhebbers in de militaire afdeelingen het navolgende gezonden «Zijne Majesteit wcnschende hel deelnemen aan de bestaande en het oplichten van nieuwe vereenigingen lot vrijwillige oefeningen in den Wapenhandel zooveel mogelijk aan te moedigen, heeft mij Iloogstdeszelfs verlangen doen kennen, dat jongelieden die bij zoodanige vereeniging of op eenige andere wijze reeds zekeren graad van geoefendheid hebben verkregen wanneer zij bij de Infanterie als Milicien optreden vroeger dan anderen met groot verlof worden gezonden. «Ter voldoening aan 's Konings verlangen, heb ik goedgevonden het navolgende te be palen 1°. De eerste oefeningslijd van tien maanden wordt tot op zes maanden verminderd voor lotelingcn, die vóór hunne inlijving als Milicien bij eene vereeniging tot vrijwillige oefening in den wapenhandel of op andere wijze, zoodanigen graad van geoefendheid hebben verkregendat zij na ééne maand onderricht bij het korps te hebben genoten blijken voldoende geoefend te zijn om aan de exercitiën in de Bataillon- school deel te nemenzullende zij bovendien alvorens met verlof te vertrekken, in het schieten zoover gevorderd moeten wezen dat zij tot de 2e klasse van het schijfschieten zijn overgegaan. 2°. Wanneer Miliciens, in punt 1 bedoeld, bij de loting, vermeld in art. 124 der Militie- wet, voor het blijvend gedeelte worden aange wezen behouden zij aanspraak op het hun toegekend voorrechtmits zij het door hen ge trokken nummer verwisselen met een nummer dat op groot verlof recht geeftmaken zij van deze bevoegdheid geen gebruik, dan zullen zij hij voorkeur tot het bcklccdcn der graden van korporaal en sergeant in aanmerking komen." Met de plaatsing dezes zult U ten hoogste verplichten een belangstellende in de verdediging des Lands. Hoogachtend, UEd. Dw. Dienaar, X. Amersfoort, 30 October 187*2.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1872 | | pagina 2