Ding-sdag- 3 December 1872. J\2 2043. AMERSFOOHTSCQE Winterdientl aangefang 1 November 1872. Nbderlandsche Centraal-Spoorweg. Vertrek van Amersfoort naar Utrecht 9.01 11.02 snelt. 1 en 2 kl., 2.39, 8.18. Vertrek van Amersfoort naar Zwolle 9.05,1.34, 6.16 snelt. 1 en 2 kl., 9.—. omii Diligence-Diensten Van Amersfoort naar Maarsbergen 's morgens 6} op de eerste treinen naar Arnhem, Utrecht, Amsterdam en Rotterdam; en namiddag 3 nar. Van Amersfoort naar Barneveld 's avonds 9 na aank. der laatste trein. Diligence-dienst J. Flop», »an Amenfoorl n.ar An.sterd.m 1J n. nam., van Soesldijk ïj n., van Baam 3 u, Eemnes 3} u, aank. te Amsterdam te 6 nren. Dit bl.d .mebij.t HnWi, en DimdertiayatondAbonnemeaUpeij, per\w.n»i per po.t 1.15. Prij. der id.erte.liêp van 1 Int 6 eegeU 60 CÜTilke regel meerder 10 Cta; legale, oflïcieele en onteigen. Adrertentiën per regel IS Cis. Reclame, per regel 20 cent. A/s. nummert 10 cent. Beatelliagen bij den Uitg. A. H. ra» CUtffte Amerrfoert Bureau Amers/ooHseke Courant. I^ngertrait, Wijk F, N«. 43, orer de Oude Vi.cbmarkt, en bij alle Boekhandelaren en Po.tdirectearen io bet Rijk. Brieven franeo. Ro,ttrdam worden aangenomen door bet Algemeen AdeertenUeburaeu ran Nuei en r.i. Dm»Wijnstraat, Rotterdam. Politieke Revue. Altijd onrustigen en onrust in la belle France. Het wordt gemarteld door den strijd der vele staalkundige partijen. En zelfs Thiers bederft door zijn gemis aan de noodige bedaardheid om te regeren den toestand. De sommiteilen diet partijen trachten onder het masker van vaderlandsliefde hunnen eigenbaat en eerzucht en de baatzuchtige en eerzuchtige bedoelingen der kroon-pretendenten te maskeren, maar de Fransche Natie heeft ten minste zoo veel geleerd, dal ofschoon zij gedwongen kan worden echter geen dupe van volksmenners en kioon-partijgangers wenschl te worden. Als Thiers valtzal er dan iemand in zijne plaats treden, die hetzij als presidenthetzij als monarch de Fransche Natie zal kunnen voldoen? 't Is niet denkbaar. Doch dal er een hoofd moet zijnonder welke benaming ook, is natuurlijk, zelfs voor het ulira-republikeinsch systeem onontbeerlijk. In de nationale vergadering is hel rapport van den afgevaardigde Batbie in naam der com missie, aan wie het onderzoek van hel voorstel de Kcrdrel was opgedragen, door den rapporteur zeiven voorgelezen. Hel wordt algemeen voor een oorlogsverklaring aan Thiers gehouden, want hoewel het zich verklaart tegen hel door den heer de Kerdrel gewenschle antwoord op de boodschap, is het reeds zelf dit antwoord, althans van de regterzijde. Het rapport herinnert in de eerste plaats de boodschap van Thiers het voorstel de Kerdrel, «welke afgevaardigde den president zeer genegen is" en de zitting van 18 November, waarin, ten gevolge van de interpellatie Ghangarnier en het antwoord van den president, aan het voorstel de Kerdrel veel meer gewigt is bijgezet dan het oorspronkelijk had. De heer Batbie spreekt daarna over de eenheid en ondeelbaarheid in zeker opzigt van de nationale vergadering en den president der republiek. Frankrijk heeft aan hem op denzellden dagdoor dezelfde stemming en door denzelfden alarmkreet in zeker opzigt de behartiging van zijne belangen opgedragenaan beide is het dankbaar voor hetgeen gedaan is voor zijne herstelling. Van daar ook dat het idéé der ont- binding in geen verstandig brein (o GambetU I) is opgekomen; ware toch de meerderheid in het land voor ontbinding, dan zouden de af gevaardigden voor wie in gelukkige dagen het regeren zijne aangename zijde kan hebben, zeker niet egoïstisch genoeg zijn geweest om zich in deze dagen van droefenis aan de rege ring vast te klampen. «Wij hebben dit gemeen met den president der republiek zeide de heer Batbie dat wij beide hier zijn uit pligt- besef en het nog verzwakte Frankrijk trachten te behoeden tegen wederinstortingdie zeer zeker doodelijk zou wezen. Wij zullen op onzen Eost blijvendie ons is toevertrouwd tot dat et land niet alleen bevrijd is van zijne vijanden uit het buitenland, maar ook gerustgesteld is ten aanzien van zijne vijanden in Frankrijk zelf." Het rapport gaat vervolgens de volzinnen na, die in de boodschap het wantrouwen der meerderheid of regterzijde hebben gewekt, o. a. die waarin de heer Thiers de republiek hc; wettige gezag" in Frankrijk heeft ge noemd, en erkent dat in die zinnen bij aan dachtige lezing niets is gevonden wat zou kunnen doen veronderstellen, dat de president het verdrag van Bordeaux had willen verbreken. Toch was de regterzijdedat is de monar- chalen die tot dus verre de meerderheid in de nationale vergadering vormeneenigzins ontsteldtoen zij de linkerzijde de boodschap zoo uitbundig hoorde toejuichen. Het was waar, Thiers had altijd van conservatieve republiek gesproken en dus de conservatieven wel verre van hen te willen uitsluiten, op den voorgrond gesteldmaar geen republiekwelke ook, kon de regterzijde volgens hare monarchale beginselen als wettig gezag erkennenzoolang zij niet feitelijk bestaat. Hierna hadden de radicalen en het radicalisme een geduchten aanval van den heer Batbie te verduren. Was de boodschap van den president tegenover die partij wel energiekwel beslissend genoeg geweest Had Thiers 'wel duidelijk genoeg zijnen afkeer te kennen gegeven van die eeuwige vijanden der maatschappelijke orde Zonder op die vragen te antwoorden, zegt het rapport wat de radicalen, in 1848 socialisten genoemd, in 1871 aanhangers der commune, eigenlijk zijn vijanden van orde en godsdienst; afbreker* van alles wat door anderen nuttig en goed wordt gedaan, en niet in staat om zeiven iets te doen. Die mannen werken thanszegt de heer Batbie, om in Frankrijk op nieuw derevo lutie in Europa voor te bereiden en hier het gezag in handen te krijgen zonder zelfs te bedenken dat hunne regering onmiddellijk een nieuwen oorlog met het buitenland ten gevolge zou hebben. Welnu meer dan veertig jaren bestrijdt de president der republiek die partij. In 1848 heeft hij ze in zijne geschriften en in zijne redevoeringen moedig aan de kaak gesteld. Als minister van het Julij-gouvernamenl heeft hij ze met gestrengheid onderdiukt. In Mei 1871 heeft hij tegen de commune den vreeselijksten strijd gestreden dien het leger der wanorde tegen de maatschappij had ondernomen. En wat ziet men desniettegenstaande gebeuren Dat diezelfde radicalen van den geëerbiedigden naam van den president der republiek misbruik maken en er zich achter te verschuilen een tactiek, te verachtelijker, omdat zij den tegen- woordigen president verfoeijen en niets liever zouden wenschen dan hem nog hedenals het zijn kan, op te offeren aan hunne eerzucht. Heeft zij niet bij een berucht banket (Grenobie) in een toast de namen vereenigd van hem (Thiers) die het land gerust stelt en van hem (Gambetla) die den lande schrik aanjaagt Ja, zelfs heeft de redenaar bij die gelegenheid in bewonderenswaarde nederigheid Thiers in be scherming genomen tegen de aanwezige dema gogen die wantrouwen aan den dag legden. Die dubbelzinnige positie heeft de regterzijde willen doen ophouden. Zij had gewenscht dat Thiers van de tribune zou zijn opgekomen tegen het misbruikdat men van zijnen naam had gemaakt. Thiers heeft liever zijne veront waardiging willen toonen over de veronder stelling als zou hij met de radicalen in eenige betrekking staan. De regterzijde heeft dien edelen toorn als een welsprekend bewijs beschouwd dat zulk een betrekking niet bestonden is voldaan. Evenwel zal zij den presidentten einde hij niet telkens persoonlijk behoeve lus- schen beide te komen in de debatten, aan de propaganda der radicalen een gouvernement de combat tegenover stellen. Ware het radicalisme een partij zegt het raport dan zou de commissie het gouver nement niet verzoeken zijne onzijdige rol te laten varen, het gouvernement toch moet boven de partijen staan en noch voor noch tegen een er van zijn maar het radicalisme is geen partijhet is niets meer dan de tegenstander van alle fatsoenlijke, eerbiedwekkende, partijen. Om nn dat gouvernement de combat te organiseren dient men wapenen te hebben, en deze ontbre ken voor het tegenwoordige gouvernement, dat geen zekerheid van bestaan heeft. Thiers zegt dit teiegt, maar in de keuze der wapenen ver schillen hii en de commissie van rapport in gevoelen. Thiers wil een tweede kamer en de commissie verklaart er zich legenomdat door de instelling van zulk een staalsligcbaam deze nationale vergadering noodzakelijk diende ont bonden te worden en de afgevaardigden zich aan eene nieuwe verkiezing dienden te onderwer pen. Wat de commissie daarentegen wil, is het onmiddelijk instellen van de ministerièele ver antwoordelijkheid, om Thiers, die eigenlijk den wettigen naam draagt van gedelegeerde der nationale vergadering en den aangenomen naam van president der republiek builen de vergade ring te houden opdat bij niet telkens een mi nisteriële kwestie in een gouvernementskwestie transformere en aan de vergadering hare vrij heid van handelen door zulke ultimata ontneme. De heer Batbie las vervolgens het protest voor der minderhied van de commissie. Deze is van meening dat de meerderheid te ver gegaan is en slechts het voorstel-de Kerdrel had moe ten onderzoekenzonder zich op constitution- neel terrein te begeven; nu zij dit echter ge daan had had zijnadat de heer Thiers in den boezem der commissie tweemaal zijne aeli- riathie van de radicale leerstellingendie het and bedreigenhad herhaaldal zijne voor stellen die zoo regtstreeks zijnen persoon gelden, moeten aannemen of hem moeten vragen dat hij zelf ze in de nationale vergadering zou brengen de meerderheid der commissie werpt nu zijdeliugs een blaam op den president, waarover deze het regt heeft zich geraakt te toonen. Op dat protest volgde de conclusie van het rapport. Nadat daarin alle opregte en eerlijke republiekeinen zijn gerustgesteld, dat de com missie volstrekt geen debat wil uitlokken over de vraag van monarchie of republiek, wordt aan de kamer gepreadviseerd om het voorstel de Kerdrel ter zijde te leggen en in de plaats daarvan aan te nemendat in de bureaux eene commissie van 15 leden, zal worden benoemd om zoo spoedig mogelijk bij de nationale ver gadering een wetsvoorstel over de ministerièele verantwoordelijkheid in te dienen. De voor Thiers en voor Frankrijk hoogst belangrijke beraadslagingdoor geheel Europa in stijgende spanning verwachtis uitgesteld geworden tot Vrijdag. Beide partijen, Thiers en Batbierapporteur der commissie-Kerdrelhadden geen bezwaar de discussie nog één dag aan te houden; eerstge noemde evenwel verklaarde zich bereid de dis cussie dadelijk aan te nemen, zoo de vergade ring ze mogt verlangenen zelfs had hijals gewenscht wierde, er niets tegen dat zonder beraadslaging de conclusie van het rapport on middellijk in omvraag zou worden genragu Vóór dat het besluit tot verdaging viel, lichtte de heer Dufaure, minister van justitie, namens de regering de boodschap van Thiers toeen deed het bekende voorstel. De nationale verga dering hield Donderdag twee zittingen; de tweede begon 's avonds te acht urelusschen de twee bijeenkomsten werd Thiers voor de derde maal door de commissie gehoordcn had hij confe- renliën inel de ministers. De gisting in Frankrijk is door dit uitstel

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1872 | | pagina 1