Y r ij d a g 13
December 1872.
M 2046.
tmsrooatscHE
Winterdien.t aangevang 1 November 1872.
Nedkrlandsche Centra al-Spoorweg.
Vertrek van Amersfoort naar Utrecht
9.01 11.02 snelt. 1 en 2 kl., 2.39, 8.18.
Vprtrek van Amersfoort naar Zwolle
9.05,1.34, 6.16 snelt. 1 en 2 kl., 9
omit
Diligence-Diensten
Van Amersfoort naar Maarsbergen
's morgens op de eerste treinen
naar Arnhem, Utrecht, Amsterdam en
Rotterdam; en namiddag 3 uur.
Van Amersfoort naar Barneveld
'savonds 9 na aank. der laatste trein.
Diligenae-dienst J. Floor, van Amersfoort naar Amsterdam 1J u. nam., van Soestdijk 2} u., van Baarn 3 u., Eemnes 3} u., aank. te Amsterdam te 6 uren.
D,t blad verschijnt Maandag en Donderdagavond. Abonnement.pnj. per kwartaal '/l'.— franco per pott f 1.15. Prijs der Advertenliëo van I~tot6 r7gef. 60 Ctas elke regel
meerder IV Us; legale, offic.ee Ie en oole. gen. Advertenliën per regel 15 Cf. Reclame, per regel 20 cent. dfx. nummert lOcent. Be.tellin.en bij don Ui tg. 4. ran Cleeff te
mer. oor urrau mers/oortsc e ourant, bangestraat. Wijk F, N®. 43, over de Oude Vischmarkt, en bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren in het Rijk. Brieven franco.
d't blad uit Botterdam worden aangenomen door het Algemeen Advertentieburaeu van Nuoa en van Divsaa, Wijnstraat, Rotterdam.
K© n n i 8 v i n 5.
'De BURGEMEESTER van AMERSFOORT
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
gemeente, dat de door den provincialen In
specteur van 's rijks directe belastingen enz. in
Noord-Holland en Utrecht executoor verklaarde
kohieren N°. 5 6 en 7 van de personeel©
belasting over het dienstjaar 1872/73 aan den
Ontvanger van 's rijks directe belastingen alhier
zijn ter hand gesteldaan wien ieder verplicht
is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden
voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen
aangeplakt te Amersfoortden 11. December 1872.
De Burgemeester voornoemd
A. G. WIJERS
Het gunstig resultaat der expeditie
naar Deli.
Aan het algemeen overzigt van het Nieuw
Dal. Handelsblad onileenen wij het volgende
De expeditie in Deli heeft een schitterend
succes behaald en de strijd mag als geëindigd
worden beschouwd.
Den 26 des avonds ontving de regering een
telegram houdende dat de twee datoes in
onderwerping waren gekomen, terwijl onze
troepen Tandah Benoewa en anderen plaatsen
tonuer tegenstand hadden genomen. Den vol
genden dag ontvingen wij per telegram het
beiigl van Pinang, dat de drie hoofden van
den opstand door eeB detachement van onze
troepen onder hevel van den luitenant Pon-
stijn, geëmbarccerd waren aan boord van Zr.
Ms. stoomschip den Brieldat naar Batavia
onder sloom was gegaan.
De Javasche Ct. van 29 Oct. deelt 't volgende
mede
.Ten vervolge op de in n°. 85 dezer courant
gedane mededeelingen nopens den staat van
zaken en der krijgsverrigtingen in het rijk van
Delistrekken de volgende berigten ontleend
aan twee rapporten van den resident van Riouw
respectievelijk gedagteekend 9 en 14 dezer.
Nadat op 27 September Lamargo en op 2
dezer Laoe-Potan zonder veel tegenstand veroverd
waren, werd den 3 een kolonne tegen Soegei-
Bekilong afgezonden. Ook daar werd evenmin
tegenstand ontmoet. Alleen vielen uit een wacht
huisje vier schoten.
Uit de omstandigheid dat de bevolking in de
onmiddellijke nabijheid der plaats bezig was de
rijstvelden te bewerken, werd afgeleid, dat zij
in de meening verkeerde dat de troepen na het
gevecht bij Laoe-Polah niet zoo spoedig zouden
wederkeeren.
Den 4 begaf zich de expeditiekommandant
naar Soengai-Bekilong en werd door hem besloten
op dit punt een versterking op te rigten ten
einde als depót en als uitgangspunt te dienen
voor de verdere operatiën.
Het afloopen van eene woning in de kampong
goenggal door kwaadwilligen, die beschouwd
werden als tot de opstandelingen te behooren,
had ten gevolge dat de bewoners dier kampong,
die men tol dusverre weinig vertrouwd had zich
openlijk legen de partij der datoes verklaarden.
Den 8 werd te Soenggal eene conferentie
gehouden tusschen den resident van Riouw, den
kotnmandant der expedilionnaire troepen den
adsistent-resident van Siak en den stations-
kommandant in de wateren van Riouw. Daarop
werd in beginsel besloten hij voortduring te
trachten op minnelijke wijze tot eene schikking
met de opstandelingen te geraken, doch inmiddels
de krijgsoperatiën op den door den nieuwen
expeditiekommandant ingeslagen weg voort te
zetten.
Dienzelfden dag werd den adsisteni-resident
door zekeren baginda Morah medegedeeld dat
de datoes Ketjil en Djalil zich wenschten te
onderwerpen.
Ingevolge het verhandelde op de conferentie,
zond de adsist.-resident dien persoon terug
met de boodschap dat de datoes zich vrij kon
den aanmelden hetzij bij de civielehetzij
bij de militaire autoriteiten.
Het schijnt, dat na de bezetting van Soengei-
Bekilong de Bataks zich hebben teruggetrokken
naar hunne eigene kampongsen in weèrwii
van de pogingen, door datoes Ketjil aangewend,
zich niet meer willen laten overreden om de
wapenen op te vatten. Zelfs zou het hoofd van
Goenoeng-Lintang, dat zich tot dusver onzijdig
had gehouden, dien daatoe den toegang tot
zijne kampong hebben geweigerd.
Den 13 dezer kwam baginda' Morah van de
oproerige datoes terug met het berigt dat zij
zich wilden komen onderwerpen.
Inmiddels was door den expeditiekommandant
eene kolonne gedirigeerd naar Sapoeroek. Deze
plaats en Oedjong-Barat werden verlaten be
vonden en bezet. Van Sapoeroek zou opgerukt
worden naar Tanda-Benoa en Katiminbonan,
de versterkte verblijfplaats van datoe Djalil.
Ook zou Namoenarasie of Timbang-Langket
beset worden, ten einde den opstandelingen den
weg naar hel Langkatscbe af le snijden.
Blijkens een telegram van den resident van
Riouw van den 27 dezer zijn de beide hoofden
van den opstand in het rijk Deli hunne onder
werping komen aanbieden en zullen zij met
hun gevolg aan boord van Zr. Ms. stoomschip
den Briel naar Java worden opgezonden.
Nadere telegrammen op gisterenden 28 via
Penang ontvangen bevatten bet bepaalde berigt,
dal de datoes Djalil en Ketjilalsmede Soeleng
Barat zich overgegeven hebben, en onder een
sterk geleide naar boord van bet stoomschip
den Briel zullen worden gebragtten einde
daarmede naar Batavia te worden overgevoerd.
Hel beeft alzoo allen schijn dat de expeditie
op haar einde loopt en althans een gedeelte der
troepen spoedig naar de garnizoenen zal terug-
keeren.
Wij hebben ook nog nadere berigten per
brief uit Deli tot 13 dezer ontvangen, die zeer
gunstig luiden. Onze troepen hebben veel te
lijden gehad van muskieten, bloedzuigers cn
regens die met stroomen nedervallen. Het goede
beieid en de zorgendie bij alles voorzitten
hebben evenwelten gevolgedat de troepen
gezond blijven en tevreden zijn. Het percentage
der zieken vermeerderde niet en ondanks al de
misères, welke de expeditionaire kolonnes onder
vonden bleef de geest opgewekt.
Het O o r 1 o g-stelsel van Professor
V r e e d e.
In een artikel van het Utrechtsch Dagblad over
de Begrooling van Oorlog zegt Prof. Vreede o. a.
het volgende
Wal al die grootsche ontwerpen aangaat die
't Lands verdediging tot één enkel punt schij
nen te willen bepalenheeft men zich wel
afgevraagdof men het regt zou hebbenwal
er van onze vestingen, door Maurits en Frederik
Hendrik veroverddoor Goehoorn aangelegd of
uitgebreid, door Rabenhaupt en van Boetzelaar
zoo heldhaftig verdedigd, nog overig bleef,
eensklaps prijs te geven en eene bevolking, die
schot en lot betalendetot biertoe onder de
bescherming dier vestingen veilig heeft geleefd,
met al hare welvaart den vijand roekeloos in
handen te spelen Niet de Utrechtsche linie
maar de onafhankelijkheid en het grondgebied
des Rijks«de regten van alle des Konings on
derdanen en van elk hunnerbeeft het Hoofd
van den Staat gezworen te beschermen te
verdedigen en le bewaren. (Gwet Art. 51.}
Van hel winnen of verliezen van één enkelen
slagvan het beleid of van een onbewaakt
oogenblik van een of ander legerhoofdNeêr-
lands vrijheid en toekomst afhankelijk te stellen,
zou dit wijsheid en Regeerkundedan wel
blinde dolzinnigheid verraden Schertsend
maar naar waaaheid heeft een vernuftig
landgenoot ons den regel herinnerd: Elk
heeft zijn wijz' van vechten." oei voor voel heeft
Nederland zich tegen Spanje tegen het geweld
van Lodewijk XIV', van Dumourriez verdedigd,
en stond men nu en dan veeg te lande, de
moed der waterleeuwen en het vertrouwen op
God, meer dikwijls dar» wetenschappelijke krijgs
tactiek schonken uitredding Geen duimbreeds
gronds van de grenzen af, mag onbeschut worden
gelalen. Dit is het beginsel in de Grondwet
uitgedrukt, en van 1814 af door allerlei ver
ordeningen op het stuk der vestingen gehand
haafd. Men vergete niet, hoe België in 1792 door
de Franschen zoo ligt werd veroverd, omdat
men onnadenkend de vestingen der Barrière had
losgelaten.
(De heer J. H. Kloos, onze bekwame landge
noot, als spoorwegtechnicus zeer ervaren, en over
wien wij nog onlangs in onze nommers van 13 en
van 17/18 November jl. het genoegen hadden te
spreken, geeft in onderstaande brief een relaas van
zijne bevinding betreffende een der voornaamste
spoorbanen in Noord-Amerika De degelijkheid
der argumenten waarop de Nederlandache inge
nieur zijne uitspraak grondt, de ongekunstelde
mcdedceling zijner zienswijzeen over het al
gemeen de belangrijkheid van den inhoud zijner
schets, zullen voorzeker de aandacht trekken van
het Nederlandsch publiek dal boe langer hoe
meer flnanciëel belang heeft bij de noord-Ameri-
kaanscbe spoorweg-ondernemingenen bij ont
moedigende berigten welke het vaak moet verne
men, ook gaarne iets gunstigs zal lezen. Red.)
New-York, 30 October 1872.
Den beeren L1PPMANN, R0SSENTHAL &C°.,
Amsterdam.
Mijne heeren! Gaarne voldoe ik aan uw verzoek
om u het een en ander mede te deelen omtrent
den toestand en de vooruitzigten van den St.-
Paul en Pacific spoorweg, zoo als die waren toen
ik eeuige dagen geleden uil Minnesota vertrok.
Wij bevonden ons toen in het drukste gedeelte
van het jaar, ten tijde wanneer tarwe en andere
granen uit het land worden aangevoerd en hun
nen weg nemen naar de marktplaatsen aan den
Mississippi. Vooral dit jaaf beloven de herfst
maanden voor alle spoorwegen in Minnesota
bijzonder druk en winstgevend le zijnwant
de oogst was uitstekend en de voor den uitvoer
bestemde kwantiteit tarwe was grooter dan ooit
te voren.
Ook de prijzen waren hoog genoeg om de
landbouwers te bewegen het grootste gedeelte
van hunne producten van de hand te doen zetten.
De omstandigheden waren dus alleszins gunstig,
maar het was ook noodzakelijk dal er dit jaar
nog eene gelegenheid kwam om de inkomsten