I) i li g s (I a g 21
Januarij 1873.
JM 2037.
AKEE5Ï00ROT!
WinterdienU aangcrang I November 1872.
Nrdf.rlanpschb Centraal-Spoorweg.
Vertrek tan Amersfoort naar Utrecht
9.01 11.0-2 snelt. 1 en 2 kl., 2.39, 8.18.
Vertrek van Amersfoort naar Zwolle
9.05,1.34, 6.16 snelt. 1 en 2 kl., 9.
comm.
Diligence-Diensten
Van Amersfoort naar Maarsbcigen
's morgens 6£ op de eerste treinen
naar Arnhem, Utrecht, Amsterdam en
Rotterdamen namiddag 3 uur.
Van Amersfoort naar Barneveld
'savonds 9 na aank. der laatste trein.
Diligence-dienst J. Floor, van Amersfoort naar Amsterdam 1J u. nam., van Soestdijk 2} u., van Baarn 3 u., Eemnes 3J u., aank. te Amsterdam te 6 uren.
Dit blad vi-rtchijnt Wa andug cn Donder dagavond. AbonnciiienUprijs prr kwartaal f\.franco per post 1.15. Prijs der Advertentien van I tol 6 regels 60 Cts elke regel
meerder It) Cts; legale, ofliciëele en onteigen. Advertentien per regel 15 Cis. Reclames per regel 20 cents. 4 ft. nummert 10 cents Bestellingen bij den Uitg. i. van Cleeffte
Amersfoort Burrnu hnerxfnorttche Courant. I.angestraat. Wijk F, N® 43, over de Oude Vischinarkt, en bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren in bet Rijk. Britten franco.
Advertentien voor dit blad uil Itotlerdam worden aangenomen door het Algemeen Advertentieburaeu van NlMI en va« UinusWijnstraat, Rotterdam.
Kennisgevingen.
NATIONALE MILITIE.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT
Gelet op art. 26 der mililiewet
Doen te weten, dat liet register van inschrij
ving voor het jaar 1872 en de alpiiabelische
naamlijst, bevattende de ingeschrevenen voor
de lichting der nationale militie over 1873
gedurende acht dagen te rekenen van heden
van 's «oormiddags 10 tot 1 uur des namiddags,
ter Secretarie voor eenieder ter lezing liggen
binnen welken lijd bij den heer Commissaris
des Konings bezwaren kunnen wurden ingebracht
door middel van een door de noodige bewijs-
stukkcp gestaafd verzoekschrift op ongezegeld
papierinlediencn bij deu Burgemeester der
woonplaats.
Amersfoortdeu 17. Januari 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester
De Secretaris A. G. WIJ EU S.
L. SCHELTUS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT
Gelet op art. 264 der-gemeentewet.
Doen te welen dal het oorspronkelijk kohier
der plaatselijke directe belasting 'Hoofdelijke
Omslag) over het dienstjaar 1873 voorloopig
vastgesteld is en gedurende veertien dagen te
rekenen van heden, alle werkdagen van 10 tot
1 uurop de Secretarie der gemeente voor
eenieder ter lezing zal liggenbinnen welken
termijn elk op hel kohier aangeslagene bij den
Raad bezwaren tegen zijnen aanslag kau in
brengen.
Amersfoortden 20. Januari 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Dt Burgemeester
De Secretaris, A G. WIJERS.
W. L SCHELTUS.
Eerste Kamer. (Onderwijs.)
In de eerste kamer heeft de heer Messchert
yan Vollenhoven bij de behandeling der afdeeling
onderwijs" van de begrooting van binnen-
landschc zaken eene uitvoeiige rede uitgesproken.
Ilij klaagde 1) dat de minister nog steeds voort
gaat dispensatie te verleenen van de collegiën
in Grieksch cn Latijn; 2) dal bij hel middelbaar
onderwijs de wis» en nalutti kundige vakken te
veel op den voorgrond treden en 5) dat de
minister geen verandering wil brengen in de
wet op het lager ondetwijs.
In antwoord hierop zcide de minister van
binncnlandsche zaken, dat hij een groot voor
stander is van classieke studiën, en constateerde
verder, dat na het votum der tweede kamer
geen verdere dispensatiën verleend zijnal
behoudt de minister er zich ook het regt toe
voor.
Het is noodig eene andere rigting te geven
aan de eind-examens bij het middelbaar onder
wijsmaar de wis- en natuurkundige vakken
staan niet te veel op den voorgrond. Veel meer
tijd wordt aan de taalstudiën besteed. Alleen
verbetering van het personeel der taalonder
wijzers kan verandering aanbrengen.
De minister protesteert verder tegen het be
weren als zou hij elke poging tot wijziging
«Ier schoolwel willen weren. De regering wil
echter zeer zeker niets doen in den geest der
minderheidwelke de heer Messchert vertegen
woordigt. Den strijd om grondwetsherziening J
wil hij aanvaarden. Het bezwaar der concurrentie i
is een bedekt middel om tot subsidiëren te
geraken en dat wil deze regering niet.
De lieer Messchert van Vollenhoven beweerde
hierop nog, dat, als men aan beide partijen
gelijke middelen gaf, de openbare school geheel
veidwijnen zou.
Een bundel processtukken.
La Vie Parisienne levert de volgende curieuse
schels der geschiedenis van een bundel proces
stukken. Het verbaal luidt aldus: Een groot proces
wordt in 1869 op touw gezet Eene der partijen,
de heer B vertrouwd zijne zaak toe aan Emile
Dllivier, Deze aanvaardt haar, neemt de stukken
van den cliënt in ontvangst, bestudeert ze, eu
stelt zich op de hoogte. Terwijl men reeds in
overleg was om den dag der procedure te bepa
len wordt Ollivier minister. Hij geeft dus de
stukken terug. B. moet een anderen pleitbezor
ger hebben en kiest Jules Favre, denkende:
die vurige bestrijder van het keizerrijk zal
mij althans niet ontvallen als Ollivier". Maar
hij rekende niet op de republiek, en toen Fa
vre, groolendcels met de politiek vervuld ein
delijk toch tijd en lust genoeg gevonden had
om voldoende kennis van de stukken te nemen,
wordt hij benoemd, of liever benoemt hij zelf
zich tot minister van builenl. zaken, en geeft
op zijne beurt den ongelukkigen bundel aan
den heer B. terug. Deze vestigt nu zijne keus
op den advocaat Dufaure, en hoopt dat zijn
derde pleitbezorger hem niet in den steek zal
laten. Het beleg van Parijs vertraagt den loop
der zaakde wapenstilstand volgtdaarop de
verkiezingenenom kort te gaanThiers
benoemt den heer Dufaure tot minister. B.
is ten einde raad Wat nu wie nu «Neem
Victor Leftanc", adviseert Dulaure, terwijl hij
hem de stukken teruggeeft. Zoo gezegdzoo
gedaan. Victor Lefranc was niet eens afgevaar
digde de kans was dus nu gunstig. Maar weder
rekende B. buiten den waard, dat is buiten de
politiek en hare changemenls-a-vuewant, ofschoon
geen députéVictor Lefranc was zes weken later,
van simpel advocaat, ook al minister. B., die
nu aan zijnen vierden advocaat-minister was,
werd inderdaad wanhopig. Een en ander ge
beurde een jaar geleden. Na lang hoofdbreken
kiest B. een advocaat uit de gelederen der vorige
bonapartislen. «Nu let» minste ben ik zeker," den kt
hij, en thans te regt. Maar dezer dagen heeft hij
mot zijnen bonapartjstischen advocaat, die ein
delijk voor hem als pleiter optrad zijne zaak
in eerste instantie verloren. Na afloop der zit
ting nam hij zijne stukken nn voor de zesde
maal terug, en liep regelregt naar Victor Le
franc, die inmiddels minister-af geworden was
Neem nu mijne zaak weer op," zeide hij, «gij
hebt uwe beurt gehad en zult nu ten minste
wel een jaar voor de borst hebben eer gij weèr
minister wordt!"
Politieke Revue.
Het stoffelijk overschot van den ex-keizer is
ter aarde besteld. Men meldt dat de lijkstoet
ten 11 ure Camdenhouso verliet en ten 11J ure
in de kerk aankwam, dat een talrijke menigte
toeschouwers, naar tneti schat 12,000, op de
been is geweest, en dat alles in stille cn zonder
eenigc demonstratie aigcloopcn is. Drie-en-twintig
extra Iteincrt hebben 25,000 menschel» over
den spoorweg naar Chislehurst gebragtom
het lijk te becigligcn.
Als een staaltje van schandelijke, onwaardige taal
nemen wij 'l volgende over uil den Emancipateur
de Toulouse: «Een telegram meldt, dat de bandiet
van December en van Sédan gisteien gestorven
is. De zedeleer is gewroken het publiek geweten
gevoelde zich verligt, toen men vernam, dat
het monster, hetwelk met alle schaamteloosheden
bezoedeld washeeft opgehouden te leven de
nationale eer verheft zich weder bij de enkele
gedachte, dat de oorzaak van allen smaad, dien
wij zoo in als buiten het land moesten ondergaan,
het openbare schaamtegevoel niet meer honen
kan. Hoe goed doel het niet zulke korte en
krachtige woorden te lezen die ons den dood
verkondigen van den grootsten misdadiger, welke
door de justitie gespaard ik geworden. Ontwaakt
in uwe lijkgewaden. gij veelbeminde dooden
die door hem naar de galeijen waart gezonden.
Martelaars van Cayenne en Lambessa, rijst op,
verheft u om met ons het ruwe genot te hebbcu
dat graf te beschimpen I"
Zoo iets in staal was het Bonapartisme te
doen herleven dan zouden het zulke groihe-
den zijn.
De uiinister van ooilog, de Cissey, heeft,
dd 12 Jan., aan maarschalk Mac-Mahon het
volgende schrijven gerigtbëticfiende de aan
vragen tot verlof om zich naar Chislehurst te
begeven
«Mijnbeer de maarschalk! Ik heb vele ver
zoeken ontvangen van officieren van verschil
lenden giaad, om magliging zich naar Eng<land
te begeventen einde de lijkplegtigheid van
keizer Napoleon III bijtewonen. Eenige beb ik
moeten weigeren, daar dt- regering besloten bad
dat zulk een vei lof niet kan gegeven worden
aan officieren met een kommando bdasi ol bij
hel leger werkzaam. Deze maatregel, welks ge
pastheid gij zult erkennen duldt geene uit
zondering, en geeft in den regel aan welke
verzoeken gij mij kunt opzenden. Uet wacht
woord der bonapartislische pers schijnt te wezen,
de keizciin als regentes en den keizei lijken prins
als den regt matigen opvolger zijns vaders te
proclameren. Zij schijnt bovendien voornemens
in dien zin adressen te laten teekenen. Hel is
te begrijpen, dat de militaire overheid in geenen
deele kan toelaten dat dergelijke adressen ia
kamp ol kazerne rondgaan. De meeste waak
zaamheid moet in acht genomen wordenom
te verhinderen dat het leger zich bij dergelijke
politieke demonstration aansluile, en diegenen,
welke hunne pliglen als militair vergetende,
de aanleggers daarvan zijn, moeten met de
uiterste strengheid gestraft worden.
De regering begrijpt en vereert de gevoelens
van dankbaarheid en gehechtheid, welke een
aantal officieren voor de keizerlijke familie
kunnen ondervinden. Gewis zal zij niet gispen
degenen, welke bij gelegenheid van 's keizers
overlijden het noodig keuren aan de keizerin
persoonlijk of bij brief de verzekering hunner
achting en sympathie te geven. Zulk een stap
kan de personen welke dien doen slechts ver
eeren en ik houd mij ovcruigd dat het Lij
hen in harmonie zal zijn met de gezindheid
welke kan worden opgelegd door den pligt
jegens de wettige dooi Frankrijk alleen erkende
regering, want mannen van hart zijn steeds
mannen van den pligt. Doch gij r.oet ook be
grijpen dat, zoo ik persoonlijke cn afzonderlijke
uitingen verdragen kan, ik toch niet mag toe
slaan dal het leger buiten zijn zuiver militair
tetrcio ga cn zich tuenge in beroeringen, die