tHet totaal der verliezen van land en zee-
m«st aan dooden en gewonden is 448, waar
onder 30 officieren.
«De vrees, dat het weder inschepen der troe
pen ter reede van Atchin die cijfers nog zou
doen klimmen, is ongegrond geweest. Nadat de
troepen hun bivouac aan het strand weder be-
trokken hebben, zijn zij geen enkele maal, ook
niet bij het weder inschepen, door den vijand
verontrust. Sommigen schrijven dit aan de zware
verliezen toe, welke de Alchineezen geleden
hebben; anderen aan onderlige verdeeldheid.
Onze kennis van het land en zijne be
woners is nog even gebrekkig als bij den aan
vang der expeditie. Van daar dat, terwijl de eenen
de terugroeping van deze blijven goedkeuren,
hel niet aan personen ontbreekt, die het thans
betreuren, dal de versterking van twee bataljons,
onder de bevelen van den generaal Vertpijck
niet op den bepaalden lijd naar het tooneel des
oorlogs vertrokken is.
«Het zeggen is dat de expeditie reeds in
Augustus van dit jaar hervat zal worden. (Jit
Nederland word versterking onzer militaire
krachten te land en ter zee verwacht. Uit het
oogpunt der strijdvaardigheid van beiden, voor
zoo ver hel moederland daarvoor verantwoor
delijk is, heeft ons échec een hoogt ongunstige
indruk gemaakt. De wapening van het leger is
en blijtl gebrekkig; en nooit zoo levendig als in
deze dagen heeft men de behoefte aan eene
kolonialen marine gevoeld."
Allerlei.
Toen de Koning bij zijn jongste bezoek van
Friesland het dorp Kollum passeerdewerd
Z. M. aldaar aan het rijtuig aangesproken door
een rnim SOjarigen grijsaard, den oud-militair
A. P. Bosmaridder der militaire Willemsorde
4de klasse versierd met het Zilveren kruis, die
's Konings bijzondere aandacht had getrokken.
Hy wist den Koning te verhalen, dat hij destijds
dienende bij het regiment van Syiiamaheeft
bijgewoond en gezien, dat's Konings doorluch
tige vader bij Waterloo werd geblesseerd. Met
minzaamheid hoorde de Koning den ouden man
aan, die Z. M. nog menige bijzonderheid van den
gedenkwaardigen dag mededeelde. De Koning
heeft hel hierbij echter niet iaten blijven, maar
den ouden man doen toekomen zijn portret,
mei gouden horologie en dito ketting, als een
aandenken aan den zoon des veldheers onder
wiens opperbevel hijvoor 'l Vaderland strij
dende door dapperheid zich 't eerekruis der
militaire Willemsorde wist te verwerven." Een
en ander is hem op bijzonder plegtige wijze door
den burgemeester uitgereikt
Een vreemd geval had te Trie in het departe
ment der hooge Pyreneën plaats. Drie kinde
ren bewaakten eenige koeijen in een bosch
toen plotseling een hevig onweder uitbrak; zij
verscholen zich onder een grooten eik hun run
deren onder andere boo mende bliksem sloeg
in bedoelden eik kloofde hem over zijn geheele
lengtewierp een der jeugdige herders omver
rukte de ijzeren punt van een koedat haar
dat hoofdtooisel uit den kop werdgerukllater
vond men den horen in een heester op eenigen
afstand terug. Het kind was ongedeerddoch
de koe zal er waarschijnlijk het leven bij in
schieten.
Het werk der wederoprigting van de Vendóme-
kolom is te Parijs aangevangen. Het slaande
gebleven voetstuk van hel monument is door
eene omheining omringd geworden. Volgens
het door den architekt Normandaan wien de
leiding dezer zaak is opgedragen, opgemaakte
bestek zal hel werk in drie maanden voltooid
zijn en op niet meer dan 300,000 fr. te staan
komeu. De kolom heeft in haren val betrek
kelijk weinig geledenhaar kapiteel alleen is
sleik beschadigd. Van de bas-reliefs die baar
spiraalvormig omgevenzijn slechts weinige
door den val verbrijzeld, zoek geraakt of ont
vreemd. Onder de verbrijzelde behoort het frag
ment, waarop de inlogt van het napoleontische
leger in Herlijn was afgebeeld.
Men tal zich herinnerendat de Weener
correspondent van de Parijsche Monde indertijd
een niet zeer gunstig tafereel van de Weeaer
lentoonst Hing ophing en o. a. de vrees te
kennen gaf, dat het gebouw, wegens gebrekkige
constructie en moerassigen bodem, bij eventuëlen
aanvoer van zware voorwerpen ter expositie,
veel kans van instorten had. Ofschoon zijn
berigt niet van overdrijving vrij was te pleiten
blijkt hij toch niet geheel mis gezien te nebben.
Althans het Russische gedeelte van het tentoon
stellingsgebouw is feitelijk ingestort. Eén persoon
is bij dit ongeluk gedood, terwijl drie andere
gevaarlijk gewond zyn.
Een Duitsch blad deelt de volgende curiosi
teit mede. Op den avond van het constitutie-
feest kwam Koning Victor Emanuel na den aan
vang van het tweede bedrijf by de gala-voor
stelling in hel Apollo-theater. Juist toen hij
zijne loge wilde binnenstappen, werd hem me
degedeeld, dat de Grootvorstin Maria Nicolqjewna
van Rusland daar juist tegenwoordig was. De
Koning, die alles behalve prachtlievend en vor
melijk officieel is, was ook allereenvoudigst en
alles behalve in gala-tenue gekleed. Hij kon
dus, waar hij zulk hoog gezelschap vinden zou,
niet zoo huiselijk gekleed als hij was binnen
gegaan. Vertrekken wilde hij evenmin eu hij
stapte dus kort en goed naar de loge van den
prefect van politie, leende van hem inde gaau-
wigheid zwarte rok en witte das en ging toen
de Russische Grootvorstin begroeten, terwijl de
prefect zich in zijne hemdsmouwen en met
bloolen hals utt de voeten gemaakt had, en
het volk dal den Vorst met luid gejuich en
het schetteren der fanfares ontving, weinig dacht
dat il re galantuomo daar aan de Russische Groot
vorstin zijn compliment maakte met geleenden
rok en das.
Maandag avond is in het Victoria-Thealer te
Berlijn gedurende de voorstelling, een ongeluk
gebeurd, dat schromelijke gevolgen bad kunnen
hebben. De gordijn, die tusschen de bedrijven
nedergelaten wordt, scheurde bij hel ophalen
aan de bovenzijde af en stortte neder, over de
avant-tcene beendeels in het orkest, terwijl
bijna gelijktijdig het doek aan bet voetlicht
vuur vatte. Gelukkig waren er geen personen
getroffen en bleef ondanks den schrik, de tegen
woordigheid van geest bij het dienstpersoneel
zoo goed bewaard, dat verder onheil en grooter
schade voorkomen kon worden door onverwylde
en goed genomen maatregelen.
Uit Salatiga (Java) meldt men
In den nacht van 1 op 2 Mei heeft te Salatiga
een ongehoord brutale ketjoeparlij plaats gehad.
Mevrouw de wed. Hoff woont hier vlak naast
de postloods, waar wakers zijn ter verzoiging
der paarden enz., op ongeveer honderd pas
afstand van de boeiwaar steeds een wacht
is niet van pradjoeritsmaar van soldalen en
wel Europeanen ik geloot: acht man met
een korporaalvoorts staat nog digler bij een
gardoe en vlak naast de boei is het logement
waar in den regel, zooals tegenwoordig, veel
Europeanen logé's en veel inlanders bedienden
zijn; bovendien bad Mevrouw H. in haar ach
tergalerij orang orang diaga. Niettegenstaande
dat alles echter, iseengroote, goedgewapende
rooverbende dal huis binnengedrongen die
na de deur met bijlen stuk gehakt te hebben,
een kist opengebroken en daaruit een zeer be
langrijk bedrag gestolen heeft. Mevrouw H. zegt,
dat ze ongeveer honderd duizend gulden vei-
loren heeft, waaronder plus minus dertig duizend
gulden aan zilver!
Reken nu eens uit, hoeveel man men wel
noodig heeft om met dertig duizend gulden aan
zilver te vlugten I Alles bijeengenomen, moeten
er minstens dertig roovers geweest zijn.
Toen men ging kijkenwas de grond nog
bezaaid met diamanten en zilvergeld, door de
roovers in baast achtergelaten. Een kenner
taxeerde de waarde van hetgeen daar lag op
vijftig duizend gulden 1
Ue aosistent-resident was tijdig ter plaatse.
Bij het onderzoek bleek, dat mevrouw H. en
familie eerst niet om hulp had durven roepen
omdat de roovers bedreigd hadden haar in dat
geval te zullen verinoorden. Toen de schelmen
weg waren riep zij hulp en hoorde men weldra
op de rijstblokken slaan maar men ving niets.
De wedono, die nachtpatrouille maakte, kwam
de roovers met hun buit tegenmaar had de
beleefdheid beu ongedeerd ie laten voortgaan 1
Te Kiel heeft een professor in de wijsbe-
geeile den 2302en verjaardag van Plato's ge
boorte feestelijk gevierd. Hel feest U.met
een bal geopend en geëind.
Politieke Reveu.
Zooals men weet, voert Mac-Mahon in zijn
vaandel ook de spieukhandhaving der zedelijke
orde.
Maar wat verstaat het tegenwoordig bestuur
door zedelijke orde
Eindelijk zegt het Journal de» Débat»
weien wij wat de «moreele orde" is. Het is
regerenuitgaande van het beginseldat allen,
die invloed kunnen uitoefenen op de meening
hunner medeburgersomgekocht kunnen worden
dat iedere pen in Frankrijk veil is. De Minister
zegtdat dit geen omkoopen, maar ondersteunen
is. Ue sofisten hadden net niet beter kunnen
zeggen. Wal Machiavelli van de circulaire van
den heer Beulé zeggen zou, weten wij niet; tegen
dc denkbeelden zou bij niets hebben, maar hij
zou baar stellig ontijdig, onhandig, naïef vinden."
De Minister van Binnenlandsche Zaken, een
vriend van Caslelar, heelt verklaard dezelfde poli
tiek te zullen volgen en door daden te bewijzen,
dal de Spaansche Republiek is het element der
orde van binnenland en van den vrede daar
builen. De Republiek heeft geenszins ten doel
propaganda te maken, zij strekt alleen om op
vredelievende wijze Spanje s vooruitgang te bevor
deren. Daargelaten het element van orde, waar
van tot nu toe weinig of niets gebleken is,
zien wij nieuwsgierig ui', naar de aanslaande
bevordering van den vooruitgang.
Het hangt er natuurlijk veel van af, wat de
Minister onder vooruitgang verstaan wil.
Castelar zal intusschen aan de werkzaamheden
der Cortes blijven deelnemen en de verkiezing
voor een President, welke later zou plaats
hebbenzal naar alle waarschijnlijkheid vallen
op Nicolas Salmeron.
't Is een vreemd, maar wat erger is, ongelukkig
Land, dat Spanje.
In twee dagen bad het vier Ministers.
Nu zit er een Ministerie-Pi y Margall aan de
groene tafel en onder de leden daarvan telt
men vier zoogenaamde onverzoenlijke» of
roode Republikeinen f
't Waren onstuimige Cortes-zittingen in welke
Figuera» eene portefeuille aannam en weder
teruggaf en die weer aanvaarde en weer liet
liggen.
'l Waren onstuimige zittingen nu in 't open
baar gehoudendat met gesloten deuren.
'l Was ook beier dat het kijven, welligt
vechten, van Volksvertegenwoordigers maar ach
ter grendels plaats had.
Van verschillende zijden wordt bevestigd
dat Santa-Cruz eene republiek heeft gesticht. In
eenen brief aan Poll Mall-Gaietla wordt omtrent
hem geschreven
De minachting van Santra-Cruz voor het
Carlisme is ligt te begrijpen. Maanden achtereen
heeft hij nu in Navarra en Guipuzcoa een ver-
moeijenden krijg gevoerd en in al dien tijd
kreeg hij van don Carlo» en zijne ministers
geen enkel geweer en geen enkelen reaal. Daaren
tegen werd hijop grond van allerlei losse
praatjes in de dagbladenbetreffende de door
hem gepleegde gruwelen, door den krijgsraad van
don Carlos ter dood veroordeeld. Natuurlijk be
dankte hij vriendelijkom zich in arrest te
gaan begeven en na verscheiden pogingen om
tot eene schikking te komen verklaart hij stout
weg dat bij voortaan strijden zal voor eene
katholieke republiek met Cambrega lot president,
en zoolang dit beginsel nog niet is aangenomen,
zal vechten op zijn eigen hand. Hoe dit eindigen
zal, is kwalijk te zeggen, wanl Sanla-Cruz heeft
thans 2000 man en instede van te wachten
op de geldelijke ondersteuning van don Carlo»
neemt hij thans wat hij krijgen kan van dc
fabrikanten en steden van zijn eigen genest,
Guipuzcoa. Sinds de onlangs door hem behaalde
voordeelen ia hij zeer populair geworden onder
avonturiers en legitimisten wat hier in Spanje
vrij wel hetzelfde is en honderdendie
hem kortelings nog beschouwden als een bandiet,
wenschen thans onder bem te dienen.
AMERSFOORTII Junij 1873.
De leden van de Tweede Kamer zijn tegen
25 Junij bijeengeroepen.
De verkiezing in het kiesdistrict Amersfoort
van een lid der piov. Stalen van Utrecht voor
de vacature, ontstaan door het overlijden van
den Heer Mr. J. C. G. C. Laanin leven lid der
ptov. en Gedeputeerde Staten, zal geschieden
Dingsdag 8 Jul ij e. k.
Zaturdag jl. is door den Heer Majoor F. P.
KlijntmaKommandant ir. de elfde stelling der
genie te Amersfoort aanbesteed het maken van
afdaken boven de keukens op de legerplaats
bij Milligen en is dit werk onder gewoon voor
behoud gegund i#n den Heer H. J. Buitenhui
te Elspcei, voor f 3294.
De minister van finantiën maakt bekend,
dat volgens mededceling van het munlcóllegie
nu en dan valsche rijksdaalders van verschil
lende jaartallen in de circulatie worden aange
houden welke op zeer bedriegelijke wijze de
echte nabootsen, en waarschuwt uit dien hoofde
een ieder vooi de schadedien hij zich door
aanneming van zoodanige stukken zou berok
kenen.
De bedoelde valsche stukken zijn van echte
te onderscheidendoor dat hun gewigt onge
veer drie tot vijf wigtjes (grammen) minder
is dan van de echte rijksdaalders (25 grammen)
door dat de letters van het randschrift «God zij
met ons" in vorm eenigzins afwijken van die der
echte slakken en door dat zü, na cenige circu
latie en daardoor veroorzaakte afslijting der
oppervlakkige verzilvering, ter weerzijden dc kleur