gevallene mede met de woorden der Javaschc
Coarant van gisteren
«Van Benkoelcn is per draad der. 3 dezer be-
rigt ontvangendatvolgens mededeeling van
den posthouder te Kelauuide assistenten-resi
dent 11. van Auistcl en de controleur E. W.
Castens den 2 dezer te Bcnloehan, zeven palen
«en noorden van Laïs, door «en aantal pasirash
en proatins, die hen daar aan de overzijde der
rivier stonden al te wachten, om het leven
gebragt.
«Ter hoofdplaats Benkoelen was alles rustig.
Omtrent ae aanleiding tot deae droevige
gebeurtenis kan nog geene voldoende opheldering
gegeven worden.
Met het stoomschip Willem Kroonprins der
Nederlanden zijn den 4 dezer twee compagniën
infanterie naar Benkoelen vertrokken tot tijde
lijke versterking der aldaar aanwezige mili
taire magt.
In den assistent-resident van Amstel verliest
het gouvernement een zeer verdienstelijk amb
tenaar die vooral in de bovenlanden van
Palembang, waar hij het ridderkruis der Mili
taire Willemsorde verwerven mogtzich in
vroegere jaren bijzonder heeft onderscheiden.
Een nader telegrafisch berigt van Benkoelen,
Tan den 7 dezermeldtdat de derwaarts
gedirigeerde troepen daags te voren ten 1 ure
waren gedebarkeerd.
«Des avonds ten 7 ure was reeds eene kolonne,
150 man sterk en vergezeld van 1 mortier, op
weg naar Laïs.
«Een detachement, groot 25 man, van
Kepahiang naar Benkoelen gezonden vertrok
in den nacht van 6 op 7 dezer naar Taba-
Peoandjong, om aldaar ter beschikking te blijven
van den controleur der Ommelanden die thans
eene magt van 45 man bij zich heelt.
«Als aanvoerders van den opstand worden
genoemd pasirah Samban anak dalam Tapan
en badji Maridanlot dus ver personen van
geen beieekenis."
Ingezonden.
Aan den Heer Redacteur der Amersfoortsche
Courant.
Wel Edele Heer I
Aangenaam zal hel mij zijn zoo nevensgaande
brief, aan de vergaderden op 15 October volgens
mijn verzoek voorgelezenin uwe Courant kan
worden opgenomen. Dat ik die opname evenmin
xai aanmerken voor bewijs van instemmingals
mijne aanvraag voor bewijs van overeenstemming
met uwe Courant te houden is* wordt ten over
vloede met deze regelen herinnerd.
Ik heb de eer met verschuldigde gevoelens
te zijn,
WelEdele Heer 1
van (JWelEdele de dienstwillige dienaar,
J. H. VAN ROSSEM.
Als tegenstander niet zonder onbescheidenheid
kunnende verschijnen op eene vergadering belegd
voor degenen, die eene cholera-commissie verlan
gen moet toch de ondergeteekende verzoeken
dat de reden van zijn wegblijven bekend zij.
Hij is toch onder de Protestanten de eenige
dienstdoende leeraar te dezer stededie èn den
Typhus van 1856, èn beide Cholera-epidemiën
van 1849 en i860, heelt bijgewoond en niet
werkeloos heelt bijgewoond.
Nu is gebeurlijk, dat zeer enkelen onder de
vergaderden niet ééoiglijk denken aan hetgeen de
nieuwe werklieden lullen doenmaar ook aan
hetgeen de oude hebben gedaan.
Alsdan, onder de eerst geassumeerde leden twéé
predikanten vindende, maar juist de jongsten
in dienst en die met een betrekkelijk zeer klein
deel van de onvermogende Protestanten te doen
hebben ligt de vraag voor de handof de meer
ervarenea zouden zijn voorbijgegaan dan wel
zich zouden ontrokken hebben. En, omdat on
verschilligheid te dezen zeer laakbaar zou zijn
in den ondergeteekende die sedert lal van jaren
onder veel armen te verkeeren heeft, moet hij
voor zich verklaren dat hijzoo men hem uil-
genoodigd had, tegen het oprigten eenerCom
missie zou hebben geprotesteerd.
Dat de oprigting officieus zou aangemoedigd
zijn van wege het Burgerlijk Bestuur moet mis
verstand zijn. Besturen mogen niet anders
dan ex officio, officieel, optreden; al behonden
de leden van het Bestuur hun regt, om als par
ticulieren ie handelen.
En hebbe nu bij voorbeeld in schooltaken
een kertzigtig en onwillens-partijdig utilanisme
aan eenige zich opwerpende corporatie eene in
menging toegestaan, welke men, wanneer ze
morgen door eene andere corporatie werd ge
vraagd ongetwijfeld zou weigeren en weigeren
zou, zonder te durven zeggen «uwe rigting mis
haagt ons", maar weigeren om gemis van wettigen
titel; de ondergeteekende houdt voor zeer ver
derfelijk, dat allerlei eigenwillige vereenigingen
de taak uit do lundcu nemen van de daarmede
belaste burgerlijke en kerkelijke collegien en
de minder ontwikkelde, de bemoeizucht uroede,
ten laatste burgerlijke en kerkelijke ambtsbe-
kleeders als indringers bejegene gelijk hij thans
al die Commissiën voor gemagligden van Staat
of Kerk aanziet eu eerbiedigt.
Om bij eigen gemeente te blijven herinnert
de ondergeteekendedat tijdens de cholera-
epidemic van 1866 door Diakenen der Hervormde
Gemeente velerlei is bezorgd en dagelijks door
eene Commissie de huizen van lijders zijn op
gezocht.
Hetzelfde en, door vroeger ervaring geleerd,
meer en beter te doen, is, vertrouw ik, hun
wensch. Treden evenwel thans nieuwelingen op
ontvangen die de giften van de Uervormden
destijds aan de Diakenen toevertrouwd bevinden
de Hervormde armen in zulken tijd hunne na
tuurlijke helpers werkeloosdaarover zulleu
alleen juichen zij die alle kerkelijke zaken wen-
schen dood te zwijgen of krachteloos te maken.
Laat slechts zonder veel tijd aan Commissiën
en Rapporten te verliezenieder in de be
staande kringen zich beijveren: laat door eigen
voorbeeld de aanzienlijken volgzaamheid tegen
over de Regeringsmaatregelen aanbevelen laat
elk onzerdie bij eenig Armbestuur stem of
invloed heefthet daarheen rigten dat bij deze
ziekte, die geen tijdsverwijl gunt, in twijfelach
tige gevallen éér tol helpen, dan tot naar anderen
verwijzenbesloten worde.
J. H. VAN ROSSEM,
predikant bij de Hervormde Gemeente.
Ammsvoort 15 October 1873.
AMERSFOORT, Maandag 20 October 1873.
Heden Maandag namiddagden 20. October
1873, heelt de gemeenteraad van Amers
foort eene vergadering gehouden, waarin de
punten van behandeling waren
1°. Begrooticgen van het Burgerlijk Armbe
stuur, het Weeshuis en de Schutterij
voor 1874.
Allen zijn goedgekeurd, de laatste eenigszins
gewijzigd.
2*. Gemeente begrooling voor 1874 met re
kwesten om verhooging van jaarwedden
en voorstel van Burg. en Welh. aangaande
de bestraling.
De gemeente-begrooting is vastgesteld en daar
in opgenomen f 50000 voor verbetering van de
bestrating.
3*. Staten van oninbare posten ter zake van
den hoofde] ij ken omslag en de hondenbe
lasting dienst 1872. Goedgekeurd.
4*. Eerste aanvullings-koliier van den hoofde-
lijken omslag, dienst 1873. Goedgekeurd.
5*. Verzoek van den heer Mr. A. R. van Bel
om eervol ontslag als curator der Latijosche
scholen. Verleend met dankbetuiging.
Verhooging van tractement is gevraagd door
Hoold- en hulponderwijzers der tusschen- en
armenschool, gemeente-doctoren en heelmeester,
een leeraar der Hoogere Burgerschoolnacht-
wachls en opzigter der begraafplaats.
Tractements verbooging van den Heeren Suijck
en Frans afgewezen.
Id. opzigter begraafplaats aangenomen.
Id. sergeant van politie afgewezen.
Id. agenten van politie aangenomen.
Id. nachtwakers aangenomen.
Id. opzigter openbare werken afgewezen.
Id. leeraar H. B. afgewezen.
Id. amanuensis Hoogere Burgerschool aange
nomen.
Aan de hoofdonderwijzers van de Tusschen-
en Armenschool eene personele toelage van
f\ 00 'sjaars verleend.
Het maximum van de jaarwedde der hulpon
derwijzers is vastgesteld op ƒ450.
Aan de gemeente-doctoren eene personele
toelage van /100 p j. verleend.
Op de begrooling is uilgetrokken f 32000 voor
opbrengst van te verkoopen gronden aan den
Bergen f 12000 voor het aangaan van een
geldleen ing.
Ter talel zijn gebragt
1. Voorstel van B. an W. tot den verkoop
van het terrein der Israëlitische begraafplaats
aan het kerkbestuur dier gemeente.
2. Goedkeuring van HH. Ged. Staten op hel
verhuren van het terrein de Zandhoopen" en
op de rekering der Schutterg.
3. Procesverbaal van katopneming.
4. Concessie-aanvraag van de Rott. bank enz.
tot aanleg van Spoorwegen, onder anderen ook
Gorkum KuilenburgAmersfoort.
Ter gisteren gehouden periodieke verkiezing
van drie leden voor de Kerkcraad der Nederl.
Israël, gemeente te Amersfoort, zijn herkozen
de Heeren E. E. Visser en M. Wolff Mi.en
gekozen de Heer E. L. Visserallen met groote
meerderheid van stemmen, laatstgenoemde ter
vervulling der plaats van den Heer II. van Gelder,
die aan vele kiezers had verzocht hunne item:
men niet op hem uiltebrcngen.
Hedenmaandagavondzal de voorstelling
der Heeren BoasJu de Is en Louis Bouwmeester
in Amicilia plaats hebben en vermits er ver
scheidene tooneelisten zijn, die den naam Bouw
meester dragen en het publiek daardoor soms
op een dwaalspoor wordt gebragt, jzoo kunnen
wij de verzekering geven dat de acteur, die
hedenavond de hoofdrollen in het" beroemd
drama en in de vaudeville vervuil, is de Heer
Louis Bouwmeesterin Amsterdam, Rotterdam
en andere groote steden gehuldigd wordende
als een der beste hedendaagschc Nederlandsche
acteurshetgeen heden avond natuurlijk door
het publiek zelf bij zijn optreden zal worden
ontwaard en erkendzoodat dan ook direct
zal blijken dat onze verzekering waarheid was.
Omtrent de oorzaak van het miltvuur bij het
vee leest men in de Pro», Noordbr. Ct., dat zij
naar sommigen 't er voor houdenzou gelegen
zijn in 'taanwezig zijn van eene giftige stof
die zich eerst aan de planten en door deze aan
de dieren, die ze eten, mededeelt. De planten*
schijnen ziek te worden door eene gistende of
rottende beweging der bewerktuigde deeleu in
den grood, die daarin opstijgen en uitgedreven
worden door eene langdurige en groote zon
nehitte, om dan weldra weder door regen of
andere oorzaken op de planten neer te vallen.
Veelvuldig komt dit voor op landerijen met
een harden ondergrond van leem, oer, kalk,
zand enz., wijl daar die stoffen door den regen
niet diep genoeg in den grond worden gedreven,
om niet meer op te stijgen. Stinkendbedor
ven slecht water mag men ook zeker als oor
zaak verdenken.
Het bloed en andere sappen van het ligehaam
van aan miltvuur lijdende dieren isvooral
in wonden of gekneusde plaatsen der huid
zeer besmettelijk. Er zijn vele voorbeelden van
menschendie eene aderlating bewerkstelligd
oi gezwellen geopend hadden en binnen weinige
dagen aan rolkoorts stierven. De besmetting
kan ook plaats grijpen door vliegendie eerst
op het ligehaam van aan miltvuur lijdende
dieren gezogen hebben.
Ter zitting van de koninklijke Belgische aca
demie is een niet alledaagsch incident voorge
vallen de heer van Beneden een jeugdig
hooglecraar aan de Luiksche universiteitheelt
over de visschen een bock geschreven waarin
van «de fabel van Jonas" gesproken wordt.
Naar aanleiding hiervan schreven twee boog-
leeraren der Leuvensche universiteitde hh.
Henry en Girbertaan de academie een brief,
houdende verzoek dat zij eene afkeuring over
den heer van Beneden uilspreke. De academie
ging echter over tol de orde van den dag
doch hierbij zal de zaak niet blijven.
Eenige dagen geleden werd den opzigter van
bel Observatorium te Washington een vreeselijke
poets gebakken. Een ondeugende jongenop
wien de lessen van zijnen Zondagschool-onder
wijzer niet veel invloed schijnen gemaakt te
hebben, ving een vuurvNeg, welke hij door
behulp van een weinig stijfsel tegen een der
grootste middenglazen van den telescoop plakte.
Toen de sterrekundige dien nacht aan het werk
ging, ontdekte hij klaarblijkelijk in den lucht
hemel een gloed van lichtcn wat hein het
meeste verwonderde, was, dat dit licht nu en
dan in al zijn luister ziglbaar was en dan weder
voor een paar seconden geheel was uitgedoofd.
Hij beschouwde hel wonder naauwkeuiig ge
durende eenigen tijd, waarna hij aan het
berekenen ging, op welke plaats in den sterren
hemel de buitengewone ster geplaatst was. Hij
dacht hare juiste standplaats gevonden tc hebben,
en den volgenden morgen telegrafeeide htj over
bijna de geheele wereld; dat hij in het sterren
beeld «Orion" eene nieuwe en hoogst merk
waardige ster van de derde grootte ontdekt
had. Binnen een paar dagen bestudeerden alle
sterrekundigen in Europa cn Amerika «Orion",
en keken er naartol zij zich bijna blind
gekeken haddenzonder iets te kunnen -ont
dekken waarop zij naar den sterrekundige to
Washington terug lelcgraafeerden om toch te
weten wat hij bedoeld had. De ooidekker keek
hierop bij vernieuwing door zijnen leleskoop
bevonddal de nieuwe ster zich in vier en
twintig uur ongeveer achticn milliocn mijlen
had voortbewogen, en merkte tc gelijkertijd bij
eene meer naauwkeurige beschouwing cn met
niet geringe ontsteltenis op, dal de ster poolen
had. Toen hij den volgenden morgen op den
koepel ging om de glazen wat schoon te innken,
.ontwaarde hij de vuurvlieg.
Zijn toestand kan men zich beter denken
dan beschrijven.