Dingsdag- 23 December 1873. M 3138. Winterdienst aangcvang 1 Not. 1873. Nederlandscre Centraai-Spoorweg. Verlrek van Amersfoort naar Utrecht 9.45, 11.4, 2.17, 4.18, 8.12. Vertrek van Amersfoort naar Zwolle 9.1, 9.47, 1.34, 6.11, 8.56.—. comm. DlUGENCB-niENSTBN Van Amersfoort naar Maarsbcigcn morgen* 6.30op den eersten trein naar Amsterdam Rotterdam en Arnhem en namiddag 2.30 uur. Van Maanbergen naar Amersfoort morgens 10.16 en *s avonds 8.16 aar. Van Amerefoort naar Barneveld 6.30 '«avonds. Van Barneveld naar Amersfoort 7.46 's morg Diligence-dienst J. Floob, van Amersfoort naar Amsterdam l\ u. nam., van Soe»tdijk 2{ u-, van Baarn 3 u., Eemnes3}., aank. te Amsterdam te 6 uren. Dit blad verschijnt baandag en Donder doghond. Abonnemeol.prijs per kwartaal f\.— franco per pest 1.15. Prijs d^Advirtentienvanl tot 6 regels'60 CU; elkT regel meerder 10 Us; legale, olücieele en onteigen. Advertenliën per regel !5Cts. Reclame, per regel 20cent. 4ft. nummer, 10cent* Bestellingen bij den Uitg. 4. H. ran Cleeffte Amersfoort Bureau 4mer,/oort,che Courant. Sloovestraat bij de l^ngestraat. Wijk B, N«. 33, en bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren in het Rijk. Brieven franeo. Advcrtcntien »oor dit blad uit Rotterdam worden aangenomen door het Algemeen Advertentieburaeu van Nijch en tik Ditzai, Wijnstraat, Rotterdam. Worg lis hot KERSTFEEST wordt het volgend courantnummer Woensdag nacht gedrukt en Donderdagochtend uitgegeven. Inzendingen advertentien enz. wor den tijdig mogelijk en uiter- lijk tot Woensdagavond acht uren ter plaatsing in dat nummer verzocht Wie zioh thans op de AMERSFOORT- SCHE COURANT abonneertingaande 1 January 1874ontvangt de verschij nende Decomber-nummers gratis. De Uitgever A. H. VAN CLEEFF. K e li tl i n u; e v i u g. De BURGEMEESTER vin AHEHSOOflT, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente dat het door den provincialen In specteur van 's rijks directe belastingen enz. in Woord-Holland en.Utrecht executoor veiklaard kohier van het PATENTRECHT over het 2de kwartaal van Ite: dienstjaar 1873/74 aan den Ontvanger van 's rijks directe belastingen alhier is ter hand gesteld aan wien ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Gedaan en op dc daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoortden 19. December 1873. De Burgemeester voornoemd A. G. WIJERS. Politieke Revue. De ptycologische zijde van het Bazaine- proces wordt door een Bismarckiaansch Uuitsch blad vrij interessant aldus gedetailleerd «Zulk een rcglsgeding voor een gemengd publiek als eene tooneelvertooning te behan delen een Maarschalk van Frankrijk voor een kring van naar sterke cmotiën btgeerige dames ter dood te veroordeelenterwijl zijn het naast bii hem staande krijgskameraad zoo even voor zeven jaren tot Regent van het Land benoemd J5 daartoe behoort ecu smaak, dien WIJ gelukkiger wijtc niet berillen. Een etndelooae reeks van getuigen wordt geboord, aan dc rotste verklaringen wordt een ernstig gewtgt gehecht. Maarschalken en Generaals kramen in het openbaar die wijsheid uit, die gemeenlijk daags nk den veldslag rich daar openbaart waar rij te voren ontbraken vellen over den toestand, waarin lij rich te Motr bevondeneen oordeel hetwelk iedetcn denkenden militair met ver- E vervult. En naast dere geroepen gelm- geü wordt nog ecne lange reeks P""™" SS dS om.rent den Opperbevelhebber van een leger iu het openbaar mogen verkon- diST'„p snrake van onbekwaamheid, welnu, wrens' schouders men werd geconstateerd de naauwelijks denkbare mate van verval op het militaire en zedelijke gebied, welke onvermijdelijk ten verderve moest leiden. Met noodlottige verblindheid had niet Napoleon III maar de Natieoi althans die fractiewaaraan zij de heerschappij over de publieke opinie over liet, eene vermetele hand aan het heiligdom van den internationalen vrede geslagen. Op de ijdele zelfverheffing volgden verpletterende neder lagen. Maar de nationale ijdelheid wil zich niet aan het denkbeeld der meerderheid van eene vreemde volkskracht gewennen. Blinde hartstogt, partijwoede en persoonlijke haathebben het geloof verspreid en aangekweekt, dat Frankrijk alleen door «verraad" het onderspit heeft ge dolven. Geenc der sedert February 1871 te Versailles ingestelde Regeringen heeft den moed gehad om dezen waan bij het Volk te verdrij ven geen wonder dus dat men ten slotte, onverschillig hoe, bij het «verraad" ook een «verrader" wist te vinden. «Op geljjke wijze als Bazaine heeft ieder Franschuian voor zich zelf zijn Vaderland ver raden. Maar zelfs de zwaarste schuld des Maar schalks zou aan Frankrijk nooit zooveel schade hebben kunnen toebrengen als het zich zelf door dit proces in de schatting van alle volken benadeeld heeft. In den persoon des Maarschalks Bazaine stond de Fransche Natié zelve voor den regterstoelden onverbiddelijken regterstoel der historie. Kon een Maarschalk van Frankrijk een verrader zijn des te beklagenswaardiger is het Volk dat zulke mannen voortbrengt des te beklagenswaardiger die «publieke opinie", welke in Augustus 1870 den Maarschalk Bazaine aan het hoofd des leger geplaatst wilde zien. «Maar is Bazaine onschuldig hoe veel te dieper moet dan niet een Volk in de alge- meene achting dalenhetwelk den moed niet bezit om aan zich zelf zijne nederlaag en de oorzaken daarvan te bekennen hetwelk in zijn geheel schuldig, naar één schuldige zoekt, om de sinds lang ongeloovig geworden wereld aan Frankrijks onoverwinlijkheid te doen ge- looven en in blinde zellmisleiding al verder het verderf te gemoel snelt. «Voor den mensch Bazainebij wiens naam voor elk Duilsch oog telkens weder de bloedige schimmen van Quereiaro verrijzen bestaat aan deze zijde der Moezel geene sympathie. Maar voor den bevelhebber van het dappere leger van Metz, voor den aanvoerder der voor den over winnaar niet in roem onderdoende soldaten van Vionville, Gravelolte en Noiseville bewaart het Duitsche leger die mate van hoogachting in zijn ongeluk, welke het hem in de dagen van den kampstrijd nimmer ontzegd heeft". Die Duilsche redenering klinkt nu wel heel moot, maar om aan het het hoofd van 170,000 dappere soldatenen in eene vesting van den eersten rang, als Metz is, te capituleren, in Elaats zich door den vijand heen te slaan, linkt niet zoo mooi. Toen Generaal Mack non het hoofd van 30.000 Oostenrijkers in de vesting Ulm zich aan de Franschen overgaf en met al zijne troepen zooals door eene schilderij is vei eeuw igd, de wapens voor de voelen der Franschen nedcrlag zijne vaandels overleverde en voor aijne over winnaars in ootmoed deGleerde, werd dit reeds vrij kras geachtzooveel te meer mpet dan ook de capitulatie van Bazaine verbazing wekken. Een zware slag heeft Hongarije getroffen. Frans Deak legde zijn mandaat als algevaardigde neder en besluit zijne politieke loopbaan waarschijnlijk voor altijd. Door ouderdom en ziekte afgemat, verlaat hij het strijdperk waarin hij gedurende een halve eeuw den goeden strijd heeft gestre den. En hij gaat heen in een oogenblildat de lockomst van zijn land allerdonkerst is. Hoogvliegende illusien zijn lot schande geworden en de vroeger zoo goed gedisciplineerde partijen geraken in maglelooze verwarring, als de be manning van een te gronde gaand schip. Noo- diger dan ooit ware thans de beproefde stuur man in wien allen vertrouwen hebben. In de finantiële en economische verwarring kan slechts een man van onbevlekte reputatie redding bren gen en juist op dit oogenblik moet Deak zijn landgenooten toeroepen «Ik kan niet meer." Geen schitterende eigenschappen hebben hem de liefde en onbegrensde achting van zijn volk verworven. Hongarije's rijksdag kan grooter redenaarsindrukwekkender persoonlijkheden aanwijzen. Maar Deakde eenvoudige, kalme burgerde logische overtuigende sprekerde verpersoonlgking van alle goede eigenschappen der Magyaren is toch in den 'edel sten zin boven alle anderen personen populair geworden. Van de ondeugden van zijn volk bleet hij vrij en het ziel daarom in hem «den eerste der Hongaren", zich zelf geïdealiseerd. Had hel hem tot voorbeeld genomen en niet door ijdelen glans na te jagen van de krachten des staats al te veel geëischthet staatsbankroet zou thans nief te vreezen zijn. Zelfs het groote werk van Deak loopt thans gevaar. De leden der wetgevende kamers in de Duitsche staten omvangen vergoeding van reis- en verblijfkosten, doch aan de leden van den Duilschen rijksdag is tot dusveire het zooge naamde presentiegeld niet toegekendofschoon bij herhaling de wensch is geuit dat t,usschen hen en de volksvertegenwoordiging van eiken bijzonderen Slaat geen onderscheid worde ge maakt. De Keizerlijke kanselarij en de bondsraad willen er niets van weten. In de badensche kamer is dezer dagen dit punt het onderwerp eener interpellatie geweest, op welke de heer Jolly hoofd van liet kabinet, antwoorddedat de regering van het groother togdom in den bondsraad tegen het beginsel van schadeloosstelling gestemd heeft. De hr. Bluntschli, behoorende lot de liberaal-nationale partij betoogde dat de bijzondere kamers zich niet hadden in te laten met aangelegenheden die het rijk betreffen doch voegde er bij dat z. i. het regt van de leden van het rijksparleraent op presentiegeld onbetwistbaar is en vroeg of laat bij een rijkswet erkend zal worden. Een niet passend damescostuum. Onderzoek naar de reden waarom het niet paste. Kantongerecht n®. 1 te Amsterdam. Plaatsvervangend kantonrechter, mr. 1. van S. Mulder. Een Amsterdamsclie firma, o. a. in confections handeldrijvende, leverde op 18 April jl. aan mevrouw X. een zwart cachemircn cosiuuni. Kort daarna werd hel evenwel, met de boodschap dat liet niet paste eu dus niet kon worden gedragen weder teruggezonden. De firma hield echter voldat het costuuni behoorlijk in orde was, en, toen men hel niet eens kon worden, sommeerde zij tol aanneming daarvan. Daar deze sommatie zonder gevolg bleef, dagvaardde zij mevrouw X. en haar echtgenoot, zoowel

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1873 | | pagina 1