bestaande te benoemen om hun bet toelatings
examen ai te nemen, die zich langs een ande
ren wög tot de hoogeschool hebben voorbereid.
Over 't behoud der drie universiteiten spre
kendezegt de heer Vitringa:
Wij geiooven dat de minister ten opzigte
van de toekomst der Groninger akademie te op
timistisch gestemd is. Zal bij betere verzorging
weder een lijd van bloei beleven Men bedenke
weldat door het wegnemen der propnedeulica
van de hoogeschool het getal der studenten eene
aanzienlijke vermindering zal ondergaan. Wel
staat hiertegenover, dat door het kortere ver-
bljjf aan de hoogeschool (evenals in Duitsch-
land) de studiekosten belangrijk zullen vermin
deren en dat zich derhalve 't vooruilzigt opent,
dat meer jongelieden dan thans in staat zullen
zijn om hel voorregt eeuer nniversitaire vorming
te genieten. Maar al te groote illusion mag men
zich niet scheppen. Zoolang aan onze Neder
landsche akademién die zoo hoog opgedreven
weelde in levenswijze blijft heerschenzal dit
voorregt slechts aan betrekkelijk weinigen bescho
ren blijven. De verbanning der weelde van onze
hooggescholengoedkoope studiezou inderdaad
bet krachtigste raiddel zijn tot algemeene bescha- 1
ving, tot verheffing van onze natie. Doch daar
aan kunnen wetten en reglementea niets doen
Mogelijk is het, dat de verwijdering der pro
paedeutic! de hoogeschool zal louterenopdat
de tijd wat meer gewijd worde aan ernstige
studie en het leven van een deel der studenten
wat minder gelijke op het zamenzijn aan eeoe
groote badplaats.
Wij houden ons overtuigd, dat, ook bij de
beste verzorging, Groningen het lol van Harder
wijk en Franeker niet zal ontgaan, maar geiooven
tevens dat eene liberale regeering niet verant
woord isals zij eene akademie waarvoor ge
meente en provincie zich vaak opofferingen
hebben getroost, supprimeert, zoolang zy nog
door een 150 a 200 tal stndenten bezocht wordt"
Ten slotte keurt de heer Vitringa het goed
dat de vijf faculteiten worden behouden en die
der theologie, om alle ergenis en misverstand
weg te nemenwordt veranderd in die der
godsdienstwetenschap; voorts dat de minister
de wetenschap zooveel mogelijk heeft losgemaakt
van examens.
Allerlei.
De Pall Ma'l Gazelle bevat een artikel over den
■ooilog tegen Atchin, geschreven naar aanleiding
van een brief aan Daily News gezonden waarin
de noodzakelijkheid wordt aangetoond om dien
oorlog voort te zetten tot het uitersteen A
gezegd hebbende des noods vol te houden tol
Z. Gelijktijdig werd daarin de wanhopige tegen
stand der dweepzieke Alchinezen opgehelderd
door voorbeelden en als een uiterst groot be
zwaar voorgesteld, waarbij nog de weldra in
vallende ongunstige weersgesteldheid te wachten
is. De Pall Mali Gazelle vat den draad op en wijst
op het gevaarlijke van den toestand en tevens
op bel gewigt daarvan dewijl hel Nederlandsche
beheer in geheel Indië (volgens de P. M. G.)
van bet welslagen van den oorlog afhangt, en
■dat terwijl onder de Indische bevolkingen aller-
wege misnoegen smeult. Genoemd blad erkent
dat de Nederlanders hunnen alouden roem van
■een krijgshaftig volk te zijn herwonnen hebben,
doch zegt dat zij den eerzuchtigsten en stout-
moedigsten weg hebben ingeslagen. Hoe gematigd
ook in uitdrukkingenlevert ook dit Engelsche
blad gelijk alle overige een bewijs dat de zege
der Nederlanders op Sumatra geenszins door de
Engelschen als een wenschelijke zaak zal be
schouwd wordenWat hen zeiven betreft.
't Was te verwachtendat de verwoesting
van Comassiede hoofdstad der Ashantijnen
door 't Engelsche leger, bij velen een kreet van
verontwaardiging zou doen opgaan.
De heer John Lcmoinne maakt zich in het Jour
nal des Débnlt tot hun tolk als hij zegt
«Ook wij Franschen hebben onze zonden te
belijden wij hebben Arabieren opgespoord en
in grollen met rook versliktde Engelscben
binden Indianen voor den mond hunner kanon
nen en schieten hen in stukkenmaar wij
slaan beiden aan 'l hoofd der Christenheid. De
Engelschen zijn naar Abyssinië getrokken om
er Theodorus na te zetten, die zich als Sarda-
napalut op de bouwvallen zijner hoofdstad om
'lieven bragl, en ze zijn doodkalm weèr naar
huis gegaan. Thans gaan zij een anderen neger
koning vervolgen lot aan de graven zijner vaderen
cn ten blijke hoeveel hooger zij staan in volks
aard en zeden laten zij eene stad in den asch
gelegd achter en gaan zij heen zelve erken
nende, dat zij de eenige slaalsimigting hebben
verwoest, welke met die bandelooze volksstammen
iels kon uitrigten. Ziedaar dan onzen hooge-
roemden vooruitgang 1 Laten wij er trotsch op
zijn en om ons te ontspannen na de b rrigtcn
van den Engelschen generaaldc redevoeringen
van den grooten Pruissischeu minister lezen
en overdenken."
De koningin heeft den troepen en matrozen
aan de Goudkust hare bijzondere tevredenheid
betuigd.
De prijs der eijeren is in sommige deelen
van Duitschland zeer gedaald tengevolge van
den invoer van dit onontbeerlijk voedingsmiddel
uit Italië. De Italiaansche eijerenzoo meldt
men uit Mannheim zijn grooter van stuk en
uitnemend van smaak. Ia de vorige week is
aldaar een waggon geheel met eijeren gevuld,
aangekomen die in massa tegen lj cent verkocht
zijn, zoo althans melden de Duitsche bladen.
't Zou voor een ondernemend koopman hier
te lande wel der moeite waard zijn te onder
zoeken in hoever deze mcdedeeling juist is ;«r
zouden das belangrijke voordeeleu tn behalen
zijn.
Te Mervejols, in Lozere, zijn bij gelegenheid
eener drukke veemarkt de ossen, koeijen en
kalveren plotseling aan het hollen gegaanhet
angstgeschreeuw der marktbezoekers maakte hen
nog woedender. Zij renden de stad door, alles
voor zich nederwerpende. Een twaalftal personen
zijn zwaar gewond naar het gasthuis gebragt,
en het aantal gekwetsten is zeer aanzienlijk.
De straten leverden een tooneel vol ijselijkheden
op mannen vrouwen en kinderen vlugtten
in alle rigtingen en het hoornvee viel elkander
aan, wat de verwarring nog verhoogde.
Te Parijs eet men in toenemende hoeveelheid
huisjesslakken. De heer Dumasbestuurder van
't gasthuis van Montpellier, heeft eene studie
uitgegevenwaarin hij een aantal gevallen van
vergiftiging door slakken aanhaalt. Men schrijft
het hieraan toe, dat de slakken ook van vele
planten, welke voor den mensch vergiftig zijn
haar voedsel maken. Het middel om de dieren
onschadelijk te maken is uitermate eenvoudig
men laat ze, alvorens ze toe te bereiden, een
poosje vasten.
In een brief uit Atchin aan den Indiër leest
men
«De inlandsche zendeling, die de brieven van
den Opperbevelhebber aan den Sultan moest
overbrengenwerd op de volgende wijze door
de Atchineezen vermoordhij werd op den
rug gelegdmet een zwaar stuk hout op deu
hals vervolgens goot men droppelsgewijze water
in zijn keeltotdat hij stikte.
Verleden week is te Parijs een dergelijke
moordaanslag gebeurd als die waarvau de we
duwe Pélissier het slagtoffer is geweest. Op
klaarlichten dag heeft een man getracht eene
dienstmeid te wurgenten einde baar moeder,
die'uil was, te bestelen. De meid is nog bij
lijds gered. De misdadiger had een dolkmes en
een bos valsche sleutels ia den zak.
De voorstelling in bet circus van Salomonsky
te Bei lijn werd in de vorige week plotseling
afgebroken door een klein intermezzodal het
publiek onbeschrijfelijk vermaakte. Terwijl twee
worstelaars elkander de loef trachtten af te
stekentrad eensklaps een net gekleed heer de
tent binnen en liet zijn blik haastig naar alle
kant gaan. Trok dit zonderling gedrag reeds de
opmerkzaamheid van het publiek, de verbazing
nam niet weinig toe, toen de nieuwe bezoeker
hoogst ernstig met de hand wenkte, dat men
hel spel nou staken en daarbij te kennen gaf
dat het een zaak van zeer groot gewigt gold.
De wedstrijd werd geschorst en alle aanwezigen
verkeerden blijkbaar in vreeselijke spanning. De
heer plaatste zich nu in. het midden van de
tent en riep luidkeels door den ganschen circus
heen: «Is jufvrouw Hoffmann de vroedvrouw,
hier ook t" Een schaterend gelagch klonk op
die vraag van alle kantendoch zoodra hel
wat stiller werd, hoorde men duidelijk uit den
omtrek van den tweeden rang «ja 1 roepen.
Ziglbaar verblijd over den uitslag zijner naspo
ringen riep de heer nog eens naar de zijde
vanwaar het «ja" gehoord was Gij moet dade
lijk naar de Karlslrasse Nogaan 1" «Daar
op maakte hij bij de aanwezigen zijn excuu;
over de veroorzaakte stoornis en verliet den
circus onder een storm van uitbundige toejui
chingen, waarmede het publiek zijn genoegen
over dit vreemdsoortig tusschenbedrijf te ken
nen gat.
De Amst. Cl. meldt
«Ledru-Bollin is in de Fransche nationale
vergadering het Point-de-mire van zijn collega's
en de galerij geweest. De revolutionnair van
f 848 heeft echter blijkbaar niet aan de algemeene
nieuwsgierigheid bevrediging geschonken. Zijn
uiterlijk is ook waarlijk te burgerlijk voor een
onlstuimigcn tribuun en een wegslepcnden rede
naar. De man moet, dunkt mij, te veel moeite
doen om zich zeiven op le winden en te bewegen
voor hij er in zal kunnen slagen om anderen
op te wekken en te bezielen. De vleeschmassa
is te zwaar. Voeg daarbij een kalen rood door-
schijnenden schedel, even als die van een monnik,
nog met een rand van zwart haar omkransd
een paar grootemaar weggedoken oogeneen
paar zware bakkebaarden en een niet minder
zwaren knevel. De heer Naguetdie zijo entraineur
is geweest bij de verkiezingen in het departement
Vaucluze, heeft zich eveneens opgeworpen als
zijn cornac. Hij heefi Ledru-Rollin naar zijn
plaats, naast den heer Martin-Bernard in het
centrum voor de groep der centrale linkerzijde
geleid; hij heeft hem zijn jas helpen uittrekken
en dien naar de kleedkamer gebiagt, hij heeft
hem van zijn hoed ontlasthij heeft hem op
de hoogte gebragt van alle kleine gemakken
der kamer; hij heeft hem aan eenige hem nog
onbekende radicale leden voorgesteld. De heer
Naquet heeft de nationale vergadering daaraoor
werkelijk een genotvol half uurtje verschaft.
Atchin-berigt.
Een /feu/er-telegram van 14 Maart luidt:
In berifften uit Atchin wordt bevestigd,
dat generaal van Swieten onder de kleine Radjahs
aan de kust «vacht le verspreiden proclamaties,
waarin hij aankondigt de onderwerping der At
chineezen en ook de Radjahs tot onderwerping
aanspoort, hen belovende dat Nederland den
handel beschermen en den gedsdienst eerbie
digen zal. Over 't algemeen weigeren de Radjahs
hieraan gehoor te geven en gaan zij voort te
genstand te bieden.
Het geruchtdat Panglina Polum zou ge
storven zijn, is valsch.
Hij bouwt geduchte versterkingen in de na
bijheid van den Kraton.
Men verzekert dat de Atchineezen hunne
krachten verzamelen tot een grooten aanval op
de positie (Ier Nederlanders.
ftntionnal Potpourri.
De koeriers of voorrijders der leestviering op
12 Mei waren de uitgevers, beek-en steendruk
kers maar ook in de eerste plaats de poëten.
's Konings portretten feestplaten liederen
en verdere ornamenten en illustratiën vielen
en vallen als een gouden regen op hei Neder-
landsche Volk neder, bevruchtende geest en oog
van 't Volk met hetgeen talent en kunstmeer
of minder welgeluktvoor 't zilveren jubilé
produceert.
Ook annonce* van illuminaliën kwamen spoedig
te voorschijn en teregt, want licht moet er zijn,
veel lichtwaar vreugde wil wezen, moet licht
zijn.
En voor de levering van illumineer-toestellen
treden nu onze industrieëlcn werkbazen, enz.
zeker dapper vooruit.
Hel feest geeft bij veel opwekking en leven
veel vreugde, dus tevens vertier, koop-en ver-
kooplusl en vele voordeelen.
Moge eenieder, in zijnen rang of stand, met
ons geliefde Koninklijk Echtpaar en de andere
Leden van hel aloude Oranje-Huis door 't geen
het Kroningsfeest aanbrengt en zijn zalgroot
genoegenvreugde en voldoening vinden 1
Welk weder zal het op 12 Mei zijn f'
Reeds nu zweeft deze vraag voor den geest van
millioeuen Nederlandsche Staatsburgers.
Zij zweeft aldaar vroegom later op hunne
lippen te rijzen.
Die vraag zal eene tweevoudige beteekenis ver
krijgen.
De eerste is de satisfactie dat het op het
Kroningsfeestter eere van H. H. M. M. onzen
beminden Koning en Koningin (raai weder zij.
De tweede isdat een groot gedeelte van
de talrijke feestelijkheden mislukt, als het weder
□iet fraai is.
Men beangstige zich nog niet deswegens.
Men stelle die vraag nog wat uit.
Men brenge gküuld in loepassiog.
Aangeboden diensten zijn niet altijd, of zelden
aangenaam.
Reeds nu tijn er gedienstige geesten opgerezen,
die openlijk Z. M. den Koning advies geven
tot welk weldadig doel Z. M. de somdoor het
Nederlandsche Volk als nationale hulde aante-
bieden, zal kunnen bestemmen.
Deze kostelooze adviesdienst wordt gewis geens
zins verlangd en nog minder gewenschl.
Het pleit niet voor de kieschheid der advies
gevers om bii het geëerbiedigd Hoofd van den
Staat, voor H. D. zilveren regeringsfeest, de
opinie van Z. M. te willen vooruilloopen.
En ook de bladen, die zulke adviesen plaatsten,