is zeer ingenomen met bet nieuwe ministerie omdat Magnc er in zitting heeftniettegen staande d' AudifFret-Fasquier bij den president der republiek zoo nadrukkelijk daartegen heeft geijverd. Ook wordt de minister van marine admiraal Montaignacvoor een bonaparlisl ge houden. Allerlei. TJij het uiteengaan v«h de beide delegation ■van Üostcnrijk-Hongarije heeft graaf Rechbauer II. Vrijdag den wcnsch geuit, dat de tegenwoordige wapeningswoedc in Europa mogt ophouden en de volkeren te camcn in vrede den weg der ontwikkeling mogtcn betreden. Zoolang intiMschen PruissenFrankrijk en Ruslaud voortgaan zich van top tot teen te wapenen zullen ook de mogendheden van den tweeden en derden rang gedwongen zyn dat voorbeeld le volgen al is het ook dat hunne fiuantiën voor een groot deel worden geruïneerd door de ontzaggelijke kosten aan die wapening verbonden. Zoo heeft dezer dagen nog in de Oostenrijksche delegatie een voorstel om den driejarigen diensttijd te verkorten schipbreuk geleden, op grond dat zonder dezen geen goed en slagvaardig leger kon worden verkregen. En zoo tal nu ook Italië weer zich nog dieper in de schulden moeten steken om haar defensie wezen te volmaken. Bij den Italiaanschen senaat is namelijk een wetsontwerp ingekomen waarbij voor de rege ling van 's lands defensie een crediet van 79 millioen lire wordt aangevraagd. Tol verdediging van dit ontwerp voert de generaal Menabrea aan dat het niet vast slaatdat Italië in alle omstandigheden tc midden van een Europeschen oorlog onverschillig en volkomen neutraal zal kunnen blijven. Hij verklaart het voor zeer wel mogelijk te houden, dat Italië gedwongen werd hetzij een werkdadig deel aan de vijandelijkheden te nemenhetzij althans eenige verpligtingen aan te gaanbeide gebeurlijkheden welke eischeudat het volkomen weerbaar zij. Zelfs voor het handhaven zijner neutraliteit heeft ■het behoefte aan eene krachtige organisatie zijner verdedigingsmiddelenom aanvallen op zijn grondgebied te kunnen afslaan. Ook wijst de rapporteur op de bij velen nog steeds be slaande hoop op eene reactie in de bionen- landsche aangelegenhedenen op het streven ooi oude toestanden in het laven terug te roepen ook deze eischen eene krachtige orga nisatie, opdat de inwendige eenheid des rijks, •zoo noodigtegen aanslagen beveiligd zij. In 72'jsrigen ouderdom is overleden de heer "Silvain van de Weijer, die sedert de belgisebe omwenteling tot 1867 (dus 37 jaren) België bij bet hof van St.-James vertegenwoordigde, behalve dat hij twee- of driemaal lijdelijk afwezig was, wanneer zijne diensten ia België vereischt -werden. Van dc Weijer was een dier weinige ■hoofden in de Belgische revolutie van 1830, welke door die onwenteliag tot een verheven slandpant geraakten en slaagde in dat opzigt het best. Engeland werd zijn tweede vaderland door het huwelijk met miss Bates eu zijn gezin is er thans gevestigd als een deel der natie De Times bevat een kort overzigt van den loop <ler gebeurtenissen in 1830. Zoo leest men dateven voor het falen der poging van den prins van Oranje die, op aandrang van van de Weijer, zich binnen Brussel begaf, onder ge leide van slechts zes officieren en beproefd had de opgewondenheid van het volk testriten, zeker aantal zoogenaamde patriotten op het stad huis zamen kwamen daar geen bijeenkomst der staten doenlijk werd bevonden. «Na de zitting dezer patriotten", zegt Gendebien in zijn Aperpu Je le Revolution de 1830, «leidden van de Weijer en ik Felix de Mérode naar een der vensters van den salon der zoogenaamde raadsvergadering. Wij vormden terzelfder oogenblik op die plek een provisioneel bewind tusschen onze drieën Er werd bepaald dat, indien een onzer door de gebeurtenissen mogt worden verwijderdde andere twee voor hem teekenen zouden dat isgemagtigd zijn de teekeniog van den derde tc voeren". Na den spoedigen terugkeer van den prins van Oranje uit Brusselwerd dit provisioneel bewind van drie leden uitgebreid, en de heer Gendebien beschrijft de inwijding daar van als geschied met bijzonder weinig praal «want het vormde zich", zegt hij, »op het stadhuis met geen ander huisraad dan een ruwe bouten tafeldie uit een soldatenwacht gehaald werd en twee ledige flesschendie elke een kaars bevatten. Dit is de eenvoudige waarheid. Wal onze hulpbronnen betrofzoo bevatte de stedelijke schatkist tien gulden set-en-dertig cent cn met zulke middelen te onzer beschikking wanhoopten wij niet; wij herschiepen bet leger, herstelden het regtswegen en regelden hel burger lijk beheer ea dat der financiën". Toen van de Weijer verklaarde dat het volk niets hoegenaamd van Oranje weten wilde, riep lord Ponsonby uit: «Het volk, het volk Weet gij wel dat ik u binnen acht dagen zou kunnen doen ophangen aan den eersten boom den besten in dat park door betzelfde volk waarop gij zoo zeer vertrouwt?" «Ja", autwootdde vi^n de Weijer, «ik geloof dat gy met den tijd en met veel geld het zoudt kunnen maar ik kan u in vjjf minuten en wel gratis laten ophangen. Laten wij zulk spel niet spelen." De heer van de Weijer werd in 1802 te Leuvenalwaar zijn vader een ondergeschikt beambte was (later werd deze regter le Brussel) geboren, en bestemd om ter zee te dienen, zoodat hij onderwijs genoot op de kweekschool voor de zeevaart te Amsterdam. Zijne voorliefde tot letterkundige studiën deed dit voornemen wijzigen en de jonge van de Weijer werd op nog zeet jeugdigen leeftijd student in de regten le Leu ven. Deze bijzondere eigenschap (de zucht naar letterkunde) is hem steeds bijgebleven ofschoon zijne stad- en land-veiblijven opgepropt met boeken zijn, zoo verloor hij nogthans 30,000 boekdefelen bij den brand van hei Pantechnicon Oader zijne eigene lettervruchten worden bijzon der de Opuscules genoemduitgegeven door zijnen •vriend Octave Delnierre. De Times kiest als voor beeld daaruit een Doertig stukje Richard CobJen roi des Beiges, getiteld: «Als ik koning der Belgen was," had Cobden gezegd, »en mijn rijk voor mijne afstammelingen wenschle le bewareu dau zou ik slechts een leger een paar duizend man sterk, onder de wapenen houden." Hol motto door van de Weijer, aau hel hoofd van zijn stukje geplaatstwas >11 serail un bon petit roi Peu désireuxde vivre dans Thistoire Laissant a l'étranger a defendre son droit. II dormirait fort bien sans armée et sans gloire Pour sabre il aurait son béton Et pour couronne un bonnel de colon 7" (D'après Béranger.) De laatste woorden vooral waren een scherpe satyre op Cobden den katoenman. Met dat al heeft de ondervinding het hekeldicht op Cobden bevestigdmaar in diens zin. De Times besluit met de politieke kennis van den belgischen gezant le roemen en geeft te kenRcn dat hij zoo gemeenzaam was met de «combinatiën" of complication" in Europa, dat ziju gevoelen niet slechts door staatslieden en heerschers op den boogsten prijs gesteld werd, maar dat de koningin zelve hein bij zulke gelegenheden ontbood. Amsl. Ct. Onder de schilden, tot versiering der eetzaal in *t Paleis van Volksvlijt aacgebragt, toen Z. M. de Koning cn andere Vorsten aan 't diné aan zaten hnn door de gemeente aangeboden en waarop in korte woorden 't merkwaardigste ver meld stond, wat er io Nederland sedert 1849 ondernomen of tot stand gekomen is, was er ook een, waarop onder de «nieuwe dorpen", in dat tijdvak ontstaan, genoemd werden: Nieuw- Amslerdam en Nieuw-Dordrecht. Naar men uit Deventer schrijftis door den I trein onder Diepenveen een koe overreden. Hel vleesck en stukken der beenen zaten nog bij aankomst van den trein le Deventer aan de raderen van de locomotief. Te Leiden vierden de studenten hun niltogt uil het oude gebouw hunner sociëteit Manerva. Met een kroegjool werd het afscheid van bet gebouwwaaraan voor hen zoo menigein het studentenleven belangrijke, herinneringen ver bonden was gevierd. Toen zij huiswaarts keerden nam ieder een souvenir mede van dat oude gebouw, in welks plaats weldra een schooner, meer iogerigt naar de eischen des tijdszal verrijzen. Sommigen zag men huiswaarts keeren met een lap afgesleurd behangsel, anderen weer met een zwaren ijzeren ketting van de stoep, een stuk hout of een steenklomp, en het oude gebouwdat thans verlaten iszag er daarna uit also! hel eene belegering had doorslaan. Niet alleen dat er bgna geen glasruit meer heel is en daarbinnen alles afgebroken, maar zelfs hardsteeuen sloeppalen zijn verbrijzeld. In den namiddag van Zaturdag jl. en in den voormiddag van den Isten Pinksterdagontlas ten zich over Maas en Waal zulke hevige onwe- dersals men om dezen tijd des jaars maar zeldzaam aantreft. Felle bliksemstralen onmid- delijk opgevolgd door knetterende donderslagen deden ieder oogenblik 'l ergste vreezen. Vier personen voor 'l cuweder in een open schuurtje te Altforst schuilende, waren bijna het slagt offer hunner onvoorzigtigheid naardien de blik sem in den boom sloeg, die vlak voor 't schuurtje stond, en dien verbrgzeldezij bleven echter ongedeerd en kwamen alzoo met den schrik vrij. Onder de gemeente Wijchen sloeg de bliksem I door den schoorsteen in eene woningvernielde in de woonkamer al 't huisraad liglte den zolder opsloeg een binnenmuur uiteen, en baande zich Wijders gingen deze onweders vergezeld van zulke zware regensdat 't water als stroomen uit de wolken vallende, de landen voor een oogenblik overtadigdeu. Deze ovei vloedige regens nu zullen vooral wanneer zy door eene zachte temperatuur worden opgevolgdgunstig werken op den groet der gewassen, bovenal van de hooi-en weilanden, die voor 't oogenblik, vooral de laatste, veel te wenschen overlaten, een uitweg door een raamdat hij almede in stukken sloegzonder echter brand te veroor zakengelukkig waren de bewoners allen bijeen in een afgelegen vertrek. AMERSFOORT, 28 Mei 1874. Met zekerheid kunnen wij melden dat de Heer Mr. E. L. baron van Har denbroek van Lookhorst voornemens is weldra zijn ontslag te nemen als lid van de Tweede Kamer der Slaten-Generaal. Gisteren, Woensdag middag, omstreeks 3 uren, kwam de inspectietrein des Oosterspoor- Wögs AmsterdamHilversumUtrecht,en Hil versum—Amersfoort bij de locomolievenloods van het station Amersfoort aan, opgewacht door den stationchef des Centraal- en Ooslerspoor- wegs den Heer J. van Asperen. In den trein bevonden zich de Heeren Uhlenkeck en Pieper, leden van den Raad van Toezigt op de Spoorwegen uit 's Gravenhage, Viveenop- zigter, van wege den Raad van Toezigt over den Cenlraal-Spoorweg, Bake, Administrateur der Hol!. IJz. Spoorw. maaischappij, van Hasselt Mouthaan en Backer Korffingenieurs, Vuillant adjunct-ingenieur Beelekamp hoofdinspecteur van Doorn en Ruijshooid-opsigtersJ. C. van Lookhorstinspecteur van den Oosters poor weg en meerdere spoorwegbeambten en genoodigden. Van den uitslag dezer inspectie is waarschijnlijk nog niets officieels bekend gemaakt, doch mag men het mei eenigen grond er voor houden dat deze uitslag naar wensch is uitgevallen zoodat over eenige dagen vermoedelijk de ge noemde spoorweglijnen voor het publick verkeer zullen worden opengesteld. De tijd der ophanden openstelling naderende is het ons een aangename pligt er algemeen opmerkzaam op te maken, thans dankbaar dient te worden erkend dat de Raad van Administratie der Holl. IJzeren Spoorwegmaatschappij en ver dere daarby betrokkenen met onbezweken ijver en energie binnen zeer korten lijd de hoogst moeijelijke en veelomvattende laak der voor bereidingen en totstandbrenging der spoorweg- lijnen, roet alles wat daaraan annexeert, hebben volbragt, en van wege de Regeering, ook in het bijzonder van de Ministers van Binnen), zaken en van Oorlog en de Staten-Gencraal belangrijke medewerking is ondervonden, ter wijl wij mede niet onopgemerkt mogen laten dat de Heer H. A. Insinger door zijn krachtig initiatief inde Tweede Kamer destijds beduiden de en vlugge impulsie aan dc zaak gaf. Kunnen en mogen wij allen niet speciaal vermeldendie loffelijk tot het verkrijgen en daarstellen dezer spoorweglijnen c. a. werkzaam waren, waaronder vele burgemeesters leden van gemeentebesturen, gemeenteraden en kamers van koophandel en fabriekenzeker zal hel door vele der zake kundigen billijk worden geacht hier hulde te brengen aan de verdiensten van den Heer Ingenieur van Hasselt, onder wiens leiding de tot dusver gemaakte bouw van den spoor weg en zijne sierlijke gebouwen kunstwerken enz. werden voltooid en aan wien daarvoor hoogen lof en erkenning mag worden gewijd terwijl wij ook drie hoogverdienstelijke afge storvenen niet mogen vergeten hebbende wij zoo dikwijls ondervonden dat de Minister Thorbecke het lid van gedep. staten van Utrecht Mr. J. C. G. C. Laan, en de burgemeester van Hilver sum Albertiin tal van opzigtentot bet ver krijgen van dien spoorweg krachtig werkzaam zijn geweest. Zien wij terug op den langen jarenschakel waarin zoo velen met ons krachtig werkten tot het verkrijgen eener spoorlijn Amsterdam naar hier, dan rijzen, bij de groote voldoening, die het nu bereikte doel verwektde i'oop en het vertrouwen dat deze spoorweg tot toene mende algeuieene welvaart strekken zal. Wat Ameisfoort betreft, znllen de treinen op den Oosterspoorwegbij opening van den spoorweg aldus zijn van Amersfoort naar Amsterdam 's morg. 8.10; 9.22; 11.12; 'smid. 3.18; 's av. 8.20 en 9.50. van Amsterdam naar Amersfoort: 's morg. 8.15; 9.55; 11.45; 'sav. 5.5; 7.5; 9.50. De vijf eersivermelde treinen van Amsterdam sluiten te Auiersfooit aan de Centraaltreinen naar Nykerk Harderwijk Zwolle enz.doch

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1874 | | pagina 2