AMERSFOORTSCHE COURANT
KENNISGEVING.
No. 2490 van 20 February 1877.
■riüft.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS yan AMERS
FOORT doen te weten, dat door den Raad dier gemeente
in zijne vergadering van den 21. November 1876 zijn vast
gesteld de navolgende verordeningen:
VERORDENING tot heffing van eene plaat-
selijke directe belasting te Amersfoort.
De RAAD der GEMEENTE AMERSFOORT,
Gezien de art. 232 240 en 243 der gemeentewet
Besluit vasttestellen de navolgende verordening
Artikel 1.
Te beginnen met den 1. Januari 1877 wordt jaarlijks in
de gemeente Amersfoort eene plaatselijke directe belasting
geheven.
Art. 2.
Tot grondslagen dezer belasting worden genomen
1°. de huurwaarde der pcrceelen door de belastingschul
digen ter bewoning in deze gemeente in gebruik.
2°. de talrijkheid van het gezin.
Art. 3.
Als huurwaarde der perceelen wordt aangenomen de
belastbare opbrengstzooals die voor de heffing der grond
belasting van de gebouwde eigendommen bij het Rijk
krachtens de wet van 26 Mei 1870 (Staatsblad N°. 82), in
verband met de wet van 22 Juli 1873 (Staatsblad N°. 116),,
is aangenomen.
Indien de belastbare opbrengst bij den aanvang van het
belastingjaarof ten tijde waarop de belasting verschuldigd
wordtnog niet is vastgesteldof wanneer tengevolge van
verandering, krachtens art 7 n*. 1 der eerstgemelde wet,
hare vermindering of vermeerdering niet door de kadastrale
leggers is aangewezen, wordt de huurwaarde van wege en
ten koste der gemeente geschat.
ant. 4.
Bij gemeenschappelijke bewoning van een perceelof een
gedeelte daarvandoor twee of meer belastingschuldigen
zonderdat van onderhuring of verhuring in gedeelten blijkt
wordt het aandeel van ieder hunner in de huurwaarde van
het geheel van wege en ten koste der gemeente geschat
Art. 5.
Inrichtingen van verzorging, verpleging of huisvesting van
zieken, armen of hehocfligenzoomede inrichtingen van
algemeen nut en schoollocalen worden als zoodanig niet als
bewoonde perceelen of als gedeelten daarvan beschouwd
onverminderd de belastingschuldigheid van de in die inrich
tingen wonende niet verzorgdeverpleegde of gehuisveste
personenzoo daartoe naar de gewone regelen termen zijn.
Art. 6.
Van wege en ten koste der gemeente worden geschat-,
de door belastingschuldigen bewoonde gedeelten van per-
ceelenin het vorig artikel genoemden van die welke
niet uitsluitend ter bewoning strekken.
Als niet tot de bewoonde gedeelten van pcrceelen be-
hoorende worden geacht de fabrieken en frafiekenuit
geoefend in perceelenwaarvan de huurwaarde van het
geheel de soin van 200 tcbovengaat.
Art. 7.
Door de huurders van kamers of een gedeelte van per-
art. 4 wordt bedoeld, heeft geen aanslag plaats voor zoo
ver de gedeelten beneden de f 40 huurwaarde worden
Art. 10.
Ingeval van overlijden van den belastingschuldige is de
belasting verschuldigd over den tijdgedurende welken het
huishouden na diens dood wordt aangehouden.
Wanneer het huishouden wordt opgehevenkunnen des-
verlangd de erven of rechtverkrijgenden restitutie van be
lasting erlangente rekenen van den eersten dag der maand
volgende op die waarin de opheffing plaats vond.
Art. 11.
Aan hoofdbewoners van huizen, welke daarvan een ge
deelte verhuren aan personen die deswege afzonderlijk op
de kohieren der plaatselijke directe belasting voorkomen,
zal mede op hunne aanslagen eene korting worden verleend
naar den volgenden maatstaf:
voor een achtstezoo zij ééne kamer verhuren zonder
afzonderlijke slaapplaats
voor een zesde, zoo zij eene kamer met afzonderlijke
slaapplaats of twee kamers verhuren
voor een vierdezoo zij meer dan twee kamers verhuren.
Eene verhuring van kamer of kamers, gedurende een
minder tijdperk dan drie maanden in het dienstjaar, zal
echter op deze korting geene aanspraak geven.
Art. 12.
De belasting is verschuldigd door de hoofden van huisge
zinnen of door hen diehetzij meerder- of minderjarig
zelf eene woning geheel of ten deele in gebruik hebben.
Art. 13.
Veranderingen in den loop van het jaartengevolge van
verhuizing, van nieuwe bestemming of verandering der
woningen of gebouwenvan geboorten of overlijdengeven
geene reden tot vermeerdering of vermindering van den
aanslag.
Art. 14.
Het jaarwaarover de belasting geheven wordtloopt
van 1 Januari tot 31 December.
Art. 15.
llijdie in den loop van het jaar in de termen van be
lastbaarheid valtis gehouden de beLsting van den eersten
dag der maand afwaarin hij belastbaar werdte voldoen.
Art. 16.
De aanslag heeft percentsgewijze plaats en wel in dier
voege dat van de hunrwaarde in art. 2 vermeldals maxi
mum verschuldigd is
407.
van
f1000
en
hooger.
387.
800
tot
/1000.
367.
700
i 800.
347.
i
600
700.
327
500
600.
30°/.
t
400
500.
287.
300
400.
267.
250
300.
247.
i
200
i
250.
22%
150
i
200.
«Ik zweer (beloof)dat ik bij de schattingen der gebouwen
«overeenkomstig de bepalingen der verordening tot heffing
«van de plaatselijke directe belasting te Amersfoort, met
«nauwgezetheid en onpartijdigheid en volgens mijn geweten
«zal te werk gaan."
De schattingen geschieden steeds door twee personen ge
zamenlijk.
Ingeval de twee schattersten aanzien van de waarde
der door hen te schatten perceelenin gevoelen verschillen
wordt door Burgemeester en Wethouders een derde schatter
aangewezen, die, gezamenlijk met hen belast wordt met
de schatting; indien deze drie schatters alsdan nog niet
bij meerderheid beslissengeldt de schattingwelke noch
de hoogste noch de laagste is.
Art. 18.
Bij de schattingen worden de volgende regelen in acht
genomen
1°. Voor de perceelen bedoeld in art 3alinea 2wordt
als maatstaf der huurwaarde aangenomen de door het
Rijk voor de heffing der grondbelasting vastgestelde
huurwaarde der perceelen, welke in dezelfde buurt
het meest met het te schatten perceel overeenkomen.
2<>. Voor gedeelten van perceelenin arf, 4 bedoeldwordt
de huurwaarde van het gedeelte in evenredigheid
gesteld met die van het geheele perceelovereenkom
stig de bepaling der laatste alinea van dat artikel.
3°. Voor gedeelten van perceelen in art. 6 bedoeld wordt
de huurwaarde van het gedeelte in evenredigheid
gesteld met die van het geheele perceel, of wanneer
het geldt de bewoonde gedeelten van de inrichtingen
in art 5 vermeldals maatstaf de uitgestrektheid van
het bewoonde gedeelte.
Van de uitkomst der bedoelde schattingen wordt door
Burgemeester en Wethouders kennisgegeven aan de belang
hebbenden. Deze zijn bevoegd binnen 14 dagen na de
dagteekening dier kennisgeving eene nadere schatting te
verzoeken, welke door andere, mede door Burgemeester en
Wethouders te benoemen en Üoor den Burgemeester te
beëedigen schatters, wordt verricht en ten hunnen koste
komt, indien de huurwaarde bij de schatting op hetzelfde
of op een hooger bedrag wordt vastgesteld.
De kosten der schattingen en herschaltingenvoor zoover
zij voor rekening zijn van de belastingschuldigenbedragen
Vïoo der geschatte waarde.
Zij kunnen echter in geen geval meer dan /3 of minder
dan 50 cents bedragen.
Art. 19.
Een iegelijk is verplicht aan de schatters tot het doen van
de visitatiën wegens schattingen op iederen werkdag, van
's morgens 8 uur tot zonsondergang, den vrijen toegang
tot de panden, weswege de schatting moet plaats hebben,
te verleenen ter verrichting van den hun opgedragen ar
beid, zoomede om hun daartoe de noodige aanwijzing te
doen.
Bij weigering of verhindering wordt daarvan door de
schatters proces-verbaal opgemaakt.
Art. 20.
Van de uitkomsten der gedane schattingen en herschat
tingen worden lysten opgemaakt, welke met de kohieren
ter visie worden gelegd.
VERORDENING op de invordering der
plaatselijke directe belasting.
De RAAD der GEMEENTE AMERSFOORT
Gezien art. 257 der gemeentewet,
Besluit vasttestellen de navolgende verordeiling op de
invordering der plaatselijke directe belasting.
Artikel 1.
Het kohier der belasting wordt zoo spoedig mogelijk na
den aanvang van het dienstjaar opggpaakt.
Daarmede wordt gehandeld overeenkomstig de artt 264
tot 266 der gemeentewet
ArT. 2.
Het kohier wordt na de definitieve goedkeuring gesteld in
handen van den gemeente-ontvanger, die binnen 14 dagen
na de ontvangst de aanslagbiljetten opmaakt en aan de
belastingschuldigen doet bezorgen.
Art. 3.
In de aanslagbiljetten worden vermeldde dagteekening
der afgiftede naam van den belastingschuldigehet bedrag
van den aanslag, de tijd en de plaats van betaling, de
dagen en uren waarop de ontvanger zitting houdtmet uit-
noodiging tot betaling vóór of op de vervaldagen op straffe
van vervolging.
De betaling moet geschieden in tien termijnen, waarvan
de vervaldagen worden bepaald op den laatsten dag van
iedere maand, aanvang nemende met den laatsten dag der
maand Maart van het dienstjaar.
Art. 4.
Voor hendie na de opmaking van het primitief kohier
in de gemeente zich metterwoon vestigen of belastingschuldig
geworden zijn, worden aanvullings-kohieren opgemaakt
In die kohieren worden tevens opgenomen zij die door
eenig verzuim niet of niet behoorlijk zijn gebracht in de
primitieve kohierenof daarin niet konden worden opgeno
men doordien de .schatting van de door hen bewoonde
perceelen nog niet was afgeloopen.
De termijnen van betaling der aanslagen naar tijdsgclang
worden door den gemeenteraad bij de vaststelling der ko
hieren bepaald.
Art. 5.
Teneinde het genot der korting volgens art 11 van de ver
ordening tot heffing der plaatselijke directe belasting te er
langen moeten de hoofdbewoners van huizendie kamers
verhuurd hebben, vóór het einde van elk dienstjaar zich
schriftelijk wenden tot Burgemeester en Wethouders, met
opgaaf van het aantal en van de namen der personen aan
wie die kamers zijn verhuurd geworden.
De reclame gegrond bevonden zijnde, wordt door deze
machtiging tot teruggave verstrakt.
Art. 6.
De aanvragen om teruggave of afschrijving van belasting
op grond van art 245 der gemeentewet, moeten vóór of
op den 1. December van het jaar, waarover de belasting
loopt, bij Burgemeester en Wethouders worden ingediend.
Art. 7.
De aanvragen om teruggave of afschrijving volgens art
10 der verordening tot heffing der plaatselijke directe be
lasting moeten worden ingediend bij Burgemeester en Wet
houders binnen ééne maand nó den termijnwaarop de
teruggave of afschryving kan worden verkregen.
Art. 8.
De artikelen 258 tot en met 262 der gemeentewet zijn
ten deze van toepassing.