voor Nederland.
FINALE UITVERKOOP
Ml, I
ZOETE VEEUOUin
mr. TIMMERMAN
GEVESTIGD TE AHM1EM.
Firma DE BAS Co.
de UITVERKOOP iederen
LAPPENDAG.
S. SCIIULTZE,
Von heden of eenig en allien
v e r k r ij g h a a r voor AMKHS-
KOOIIT en OMSTHEKKN bij A.
F. JANSEN, Varlcensmarkt,
(MORGEN WIJN)
van O. en L. F K A T E L L I CORA
le Turin
f 1.60 per flesch; per 12 flessrlien f 1.50
de flesrli
I |1 i' Ondergeteekende brengt ter kennis
"nrzijner Stailgenooien en Environs-
bewonei s dat hij zich alhier heeli gevestigd als
en een aantal jaren in dit ambacht werkzaam
zijnde hoopt hij dal men hem werkzaamheden
daarin zal gelieven opiedragen zullende hij door
solide en nette uitvoering zie li beijveren aller
tevredenheid te verwerven.
G. WIJNANDS,
Krankeledenstraat L. 333.
Werkplaats in de Koestraat over de
Kostelooze School.
jrrr OndergeteekendeMAKELAAli le
Amersfoort, belast zich met den
In- en Verkoop van Effecten,
•T BE ZORG EN »an GELDEN op HYPO
THEEK. CIC.
Langestraat A. n°. 14.
DIRECTEUREN:
A. MOLL, Notaris.
C. H. C. WAAL, lid der Firma de Vogel, Waal Co.
Ondergeteekende AGE Ai I' voor AMERSFOORT en OMSTREKEN,
van bovengenoemde II Y P O T II R E K II A l> K berillen dat ten limine
kantore $;elegeulieid bestaat, voorxoover de voorraad strekt, tot het
bekomen van 4°/0 PaNDRRIEF e A' ter grootte .vau flOÜO,
f500, flOO eu F50.
Inlichtingen worden verstrekt, omtrent het verkrijgen van GRLD
onder eerst HYPOTHECAIR VEhBANÜ, zoo op gebouwde als
ongebouwde eigeudoiiimeu.
DE UTRECHTSGHE BANKVEREEHIGING,
VAN
FEUILLETON.
5) ARIADNE.
(Eene piano- en zangnovelle.)
«Ach, ik vergal, dal ik morgen hier niet meer
zal zijnantwoordde juffer v. Liebenoth.
«0, dal is gemakkelijk te veranderen ik zal
Liesje zeggen dal zij de koffers weder op den
grond zet."
Zij lachte en liet zich des le eerder overreden
om nog éènen dag te blijven, omdat het besluit
tot verirek niet in ernst genomen was.
Dan Zal ik hoop ik ook in de gelegenheid
zijn," voegde ik er bij, cu met den cumponisl
van deze aria bekend te maken."
«Wat, hij is hier?"
«Hij drinkt iederen morgen uit dezelfde bron
•U gij jufliouw
Nadat de vrouwelijke nieuwsgierigheid een
maal opgewekt was, had ik nog duizende vragen
over Sleinwald le beantwoorden, waarbij ik de
kleuren niet spaardeinaar ook niet te sterk deed
uitkomen.
In den nacht, welke dit gesprek volgde, kwam
mij de gedachte in 'l gemoed opof mijne muzi
kale buurvrouw geen goede vrouw voor Sleinwald
zou zijn. Hoeveel te meer ik over dit denkbeeld
nadachtle beter kwam hel mij voor. In de eer
ste plaats moet er een middelaar zijn, die ze bij
elkaar brengt. «Als ik dat nu eens wilde zijn
dacht ik en ik oude vrijer moest over dat denk
beeld zoo hartelijk lachendat mijn buur
meisje naai een dof geruiscb te oordeelen
verschrikt uit haar slaap ontwaakte.
Des anderen daags morgans zag ik de Dacchus-
eilhouette van ruijn nieuwen vriend reeds bij de
bron staan, en hij maakte van verre tegen mij
met z^a regenscherm de honneurs. Toen ons
beider dorst geleschl wasbegonnen wij eene
wandeling te doenen ik bracht ter loops het
gesprek op de juffer v. Liebenoth. Hel toeval
wilde, dat hy alreeds in 'I voorbijgaan naar haar
had geluisterd «n zeer met hare slem
ingenomen was. Hel kostte daarom geene moeite,
een gunstig oordeel voor de daine bij hem op
le wekken olschoon Sleinwald lieden zoo merk
waardig vertoornd wasdat ik volstrekt niet
wist, of hij naar mij hoorde of niet. Hij scheen
in een vreesHijk onrustige stemming te zijn en
hield roet alle kracht mij tegen om ons toch
niet al le ver van den muziektempel te ver
wijderen.
«Wacht eens even!" met die woorden viel
hij mij plotseling in de rede en hield mij staan.
«Hoort ge het f"
Ik wist niet van waar en wat ik eigenlijk
moest hooren.
«De muziek, meen ik, mijn triomfraarsch I"
riep hij vol vuurgreep rnij bij den arin en
marcheerde met mij verder als een jong recruul
die door een ouden korporaal terecht gezet
wordL «Hoe vindt ge het?"
«Prachtig, goddelijk!" antwoordde ik met op
zet Sleinwald's eigen woorden van gisteren ge
bruikend.
«Niet waar?" antwoordde hij met eene roe
rende bescheidenheid.
Om de waarheid te zeggen vond ik den marsch
niet slechter en niet beter dan de meeste andere
rnarschen, welke ik kende.
De dame daardie ons straks tegenkomtis
juffer v. Liebenothfluisterde ik hem toe.
«Ah, is zij dal? Niet kwaad; een eenigszins
verscholen blikwat een gevoelvol hart doet
veronderstellen."
«Mag ik u aan haar voorstellen
«Hij wilde dit afweren maar ik liet zijn arm
niet los en stelde hem als den componist van den
zoo even gehoorden ti iomfmarsch voor. De juffer
van Liebenoth fluisterde ik in 't oor uwe «be
kendheid rnet de aria niet verraden."
Natuurlijk kwam het gesprek op de muziek
maar tot mijne verwondering kwarn hij niet met
zijne rnuziekdweeperij voor den dag.
Toen juffer v. Liebenoth zich van ons verwij
derde was Sleinwald een en al lof over het ver
standige natuurlijk eenvoudig meisieen aan
de koffietafel in den Dianalempel wist deze weder-
keerig allerlei moois van den zeer inieressanlen
componist le vertellen. Was ik een jong meisjé
geweest, dan zou ik op dezen morgen in een
dagboek geschreven hebben «Zij kennen elkaar
nog ternauwernood, maar ik geloof, dat zij al
op elkaar verliefd zijn."
Des namiddags herinnerde ik juffer v. Liebe
noth nog eenmaal aan haar alspraak oin mij de
aria voor le zingen wat zij antwoordde vol
gaarne le willen doen. Meieen zocht ik Slein
wald bij de bron op, verzocht hem des avonds
een sigaar bij mij te komen rooken en een
glas wijn drinken.
Ik zorgde er wel voor dal ik een goed wijn-
ije kreegdie mijn Hacchanliscben vriend vroo-
lijk zou maken. Met ue schemering was hy
reeds ten mijnent.
«Woont ge hier kamer aan kamer met mijne
interessante kennis van heden morgen?" vroeg
hij bij 't binnenkomenop de middeldeur wy-
zend.
Ik knikte bevestigend en verzocht hem niet
zoo luid le sprekendaar de dame wellicht te
huis kon zijn en ik zette hem aan tafel bij
'lopen venster. De wijn scheen uitstekend op
hem te werken want hij sprak van de misère
van 't jonggezellenleven en ried mij ouden
vrijer die zeer gevoegelijk zijn vader had
kunnen zijn met allen ernst aan oin te gaan
trouwen. Intusschen wierp hij verliefde blikken
naar de deur van mijn buurmeisje.
«Mijnheer Sleinwald," zeide ik ter loops
want mijne indiscretie ten opzichte van de arie
lag mij nog altijd in 'I gemoed «mag ik mij
veroorloven uwe compositie, welke gij mij giste
ren vereerdetaan juffer v. Liebenoth mee le
deelen? Gij zult haar er veel genoegen mee doen."
«Als ge dal meent, heb ik er niets tegen."
Hij had nog nauwelijks uilgesprokentoen
in de kamer daarnaast klavierlonen en gezang
weerklonken.
Sleinwald vloog als door een eleclrischen
schok beroerd van zijnen stoel. «Dat is mijn
Ariadne I" riep hij buiten zich van vreugde.
WonÜ mrwlf/d.