jtë 5587.
Maandag 27
April 1885.
Uitgever
A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Uit blad verschijnt Maandag em DnniUrdugmuldag. Abonnement per 3 maundcn f 1.-. I'ranco per
post f 1.15. Adrertentiên I— ff rebels (1(1 Cts elke regel meer 1(1 Cts. groole Irtlrrs nnar
plaats' .iiotevoor randen en anders estra inrigting gsscmedr huogere prijsbcressning. Legale
officietle en onteigen. Adv. per regel 16 Cts. lledainr, pnr regel 2ó Cts. Af; 1(1 (lts.
Bureau
MUURHUIZEN
hook KortograchtWijk B HO.
Politieke Revue.
Het RussischEngelsche conflict isbij het
schrijven dezer revue nog niet gunstig ge
vorderd.
De aanleiding tot den twistwaaruit een
verderfelijke oorlog tussclien beide Rijken kan
ontspruiten ligt in verschil van rneening tus-
schen den Russischen generaal Kornaroff en
den Engelschen hoofdofficier Sir Lumsden om
trent het oorlogsleit in Afghanistan.
Wie heelt Ie dier zake gelijk, de Rus of Brit
't Zou voor ons en eenieder op zulk een
afstand van hel strijdperk aanmatigend zijn om
deswegens een oordeel te vellen.
't Is in onze eigen omgeving reeds soms zeer
moeielijk de waarheid omtrent, gedane zaken te
distilleeren.
Eenieder ziet de zaken door zijn eigen bril
het lièfet;
Maar zief hij dan ook alljjd juist
't Beste zou wellicht zijn liet geschil aan de
uitspraak van onpartijdigebevoegde arbiters
opted ragen.
Maar waar' die te vinden
Hoe 'l zijde kwestie is extra-netelig.
Moge zij weldra ten gunste van bet behoud
van den vrede worden opgelost.
De Russische aanval in Afghanistan heeft zich
als volgtnaar eene offlcieele Engelsche dépêche
toegedragenUp 27 Maart waren twee Rus
sische troepenaldeel!H££ff tegelijkertijd opgërukt
de cavalerie onder Alikhanofl' trok over Pul-i-
Khisli voorwaartsterwijl de infanterie naar
de rechterflank der Afgliaansche stellingen voor
uit drong. Alikhanofl' trok eerst terugtoen
het voetvolk en de ruiterij der Afghanen trachtten
hem af te snijden en nadat de bevelhebber der
Afghanen een der Russische officieren had ver
wittigd dat hij genoodzaakt zou zijn te vuren
indien de Russen zich niet terugtrokken. Den
volgenden dag liet de chef van KomarofFs staf
den Afghaanvhen commandant (kapitein Yate)
wetendat Alikhanofl* den tocht daags te voren
slechts voor zijn eigen genoegen had onderno
men. Kapitein Yate antwoorddedat hij de
zaak veel ernstiger had opgenomen. Toen de
Russen daarop den 30sten Maart voorwaarts
FEUILLETON.
gingen, waren de Afghanen wel genoodzaakt,
zich te verdedigen.
De zitting van den Rijksraad in Ooslenrijk-
Hongariio is door den keizeromgeven door
zijne ministersop plechtige wijze gesloten. In
de rede. welk de keizer daarbij uitsprakwer
den alle ontwerpen op verschillend gebied op
gesomd welke door den Rijksraad werden be
handeld terwijl er tevens op werd gewezen
dat weder een belangrijke slap was gedaan tot
herstel van bet financieel evenwicht. Daarbij
zeide de keizer, dat de verstandhouding met
alle mogendheden grond geeft tot de verwachting
dat de vrede ook voor de toekomstvoor de
monarchie zal gehandhaafd worden zoodal de
regeering het aangevangen werk op dezelfde
wijze kan voortzetten.
Uit Warschau wordt bericht, dat de Czaar
het besluit van den Raad van State bekrachtigd
beeftwaarbij gelast wordt in al de lagere
scholen de Russische taal bij het onderwijs te
bezigen het godsdienstonderwijs uitgezonderd.
Bij een ukase is bepaald dat de rabbijnen in
Polen voortaan hun examen in de Russische
.tgal moeten afleggen.
TJerlialVe moet de Poolsche taalde. landtaal
waaraan de Polen zijn gehechtal meer en
rmeer verdrongen worden door de taal hunner
verdrukkers.
'lis de taal der zwaaiers van den knoet!
Hoe weinig sympathie alle weldenkende en
beschaafde wereldburgers voor de Engelsche
Regeering hebbenals zijnde aanmatigend en
annexeerzuchtigtoch heeft men nog meer ge
negenheid voor haar dan voor de Russische
want reeds sedert meer dan eene eeuw werden
de Pplen door de Russen op Tartaarsehe en
soms Barbaarsche wijze gemarteld.
De Leidsche Giftmengster.
Eene opeengedrongen menigtewaaronder
vele dameswoonde de terechtzitting te 's Hage
waarin de zaak van de Leidsche waschvrouw
Van der Linden voorkwam bij.
Er waren 53 personen of deskundigen gedag
vaard. Mr. Francois presideerdeMr. Vaillant
EENE HARDE LES
29) door S
De achlerblijvenden bleven eenige oogen-
blikken in hunne overpeinzingen verzonken;
eindelijk vraagde Willy Desluitcloos
«Wat moet ik doen? Ik word van de eene
zijde naar de andere geslingerd. De wonde in
mijn hart is nog niet geheeld en toch ik
wil hel gulweg bekennen zijn er oogen-
blikkendal het leven mij zoet schijnt aan de
zijde van een lieftallig wezenvan Emy. Maar
heeft, zij geen recht op eene onverdeelde liefde
op een echtgenoot in wiens ziel, al zij 't steeds
flauwer en flauwerhet beeld eener andere
vrouw leeft Dat nagaande zou ik bijna kun
nen besluiten om hare toekomst niet met de
mijne te vereenigenmaar dan denk ik weer
dat ik dit jonge bestaan niet red van ceu leven,
dat haar met haren levenslusthare opgewekt
heid dooden inoct. Nogmaals, moeucr, wat
moet ik doen
Mevrouw Wal torn bleef eene wijle het ant
woord schuldig. Zij gevoelde wel, dat er veel
waars in Willy's redeneering lag en toch, zij
achtte die verecniging goed in beider belang.
Eindelijk nam zij het woord en zij sprak
zoo verstandig en zoo hartelijkdat Willy ten j
laatste opstondhaar tecdcr omhelsde terwijl
hij fluisterde
«Moeder, ik dank u deel gij vader mijn be
sluit mededat ik er in toestem om freule
von Laclinitz te trouwen. God scheukc ons
zijnen zegen op onze echtverbintenis." En
zonder eenig antwoord af te wachtenijlde hij
heen om de eenzaamheid op te zoeken.
Weinige dagen later verspreidde zich het
bericht der verloving van baronnesse von
Laclinitz met den industriëel Willy Waltorn
als een loopend vuurtje door de stad. Er werd
veel gemompeld over financiëele beslomme
ringen welke don overste tot dien stap bewogen
haddenover den rijkdom van de Waltorns en
over al die zakenwelke gewoonlijk te berde
komen bij een engagement, vooral wanneer dat
onverwachts plaats heeft. In de kringen dei-
aristocratie was men het er niet over eensof
men het jonge paar daarin opnemen zou totdat
de meening eener oude hofdame aan alle be
raadslagingen een einde maakte.
«Waarom zouden wij de freule met haar
aanstaanden echtgenoot niet ontvangen? Ten
minste niet de eerste maal. Ik ban nieuws
gierig naar die Waltorns en bovendien zeide
onzen gebiederden vorstnog verleden week
in een vertrouwelijk gesprek tot mij«Die heer
Waltorn bezit eenen schrandere» geestenergie
en geld. Die man zal het ver in de wereld bren
gen. Hij doet veel ten nutte van de mensch-
heid ch het zal mij niet verwonderen als mii
niet spoedig zijne verheffing in den adelstand
wordt voorgesteld. In ben nieuwsgierig om hem
te lecren kennen en spoedig hoop ik daartoe
in de gelegenheid te zijn." Nu mijne waar
den besloot de hofdame «kunnen wij het ge
nist wagen om de verloofden te ontvangen
niet waar? Zoo wij het niet deden, haaiden
wij ons misschien nog wel eene berisping van
is aan besch. als verdediger toegevoegd.
De bcsch. is in jak en rok gekleedinet
grijzen omslagdoek en witte muts. Hare gelaats
uitdrukking is regelmatig. Zij beeft niets atsloo
tends, maar zij beeft kleine, donkere gluipe
rige oogendie zij nu en dan opslaat. Nu en
dan hoort men een zenuwachtig snikken.
Gedurende de voorlezing dirl'u uur duur
de van de acien van beschuldiging en verwijt
zing. bleef zij kalm met de oogen neergeslagen.'
Verschillende flesclijes met scheikundig on
derzochte lichaamsdeelen van de slachtoftërs
staan voor den president.
De eerste getuige was J. J. van Heeskleer
maker te Leideneen neef van de besch.
diena den dood van zijne moedermet zijn
broeder op aandrang van de besch. bij besch.
waren komen inwonen. Zijn broeder is gestor
ven hij bleef bij zijne tantetotdat hij (als
militair) ziek in de infirmerie werd opgenomen.
Daar bracht besch. hein broodjes rnet worst;
na het gebruik daarvan bespeurde hij (evenals
zijne twee kameraden op de ziekenzaal) dezelfde
verschijnselen van ongesteldheid als waarvoor
hij in de infirmerie moest worden opgenomen.
Besch. ontkende echterdat zij haar heef
vergift had toegediend. Hij was zeide zijaan-
borstig en leed aan bloedspuwingen. Zij meende
hem volgens haar plichtslechts goed te heb
ben gedaan.
Dit werd echter stellig ontkend door den
2. get.Abraham Bey den buurman van besch.
Hij verklaardedat zijne kippen en liaan die
van het voedsel hadden gebruikthetwelk de
besch. aan de slachtoftërs toediendeaan ver
giftiging waren gestorven. Hij verklaarde voorts
dat vrouw Van der Lindenbang voor den
geest van Arend's moederdie in het huis
rondwaardedeswege was gaan verhuizen.
Voorts dat telkens als er familieleden stierven
geen rouw in het huis van besch. heerschte
maar veeleer festijnen werden gevierd, waarbij
de jeneverflesch rondgingdie besch. duchtig
aansprak.
Bij het ondervragen van besch. na eiken get.
geeft zij blijk zeer goed te weten wat zij zegt.
De president doet dan ook opmerken dat de des
kundigen volkomen juist hebben geoordeeld
dat zij bij de pinken is en alles doet om de
den vorst op den hals."
De overigen betuigden natuurlijk hunne in
stemming met de woorden der oude hofdame.
En daarnaar werd ook gehandeld. Het jonge
paar zag zich met beleefdheden overladendie
zij beiden op eene verschillende wijze beant
woordden. Willy bleef zeer koel bij die bewijzen
van hartelijkheid die hij niet geheel ten
onrechte toeschreef aan de edele geboorte
van zijne bruid. En toen deze zijne onver
schilligheid waarnamwas zij ontstemd en
trachtte door verdubbelde lieftalligheid te ver
goeden wat hij te kort kwam. Willy van zijne
zijde gaf aan hare pogingen eene geheel an
dere uitlegginghij beschouwde ze als eene
ingenomenheiddat zij voor hem door haren
naam de kringen opendedie anders voor
hem gesloten zouden gebleven zijn.
Van den beginne af aan had hij zijne ver
loving gehouden als een handelscontract, aan
welks voorwaarden hij steeds getrouw zou blij
ven. Emy huwde hem volgens zijn inzien om
hare ouders of liever de eer van haar geslacht
te reddpn en hij.jahij zou haar niet lastig
vallen met blijken van genegenheid, van liefde.
En tochtoen hij eenige weken verloofd was,
kostte het hem moeite om zoo bedaard., zoo
koel te zijn als op den eersten dag. want voort
durend boeiden hem bare onschuld, hare kin
derlijke vroolijkhcid meer en meer. Verliefd
was hij nietmaar hij gevoelde zich wel te
moede in hare nabijheid; eene zekeie rust. die
zijne sombere denkbeelden verdreef, maakte
zich dan van hem meester en er waren oogen-
blikken dat bij bijna in de verzoeking kwam
om dat bekoorlijke kind in zijne armen te