Maandag 4
October 1886.
ja
CÜ5
Oitgever
H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
I)it blud vnmchijDi Maandag en lhm.Urdagmid.lag Abonnement per 3 maanden K1-. Kronen pei
po.t 1.16. Ad.ertentifn 1-fl rogel. «0 Ou. elke regel meer 10 Cu. groote letten H,u»
plHat.rum.te»oor ronden en andere extro iungting gexehiedt linogere prijiberekening. Legale
offleieCle en onteigen. Ad», per regel IS CU. Ueclame. per regel 25 CU. - Aft nummrr. III CU.
Bureau
MUU It HUIZEN
hoek KortogracntWijk B 80
Politieke Revue.
Onlangs was Vorst Alexander de held van
den dag.
Thans wordt hij bijna niet meer genoemd.
Sic transit gloria tnundi
Daartegen is thans Kaulbarsde Russische
hoofdagent, in Bulgarije baas geworden.
't Zou misschien beter zijn omzonder ver
dere complimentenBulgarije tol eene Rus
sische provincie te verklarenwant leitelijk
moeten de Bulgaren toch doen wat de Czaar wil
Kaulbars heelt den Russische consul Neklin-
dofl' ontslagen omdat hij niet krachtdadig ge
noeg tegen de Bulgaarsche Regcering optrad.
Tot zijnen opvolger benoemde Kaulbars den
gewezen Russiselien consul te f'hilippopelen.
volgens den berichtgever der Standard aldaar
wordt het Russische consulaat te Pliilippopel
opgeheven en met het consulaat te Syfia ver-
eenigd omdat de Russische Regeering de Rul-
gaaiM-he Unie erkent. Verder wordt gemeld
dal Kaulbars mondeling krachtdadiger is opge
treden, dan de toon der nota aanduidt. Ilij
verklaarde dat de Russisrhe Regeering daden
verlangtgeen fra iie woorden alsook onvoor
waardelijke onderwerping, welke alléén Bul
garije kan redden.
Volgens latere berichten uit Sofia, is de toe
stand hoogst ernstig. Kaulbars dreigt mei een
breuk omdat het Regentschap een beslii't heeft
laten aanplakken waarbij de verkiezingen voor
de. eonstituëerende vetgadering uitgeschreven
worden, in weerwil van Rusland* eis.h. Kaul-
bors dreigt met eene gewclddage afscheuring
der aanplakbiljetten.
Op bevel van den minister van oorlog zijn
ongeveer twintig ollirieren van de bezetting van
Saragossn hij andere garnizoenen ingedeeld. Te
Rillao werden vijf. te Coruna drie olficieren ge
vangen genomen. Te Madrid zijn alle gearres
teerde burgers op drie na in vrijheid gesteld.
De dochter van generaal Villacampa heelt de
voorspraak van den pauselijken nuntius inge
roepen deze heeft zich daarop in telegrafisch
onderhoud met den paus gesteld de regeering
hlijlt echter hij haar besluit om de gerechtigheid
haar loop lo laten.
FEUILLETON.
NELLT.
29) Oorspronkelijke Novelle door S
«Arme Rudolf, mij cn u zelf. terwille van
een hersenschim bedrogenklonk het zacht
van hare lippen, terwijl zij een medelijdenden,
liefdevollen blik op den knielenden man aan
hare zijde wierp.
(Ja. mijzelf en u, herhaalde hij dof. Nelly
ja mag ik u toch nog wel in deze stonde bij
uwen doopnaam aanspreken Nellyik heb
zwaar geboet voor het onrechtdat ik jegens
u en uw. neenons kind beging. Ik
heb verkregenwat ik verlangdemaar ten
koste van het levensgeluk van twee menschen.
Kn wat is die roemdie eerdie rijkdom
Niets dan schijnde goederen van één dag
één uur; gaven van vrouw Forluna, welke
daarmede heden den eenmorgen den ander
beschenkt. Eerst nu, Nelly, eerst nu ik u
onherroepelijk verloren heb, weet ik welkeen
schot van lielde en opoffering uw hart bevatte.
Gij zijl te edel om zegepraal over het ongeluk
van den vader van uw kind te gevoelen maar
eene hoogere hand dan do uwe heeft u ge
wroken drievoudig gewroken." En de trolsehe
staatsmande ongevoelige man der wereld
verborg zijn doodsbleek gelaat in de plooien
van het ruime kleed der zangeres
Ook deze was bewogen, en hij zijne bekentenis
ontwaakten weer al de gevoelens in dat groot
moedig hart, sr.arcn die trilden van lielde en
Hel schijnt dat onder de anarchisten te Londen
een burgeroorlog is uitgebroken. Men zou opper
vlakkig zeggen dat «lil onmogelijk iswant in
de anarchie heerschl immers de ongebondendslc
vrijhed iedereen is de haas en daar niemand
aan eenig gezag gehoorzaamtkan ook niemand
tegen het gezag van anderen in verzet komen
zoodal de eerste voorwaarde voor een burger
oorlog schijnt te ontbreken. Maar feitelijk is de
toestand anders. Niemand is de baas, maar I
iedereen wil hel zijn de natuur gaat boven j
de leer ook der anarchie.
Tot het begin van verleden jaar was alles
vrede en eendracht onder de geweldige bestor
mers der bestaande maatschappijdie zich an-
archi-len (hunne oorspronkelijke schrijfwijze)
noemen Kr was slechts eene anarchistenclub
in één gebouw.
Maar langzamerhand sloop de tweedracht ook
dit gebouw binnen.
Peuckertde bekende Oostenrijksche anar- j
chisteen verver van beroephad genoeg van
zijn vak en wenschte de verfkwast te verwis
selen met de pen. Daarom slichtte hij met den
«compagnon" Ran een blad dat in concur
rentie trad met de «Freiheit." door Most te
New-York uitgegevenhet bekende Europeesche
orgaan van de allerroodsle revolutionnairen de
Rebel
Nu heeft Most echter te Londen een verlegen-
woordiger en medewerkereen Belg Dave
genaamd. Dave vond hel natuurlijk niet zeer
broederlijk dal Peuckert rnel zijne «Freiheit"
wilde concurreeren en het kwam tot onaange
naamheden.
Nu kwam in de «Zurichsche Socialdemokral"
een artikel voor. waarin Peuckert een «Lump"
genoemd werd. De «Lump" zeidedat Dave
het geschreven had en deze ontkende maar
voegde er bijdat hij 't nochtans geheel met
het artikel eens was. Kr volgde een vreeselijk
schandaal in het clubgebouwwaarbij alles kort
en klein geslagen werd en de politie ten slotte
tusschenbeide komen moest.
Peuckert richtte eene nieuwe club open
naast de Freiheit en de Rebel, ontstond nog
een derde anarchistenorgaan ditmaal geheel
Engelsch de «Anarchist." Clubs en bladen
bestrijden elkander met allerlei wapenpn het
liefst met verdachtmakingen en scheldwoorden.
Peuckert zegtdat Dave een ven-ader is en
Dave toont aan dat Peuckert niets minder is
dan een dief Hij heeftzegt Dave tachtig dollars
gestolendie hem toevertrouwd warenom
Reinsdorff bij den aanslag bij hef Niederwald-
monument te ondersteunen «Politiespion" en
(schurk" zijn de gewone benamingen waarop
de compagnons elkander onthalen
Kn nu zegt men nog dat wolven elkander
niet bijlen.
De tijd is de vuurproef van den roem. Hij
reinigt aan den eenen kant de figuren onzer
groole mannen van de smelten die laster en
kwaadwilligheid op hun kleed hebben geworpen
en aan de andere zijde loutert hij de meeniugen
de denkbeelden die omtrent hen zijn in omloop
gebracht Het blijkt menigmaaldat. wat m--n
voor roem aanzag, slechts eene voorbijgaande
populariteit is geweest en de stukken van menig
gebroken standbeeld te vroeg soms bij het
leven van den gevierde opgericht, bewijzen
het. Een roem die als van Hugo de Groot
twee en een halve eeuw overleeft en niet maar
overleeft, maar zich steeds meer bevestigt, steedi
algeineener erkend wordtstaat steviger nog
dan het metaal van z.jn standbeeld en is on
vergankelijk. Dat Hugo de Groot ook, naast
den roem, zekere populariteit bezit, is enkel
een toevalbij de ontvluchting uit Loevesteiu
vervulde niet hij inaarzijne misschien meer krach
tige en resolute dan beminnelijke vrouwde hoofd
rol. Doch de volksverbeelding hecht zich aan zulk
I een dramatisch voorval en, daar men niet van
I iedereen kan vergen het beloog over 't recht van
oorlog en vrede le lezen komt deze populariteit
den roem van de Groot inderdaad ten goede. De
j mandie te Delft het standbeeld aan zijnen
j weetgierigen zoon laai bewonderenzal waar-
schijnlijk niet zeggen dat de deftige geleerde,
hier in metaal gegotende vrije zee heeft
verdedigd en zelfs voor den ruwen vreeselij-
ken oorlog regelen van humaniteit heelt doen
peldenhij kan althans spreken van de
Loevesteinsche kist. Dit ook heelt de Groot
verlangen om den ongelukkige te troosten.
Nu meer dan ooit was het haar duidelijk dat
zij hem nog liet hadwellicht nog inniger,
nu hij zoo rampzalig was. Hadde zij de uitspraak
van Inar gemoed gevolgd, dan had zij den
arm om hem heen geslagenzijn hoofd aan
haren schoude/r gevleid hem verzekerende dat
hij daar kon rusten, dat zij hare tranen met
de zijne zou vermengen. Doch haar verstand
behaalde oogenblikkelijk tenminste de zegepraal
over haar gevoelen uiterlijk kalm hernam zij
dan ook
tGij hebt mij goed beoordeeld dat ik mij
niet verheugen zou. nu ik weet, dat uwe keuze
u niet tot den weg van geluk geleid heeft.
Integendeel ik beklaag uik heb medelijden
met u. Wat zijn eer, roem, geld, als het hart
ledig is. Veel zou het mij waard geweest zijn
als ik u stralend van levenslust en opgewektheid
had terug gevondendan ware mijn opoffering
ten minste niet vruchteloos geweestwant eene
opoffering heb ik gedaantoen ik u opgaf."
«Dat wist ikNelly. Ik wist dal gij mij
afgodisch bemindetdat ge met mij al uwe
illusiën op geluk vaarwel zeidet. En daarom
Nelly, ben ik dubbel schuldig."
«Och. Rudolf, kwel u nu niet langer met
zelfverwij tingen zij maken het gebeurde niet
ongedaan Deel mij liever cans mede, hoe gij
die acht jaren hebt doorgebrachtdie jaren
die mij zoo eindeloos lang hebben toegeschenen.
Doch zei u naast mij nedermijn vriend
voegde zij er bijbeproevende hem met zacht
geweld te doen oprichten.
«Neen, Nelly, hier aan uwe voeten is mijne
plaats. Hier wil ik u mijne lotgevallen vertellen."
Ilij voldeed toen aan haar verlangen en zij
hoorde met belangstelling zijne woordenter
wijl nu en dan een droog kuchje van de zan
geres hem een oogenblik deed ophouden.
Toen hij zweeg, verwachtte hij een antwoord
van haardoch zij had zich afgewenden
drukte het kanten zakdoekje vast tegen hare
lippen.
«Mijn God Nellv, wat deert u?"
«O, niets, mijn vriend," glimlachte zij zwak,
«verontrust u niet."
«Maar, uw zakdoekje is met bloed bevlekt."
hield hij volop hare hand wijzende.
«Beangstigt u datRudolf Ik zeide u
reedsdat mijne gezondheid veel geleden heelt,
ja geknakt is."
«Maar hebt gij reeds meermalen bloed.
»0 jaen toch leef ik nog zooals ge ziet
Rudolf."
«Hebt ge dan geen dokter geconsulteerd'?"
«Ja zeker, en ze hebben mij medicijnen
voorgeschrevenwelke ik ook stipt inneem.
Doch ze kunnen mij niet batenwant
maar ik zal u eens in het kort mededeelen
wat mijn deel in dien langen tijd geweest is.
Doch, Rudolf, 'tis nu reeds zoo laat," ver
volgde zij met een blik op de pendule«een
andermaal dus."
«OchNelly zend mij niet heen laat mij
eene wijle toevenlaat mij uwe zoele stem
nog aanhooren. Weiger mij dat niet" En
zijn blik zijn toon was zoo welsprekend en
smeckenddat zij niet kon blijven volharden
in haar besluit.
«Het zij zoo, Rudolf, nog een half uurtje
moogl gij blijvenmaar dan ben ik onverbid-