BIJVOEGSEL
jn 5716.
Maandag1 7
Mei 1888.
Uitgever
H. VAN CLE RPF
te Amersfoort.
Dit hlad Tfinehijat Manndaj fa DonderdofttUUÊf. Abnaaraeat par 8
pott ƒ1.11. Advertentiên18 rigel» #1) Cta. j elk. regel at.tr 10 Cu. groet.
pla*t»ruimte roor randen ea andere extra inrigting geaehiedt hoogara prijsberakaa
offlcieéle en onteigen. Ad* per regel 16 Cta. UaaUma. per rafel 15 Cu. Aft. mum,
FtMo. p.rboek KortegrachtWijk B 00
hOar. naar Bureau J
,f lapb HUURHUIZEN
=F
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT doen te welen, dat door den Raad
dier g-mie-mie in zijne vergadering van 5 April
1888 is vastgesteld «Ie volgende verordening
Verordening op de siraatpolitie.
Artikel 1. Hel is verboden door hel houtgewas
van het plantsoen, waar geen voetpaden zijn oi
ovei hel gras ie lo-ipen; op ol aan den openbaren
weg bloemen of bla-l-T-n te plukken, vog-lnesten
te versloren of op eenigerlei wijze trachten vogels
te vangen.
Art. 2. Het is verboden des voormiddags lus
schen 8 en 10 uur en lu«schen des vo u-middags
half twaalf en 's avonds 9 uren op ol aan den open
baren wegop de sloepen en de werven aan de
geim-cnte-wateren kaï pelten loopers of andere
dergelijke voorwerpen uil te slaan of te kloppen.
Art 8. Op plaatsen waar zulks door den burge
meester ol van zijnentwege verboden wordtmo
gen geen vliegers ol pijlstaarten op of aan den
openharen weg worden opgelaten.
Art. 4. Het is verboden op of aan den openbaren
weg paarden door geraas, klappen met zwepen of
op andere wijze te verschrikken; voorzoover men
niet is bestuurder, tol harder loopen aanlezetten;
aan rijtuigen te hangen of zich daaraan vastle-
h ou den.
ArU 5. Het is verboden op of aan den openbaren
weg te werpen met sneeuwballensteenen vuil
nis bijtende of schadelijke vochten ol «enige an
dere straatschenderij te pl-gen als het uitlart-n
ol al schreeuwende ol zingende achtervolgen van
personen.
Art 6 Het is verboden haringkronen. uithang
borden ol dergelijke uillesteken over den open
baren weg, zoo niet het onderste gedeelte dier
voorwerpen tenminste drie meters boven den be-
ganen grond verhpven zij.
Art. 7. liet is verboden op den openbaren weg
glijdbanen te maktn of ie gebruiken.
Art. 8. Het is verboden bij aankomst of vertrek
van spoortreinen of andere openbare vervoermid
delen iemand in de vrije keuze van een kruier»
drager ol wegwijzer te belemmeren of zijne dien
sten optedringen.
Ari. 9. liet is verboden op den openbaren weg
paarden of vee los te laten loopen zonder vol
doend toezicht.
Art. 10. Hel is verboden aan de bestrating eeni-
ge schade toetehrengen of'losse slraaisleencn van
de straal optenemen.
Art. 11. Hel is verboden openbare ofhijzondere
gebouwen of omheiningen op welke wijze ook
te beschrijven verontreinigen of beschadigen.
Art. 12. Al wie tusschtn des avonds 10 uur en
zonsopgang'.onder eene schriftelijke vergun
ning van de politie te kunnen verioonen goede
ren vervoert over den openbaren wegmoet die,
desgevorderd wordende aan een onderzoek der
politie onderwerpen.
Art. 18. Het is verboden dieren vast te maken
aan stoepen hekken leuningen ofdeuren van
huizenaan leuningen van bruggen aan hoo
rnen palen ol andere voorwerpen op den open
baren weg, tenzij die daartoe door het openbaar
gezag zijn aangewezen.
Art. 14. liet houden van honden die door hun
gejank hinderlijk zijnkan door Burgemeester en
Wethouders worden verboden.
Art. 15. Hel is aan houders van honden verbo
den deze zonder muilkoi fovereenkomstig hel
model aangegeven in het provinciaalblad van
Utrecht, No. 63, van 1887, op den openbaren
w eg te laten loopen wanneer door of vanwege
den Rurgemeester aan den houder van een hond
is opgelegd de verplichting den hond op den open
baren weg een muilkorf te doen dragen.
Art. 16. Honden op den openbaren weg loo-
pende, zonder te zijn voorzien van het kenteeken
door Burgemeester en Wethouders vastgestelde
ten bewijze dat zich daarvoor iemand als houde
heeft opgegeven in het loopend dienstjaar der
plantsehjke belasting op het houden van honden,
kunnen beschouwd worden als onbeheerd en
zonder eigenaaren door de politie of andere
daartoe door Burgemeester en Wethouders aan
le stell-n personen opgevangen of indien zulks
ondoenlijk is algem.»akl worden.
Houders ol eigenaars van Imnd*»n zijn verplicht
zorg ie dragen d.»t hunne h<-nd«n lusschen 11
uur des avonds en 5 uur'des morgens ni-*i op den
openbaren weg rondloopen zonder gebide of
toezicht.
Art. 17. De bepaling van alinea I van h'-t. vorig
artikel is niet toepasselijk op honden die van el
ders door buiten de gemeente wonende eigenaars
of houders lang» den opeobar< n weg de gemeente
worden doorgevoerd en gedurende dien doorvoer,
welke binnen drie dagen moet volbracht zijn.
aan een louw ol ketting word- n vastgebonden of
aan een voertuig zijn vastgemaakt.
Art. 18. De opgevangen honden zullen wan
neer er geen vrees voor of vermoeden beslaat van
hondsdolheid gedurende drie dagen door de po
litie in bewaring gehouden worden binnen wel
ken tijd zij aan de eig> n iars ol houd--rs kunn-n
teruggeven worden legen betaling van 5(1 cents
voor eiken dag der bewaring en tegen overlegging
van hel bewijs dat de belasting voor den hond
voor het loopende. dienstjaar door hen is voldaan.
Na drie dagen kunnen de opgevangen honden,
welke niet zijn teruggeven worden algemaakt.
Art. 19. Binnen de kom der gemeente moeten
de hoofdbewoner van een gebouw d« gebruiker
van een erf, de eigenaar of beheerder van eenig
onbewoond gebouwd eigendom of van eenig
ongebruikt, ongebouwd erf, bij gladheid der
straten de stoep-n en straten ter breedte van
een Meter uit den sloep *óórlerztj.ie en achter
hun pand gelegen, met zand of asch bestrooi n
of doen bestrooien.
Zij moeten zoodra het vanwege Burgemees
ter en Wethouders wordt bevolen de straten
vóór terzijde en achter hun pand gelegen, waar
overburen zijn ter halver breedte waar geen
overburen zijn en op pb-inen en grachten lot op
vijf Meters uil den sloep, met rein water begieten
ol doen begieten, des morg-ns lusschen 9 en
9 j uur en des namiddags lusschen 5 en 5} uur.
Wanneer eenig gebouwd eigendom geen hoofd
bewoner heeftdoch door meer dan een gezin
bewoond wordtzijn de bewoners beneden aan
de straatieder voor het door hem bewoonde ge
deelte, aan de bovenstaande verplich'ingen on
derworpen.
Art. 20. Het is varboden om andere redenen
dan in artikel 19 alinea 1 zijn vermeldzand
stroo of run op de stralen en pleinen te strooien
zonder schriftelijke vergunning van den Bur
gemeester.
Zoodra de redenen op grond waarvan de ver
gunning gevraagd werd, hebben opgehouden,
moet hel zand door of vanwege den aanvrager
worden opgeruimd.
Art. 21. De personen in artikel 19 vermeld,
moetende straten vóór, terzijde en achter hun
pand gelegen waaroverburen zijn ter halver
breedte en waar geen overburen zijn of op pleinen
en grachten tol vijl' Meters uit den stoep behoor
lijk aanvegen of doen aanvegen vóór drie uur des
namiddags telken Zaterdag ol indiende Zaterdag
voor hen een kerkelijke leestdag is op den daar
aan voorafgaanden werkdag en voorts zoo dik
wijls als het vanwege Burgemeester en Wethou
ders wordt bevolen.
Zij moeten op gelijke wijze wanneer dat van
wege Burgemeester en Wethouders wordt bevo
len. de stralen fn pleinen behaorlijkdoen wieden.
De vuilnis moet op zoodanige wijze op hoopen
worden gesteld dat daardoor aan het verkeer of
aan de buren geen hinder wordt toegebracht.
Art. 22. Üc personen in artikel 19 vermeld
moeten op gelijke wijze als in het vorige artikel
is bepaald binnen 8 uren na aanzegging of om-
roeping vanwege Burgemeester en Wethouders
de sneeuw ol hel slijk doen wegruimen an zoowel
na gedane aanzegging ol omroepingals wanneer
wordt weggeruimd zonder aanzeggingde
sneeuw of hel slijk naar zoodanige plaats vervoe
ren als door dc politie zal worden aangewezen.
Art. 28. Het is verboden als het vriest de straat
le schrobben of de glazen te wasschenwater op
de straat uit te storten of le doen uilloopen.
Art. 24. Hel is verboden behoudens de bepa
ling van art. 22, destraat le schrobben of te veg^n
hinnende eerste zes weken nadat de siraat is ver
nieuwd of verlegd of wanneer vanwege Burgemees
ter en Wethouders zulks is verboden
Art. 25. Het is verbod- n uil de gebouwen of
erven vuil of andere voorwerpen op den openba
ren weg of in de gemeente binnen- of buiten
grachten te werpen uitgezonderd sneeuw of ijs
van de daken mits opvolgende de voorschriften
van art. 427 nos. 3 en 4 van het Wetboek van
Strafrecht.
Art. 26. De personen in artikel 19 genoemd
zullen wanneer zij de goien vóórterzijde ol ach
ter hun pand gelegen vegenzulks opwaarts
moeten doen en alsdan den modder of hel vuilnis
uitscheppen en op destraat buiten hot voed pad
leggen.
Art. 27. Het is verboden op ol aan den openba
ren weg le wateren el.Iers dan in tl» daartoe be
stemde bakken (urinoir?-) ol aan eene andere na
tuurlijke behoelle ie vol.-oen.
ArL 28. Het is verboden aan de bovenverdie
pingen der aan den op- nuaren weg uitkomende
panden, bloempotten, bloembakken of andere
voorwet pen te plaatsen, b-nzij binnen behoorlijk
aan den gevel bevestigde hekken.
Art. 29. Hel is verboben naar builen open
slaande deuren, vensters, luik-n en /ons-h r-
mt-n aan den openl-aren weg uiikoiiunde open
te laten anders dan plat icg- n d»-n muur ol de
schutting bevestigd tenzij de onderkant hooger
is dan twee Meters boven den beganen grond.
Art. 80. Niemand dan de daartoe aangewezen
personen mag lichtenvoor de op- nbare ver
lichting bestemd of op openbaar gezag voor
geschreven uitblusschen ol hel licht daarvan
verminderen
Art. 31. liet is verboden op den openharen
weg zonder daartoe bevoegd te zijn palen of
afsluitingen uil le lichten.
Hel is verboden zonder schriftelijke vergunning
van Burgemeester en Wethouders
a. zeilen linnen, lakens of andere goederen
op langs of over de openbare straten wegen en
wandelplaatsen de stoepen en werven uil te
spreiden of op te hangen
b. aan den openbaren weg uitsteekkasten, ha
ken oleenige andere builen den gevel uitstekende
voorwerpen le plaatsen, haringkronen, behoudens
de bepaling van art. 6 en uithangbordenmits
deze laatste behoorlijk met den rug legen den
gevel bevestigd zijn hiervan uitgezonderd;
c tapijten, vloei kleedtn en kalkzakken uit
te kloppenelders dan op de daartoe door Bur
gemeester en Wethouders aangewezen plaatsen
d. bouwmaterialenpuin of aarde op den
openbaren wgde openbare werven aan ge
meente-grachten of sloepen te leggen of le doen
leggen of wel iets van dien aard in mandenbak
ken of pollen op of langs de straal uil te zetten.
Voor korteren lijd dan 14 dagen zal daartoe de
vergunning door den Commissaris van politie
kunnen worden verleend.
Art. 32. Het is verboden zonder vergunningvan
den Commissaris van politie
binnen de kom der gemeente op den open
baren weg pluimgedierte le laten loopen
eenig bedi ijf dat binnenhuis kan worden uit
geoefend op den openbaren weg de openbare
werven aan de gemeente grachten of sioepén te
verrichten
c. zonder noodzaak eenig werk dat geraas,
stank ol anderen hinder veroorzaakt op den open
baren weg, de openbare wei ven aan gemeente-
grachten of sloepen te verrichten
d. met een tafel, kraam, kruiwagen of ander voor
werp op niet aangewezen plaatseneen standplaats
op den openbaren weg of stoepen in te nemen.
Art. 33. Alle vergunningen in deze verordening
vermeldkunnen ten allen tijde worden inge
trokken.
Art. 34. Al wie eene der vergunningen in deze
verordening vermeld,heelt bekonu-n. is verplicht
die vergunning op de eerste aanvrage aan de
politie te verloonen.
Art. 35. iAl wie van eene in deze verordening