Maandag- September 1891. EEN TEEMT LEVEN! as 4069. Uitgever H. VAN CLEEFF te Amersfoort Dit blad rerachijnt Maandag en DonderdajmiiUag. Abonnement per S maanden f1.—Franco per Bureau poet 1,16. AdrcrtentiCn l-« regel. «0 CU. elk. regel meer 10 Cte. Groote letter, naar M n n D ÏI n T-ï D M plaatwinmta roor rnnden en andere extra inrigting gtMhiedt hooger prij .berekeni ng. Legale UttttUIALN oftcie.leen onteigen. Adr per tegel 16 Cte. Reclame, per regel 35 Ct». - Af,, nummer, 10 CU. hOOk Kortegraoht Wijk B «O Politieke Revue. liet Oostenrijksche plaatsje Schwartzenau is de verzamelplaats van verscheiden Vorstelijke personen, als van de Keizers van Duilschland en Oostenrijkden Koning van SaksenPrins George, de Aartshertogen Karei Lodewijk en Willem Reinierbenevens van de Oostenrijksche en Duitsche Rijkskanseliers Graai Kalnoky en von Caprivi. Deze samenkomst valt juist toevallig te samen met de groote wapenschouwing, welke door al deze gekroonde hooiden wordt bijge woond en waaraan de groote bladen natuurlijk eenige beteekenis hechten. De berichten omtrent den indruk, dien de tijding van Balmaceda's nederlaag in verschil lende deelen van Chili heeft gemaakt, doen zien, dat de baldadigheden toch talrijker zijn geweest dan men eerst vermoedde. Zoo doodden een iweetal regimenten regee- ringstroepen te Talcahnano al hun officieren en pleegden in vereeniging met een 4000-tal kolen- werkers allerlei ongeregeldheden. Huizen en winkels werden geplunderd en in brand ge stoken. Gelukkig werd ook hier het gezag, spoedig weer meester van het terrein en is de rust nu vrijwel algemeen. De geruchten van Balmaceda's gewelddadigen dood een muildier drijver zou hem gedood hebben houden aan. De hongersnood is op het platte land in Rusland veel grooter, dan men zells in de Russische steden kan vermoeden. De poop Filo- manowdie een reisje door het gouvernement Kasan maakte, schrijft er over als volgt: «De stedelingen kunnen zich geen denkbeeld vormen van de ellende en hel gebrekdie onder de boerenbevolking voorkomen. Het is op zich zelf reeds vreeset ijk le zien hoe de algemeene sterfte toeneemtals men daar machteloos tegenover staat, liet is mij onmogelijk alles te beschrijven, wal ik gezien hebmaar ik zal er toch een paar staaltjes van mededeelen. Voor een paar dagen bezocht ik het dorp Naredey. Binnen den tijd van een halt uur ontmoette ik zestien menschen, die van ellende geheel waren uitgeteerd. De meesten dezer ongelukkigen hadden gedurende de geheele week geen kruimel^brood geproefd. Met verwrongen gelaatstrekken en glazige oogen staarden zij mij aan en velen waren nauwelijks in staat, uit hoofde van hun verbazende zwakte, de handen uil te steken naar hel brooddat ik FEUILLETON. Eene schets uit de groote wereld. (Slot) Naar 'l Duilsch door S. Zijne vróuw was echter op zekeren morgen spoorloos verdwenenzonder eenig bericht achter te laten. Zij had echter zorg gedragen om al, wal zij persoonlijk bezat, le gelde te maken en mén beweerdedal de opbrengst barer talrijke prachtige toiletten en harer dia manten een aanzienlijk kapitaal bedroeg. En nauwelijks waren er drie dagen na al die gebeurtenissen verloopen, of men had Wera en alles wat haar betrol vergeten... andere, belangrijker voorvallen namen de aandacht in beslag... «place pour les masques» heet liet in de wereld... slechts zij, die daarin léven, wekken belangstelling op Een jaar later zat ik op een prachtigen lente morgen op hel balcon van bet logement to Palowski, waarin ik mijn intrek genomen had. Allerlei herinneringen uil het verledene kwamen voor mijn gee3t op en, terwijl ik werktuigelijk de geurige koffie slurptedoorleefde ik alles nog eenmaal. Zoo er ooit een waar woord ge zegd is geworden, dan is dat 't wel: «De herin nering is hel eenige paradijs, waaruit de inensch niet verdreven kan worden.» Plotseling werd ik in mijne overpeinzingen gestoord door den postbode, die don kellner vraagde, of ik in hot hotel logeerde. Op het toestemmend antwoordzag ikdat hun voorhield. Enkelen hadden nog slechts de kracht om het op te eten. Tal van lieden zijn gestorvenvóór dat hulp is Aangekomen. Hoe langer ik in hel dorp verbleef, des te meer ellende ontmoette ik. Op straal voor de huizon en voor de kerk zag ik een menigte uitgeteerde menschen zoo als men ze alleen in tijd van hongetsnood kaa aantreffen. Sommigen verkeerden schijnbaar in ces staat van ongevoeligheid en algeheele be rusting in hun lot Anderen daarentegen waren bijna wanhopig en schreeuwden luide om brood. Moedersdie haar kinderen hadden verloren klaagden weenend aan den openbaren weg. Alles wat eetbare waar kan worden genoemd is sedert lang op Zoolang de voorraad groenten en vruchten duuide, kon men het leven rekken. Weldra was ook deze voorraad verteerd. De dorpelingen verzamelden daarna lindeboomen bladeren die zij droogden en stampten om er soort moes van te maken Veertien dagen ach tereen hadden zij niet anders te eten, maar dit voedsel kon onmogelijk brood vervangen. Lodewijk XIV hieldzoover bekend isde eerste groote manoeuvre. Het is bijna twee honderd jaren geleden. Het was in 1698. Niet minder dan zestigduizend soldaten waren in de buurt van Coinpiègne bijeengetrokkenonder bevel van den maarschalk de Üoutflers. Voor den maarschalk en zijne officieren was hel eene dure geschiedenis. Want zij moesten den «grooten koning» ontvangen en hem leesten aanbieden. En de koning kwam met eenen sleep van hove lingen en met de gezanten der vreemde mo gendheden en de strenge etiquette van die dagen schreef den koningsgezinden onderdaan voor om zich ter eere van zijnen vorst op de meest galante wijzo te rufneeren. De etiquette, statige matronedie in onzen democrati-chen lijd zich nauwelijks kan vertoonen zonder uit gelachen te wordenwas niet minder opper machtig dan de koning in persoon. Men heelt wraak genomen door eene kroniek te schrijven over de oudste der groote manoeuvres. Het is duidelijk dat zij veel minder ernstig waren dan tegenwoordig. De koning bekommerde zich in den grond veel minder om de troepen dan om mad. de Maintenon die hem verge zelde- Hel gebeurde dat officierenaan wie het bevel om terug tv trekken was gegeven weigerden te gehoorzamen onder voorwendsel, dal een Fransch olficier niet mag gaan loopen hij den bediende een dikken brief overhandigde, welke mij eenige minuten later gebracht werd. Ten hoogste verwonderd staarde ik op het couvert, dat verscheidene lakken vertoonde, waarop de woorden «Keizerlijk Ziekenhuis te Zarskoje Sclo» afgedrukt stonden. Nieuwsgierig opende ik het schrijven; daarin deelde eene der pleegzusters mij op korte, za kelijke wijze mede dat eenesedert eenige weken in het ziekenhuis vertoevende tering- lijderesmevrouw Wera Nordheimoverleden wasen dat deze haarzuster Maria, verzocht had om mij onmiddellijk na haar dood den in gesloten brief te zenden aan welke opdracht zij bij deze voldeed. Wera's epistel bevatte slechls weinige regelen, welke mij echter diep schokten en onwillekeurig rees het beeld der jonge vrouw in al zijno schoonheid in al zijne aantrekkelijkheid voor mijne verbeelding optoen ik op half luiden toon hare laatste wensrhen las. «Als gij dit schrijven ontvangt,» zoo luidde het, «dan is het u stellig geen raadsel meer. waarom ik den moordenaar van mijn geliefden Konny, dien ellendigen Nordheim gehuwd heb. Gij en de anderen moet hel toch eindelijk wel begtepen hebben. O hij heeft in de drie jaren, waarin ik zijne vrouw heette doch in werkelijkheid slechts de persoonlijke wraak voor hem was, zwaar gebnet voor zijne mis daad zoowel jegens mijn Konny als jegens mij begaan ten minste als er eene boetegroot genoeg voor zijne schuld kan beslaan. Nord heim had mij innig zielsliefhij aanbad mij... de wreede rnan werd een lamininijne tegenwoordigheidcn ik haatteik veraf- dat is later geleerdschijnt liet en dat een bevel van den koning de halssturrigen moest dwingen. Uit Chicago wordt gemeld Geen minuutje tegenwind kan onze tentoon stelling ontmoeten of de zwartkijkers binnen en de ijverzuchlicen buiten Chicago staan klaar mei hun gehuicheld schouderophalen cn hun sarrend slangcngesis. Maar balkende ezels noch grijnzende apen deeren onzen witten olifant. Wat was het geval 1 De chef der ingenieurs Gottlieb vroeg ontslag en Woensdag stond de arbeid aan vier der World Fair's gebouwen stil. Mr. Burnham (bij moet een ietwat heersehzuchiig man zijnmet wicn het moeilijk is overweg te komen) nam die betrek king op zich en bad eenigen lijd noodig om zich in de bestaande plannen in te werken. Naar men zegt haperde het aan de sterkte der fon damenten van de gebouwen cn was er ongeveer 200,000 doll, noodig om de kosten hunner ver zwaring te bestrijden. Maar Vrijdagmorgen is het werk aan hel ge bouw mijnen inct kracht hervat. De eerste sectio van het vrouwenpaleis is gereed en ook daaraan arbeidt men met alle macht. Desgelijks gaat het gebouw voor eleclriciteitmet dut van tuinbouw en dat van vervoer. Het vrouwcnpaleis zal inderdaad een sieraad worden voor onze Fair. De te keningen weiden door Miss Sophia G. Ilayden v.m Boston gemaakt. Aan de Westzij van Jackson Park bij de Midway Piaisance geplaatstzal het een der eerste gehou wen zijndal de bezoeker te zien krijgt. Groot 200x400 zal het in zijn twee verdiepingen al les bevatten wat voor vrouwen belangrijk kan geacht worden of waarin vrouwen de hoofdrol spelen. Een groote hall zal 1500 personen kun nen opnemen bij gelegenheid van te houden congressen. Aan bloemen en beelden aan al wat 'toog bekoort, hier natuurlijk geen gebrek. Van dit gebouw zal uitgaan de zegevierende tocht door geheel de wereld van het beginsel der ge lijkheid van de vrouw met den man en dat gabouw zal een indruk maken geëvenaard aan het groolsche doelwaartoe het be3temd is. Een eigenaardig voorval heelt zich bij de ge- meenteraads-verkiezingen te Ottoland voorge daan. Bij de eerste verkiezing behaalden de drie candidalen der doieerenden dc overwinning op schuwde hem met al de kracht «ener vrouw die niets te verliezen had, nadat zij haar levens geluk zoo wreed door menschenhandcn ver woest zag. Nooit heelt hij van mij anders dan een minachtenden blik bekomen. Ik kan u plechtig betuigen dal ik op al ziine vragen op al zijne smeekingen slechts éen antwoord had: «Geef mij mijn Konny terug.» Nooit heelt hij een ander woord van inij vernomen. Bij den hemel ik heb den gelieldcn man op schitterende wijze, zijner waardig, gewroken. Wijvrouwenbezitten in onze schoonheid een verschrikkelijk wapen, dat scherper treftv dieper wondt dan hel zwaard. Ik heb drie jaar lang van dat wapen gebruikt gemaakturen lang lag die ellendeling aan mijne voeten zonder dat ik hen een blik gaf... dienzclfden avond beloöverde ik een zijner vrienden door mijne beminlijkheid schonk ik dezen in zijn bijzijn wat ik hem voortdurend weigerde, met de woorden: «Geef mij mijn Konny terug.» En als ik dtfn zijne machtelooze woede zagdan voelde ik ietsdal op zelfvoldoening geleek, 't Waren drie jaren vol eeuwigdurende marte ling goddank dal zij ten einde waren thans echter is ccrsl dc werkelijkede waar achtige verlossing aangebroken. Ik heh zooveel geleden, dal ik stellig geloof, dat God mij wal ik misdreef, vergeven beeft, dat Hij mij mijn innig geliefden Konny zal laten weder- vinden. Tot uden eenigedie alles geweten belil ae herinnert u nog wel mijne biecht in dien nacht lot u wend ik mij met een laaut verzoek, dat gij der ongelukkige Wera niet weigeren zult daarvan hen ik zeker, ik ben arm ik sterf in het hospitaal ik

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1891 | | pagina 1