Donderdag 14
April 1892.
SCHERVEN!
JU 4154.
Uitgaverdi. «w
B. t&n oLiirr
pUatereiat*
te Amersfoort. oNiimim .nui(» h, p* itté u c» i
tbouamt pnli
O». I elk* regel neet 10 Ct*. Groot* letten uu
Uiifti»» feiotiedt hoeger f^eberekeoinj. Leg*)*
.ei*-*, fm r.g.i cu - A/*. w» io et*, hoek Kortegraoht, WQK B gOt
Bureau
KUDSHUIIIV
Kennisgeving.
De BURGEMEESTER eo WETHOUDERS van
AMERSFOORT.
Gezien het besluit van den heer commissaris
des Konings in de provincie Utrecht van den 29.
Maart 1892. No 3 Az (Provinciaalblad No. 31),
houdende bepaling van den tijd en de wijze der
beschrijving voor de personeele belasting en het
patentrecht over het dienstjaar 1892/93.
Brengen ter kennis van de ingezetenen dezer
gemeente, dat de uitreiking der beschrijvingsbil
jelten voor de personeele belasting en der gewone
patentdeclaratoren een aanvang zal nemen op
Woensdag, den 4. Mei e. k. en de weder in
zameling der ingevulde verklaringen op Vrijdag
den IS. dier maand (terwijl de patentdecla
ratoren voor de slijters, tapper, kroeg- en koffie-
huir.houdars afzonderlijk, zoodra mogelijk na den
ingang van het dienstjaar, aan hunne huizen be
zorgd en binnen drie dagen na de bezorging
teruggehaald worden.
Wordende wijders den ingeselenen herinnerd
a. Dat het hun vrijstaat zich betrekkelijk de
eerste drie grondslagen te gedragen naar den
aanslag van het vorig jaar, immers soover in
geen dier grondslagen eenige verandering ia
voorgevallenen zonder dat zulks zal kunnen
verhinderen het gelasten va* eene herziening
volgens art 32 der wet va* 29 Maart 1833
(Staatsblad No 4
Dat echter eenieder ten ernstigste aangemeand
wordtom door een# nauwkeurige en juist#
opgave van dc huurwaardevan het getal deuren,
wnslers. haardsteden, mitsgaders van dienst
en werkboden «n paardenen de klasse waartoe
zij werkelijk beboerende kosten en beboetiagen
lu voorkomenwaaraan men zich anderszins
zal blootstellen.
b Dat eenieder gehouden is de vragen in de
!>i j:llen vermeld, onverwijld stellig, duidelijk
en wnder eenige voorbehouding te beantwoorden,
zullende diensvolgens geene latere reclamation,
gevolg van dubbelzinnige antwoordenin aan
merking komen en zells zoodanige beantwoording
als niet gedaan kunnen aangemerkt worden.
Indien de biljetten niet op het tijdstip der
ophaling aanwezig ot niet behoorlijk ingevuld
zijn vervallen de ingezetenen in de verplichting
om dez'0 zelve ten kantore Ie brengen, bij
gebreke waarvan zij zich blootstellen aan de
boete van achtmaal het bedrag der belasting
bij art. 35 4 der wet vastgesteld.
c. Dat niemand zich op verzuim in de uitreiking
ol terugluling van het biljet kan beroepen, daar
diegenewelke in zoodanig mogelijk doch hoogst
onwaarschijnlijk geval mocht verkeeren, verplicht
ia zijne opgave vóór ot op den 31. Mei aan*
smande, ten kantore van den Ontvanger in-
tedienenbij wien de beschrijvingsbiljetten
ter invulling kosteloos verkrijgbaar zijn.
d. Dal ingeval de bewoners Van het huis
niet kunnen schrijven, de Ontvanger ol sijn
gemachtigdedes gevraagd de invulling ui doen
in des bewoners naam, zonde' daarvoor eenige
beUding te kunnen eischenmet vermelding van
de reden waarom; zullende zoodanige aangifte
door den Ontvanger of zijn gemachtigde in
tegenwoordigheid van een derden persoon, met
en benevens dezen worden geteekend, na voor
afgaande voorlezing.
e. Dst van de terughaling der biljetten aan
de ingezetenen een behoorlijk bewijs aal worden
gelaten.
f. Dal bij de wet van 9 April 1869 (Staatsblad
No. 59) onder anderen de navolgende bepalin
gen zijn gemaakt:
«Wegens vrouwelijke dienstboden die op den
«1. Mei des jaars waarover de belasting loopt,
«ouder da* 18 en jonger dan 21 jaren aijn,
«bedraagt de belasting 5 (voor iedere dienst-
«bode) tonder toepassing van het opklimmend
staiief
«Geeae belasting is verschufdigtPvoor de éénige
«vrouwelijke bediende, overigens naar de 1ste
«3'le of 4de klasse belastbaarin dienst van den
«belastingschuldige, welke-geenandere bediendep-
houdt en vier of meer eigen of aangehuwde kin-
«deren, kindskinderen of pupillen bij zich heeft
«inwonen, die op den 1. Mei des jaars waarover de
.«belasting looptjonger dan 21 jaar zijn.»
«Die na den 15. Mei een perceel in gebruik
«neemtis voor dit perceel de belasting naar de
«eerste vier grondslagen voor den tijd des dienst-
«jaars die nog over is, verschuldigd
«Aan den belastingschuldige die in den loop
«des dienstjssrs een perceel verlaat, zonder daarin
«eenige roerende goederen of iemand in zijnen
«dienst achter te laten, wordt ontheffing verleend
«ven zijnen aanslag naar de eeiste viergrond-
«zlagen voor den lijd des dienstjaars die nog
«over is, indien daarvan door hem binnen den tijd
«van eene maand, volgende op die waarin hij
«het perceel verliet, tegen bewijs schriftelijk
«aangifte is gedaan ten kantore des Ontvangers
«op een aldaar kosteloos verkrijgbaar biljet.
«De ontheffing wordt verleend over het drie-
«maandelijkse!) tijdvak waarL het perceel wordt
«verlaten, indien de belastingschuldige dsarna
«doch in den loop van datzelfde tijdvak, een
«ander perceelwaarvoor hij belastingplichtig
«ia, in gebcuik neemt.»
«Bij overlijden van den belastingplichtige
«treden zijne erfgenamen in dezelfde rechten
«en verplichtingen.»
g. Det zij die in de bezorging der verklaringen
ol aangiften voor het patentrecht mochten zijn
voorbijgezienzich daarop niet kunnen beroepen,
meer de verklaringen verkrijgbaar bij den rijks
ontvanger, in persoon ol door een gevolmachtigde
moeten indienen.
h. Dat alle schippers en eigenaars van vaar
tuigen da debiianien der Staatsloterij en de
kramers welka het patent bij den aanvang van
het dienstjaar in hun besit moeten hebben
gehouden zijn daartoe da noodige aanvrage te
doenwordende dezee verzocht bun patent over
bet vorig jaar en de schippers om tevens bunnen
meetbrief medetebrengen.
En wordt wijdere aen belanghebbenden her
innerd, dat volgens de wet alle vaartuigen en
schepen, welke hun op den eersten Mei san-
staande toebehooren. moeten worden aangegeven,
al is hel dat daarvan getn gebruik mocht ajjn
of worden gemaakt.
i. Bat zij die een bezwaarschrift indienen
ingevolge art. 1 der wet van den 4 April 1879
(Staatsblad No. 60) verplieht zijn lot de over
legging van een duplicaat aanslagbiljetlegen
beuling van vijf cents bij den Ontvanger ver
krijgbaar.
Wordende al verder kenbaar gemaaktdat
naar aanleiding van art 29 2 der wei op de
personeele belasting van 29 Maart 1833 (Staats-
blad No. 4) tol tegsnschatters voor de gemeente
Amersfoort zijn benoemd
JOHANNES BERNARDUS FRANCISCUS LENSING
en DIRE VERBEEKtimmerliedenalhier
wonende.
En opdat niemand hiervan eenige onwetend
heid voorwende, ul deze worden gedrukt en
aangeplakt op de daarvoor gebruikelijke plaaUen.
Amersfoort, den 11. April 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester,
F. D. SCII1MMELPENNINCK.
Da Secretais,
W. L. SCHELTUS.
FEUILLETON
9) Near 't Duitsch door S.
Heimelijkzonder dal wij het aan elkander
zeiden zonden w|j boden naar hel postkantoor
en allen keerden weer zonder ons den briel la
brengenwolken wij met zulk een innig ver
langen verwachten Dag na dag ging voorbij,
zonder dat wij iels vernamen.
Eene week later lazen wjj in de courant
dat het schip, waarover Hellrouth het com
mando was opgedragen, de reis naar Zuid-
Amerika aanvaard had.
Toen waa hel gedaan met mjjne zelfbeheer-
sching en met de stille berusting mijns vaders.
Hel trol den ouden man diep, dal zijn lieveling
tóo versmaad was geworden.
De sneeuw sloeg tegen de vensters de
Wegens het PAASCI1FEEST wordt het volgend
nummer, in plaats Maandagavond, uitgegeven
ZATERDAGAVOND. Inzendingen, adverteoliés
voor dit nummer worden tijdig mogelijk ver-
zocht, uiterlijk tot Zalermiddag 3 uren.
Politieke Revue.
Ravachol, die Zondag voor 't eerst sijn advocaat
heeft getien en met desen heel geseilig heeft
zitlen pk aten over zijn heldendaden, aal 25 deser
voor de rechtbank verschijnengaat alles neer
wensch, dan zallea de debatten 26 en 27 d. a. vj
plaais vinden en dan hoopt men vóór 1 Mei vonnis
te kunnen wijsen een waarechuwing voor
andere politieke dwaalgeesten I Gisteren ia dn
anarchist Charreyre, Ravachol's medeplichtige, bij
'l aanmunten van valtch geld, Ie St. Etienne bij
verstek tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld
en onderwijl gaat men te Sl Etienne dooi met
uitwijzingen en elders met arreatatiên, evenals ia
Spanje, waar alle verdachten worden opgepikt, es
te Berlijn, waar 't onderzoek ten huize van anar
chisten geregeld voortduurt.
De Portugeesche regeering heeft alle hoop met
de houders der binnenlandsche schuld tot een
accoord te geraken, nu uit een brief der gemach
tigden uil Nederland, Engeland, DuitschUnd ca
België, in veie- nigiag met de Fnosche belang
hebbenden te Parijs opgesteld, blijkt, dat mea
bereid is op de legeeringsvoorstelien te onder
handelen. Navairo.de gezant te Parijs, heelt per
telegraaf gevraagd te zijner assistentie te zendea
een commissarisvolkomen op de hoogte met
de wenschen der regeering. De algetradea
ministerpresident it door de regeering ttitgenoo-
digd zich met deze zending te willen belasten,
doch hij maakt nog beswaar.
Eene nieuwe wel ie in Rushnd tegen d«
Slundislen gereed In het eerste anikel woidea
sij vijanden Van den staal en de kerL genoemd
en iedere poging van hunnen kant om proselie
ten te winnen woidl als een heiligscliendende
misdaad strafbaar gesteld Van openbare ambten
worden zij uitgesloten en een lid van de staats-
kerk mag geen Slundist in dienst hebben. Aan
de geestelijken is opgedragenvoor de uitvoering
van deze bepaling te zorgen-
De afschuwelijke wei zal weidta worden afge
kondigd tegen de vlijtigste matigste eerlijkste
klasie van werklieden en boeren, die een voorbeeld
zyn voor hunne gedem-.r-iiseerde landgenooten.
winde huilde door de bladerlooze boom en
ohel was zoo kil daarbuitenevenals in raiin
hart.
Uren lang stond ik voor het kleinezwart
ebb- nhouten kistje en als ik toen op hel serriea
blikte, dan kon ik mijne tranen bjjna niet be
dwingen. Het «cheen mij de doodkist toe.
waarin mijne lieldemijn geluk begraven lag.
Onwillekeurig nestelde zich een diepen haat tegea
de mannen in mijn hart. Een lichtzinnig spel
had ik, dwaasgoed geloovig meisje voor ernst
genomenik had in ruil voor eene vermetele
schcrta mijne trouw verpand
En toch toch kon ik hen niet haten men
leert zoo spoedig niet verafschuwenwat mea
liefheeft 1 En zoo was mij mijne belofteotu
eiken oudejaarsavond uit die kopjes te drinken,
heilig en heb ik haar steeds gehouden.
Eenseens kwam in mij het onstuimig ver
langen op om die voorwerpen tegen den grond
aan te werpenoiu die herinneringen aan mijn
geluk van één avond te vernietigenmaar
xwak als ik waskon ik daartoe niet besluiten.
Dwaze en verliefde menschen sijn immer
bijgeloovig. Lang/.aainmet bevende vingers,
zette ik het kistje weer op tafel neer en ik
sidderde van angstdat die mij zoo heilig*
voorwerpen geschonden konden worden. Ik had
hem steeds lief aonderlingbij werd mij elk
uur dierbaarder en ik gevoelde het dat ik hem
sou blijven lielhebhenzoolang als inijne lippen
zich aan die kopjes zouden tellen
Mijn hitter en toch zoet geluk Ik vouwd*
de handen boven hel kastje beloofde nogmaals
plechtig oin te doen, wat hij inij eens gevraagd
had. Laat h" 1— -«- ''itutigspe)