Donderdag 8 Dec. 1892. No. 4202. 37e Jaargang. OFFICIERSEER. Uitgave FIRMA A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Dit blad verschijnt Maandag en Donderdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. Franco per post ƒ4.15. Advertentiën16 regels 60 Cents.; elke regel meer 40 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en ontoigoningsadv. per regel 45 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers f0 Cents. Bureau MUURHUIZEN hoek Korte gr acht. Wijk B. 00. Zij, die zich mot 1 Januari op dit blad abonneereu, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers GRATIS. In ons nummer van 22 December zullen wij een aanvang maken met een zeer boeiend feuilleton, getiteld NATIONALE MILITIE. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien de wetten van den 19. Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), van den 1. Mei 1803 (Staatsblad No. 44), en van den 4. April 1892 (Staatsblad No. 6b), betrekkelijk de nationale militie, benevens het Koninklijk besluit van den 17. December 18(11 (Staatsblad No. 127); Doen tc weten, dat on DONDERDAG, den aden en ZATERDAG, den 7den JANUARI 1893, telkens van 's voormiddags 10 tot 1 uur des namiddags, ten raadliuize der gemeente de inschrijving voor de na tionale militie zal plaats hebben van jongelingen, die m den loop van liet jaar 1874 geboren en alzoo m 1893 aan de loting onderworpen zijn. En brengen hierby de navolgende wetsartikelen in herinnering: Art. 15. „Jaarlijks worden voor de militie inge- „schreven alle mannelijke ingezetenen, die op den „1 Januari van hot jaar hun negentiende jaar waren „ingetreden. „Voor ingezeten wordt gehouden: 1. hij wiens „vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of zijn „beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens „de wet van den 28. Juli 1850 (Staatsblad No. 44) „2. hij, die geen ouders of voogd hebbende, gedu- „ronde de laatste, unit het in de eorste zinsnede van „dit artikel vermeld tijdstip voorafgaande, achttien „maanden in Nederland verblijf hield3. hij, van „wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is „zijn voogd geen ingezetonmits hy binnen het „Kijk verblijf houde." „Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreem- „deling, behoorende tot eenen Staat, waar de Neder- „lander niet nan den verplichten krijgsdienst is „onderworpen, of waar ten aanzien van de dienst plichtigheid liet beginsel van wederkeerigheid is „aangenomen." Art. 16. „De inschrijving geschiedt 1. van een „ongehuwde in dc gemeente waar de vader, of, is „deze overledende moeder, of, zijn beiden over dedende voogd woont; 2. van een gehuwde eu „van een weduwnaar in de gemeente waar liij woont; „3. van hem die geen vader, moeder of voogd heeft „of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd „buiten 's lands gevestigd is, in de gemeente waar „bij woont; 4. van een buiten 'slands wonenden „zoon van een Nederlander, die ter zake van's lands „dienst in een vreemd land woont, in de gemeente „waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland „gewoond heeft." Art- 17. „Voorde militie wordt niet ingeschreven: „1. dc in een vreemd ltijk achtergebleven zoon van „eeu ingezeten, die geen Nederlander is; 2. de in „een vreemd Rijk verblijf houdende zoon van con „vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten; 8. de zoon „van een Nederlander, die ter zake van 'slands Feuilleton. STEVEN VAN DER HAGEN Uit Amsterdam voeren zij naar Kampen en wandelden, over Deventer, n'aar de hoofdstad der Graafschap. Het is te vermoeden, dat zij den rechteroever der rivier hielden en dus niet op de Veluwe kwamen, hetgeen heel wijs was; het getuigde ook van goed overleg, dat zij de twee bedoelde steden niet doortrokken, maar er om heen gingen. Op een avond kwamen zij aan de Brunsber- gen, bij Wiohmond of bij Baak, en zagen ter zijde van den weg licht in een afgelegen woning. Een goed nachtverblijf moest na zulk eene lange herfstwandeling aangenaam zijn. Meenende een gastvrij logies te vinden, traden zij binnen en zagen een even onverwacht als schrikaanjagend gezelschap. Een dertigtal soldaten lag en zat bij een vuur, waar een boer aan een lang spit groote stukken vleesch braaddezoo heel ongast vrij zag het er niet uit, maar de eene partij keek de andere met bevreemding en achterdocht aan. De aanvoerder deed den knapen de vragen, die in een soldatenmond als bestorven zijn: vanwaar ze kwamen en waarheen ze wilden. Steven, die meer voor heete vuren gestaan had, deed het woord en gaf den officier op het tweede gedeelte dor vraag te kennen, dat zij naar Italië wensehten te gaan, onder vriend schappelijke mededeuling, dut hij daar de taal ging/leeren en gedurende een driejarig verblijf „dienst in 'srjjks overzeesche bezittingen of koloniën „woont." Art. 18. „Elk die vólgens art. 15 behoort te „worden ingeschrevenis verplicht zich daartoe b\j „Burgemeester en Wethouders aantegeven tusschen „den leten on den 31sten Januari." „Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is „zijn vader, of, is deze overleden, zyne moeder, of, „zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van „die aangifte verplicht." Art. 20. „Iiij, die eerst na het introden van zyn ,18de jaar, doch vóór hot volbrengen van zyn 20ste, „ingezeton wordt, is verplicht, zich, zoodra dit plaats „heeft, ter inschrijving aanlcgcvon by Burgemeester „en Wethouders uer gemeente waar de inschrijving „volgens art. 16 moet geschieden." Verzuim van aangitto ter inschrijving wordt ge straft met cone boete van 25 tot 100 of subsi diaire hechtenis van ten hoogste tien maanden. Bij aangifte van lien, die elders geboren zijn, wordt de overlegging van eene geboorte-acte ge vorderd, tot wier kostclooze verkrijging men zich ter Secretarie dezer gemeente kan vervoegen eenige dagen vóór de aangifte. Amersfoort, den 5. December 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, J. C. LEINWEBER, fd. Secr. De BURGEMEESTËÏTen WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien art. 8 der wet van den 2. Juni 1875 (Staatsblad No. 95), Brengen ter kennis van het publiekdat door hen aan J. VAN VOLLENHOVEN en zijne recht verkrijgenden vergunning is verleend om eenpe/ro- kmn-motor van ten iiiuirdrkrachtai te plaatsen in het perceel, alhier gelegen buiten dc Groote Koppel poort, wijk H, No. 16, kadastraal bekend onder sectie A, No. 1414. Amersfoort, den 5 December 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK, De Secretaris, J. C. LEINWEBER, fd. Secr. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gezien artikel 41 der gemeentewet, Brengt ter kennis van do ingezetenen, dat de Raad dezer gemeente zal vorgadcreu ou Dinsdag, den 13 December aanstaande, des namiddags te één ure. Amersfoort, den 8 December 1892. De Burgemeeetcr voornoemd, F. D. SCHIMMELPENNINCK. BUITENLAND. In de serie ministoriëele crisissen, welke thans 'tEuropeesch publiek vermaken, is eenig licht gekomen in de Oostenrijksehe. In'tlana van keizer Franz Jozef weet men nu zoo on geveer, waaraan men zich te houden heeft. I)e stemming over het Geheime fonds heeft licht gebracht voor lien, die nog niet genoeg in Spanje ook do taal van dat volk meester was geworden. Daarop richtte de overste tot hem een paar vragen in 'tSpaansch, en Steven kweet zich zóo gemakkelijk van zijn hofl'elijken plicht om den Senhor op dezelfde wijze te ant woorden, dat deze het gesprek voortzette en de verzekering gaf, dat de jonge reizigers niets te vreezen haddenmaar niettemin dien avond en nacht bij hem moesten blijven. Nu de maaltijd begon, moesten zij ook daaraan deelnemenhet geheel had veel van hetgeen gemeenlijk in de verhalen van roovers en bandieten voorkomt, juist iets voor een verbeeldingrijk heer als Ste ven er werd bier gedronken, dat uit Zutphen aangebracht was. Zoo van 't eene op 't andere komende, vernamen de jongelui, dat de bend van den Nijenbeck kwam, op roof en buit uit gegaan was en op den boer leefde. Onder den feestelijke» maaltijd waren posten uitgezet om goed te zien of er onraad kwam of dat er buit te behalen was. doch eindelijk werden de nacht legers opgezocht. Er werd goede zorg gedragen, dat de jeugdige gasten een veilig plaatsje op het stroo kregen, en tevens dat zij niet gedu rende den nacht konden wegloopen. Reeds vroeg in den ochtend werd ieder gewekt om op marsen te gaan. Steven, die een beetje zijn wereld ver stond, wenschte vóór het afscheid nemen het aandeel te betalen in hetgeen zij genoten had den de aanvoerder echter zeiue, dat zij hun Seld maar moesten houden, te meer daar zij et op zulk ceno lange reis zeer noodig hadden, doch dat zij, alvorens afscheid te nemen, eerst een paar uren moesten meegaan daarna zouden de wegen zich verdoelen en de jongelui moesten dien naar Deutokom volgen. Onze reizigers licht hadden gevonden in de verklaring van Plener, den leider der Duitsch-nationalen. Plener verklaarde zich er tegen, niet uit vijandschap voor 't fonds, welks wettigheid, of onwettigheid van bestaan zelfs niet wera aangeroerd, doch alleen om te tooner», dat men TaaÏFe, den minister-president wantrouwde. Deze achtte het noodig het standpunt der Re geering duidelijk en met beslistheid uiteente- zetten. Men heeft hem hard gevallen over de gebeurtenissen in Hongarije, dat thans een olïiciëele residentiestad heeft gekregen, en nog andere voorr'echten uit de handen van Taalïe heeft weten te bemachtigen. Graaf Tuaffe heeft den gewaardeerden steun van alle gematigde partijen ontvangen, doch heeft moeten zien, dat hij in de minderheid bleef. Met 467 tegen 446 stemmen is het Geheime fonds verworpen. Men heeft dus party getrokken tegen den graaf. Het waren slechts woorden, die hij had gesproken, beweerde Plener later in een zitting aer Duitsche linkerzijde, woorden en louter woorden, die niet bij machte waren 't geloof in Taalfe terug t.e brengen, dat in de laatste dagen was zoek geraakt. De nederlaag is de regeering toegebracht door de Duitsche linkerzijde, gesteund door de Jong-Czechen en enkele «wilden." De groote vraag is nu, hoe de Duitsche linkerzijde zich zal houden hij het indienen van de Begrooting. Dan zal men zien, welke de houding dier partij tegenover de regee- éing zal wezen. Zal zij den moed hebben de begrooting te verwerpen: of zal zij gedwee de cyfers goedkeuren en zich alleen bepalen bij haar woorden, dat zij geen vertrouwen stelt in den president van het ministerie? Men wacht vrij geduldig op de dingen die komen zullen en noe Taalfe een mouw zal passen aan 't politieke jasje dat door hem gedurende jaren zoo gelapt is. »En Brisson zoekt altijd ministers!" Met deze woorden begint de Figaro haar verslag over den derden dag van aeri minis- teriëelen crisis, Den vierden dag zocht hij al niet meer; hy droeg zijn taak over aan Casirair Périer, en ontmoedigd heeft thans Perier aan de Agencc Havas medegedeeld, dat hij zich op uit oogenblik niet in staat acht een Kabinet samen te stellen. De Agencc liavas voegt aan haar mede- deeling de woorden toe: »De heer Carnot heeft voor de derde maal den heer Bourgeois op het Elysée geroepen." Doch zelfs in liet samenstellen van een ministerie schijnt Bour geois geen lust te hebben, zoodat na hem, Develle moet geroepen zijn en na dezen Ribot. Brisson kWam on ging heen zonder iets gedaan tb 'hebbenen op Brisson volgde Périer; en op Périer volgde Bourgeois; en op Bourgeois volgde Develle en op Develle volgde Ribot. Men zegt, dat 't eindelijk aan Ribot gelukt is, een ministerie samen to lymen. Intusschon gaat de enquête-commissie door met haar onderzoek omtrent het Panama schandaal. Na voel moeite is men er ei ndelQk achter gekomen, dat de hoor Thierrée zes en twintig wissels in zijn bezit heelt, op zyn bankiershuis door verschillende personen go- trokxen. Hy verklaarde zich bereid deze wissels over te leggende commissaris van politie heeft er daarom beslag op gelegd en minister Ixiubet heeft de stukken aan de commissie overgelegd. De commissie beloofde de namen geheim te houden van hen, die deze wissels hadden go- trokken. Dat geheim heeft zy een paar uur bewaardenkele uren later wist het publiek reeds, wie het geld ontvangen hadden. En ofschoon men met zekerheid meent te kunnen vertellen, dat er verschillende namen op voorkomen die slechts moeten dienen om de werkelijke namen te verbergen, vindt men er enkele, die niet verdicht zyn. Daaronder zijn die van leden van den Senaat, en onder deze weer.... Albert Grévy, de broeder van den overleden president Jules Grévy, de oom van Wilson. Het zit 'm in de familie, zoo 't schijnt; aange trouwd of niet, men heeft elkaar niets te wijten. Jay Gould, de alom bekende raillionair-iipoorwej- koning der Vereeuigde Staten, ia gestorven. Zoodra deze tyding te New-York bekend werd, reien alle noteeringen aanmerkelijk. Zn waren, door het ver dwijnen van den nlvorniogcnden cu houdigen specu lant, die naar believen de markt deed rijzen of (falen, als het ware bevryd van de vervolgingen van een spook, dat hen voortdurend op de hielen zat. De „beurs-Napoloon" was de zoon van een armea Cliter en is zyn lovensloop begonnen in xjjn *e- rteland Deluwnrc, met het aanvatten van allerlei beroepen, totdat hjj ten slotte fortuin maakte, door in spoorwegwiurrden te speouleeren. Toen hij met eenige duizenden dollars te New-York aankwam, verwachtte hü veel van een muizenval, door hem uitgevonden. Do muizenval viel, en anustonds vond hü een andere uit, bestemd tot het vangen van meuschen. Hjj leefde zeer eenvoudig, rookte niet, dronk wi den een glos wijn, verfoeide do vermaken der groote wereld, had een afschuw van alles wat kunst was en bemoeide zich slechts niet het ryzen en dalen der spoorwog-eu tolegvnnfaandeelcn (h\j was eigenaar van een vierde gedeelte van hot telegraafnot der geheel# wereld). Behalve zyn hartstocht voor het Bcurmpél kendo hy er geen iliui die voor de bloemen, voor namelijk voor de orchidëon, wiuirraee hij ayn vorste- lijk verblyf nan dc Hudson kwistig versierd had. konden nu de opmerking maken, dat doze krijgs lui „rouwe gasten" waren, dut zij allernauw aan keurigst bekend waren met wegen en paden, en wat hunzelven betrof „ende hadden wel ge- wilt allen auont also geuangen te werden." Den volgenden nacht reeds hadden zij een grooter gevaar. In de herberg waarin zij te Deutokom hun intrek namen, heerschte de pest, waarvan zy onbewust waren en ook geen letsel hadden. Men moet lid van het Koninklijk Aardrijks kundig Genootsohup zijnom den weg van Kampen naar Venetië zoo juist te kennen, als onze jeugdige reizigers. Van Keulen af ging hun tocht in een bijna rechte lijn naar Venetië. 'De schoolmeester, die in allo weroldsche zaken een wijze beschikking onderkende, vond het een uitmuntende ordening, dat de rivieren juist langs de grootste steden stroomden on zou ook gedacht hebben, dat de handelswegen over de rijkste e-n machtigste plaatsen liepenwaar het vertier van het koopmansbedrijf het levendigst was. Wegwijzers (itiniraria), in den vorm dor latere reisboeken, behooren tot den niouweren tijd, maar de bedevaartgangers nnar Rome konden reeds kennis nemen van een aantal beschrijvin gen. De koopman leerde, door de ervaring van medereizigers of wel onderrichte voorgangers, hoe hij van het eene station het volgonde be reiken moest en vooral welke do plaats van oponthoud wns. Zoo konden onze jongelingen dun ook het doel van hun verbazenden tocht niet missen, immers ais hun de moed en de krachten niet begaven. Venetië werd eindelijk binnengetrokken. De reisgenoot van Stevon was op znn lies temming; hyzelf ging alleen verder. Te Paduu kreeg hjj een nieuwen makker, oen jonkman uit Rijael, ♦oen nog een stad in Vlaanderenland. Maar nu vingen de moeilijkheden aan. Te Genuu woedde destijds dc pest op een schrikbarende wijze, zoodat zij te Padua een gezondheidspas moesten nemen „boletvn de la sanita" noemt onae Amersfoorter net in zyn nog barboarsch Itali- aanach. Dit moest algeteekend worden op elke Elaats, die zij wilden binnentrekken tot een ort verblyf, of doorreizen om verder te kunnen gaan. Steven heldert niet op, om welke redenen zij hun pas niet overal lieten viBeeren, maar dit werd verzuimd en bracht hen in ongelegen heid. Om niettemin do reis te kunnen voortzet ten, trokken zij om de steden hoen, doch kwamen einaelyk vóór Bicna, waar zy dc onmogelijkheid inzagen van or in on uit tc sluipen. Hier bleek andermaal de vindingrijkheid van onzen held. Het was een feestdag, en veel Btedelingen deden een buitenwandeling. Do vrienden zonderden zich van den weg af, trokken de hemden, di® hunne bagugc uitmaakten, over elkander aan, maakten hun verreisde kieedy schoon, zetten hun „lobben" (manchetten) een beetje in de plooi, en namen de mantels onder den arm op om als nette zondagsheeren binnen de poort t® sluipen. Dit kunststuk moest de een na den ander verrichten, en zy zouden elkaar dan weer licht in de stad ontmoeten. Van der Hugen deed, alsof er niets buitengewoons aan de hand (Wordt

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1892 | | pagina 1