Donderdag 15 Dec. 1892. No. 4204. 37e Jaargang. OFFICIERSEER. Uitgave FIRMA A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Dit blad verschijnt Maandag en Donderdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f 1. Franco per post 1.15. Advertentiën1O regels 60 Cents.; elke regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadv. per regel 15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents. Bureau MUURHUIZEN hoek Kortegracht, Wijk B. 60. Zij, die zich met 1 Januari op dit blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers GRATIS. In ons nummer van 22 December zullen wij een aanvang maken met een zeer boeiend feuilleton, getiteld BUITENLAND. Belangrijker dan de onderlinge schandaal zaken in de Parijsche kamer of liet optreden van een vlinder-ministerie met Ribot aan 't hoofd; belangrijker dan 't feit dat Segasta, bijgestaan door zijn liberale ministers, Spanje «terug zal voeren naar den tijd des geluks en des voorspoeds" in plaats van Canovas del Castillo; belangrijker dan dit alles zijn de debatten, welke in den Duitschen Rijksdag zijn begonnen over de nieuwe oorlogswet. Drie partijen hebben hun woordvoerders op de tribune gezet: het centrum, de vrij zinnige partij en de conservatieve, en den Rijkskanselier vrij duidelijk onder liet oog gebracht, dat zij niet gediend waren van zijn ontwerp, ofschoon de redenen, welke werden opgegeven, nog al verschilden. Van de vrij zinnige partij, en gedeeltelijk ook van de conservatieve, was dit bekend, van het cen trum echter nog niet, tot Huene verklaarde, waarom het nog niets van zich had laten hooren. »Over ae oorlogswet hebben mijn politieke vrienden zich tot nog toe hier niet uitgelaten en het heeft niet ontbroken aan scherpe opmerkingen in de pers en daar buiten, welke hierop zinspeelden, dat er bij zondere schikkingen, regeling van zaken en dergelijke plaats vonden en wij daarom zoo stilzwijgend waren. Dit zwijgen had echter een natuurlijke oorzaak. »Tot aan de behandeling der Begrooting hadden wij het ontwerp-oorlogswet nog niet Feuilleton. STEVEN VAN DER HAGEN VIU. Steven nam de vrijheid op het gewapende schip over te springen en den kaperkapitein, die ontegenzeggelijk tot de zeerooverij vervallen waB, te verwijten, dat hij „vrienden berooft hadde." Met een zeldzaam cynisme antwoordde de vrijbuiter, dat het hun eigen schuld was; zij hadden hun goed dan maar aan hem moeten geven, dan zou hij het niet afgenomen hebben. Van der Hagen voegt er heel wijsgeerig bij „en de mochten daer mede heengaan, wesende haer goet vast quyt." Na eenig verblijf te Iperen, kreeg hij van zijn vader de opdracht om naar Galais terug te gaan, endaar voor dezen eenige zaken in orde te brengen. Aldaar gekomen, maakte hij kennis met een scheepskapitein uit Hoorn, geheeten Reynier Pietersen, geboortig van Twisk. Hun gesprekken liepen over de handelsvaart op Italië: de schipper had daarin aanstonds grooten lust, doch was onbedreven in dien handel on wensente Bpoedig, dat iemand met hem wilde medevaren, die daarvan kennis had. Onze jonkman verhaalde hem, dat hij negen jaar in die landen verkeerd en tweemaal Spanje en eens Italië bezocht had, waaruit volgde, dat hij wel berekend was voor de Straatvaart of, gelijk ook gezegd werd, voor de vaart om de Zuid. Immers, zonder een aanbod te doen, deelde hij mede, dat hij de landtaal in beide streken volkomen machtig was, Italië had gezien tot Messina toe, geheel op de hoogte was in welke artikelen de Engelscnen voordeelige zaken deden en dat dezen daar het hoogste woord voerden, 'twelk men hun maar moest ontnemen. Nu deed de kapitein hem een aanneemlijken voorslag, en na veel over dat plan gesproken te hebben, sloten zij de overeenkomst. De schipper zou zich een winstgevenden handelsweg geopend zien en de zwerver zijn voornemen volbrengen, „om een andere maniere van leuen bij de hant te nemen." Pietersen moest echter eerst naar Hoorn om met zijn patroons af te rekenen en de nieuwe onderneming te bespreken en te regelen; Van der Hagen zou naar Iperen terug- besproken. Heden ben ik in staat, als he*1 resultaat der besprekingen mede te deelen, dat mijn politieke vrienden het hierin vol maakt eens zijn, dat het ontwerp, zooals het ons door de verbonden regeeringen is toege zonden, in zijn geheelen omvang voor ons aanneemlijk is." Het zwaartepunt van al de bezwaren ligt in het feit, aat de tweejarige diensttijd in het ontwerp gepaard gaat met vermeerdering van het troepental in tijd van vrede. Een tweejarigen diensttijd verlangen de katho lieken algemeen, doch met behoud van de tegenwoordige inrichting van het leger. Zij willen zelfs dien diensttijd wettelijk gewaar borgd zien. «Wanneer de regeering den tweejarigen diensttijd wil invoeren, kan zij zich toen wel een vorm laten welgevallen, welke deze gedachte wat scherper uitspreekt," merkte Von Huene op; en hij voegde eraan toe: «en ik verklaar thans reeds, dat het mijn plan is, aan de commissie een voorstel in te zenden, hetwelk bepaalt, dat de tweejarige diensttijd gewaarborgd is voor den duur in 4 genoemd." Met de opsomming van de bezwaren van 't centrum verwierf de woordvoerder der katho lieken een complimentje van Richter, den hardnekkigsten tegenstander der wet. Eerst daags dus een nieuwe Rütli-scène: Von Huene en Richter elkaar trouw zwerende, tot de oorlogswet is afgemaakt. Richter heeft er reden toe, want de oorlogswet is geheel in strijd met het programma der vrijzinnigen, 't welk zegt«Ontwikkeling der volle weer baarheid, onder sparing der huishoudelijke belangen." Eu nu wordt in dit ontwerp wel. ontwikkeling der weerbaarheid beloofd, doch niet onder besparing, maar met opoffering der huishoudelijke belangen. De vrijzinnigen willen: geen verhooging der tegenwoordige sterkte, het vaststellen van den tweejarigen dienstplicht bij de wet, en, onder deze voor waarden, goedkeuring der meerdere kosten, welke daarmede onafscheidelijk zijn verbon den en gedekt moeten worden door de voor rechten af te schaffen, welke thans de bran ders genieten. De bezwaren der conservatieven zijn van gansch anderen aard. Wenschen katholieken en vrijzinnigen den tweejarigen diensttijd, de conservatieven houden vast aan dendrie- jarigen. De rede van Von Manteuffel heeft het bewezen. »Ik erken wel is waar," heeft hij gezegd, »dat vermeerdering onzer leger- sterkte dringend noodzakelijk is voor de veiligheid des lands en het behoud van den vrede, maar ik meen, dat men in een tijd van maatschappelijken achteruitgang voor zichtig moet zijn. Een troost is het voor ons, dat ter roste de driejarige diensttijd zal worden behouden. Sedert een menschenleeftijd hePit de conservatieve partij voor den drie jarigen diensttijd gekampt; deze heeft onze troepen in 1866 en 1870 ter overwinning geleidVoor de beweging der groote massa's in den oorlog schijnt mij een langere oefening noodig dan de tweejarige diensttijd mogelijk maakt, en mijn partij zal haar be denkingen eerst dan laten vallen, wanneer wordt bewezen, dat door de grootere quanti- teit, de qualiteit niet zal verminderen." Het gevolg van het debat»Het mis lukken der oorlogswet," roept het Berliner Tagcblatt. En Richter jubelt»De oorlogs wet is gevallen Want centrum, vrijzinnigen, volkspartij en sociaal-democraten beschikken over het tweederde van 't aantal leden van den Rijksdag Te Gent had Maandagavond, na afloop van een socialistische vergadering van werk- loozen, een bloedige botsing plaats. De bur gemeester had het houden van alle optoch ten verboden, maar de socialisten stoorden zich niet aan het bevel en hitsten de werk lieden op tot het houden eener manifestatie. Er werd een stoet gevormd op de Houtlei voor het lokaal «Parnassus", met een zwart vaandel en toortsen aan het hoofd. Een 400- gaan, na adres gegeven te hebben voor nadere kennisgeving indien de reis zou doorgaan. Deze brieven zouden hem toegezonden worden door middel van een huis te Calais om verder aan den ouden Van der Hagen te worden besteld. En zoo scheidden zij. Hier eindigt het tijdperk der voorbereiding van Steven Van der Hagen uit Amersfoort. Maar omdat zijn volgende werkzaamheid nog ver scheidene jaren vorderde, eer hij begon op de Groote Vaart (gelijk de tochten heetten naar de kusten van Afrika en Amerika en vooral in het Zuidelijk halfrond, naar de eilanden van Oost- Indië) behoort nog een deel van zijn avontuurlijk leven, vermeld te worden, als een aanhang sel op het voorgaande. Eerst dan, als hij zulke daden verricht, die wereldhistorisch geworden zijn en een onberekenbaren invloed hebben uitgeoefend op de welvaart, de grootheid en de macht der Noordnederlandsche gewesten begint een nieuw hoofdstuk zijner merkwaardige levenshistorie. Sedert de tot den volwassen mannelijken leef tijd gerijpten Van der Hagen, naar zijn zegBwijze een andere manier van leven volgde, volbracht hij zes „Straetsche Reijsen" (zeetochten door de straat van Gibraltar en langs de kustlanden der Middellandsche Zee bewesten Italië). De verhalen daarvan spreken luide van rampen en tegen spoeden, teleurstellingen en ongelukken, onrecht vaardige bejegeningen en onmenschelijke behan deling, maar ook van ondernemingsgeest, veer kracht, volharding, tegenwoordigheid van geest geduld, onderworpenheid en zaakkennis. Als hij niet slechts een man van daden geweest was, maar bovendien nog een woordenrijk schrijver, dan zou hij, door grooter uitvoerigheid op enkele punten, onschatbare mededeelingen geaaan en onverdachte getuigenissen uit eigen ervaring gegeven hebben. Wij hebben nog eenige oogen- blikken noodig om van deze zijn werkzaamheid tusschen 1586 tot het begin van 1592 een zevenjarig tijdvak dus, loopende tot zijn dertigste levensjaar een en ander mee te deelen. Kapitein Pietersen stelde onzen jongen r ger want eigenlijk v>as hij Dog zeevarende, noch koopman aan de reeders voor, die met hem een contract sloten. Hij zou naast den schip- Eer een reis doen met De Witte Leeuw, langs de ust, van Cadiz en verder Oost- en Noordwaarts, doch niet verder dan Genua. Op de heenreis behoorden zij tot een gecon- voijeerde handelsvloot, hadden zij weer en wind mee, en waren in éen week tijds om Kaap Sint- Vincent. Een deel der lading bestond uit ge droogde visch, en wel uit leng, die daar niet zoo bekend was. Zij hadden wat oponthoud, omdat er Turksche zeeroovers in 't vaarwater waren, en toen zij te Genua, kwamen, „was de vasten reeds gevorderd" Paschen van 1836 begon 3 April zoodat de leng slechts een redelijken prijs deed. Dit ging onzen koopman, gelijk Steven's titel was, zoo goed als de reeders aan, daar hij ingelegd had in de uitrusting, of naar de spreek wijze van den ouden tijd, daarin „toegelaten" was. In September van genoemd iaar keerden zij met een goede lading terug, doen moesten zware stormen in de straat doorstaan en ankerden, na daaraan, behoudens groote averij, ontkomen te zijn, op de reede van Gibraltar. Te kwader ure, wellicht daartoe genoodzaakt door de omstan digheden, besloten zij zich te voegen bij een aantal retourvaarders om alzoo samen te zeilen, en keerden naar Cadiz terug. Al de vriendschap en welwillendheid die zii op de vorige ankerplaats genoten hadden, inzonderheid van personen die den koopman van De Witte Leeuw als bediende van den onderkoning te Napels gekend hadden, verkeerden te Napels in onheiL In den aanvang van 1587 was een algemeen arrest gelegd op de schepen uit Nederland. De koopman wendde met zijn gewone vaardig heid de noodigc middelen ten Hove aan tot op heffing van dit beslag, zoo voor ziin schip als voor de andere. De Hertog van Medina Siuonia, voor ons de latere zeevoogd der Armada, doch voor Van der Hagen een oomzegger van den meergenoemden Onderkoning van Napels, ver wierf het afgebeden ontslag. Een verrader, en dat nog wel een landgenoot uit Amsterdam men ontmoet in deze ondernemings geschiede nissen niet zelden een verklikker had de Regeering bericht, dat Van der Hagen en de zijnen, die zeker het allernaaste niet omtrent zichzelven zullen gezegd hebben, ketters en rebellen waren. Daar onze vriend op de tijding tal werkloozen sloeg den weg in naar den Katholieken Kring waar een vreeselijke bot sing plaats had met de politie. De soci alisten vielen de politie-agenten aan met dolken, knuppels, bijlen en brandende fak kels, en schoten revolvere af. Drie agenten vielen ernstig gewond neder een inspec teur kreeg een kogel in de dij. De politie sloeg er met de sabel op en schoot eveneens. Een GOtal revolverschoten vielen, waardoor in het geheel een 30tal personen gekwetst werden, waaronder vijf politie-agenten en daarvan drie ernstig. Door de aangerukte gendarmes werden verschei dene socialisten gevangen genomen. De orde was toen hersteld. Het oproertooneel duurde slechts enkele minuten, maar was verschrik kelijk. De gewonden werden in den Katho lieken kring binnengebracht. Omstreeks twee uur te voren, te 7 uur, hadden werkloozen een bakkerswinkel inde Anonciadestraat geplunderd. Een complot, dat te Homestead bestond en ten doel had de vergiftiging der niet tot het werklieden-syndicaat behoorende werk lieden van de maatschappij Carnegie, is aan de politie ontdekt door iemand, die ongeveer 8 dagen geleden een der chefkoks van de fabriek ontmoette. Deze deelde hem tot in de kleinste bijzonderheden alles mede; hij voegde er bij, dat hij 5000 dollars zou ver dienen in geval hij (de kok) er in slaagde de niet-leden van den bond voor het werk ongeschikt te maken, wat de sluiting der fabriek ten gevolge zou hebben. Intusschen was de betrekking van bij-kok opengekomen, waarvóór de man, wien de opperkok alles had medegedeeld, in aanmerking kwam. De nieuwe bijkok achtte het zijn plicht alles aan den directeur der maatschappij Carnegie mede te deelen, met het gevolg, dat de gif menger door de mand viel, alles bekende en nog grooter onheil voorkomen werd. Toch telt men reeds 40 dooden en 60 zieken. der loslating meende met allen uit den noodt® zijn, moet het hem zeer ontzet hebben, dat hij gevangen genomen werd. Het schip viel kort daarop in handen van den Engelschen. admiraal Drake, die er de lading uit liet halen en het vaartuig verbrandde. Dit lot wedervoer alle andere bodems, die de Engelsche konden ver meesteren, een geducht voorspel van hetgeen in 1596 gebeurde, toen een andere Engelsche vloot op dezelfde reede een waarde van twintig millioen dukaten verbrandde. Van der Hagen werd vrijgelaten en keerde met een klein vaar tuig huiswaarts. Op die reis werden zij nogmaals door een Engelsen oorlogsschip uitgeplunderd, en zoo kwam onze koopman berooid te Rotter dam aan. Te Hoorn waren de reeders billijken edelmoedig: de onderneming was mislukt, maar Van der Hagen had zijn plicht gedaan. Dezelfde reeders toonden, wie en wat zij waren Een veel grooter schip werd uitgerust, op ruimer schaal. Van der Hagen werd daarop andermaal koopman, doch kreeg een anderen gezagvoerder. Den 14 Januari 1588 zeilden zij uit. De reis begon hoogst onvoorspoedig. Door hevige stormen werden zij zóo ver om de Noord geslagen, dat zij vreesden van koude te sterven, of om te bomen in het ijs; doch de wind keerde en deed hun, naar zeemansmanier, het ondergane leed ver geten. Binnen acht weken waren zij te Alicante^ waar vóór 1585 nooit een Hollandsch schip ge zien was, en er nu verscheidene geankerd lagen. Wat onze schrijver verhaalt van de talloozo processiën, gevolgd door onnoemlijk veel volk, en daaronder lieden die zich ten bloede toe geeselden, is hoogst lezenswaardigwant de Armada werd uitgerust om Engeland en Holland te onderwerpen. Daar de zeeweg on veilig was en al de inlandsche schepen geprest waren, nam Van der Hagen vracht op Italië en bezocht op de tochten heen en weer Alicante, Iviza, Genua en Valencia. In laatstgenoemde stad werd de tijding vernomen, dat deOnover- winlijke vloot vernietigd was. Bij zijn aankomst v werd aan Van der Hagen een koninklijk bevel schrift overhandigd, luidende, dat hij een ge» I vangen man was. Wederom bleek hij dooreen landgenoot verraden te zijn. (Wordt vervolgd.) T

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1892 | | pagina 1