Donderdag 2
Febr. 1893.
No. 4220.
37e Jaargang.
Geen fabel.
OFFICIERSEER.
Uitgave
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
Franco per post ƒ1.15. Advertentiön16 regels GO Cents.elke regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Legale-officieële- en onteigeningsadvert. per regel
15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers iO Cents.
Bureau
MUURHUIZEN
hoek Korte gracht, Wijk B. 60.
HULPBANK TE AMERSFOORT.
Tot het geven van gelden ter i.een zal
eene Commissie uit het bestuur op MAAN
DAG, den G FEBR. aanstaande, 's namiddags
van hai.ftwee tot hai.fdrik, zitting houden
in een der lokalen van het Raadhuis, alwaar
de belanghebbenden zich kunnen aanmelden,
ook voor het teruggeven van gelden.
HERM. 1». VAN HASELEN,
Secretaris-Penningmeester.
KENNIS G E V I N G.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gezien art. 5 der wet tot regeling van den
kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling
van openbare dronkenschap
Brengen ter openbare kennis, dat een verzoek
schrift om vergunning tot verkoop van sterken
drank in het klein bij hen is ingekomen van
J. W. van HAGEN, in het perceel wijk B, no. 257,
thans bewoond door H. Waterkoort.
Amersfoort de.n 31 Januari 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester.
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SC1IELTUS.
Dominus Abraham Nicolaas van Pellecom
we willen man en paard noemen, omdat
we bier een zuiver historisch verbaal wen-
sclien te geven werd G December 1780
te Arnhem geboren. Hij studeerde in de
godsgeleerdheid te Harderwijk en was achter
eenvolgens predikant ie Kortenhoel, Den Hit-
sert, Prinsenhage en Geertruideuberg, vroeg
in 1888 zijn emeritaat, kocht de heerlijkheid
Kortenhoel', woonde in zijn rusttijd te Sehie-
dam en te Oirschot en overleed te Boxtel,
29 September 1849.
Ook als dichter is bij bekend.
Nadat hij zijn ambt had neergelegd, ging
hij te Schiedam wonen waar hij familie had.
Hij was een gegoed man en bekend als zeer
weldadig. Op een harren winterdag kreeg
hij een bezoek van een Rotterdammer, die
omtrent het Roode zand woonde en bitter
klaagde over zijn hoogen nood. Dominee
boorde het jammerverhaal met veel aan
doening aan, en schonk den sukkel een
dukaton (ƒ3.15).
Voor het geval dat dominee niet te spreken
was, had onze Rotterdammer een treurig tafe
reel opgesteld van den jammerlijken toestand,
waarin hij en zijn talrijk gezin, verkeerde en
Feuilleton.
dit stuk liet hij achter opdat «Mijnheer het
nog eens zou kunnen lezen." Werkelijk in
den vooravond zag Pellecom liet hand
schrift in, dat een steenen hart zou bewogen
.hebben. Daar zat hij warm bij den haard,
aan niets gebrek hebbende, terwijl die men-
schen zóo in nood warenhet gezin stond
ieder oogenblik vermeerderd te worden.
'tWas te erg.
Sterne verhaalt, in de Sentimenteel» reis,
hoe York een monnik in Frankrijk ontmoette
en dezen waordigen man. lid eerier bedelorde,
zijn liefdadigheid bewees. Hij zegt daarvan:
Toen schaamde ik mij, over de geringheid
mijner gilt, omdat die te klein waslatei-
echter meende hij, dat hij wel wat veel bad
gegeven. Niet alzoo van Pellecom.
In lie algemeene behoefte was zijn geld
stuk als een druppel water op een gloeiend
ijzer, en beteekende niets tegenover den
grooten nood. Zijn geweten ontvlamde in
hem, dat bij die menschen te kort bad ge
daan, en het was zijn plicht om deze tekort
koming goed te maken. I 'itstellen tot morgen,
ging niet, want de zedeleer zegt«Laat, nim
mer iets tot morgen staan, dat heden dient
te zijn gedaan." Hij schoot zijn ouden pluis—
rok aan en trok naar de Rottestad.
In de armoedige, andei's donkere en ledige
steeg, schitterde een verlichting, en een volks
hoop verdrong zich voor een woning waar
de luiken niet gesloten waren en (ie deur
wagenwijd openstond. Reeds in de verte hoorde
hij een luid, onafgebroken refrein, dat allengs
sneller gezongen werd, en zag bij een groot
gedwarrel onder het medejoelend publiek.
Het was een soort van openbare rondedans,
die niet scheen op te houden. Naderbij ge
komen, onderscheidde hij de woorden van
het lied, dat honderden aanhieven, waarvan
du kern liet huis uitkwam, een ommegang
op straat deed en naar binnen terugkeerde,
waarbij iedereen medegalmde en de deelne
mend en elkaar bij de kleeren vast bielden.
Dadelijk ontdekte hij, dat dit het adres was
van zijn nieuwen vriend en eindelijk slaagde
hij er in, ongedeerd onder de menigte te
komen. Het was een ware heksensabbat h,
het Pandaemonium uit liet Verloren Paradijs,
een tafereel, beide Dante en Milton waardig.
De woorden werden hem allengs duidelijker,
want als de ronde lang genoeg geduurd had om
de hossenden uit te putten, hiefdebeweldadigde
met een heel wat kloeker stem dan des mid
dags aan, waarin allen meestemden, accele
rando et ad infinitemda capo dal segno.
En wat hoorde de brave weldoener Wel
eenvoudig dit kostelijk refrein:
Vrij naar 'tDuitsch door S
IS).
Eensklaps sprong hij overeind en vloog naar
zijn wapenrek, waar twee revolvers hingen. Eén
rukte hij er afze was niet geladenterwijl tij
naar patronen zocht, kwam hij eenigermate tot
bezinning, en op eens wierp hij het wapen ver
van zich.
Alle hoop opgeven Zich dooden NeenEr
moest nog een uitweg wezen. Als hij slechts tot
kalmte kon komen. HaDaar had hij een denk
beeld: Harding, de regiments-adjudant
In vliegenden haast wierp hij eenige regelen
op het papierhij riep zijn oppasser en liet het
briefje aan den heer Harding brengen.
Deze had reeds iets vernomen van het onge
hoord schandaal; trouwens de geheele stad was
er vol van. De menschen bleven op straat staan
om elkander het nieuwe geval Lühe-Fahland
mee te deeleu.
De adjudant was reeds half en half besloten
om zich naar Wedig te begeven toen diens op
passer zich juist bij hem vervoegde en zonder
langer te aarzelen voldeed hij onmiddelijk aan
Wedig's verzoek.
Op het zien van den jongen officier, raakte
Harding een paar oogenblikken in tweestrijd of hij
zijn kameraad al of niet de hand zou reiken.
En dat is voor den ducaton,
Van Domenee van Pellecom
En dat is, enz.
totdat hij er zelf' genoeg van had en naar
huis stapte een avondwandeling bij winter,
luchtig genoog voor een zestiger, gelijk
hij was.
Tollens, die, toen hij te Rijswijk woonde,
dit zoo aardig kon vertellen, vernam van zijn
weldoenden kunstbroeder, dat deze de zaak
nog al blijmoedig opnam, omdat hij zeker
wist, dat. liij nog nooit zooveel vreugde had te
weeg gebracht met eenig stuk geld en als
burger van Schiedam tevens een bijdrage
geschonken had aan de welvaart zijner roo-
kerige woonplaats.
Toch toonde hij later wel eens, dat bij er
zijn goed vertrouwen bij ingeschoten had.
De welwillende lezer make de moraal.
BINNENLAND.
Hij maakte een einde aan zijn weifeling door
hem op den schouder te slaan, zeggende:
„Lühe, kerel, hoe kon je dien knaap latep ont
snappen Je weet toch, dat een officier zich in zulk
een geval niet bedenken mag. Daar bestaat voor
hem maar éen weg en deze is: den onbeschaamde
overhoop steken. Je hadt dan de beleediging
gewroken en jou kon niets in het geheel niets
verweten worden. Thans evenwel
De adjudant liet de hand vallen en haalde
de schouders op.
Wedig steunde pijnlijk en antwoordde stot
terend
„Ik wilde hem ook straffen dat lag in
mijn bedoeling. Maar op het laatste oogenblik
je weet immers, Harding, dat hij de broer is
van juffrouw Fahland en.
„Ja, dat weet ik," viel de adjudant hem on
geduldig in de rede, „maar dat mocht geen in
vloed op jou uitoefenen. Hier was het eenvoudig:
„jij of nij." Hoe kwam het in 't hoofd van dien
brutalen knaap op, jou zoo te beleedigen
Wedig bedekte net gelaat met de beide
handen.
„Wat ben je nu van plan om te doen?" vraagde
de adjudant, schier aarzelend.
„Ik wou, dat jij me radon kon" antwoordde
Wedig moedeloos.
Harding kreeg medelijden met zijn ongelukki-
gon kameraad en minder streng klonk zijn stem,
toen hij vervolgde:
„Die knaap is gelukkig student or. als zooda
nig verplicht om je satisfactie te geven. Je daagt
hem natuurlijk uit op het. pistool dat
•lf. Je hebt dan den kans óf om
spre-
dien knaap overhoop te schieten ót o
i op e
De Haagsche correspondent van de N.
Gr on. Ct. schrijft:
In de regeeringskringen heeft men reeds
de hoop laten varen op het tot stand bren
gen van de Bedrijfsbelasting vóór 1 Mei.
De Tweede Kamer zal vermoedelijk tegen
Dinsdag 21 Februari, maar misschien zelfs
pas togen 28 Februari worden bijeengeroepen
en dan niet langer dan 24 Maart blijven
werken. Aangezien nu een nieuw onderzoek
van de Bedrijfsbelasting in de afdeelingen
zoo goed itls zeker is, zal daarmede wel een
goed deel van den zittingtijd beengaan en
niet de afdoening van eenige kleinere zaken
misschien ook de faillietenwet, doch zelfs
dat is twijfelachtig de rest. In geen ge
val zal de Bedrijfsbelasting in 't openbaar
aan de orde komen in de najaarsbijeenkomst.
Het ontwerp blijft dus tot na Pasehen, April
of Mei, liggen en de eenige strijdvraag, die
we misschien daardoor in de eerstvolgende
bijeenkomst zullen hooren uitvechten, zal
zijn die der afzonderlijke invoering of het
geheel uitstellen van de Vermogensbe
lasting.
Wat het Kiesrecht aangaatbet zal daar
mee precies gaan zooals ik heb gezegdmet
al den spoed, dien de Regeering er achter
zet, zal het niet gelukken vóór bet Paasch-
reces de memorie vamantwoord op het straks
verschijnende verslag met een gewijzigd
wetsontwerp in te dienen. Dan volgt dezen
zomer vermoedelijkook eerst een nader sectie-
onderzoek en eerst in het najaar zal liet
eervolle wijze ilen dood te vinden."
Wedig hief het hoofd weer op. Redding was aldus
niet uitgesloten. Met het optimisme zijner zes en
twintig jaar zag hij geen zwarigheden waar hem
een hoopvol verschiet werd geopend. Plotseling
beving nem eeu brandend ongeduld. Als hij zich
maar eerst tegenover dien baardeloozen student
bevond. Het duel moest morgen ochtend plaats
hebben hoe eerder hij gelegenheid had om
de verloren eer terug te winnen, des te liever
was het hem. Dat het Klara's broeder was, naar
wiens bloed hij dorstte, een lid der familie, welke
hij reeds zooveel leed berokkend had, daaraan
dacht hij in dit oogenblik niet.
„Zou jij je willen belasten, waarde Harding,
om een en ander naar behooren met den jongen
Fahland en de secondanten te regelen? Ik geef
je carte blanche. Wat jij doet is goed."
„Zeker, Lühe, jc kunt op mij rekenen," be
loofde de adjudant met warmte en vol ijver.
De student Fahland was na zijn ontmoeting
met Wedig zeer opgewonden thuis gekomen.
Zijn familie bemerkte dadelijk, dat er iets bijzon
ders moest geschied zijn, en, hoewel hij in 't
eerst niet voor de waarheid wilde uitkomen,
eindigde hij toch met de geheele toedracht der
zaak te vertellen.
De uitwerking van hetgeen zii vernamen, was
op allen dezelfde. Mevrouw Fahland sloeg van
schrik de handen in elkaar, terwijl Klara, die
eiken dag zenuwachtiger werd, in een kramp
achtig snikken uitbarstte.
De heer Fahland liep met een ernstig gelaat
in de kamer op cn neer. Eindelijk bleef hy vlak
tegenover zijn zoon staan.
eindverslag gereed komen.
Maar dan zal er voor de afdoening geen
tijd meer zijn; uitstel tot begin 18Ö4 ligt
voor de band en eerst in den loop van dat
jaar zal de wet, wordt zij aangenomen, kun
nen worden afgekondigd, om wellicht pas
in 1895 te worden ingevoerd. Er is dus alle
kans dat de Kamer, notens volens, haar vol
len levensduur van vier jaren zal kunnen
genieten.
Door den kerkeraad der Christ. Gerei',
gemeente te Kampen is aan H. M. de Ko
ningin-Regentes kennis gegeven, dat hij met
droefheid heeft vernomen het op de Synode
te Amsterdam in 1892 genomen besluit tot
ineensmelting van twee Werkgroepen, waarbij
een niet onaanzienlijk aantal leden dier kerk
zich niet kan nederleggen, waaronder ook
de kerkeraad te Kampen behoort, die zich
dus niet als vernietigd wil beschouwen, maar
gebleven is in het bestaande voetspoor vol
gens het reglement van 1869 en dat hij als
zoodanig hoopt te worden erkend en protes-
teerende tegen bet besluit der Synode om
alle goederen en fondsen, aan genoemde kerk
behoorende, tot algemeen goed der nieuwe
vereenigiug temakende hulp van H. M.
inroept, opdat niet een deel van H. M. 's
onderdanen in zijn rechten gekrenkt en van
zijn wettig eigendom beroofd worde.
Als kantoren waar de Nederlandscbe bron
zen pasmunt (mits voor niet minder dan f10.
van die muntsoort worde aangeboden) te
gen standpenningen inwisselbaar is, zijn aan
gewezen a. de Nederlandsche Bank te Am
sterdam; b. de kantoren der betaalmeesters:
c. verschillende kantoren der directe belas
tingen en accijnzen.
De Eerste Kamer is Dinsdag naafdoening
der Staatsbegrooting voor 1893, op recès
De Commissie van rapporteurs uit de
Tweede kamer, tot voorbereiding van de
aanhangige wetsvoordracht tot wijziging der
faillissement-wetgeving, zal Dinsdag weer
bijeenkomen.
De staatscommissie voor de droogmaking
der Zuiderzee vergaderde Vrijdag tweemaal
en is, na ook Zaterdag aan Waterstaat te
hebben vergaderd, uiteengegaan.
Voor de militaire school te Haarlem en
„En wat denk je te doen, Bernard
„Wel, de luitenant is thans wel gedwongen
oiu mij uit te dagen, wil hij niet door al zijn
kameraden met den vinger nagewezen worden."
Een bevredigend lachje verhelderdede trekken
van den achttienjarigen jongeling.
„Op het pistool?"
„Natuurlijk, papa," stemde de student haastig
toe.
„Zoo. En 't einde van het liedie zal wezen,
dat de luitenant je eenvoudig overhoop schiet."
„O, papa, zoover zijn we nog niet. Dat moet
nog bewezen worden."
De oude heer naderde zijn zoon nog dichter
en hernam op beslissenden, strengen toon
„Van dat duel komt niets, zeg ik je, Bernard.
Het ontbrak er nog maar aan, dat de luitenant,
die den goeden naam mijner dochter in het slijk
sleurde, ons allen, tengevolge daarvan, zoo on
eindig veel leed veroorzaakt heeft, mij nog mijn
zoon ontnam. Nogmaals, dat duel zal niet plaats
hebben. Begrepen?"
„Maar, papa," riep de student verschrikt uit,
dat meent u niet! Als student ben ik verplicht
de uitdaging aan te nemen, anders zal men mij
niet langer m het corps dulden."
„Dat zou nog zoo erg niet wezen. Dat is voor
mij geen reden om je maar kalmpjes door dien
luitenant te laten doodschieten. Het was reeds
een dwaasheid van dokter Mobius Hijdie
nog nimmer een pistool in de hand gehad heeft.
Met jou zou de luitenant nog gemakkelijker spel
hebben neen, het was do grootste dwaasheid
op de wereld om jou toe te staan met dien offi
cier te duelleeren."
Wordt vervolgd