Donderdag 16
Febr. 1893.
No. 4224.
37e Jaargang.
OFFICIERSEER.
Uitgave
FIRMA A. H. VAN CLEEPP
te Amersfoort.
Dit blad verschijnt Maandag-en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden f 1.
Franco per post ƒ1.15. Advertentiën16 regels 00 Cents.elke regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel
15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents.
Bureau
M URHUIZEN
hoek Kortegraoht, Wijk B.
PUBLICATIE.
De Commissaris der Koniiioin in-de provincie
UTRECHT,
Gezien het besluit van Heeren Gedeputeerde
Staten der provincie Utrechtdd. 9 Februari 1893,
n°. 26;
Gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857
(Staatsblad n°. 87),
Brengt bij deze ter kennis van belanghebbenden:
1». Dat de Visscherij in de binnenwateren
waaronder ook worden verstaan rivieren, door
sluizen afgesloten binnen deze Provincie wordt
gesloten van 11 Maart aanstaande met zonsonder
gang toten met 31 Mei daaraanvolgende, met uit
zondering
a. van de Visscherij door middel van paling
fuiken, aalkorven en aaldobbers, van <ue met
het schepnet of de gebbe, om kleine vischjes te
vangen tot aas voor de aaldobbers;
h. van de Visscherij op spiering met het kruis-
net, welke geoorloofd blijft tot den 29 April
aanstaande, doch slechts zal mogen worden uit
geoefend te Utrecht buiten de Weerdbarièrre, tus-
schen de Groote sluis en de Ronde brugte Amers
foort van de Kopiielpoort tot aan het gebouw,
genaamd de Spijkeren te Vreeswijk tusschcn de
groote sluizen, van des middags 12 tot des avonds
10 ure.
2„. Dat de jacht op eenden (Art. 15, litt. h,
der aangehaalde wet) voor dit jaar zal worden
gesloten op Dinsdag 28 Februari e. k.met zons
ondergang, na welken tijd ook het kooien niet
meer zal mogen worden uitgeoefend, zullende
dc kooieenden opgesloten of gehokt moeten zijn
tot 1 Mei aanstaande.
3°. Dat do jacht op ander waterwild (Art. 15
litt, d en dier wet) in dc provincie Utrecht
zal worden gesloten Zaterdag lo April 1893 met
zonsondergang.
4°. Dat het wijspel van kwartelen met steek
garen of vliegnet (Art. 15, litt. e, dier wet) zal
mogen worden uitgeoefend van 1 Mei e. k. tot
1 Juli daaraanvolgende.
En, ten einde niemand eenigc onwetendheid
hiervan voorwende, zal deze worden aangekon
digd en aangeplakt, waar zulks te doen gebrui
kelijk is.
UTRECHT, den 11 Februari 1893,
De Commissaris der Koningin voornoemd,
SCHIMMELPENNINCK v. d. OYE
v. N1JENBEEK.
KENNISGEVINGEN.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gezien de beschikking van den heer Minister
YP.n Binnenlandsche zaken dd. 6 Februari 1893,
n". 780, afd. M. P., vervat in het besluit van
heeren Gedeputeerde Staten van Utrecht dd.
9. Februari 1893, n#. 1 (Provinciaalblad n°. 171
Brengen ter kennis van de belanghebbende
ingezetenen dezer gemeente, dat met ingang van
Feuilleton.
Vry
t 't Duitsch door S
17). Slot
Met sineekend omhoog geheven handen riep
zjj uit:
„Papa, lieve, beste papa, ik bid u om mede
lijden met Wedig te hebben, hij is nog zoo jong
hij mag nog niet sterven."
De heer Von der Lüho staarde verrast naar
het jonge meisje; het was de eerste maal, dat
hij Klara Fahland zag. De bekoorlijkheid barer
verschijning, wekte zijn bewondering op terwijl
hare woorden hem tot in 't diepst zijner ziel
troffen. Voor 't eerst kwam iets, wat op spijt
Seleek, bij hem op en hij bejammerde het, dat
o strenge begrippen waarin zijn zoon opgevoed
was en welke hij volgen moest, dezen verhin
derden het lieftallige meisje tot zijn vrouw te
maken.
Juist wilde hij de jonge dame zijn dank voor
haar tusschenkomst betuigen, toen de heer Fall-
land zijn dochter op ongewoon strengen toon
toevoegde:
„Zoo? En Bernard, ie broer dan? Bezit diens
leven in jou oogen dan geen waardemoeten
wij hem prijsgeven, terwillo van de luitenant?
Je wilt dus je broer opofferen om den man te
redden die
Hy zweeg vertoornd, doch vatte ruw do hand
heden tijdelyk verboden is het vervoer naar
Friesland van kalveren, jonger dan zes maanden,
uit den kring omvattende de provinciën Noord-
Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Zeeland, Noord-
Brabant, Gelderland, Ovorijsel, Drente en
Groningen.
Amersfoort, den 10 Februari 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Dc Burgemeester,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
De BURGEMEESTER on WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gezien art. 5 der wet tot regeling van den
kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling
van openbare dronkenschap
Brengen ter openbare kennis, dat een verzoek
schrift om vergunning tot verkoop van sterken
drank in het klein bij hen in ingekomen van
II. J. JACOBS, in het perceel wijk B, no. 19.
Amersfoort den 14 Februari 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
BINNENLAND.
Men schrijft uit Den Haag:
liet is op den tmidigen «ogenblik nóg
onzeker of uo Tweede kanier wel tegen den 21
al worden bijeengeroepen; het Vaderland ver
nam zelfs, dat de bijeenkomst eerst 28 Febru
ari zou plaats hebben. De commission zijn
wel hard aan 't werk, doch het staat nog te bu-
zienofze tijdig genoeg gereed zullen komen om
de Kamer voor een behoorlijk voorzienen
disch te kunnen plaatsen. Ook in 't, Minis
terie van Financiën worden alle zeilen bijgezet
om ile Memorie van antwoord en het ge
wijzigd Ontwerp der bedrijfsbelasting spoedig
in te dienen. Waarschijnlijk zal dit nog in
ileze week geschieden; maar ook dan eerst
kan beslist worden of de heeren reeds op
21 Febr. zullen bijeenkomen, in ieder geval
is 't op dit oogenblik in de politieke kringen
nog vrij kalm. Zelfs de verkiezing te Leeu
warden beeit weinig zichtbaren invloed op
de gemoederen gehad, al staat het te bezien
of de komst van den «warmen voorstander
van 't kiesrecht-ontwerp-Tak" bij de regeering
over liet geheel met blijdschap is begroet.
Inmiddels heeft een klein politiek votum
der Kamer, bij de jongste begrootingsdiscussie
gevallen, zijn «beslag" gekregen. De rit
meester jhr. Van de Poll, adjudant van H. M.
de Koningin, heelt zijn ontslag en pensioen
van het jonge meisje, dat beschaamd en verlegen
het hoofd op de borst liet vallen en bracht haar
naar de deur met de strenge woorden:
„Het past jonge meisjes niet, zich ongevraagd
in zaken van mannen te mengen."
Dc overste zag, mot do verdwijning van bet
meisje, allo hoop verloren. Een langer toeven,
elk vorder woord, zou slechts een vruchteloozo
vernedering, een bewijs van minachting voor
zichzelvenwezon en daarom verliet hij met een
lichte beweging zóo haastig het vertrek, dat de
bankier de gelegenheid benomen werd om nog
een enkelwoord met hem te wisselen.
Wedig ijlde zijn vader tegemoet, ten deel vol
verwachting, ten deele vol vrees. Doch op het
gezicht van den doodsblceke, gebogen grijsaard,
die zich met moeite voortsleepte, duecl hij ver
schrikt eenige passen achterwaarts.
„Niets, er bestaat niet do minste hoopmeor,"
steunde hij moeilijk ademhalend.
„Geen noop meer?" herhaalde de jonge offi
cier dof.
De oude heer zonk in een stoel on bedekte
het gelaat met beide handen, terwijl Wedig als
verlamd door den laatsten slag, welke al zijn
verwachtingen vernietigde, midden in dc kamer
staan bleef.
Plotseling viel zijn oog op zijn vader, die van
aandoening trilde en tusschon wiens tanden zich
onsamenhangende klanken een weg baanden.
Weemie hij weende zyn vader?
Half krankzinnig van smart wierp Wedig zich
voor den grijsaard neer en omklemde met beide
handen diens knie.
aangevraagd. Dit is een overwinning voor
den heer Van Kerkwijk in de eerst»; plaats
en voor de meerderheid der Tweede kamer
tevens, die het zoo ongehoord vond, dat een
adjudant der Koningin, hij den Grooton stal'
blyvende, toch naar orde van de ranglijst
bevorderd zou worden. Jhr. van de Poll had
de keuze oin, óf als majoor weder by de
troepen te gaan dienen, óf gepasseerd te
worden bij de promotie en adjudant te blijven.
Hij koos noen het een noch het ander en
verlaat nu den dienst, om dan waarschijnlijk
bij liet civiel huis van II. M. over te gaan.
"Wat daarmee nu gewonnen is, vat ik intus-
schen niet. Indien ik me niet bedrieg, zaUle
gepensionneerde ritmeester ongeveer ƒ1500
pensioen erlangen en zijn opvolger op de
ranglijst zal tot majoor worden verheven.
Summa sumrnarum heeft raen dus de Schat
kist op oen hoogeren last van 1500 gebracht.
Leve 't budgetrecht, zal men intusschen
zeggen. Kn dan't beginselZelfs te
genover de Koningin blijft der Kamer de
acht die over 't militaire personeel beschikt.
Aan oen ander votum uer Kamer is, zoo
nis ge reeds weet, met spoed uitvoering ge
geven, want Woensdag heeft de onderhand-
sche inschrijving voor de twee aan de
particuliere werven hier te lande toegedachte
schepen hij liet. Departement van marine
reeds plaats gehad. Ben ik wél ingelicht, dan
bood «Ie Maatseh. de Schelde te Ylissingen
den bouw van een der schonen (zonder pant
sering, die liet rijk-zelf zal aanbrengen of
leveren) voor ƒ1760000 aan, de fabriek te
Fijenoord een voor /1780000. Voor den
laagstelprijs is nu aan elk der fabrieken een
schip gegund en 't derde zal te Amsterdam
op 's rijks werf worden op stapel gezet. Tal
an handen zullen daardoor werk bekomen
n de voorwaarden, die 't Departement bij
deze overeenkomsten hoeft gesteld, moeten
alle waarborgen tegen teleurstelling opleve
ren en ook tegen herhaling van 't gebeurde
met de vroegere Kon, fabriek te Amsterdam
Zoo is bijv. bepaald, dat geen termijn van
betaling zal zijn vervallen voordat de schepen
te water zijn gelaten en dus vervoerbaar
zijn, voor liet geval de fabrieken door de
eene of ander omstandigheid huiten staat
geraken 't werk te voltooien. De Minister
van marine verdient inderdaad voor deze
flinke behartiging van 's lands belang, die
met bevoordeeling der binnenlandsche indu
strie samengaat, een woord van lof en hulde.
Zooals u bekend is, vertrok generaal Dumou-
ceau naar Rome om den paus, namens H. M.
de Koningin-regentes, Haar gelukwenschen
op iy dezer aan te bieden, ter gelegenheid
van zijn SOjarig priesterjubil»:. By een vorig
feest zond ook wijlen onze Koning een bui
tengewoon gezant naar bet hoofd uer Katho
lieke kerk. Dit is geen regeerinpdaad, maar
een persoonlijke hulde van de Koningin-re
gentes. Keu geschenk zal de generaal niet
overbrengen en vermoedelijk ook geen eigen
handig schrijven van H. M.
En wat de reizen van H. M. M. M. in den
aanstaanden zomer, zelf betreft, daaromtrent
zijn alle berichten voorbarig. Met het oog
op het nieuw uitbreken der choleni-epidemie.
is er hoegenaamd nog niets van vastgesteld
of de Koninginnen reeds dit jaar Haar be
zoek aan eenige provinciën zullen brengen.
Mocht het zoo wezen, dan zouden Zeeland
en Noordbrabant het eerst aan de beurt
komen en daarna Drente en Overysel.
De centrale commissie voor do statistiek
vergaderde, zooals we bereids meldden, ver
leden week andermaal te 's-Gravcnhagede
vergadering werd ook des avonds voortgezet
Behalve met de behandeling van aan de Re
geering uit te brengen adviezen, waarover
loor de leden der commissie uit den aard
der zaak geheimhouding moet worden in
acht genomen, hield zij zich voornamelijk
bezig met de behandeling der vraag, in hoe
ver en op welke wijze langs statistischen
weg door de verzameling van stellige gege
vens, tot liet verkrijgen van meer kennis op
het gebied der arbeidsverhoudingen kan wor
den gekomen. Tot bepaalde besluiten leidde
(leze beraadslaging nog niet.
Dc vergaderzaal der commissie, de bekende
vroegere zaal van gecommitteerde raden van
Holland, is tevens ingericht tot plaatsing der
uitgebreide statistische bibliotheek, door de
Voreeniging voor do statistiek iu Nederland
aan de centrale commissie in bruikleen af
gestaan.
Dinsdag vertrok de luitenant-generaal graaf
Dumonceau naar Rome, om den Paus de
gelukwenschen van II. M. de Koningin-Re
gentes over te brengen bij de gelegenheid
van zyn 50-jarig Bisschopsleest.
Het voorloopig verslag der Tweede kamer
over de Kieswet is in ontwerp gereedhet
concept is aan do commissie van rapportours
toegezonden.
l)e bijeenkomst voor de vaststelling van
het Verslag is nog niet bepaald.
Modio September is de Kieswet by de
„Papa, lieve papa," smeekte hij in doodsangst,
„trek het u zoo sterk niet aan. Och, doe het
toch niet, wat ik u bidden mag."
„Raak mij niet aan," zoo weerde de overste
hem ruw af en zijn verbittering en toorn niet
langer kunnende bedwingen, vervolgde hy, op
elk woord den klemtoon leggend:
„Weg, je aanraking ontcert my, wijl jo smaad
en schande op mijn grijze haren, over je zelf
en de mijnon gebracht nebt. Met een man, die
niet in staat iB zijn eigen eer to l ewaren en to
verdedigen, wil ik niets iuccr te maken hebben.
Jo bent niet meer waardig den degen to dragen,
welke je vergat op het juiste oogenblik te
trekken. Daar" en do voormalige officier
wees met de rechterhand naar den muur, waar
aan een wapenrek Wedig's pistolen hingen, „daar,
daar is het eenige wat je over blijft. Onder
mannon van eer ia voor jou geen plaats meer."
De vreesdijke teleurstelling, de heftige verbit
tering, opgewekt door de vernederingen in het
huis van don bankier oiulorvonden, doden den
oiulcn hoor schier alle bezinning verliezen. Met
wankelende schreden sleepte hij zich naar de
deur, zonder ziin zoon met oen enkelen blik tc
verwaardigen, doch hij had nauwclyks de deur
knop gegrepen of er knalden twee snel elkaar
opvolgende schoten. Mot jeugdige vlugheid ijlde
do oude officier terug en wierp zich op don grond
naast zijn zoon, over wiens bleek gelaat zich reeds
do doodskleur uitbreidden. Hij vlyde het hoofd
van den ongelukkige in do armon en staarde
hem tccder aan.
„Mijn ariuen jongen, myn Wedig, mijn lief
I kind," snikte hij, terwijl groote tranen langs
zijn gerimpelde wangen biggelden
Du plotselinge dood van Wedig von der Lüho
bespoedigde nog meer het vertrek van den heer
Fahland en de zijnen naar Borlyn. Don volgen
den dag reeds reisde hij met vrouw en doch
ters uf.
Op Klara had het gebeurde een zoo sterken
indruk teweeg gebracht, dat haar reeds wanke
lende gezondheid zulk een gevoeligen schok
kreeg, dat zy in een toestand van vordooving
viel, welke later in zwaarmoedigheid overging,
waarvoor zij op raad der geneesheoren geno-
zing in het Zuiden ging zoeken. Over haar
vorloving met doktor Möbius werd natuurlyk niet
meer gesproken.
De begrafenis van den jongen officier had met
militaire eer plaats. Do dood had alles uitgo-
wischt cn het geheele officierscorps geleidde hot
lijk grafwaarts. Naast den regiments-commandant
schreed do overste Von der Lüho in kaarsrechte
houding achter het lyk. De wilde, vlijmende
smart, welke hem in de eerste «ogenblikken
doortrild had, was langzamerhand in kalme
berusting overgegaan. Wedig had gehandeld
zooals een militair onder zijn omstandigheden
handelen moest zijn vry willige dood wua een
noodzakelijkheid geweest en do icogel welke hij
zichzolven door net hoofd had gejaagd, had do
vlek op zyn oor uitgewischt. Tnuns behoefde
hy zien niet meer te schamen, als hy tuin zyn
zoon dacht.