Donderdag 9
Maart 1893.
No. 4230.
37e Jaargang.
GRATIS.
De tentoonstelling.
Uitgave
FIRMA A. H. VAN CLEEPP
te Amersfoort.
Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden fi.—.
Franco per post fiA5. Advertentiën1—6 regels 60 Cents.elke regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel
15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers iü Cents.
Bureau
MUURHUIZEN
hoek Kortegracht, Wijk B. 60
Zij die zich met 1 April op dit blad
wenschen te abonneeren, ontvangen de tot
dien datum verschijnende nummers
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gelet op het koninklijk besluit van den 17.
October 1820 (Staatsblad No. 22);
Brengt ter keDnis van den ingezetenen dezer
gemeente, dat tot het uitgeven van de Patent-
bladen aan hen die in het jongstverloopen kwar
taal van het dienstjaar 1892/93 (van den 1 No
vember 1892 tot en met den 31. Januari 1393)
aangifte voor patentrecht hebben gedaan, ten
raad hui ze zal worden zitting gehouden op Woens
dag, den 15. Maart aanstaande, van 's -voormid-
dags 10 tot 1 uur des namiddags, en dat de
niet-afgehaalde patentbladen door den deurwaar
der van 's rijks belastingen zullen worden be
zorgd, tegen betaling van tien cents.
AMERSFOORT, den 7. Maart 1893.
De Burgemeester voornoemd.
F. D. SCI 11M MELPENNINCK.
Op de jongste algemeene vergadering van
ile Mij. tot Bevordering van Nijverheid werd
de wensch geuit, den rijken inhoud van het
Kunstnijveriieiil-Museum te Haarlem meer
bekend te maken aan de leden der Mij. en
aan allen, die belang stellen in schoone vor
men, goed gekozen kleuren en degelijke
bewerking van de voorwerpen welke de
kunst, toegepast op de Nijverheid, oplevert,
zoowel voor luxe als voor dagelijksch gebruik.
Besloten werd om een keuze uit de voor
worpen ten toon te stellen in die Departe
menten die daartoe de wensch te kennen
gaven.
Het departement «Amersfoort" juichte het
besluit toe en is een van de eerste die er
gebruik van maken.
In overeenstemming met den Directeur
van het Museum, den heer Ed. von Saher,
werd besloten om, daar in deze gemeente
geen bepaalde industrie op groote schaal uit
geoefend wordt, die voorwerpen en afbeel
dingen ten toon te stellen, welke belang
inboezemen, zoowel aan eiken ontwikkelde
als aan den beoefenaar der verschillende
vakken die gewoonlijk in elke plaats van
eenige uitgebreidheid uitgeoefena worden.
Zoo werd bepaald, dat deze «wandelten
toonstelling" zou omvatten:
het hout in zijn verschillende wijzen van
versiering (gebeeldhouwd, geschilderd, ge
lakt) hoofdzakelijk voor lambrizeeringen, deu-
Feuilleton.
Naar hei Duitsch door S
6).
Eindelijk legde zij de armen op de tafel en
riep plotseling vrij luid:
„Vmdt u niet, dat die mijnheer Kraatz het
ideaal van een man is voor een vrouw?"
Walther glimlachte.
„lioe bedoelt u dat, juffrouw Elly?"
„Wel, hij moet toch bijzondere eigenschappen
bezitten, dat hij uw gedachten zoo geheel en al
in beslag neemt."
„Maar, Elly," voegde hare moeder haar ver
wijtend toe, terwijl Alice den blik spottend
op haar vestigde.
„Ja, zóo is het. Ik constateer eenvoudig het
feit. Maar, wat ik u bidden mag, mijnheer von
Strausz, deuk nu niet meer, zoolang u bij ons
zijt, aan dien beminlijken man."
„Elly, praat toch zooveel onzin niet," zeide
mevrouw von Hartman, thans werkelijk boos.
„U moet maar niet te veel acht. slaan op haar
gesnap, mijnheer von Strausz. Zij is nog zulk
een kind en ze heeft van den ernst dos levens
nog geen flauw begrip."
„Dan kan ik niet beter doen, mevrouw, dan
ren en paneelen.
het metaal in zijn verschillende bewer
kingen (geperst, geciseleerd, geëmailleerd,
geïncrusteerd, enz.)
gipsafgietsels, platen en teekeningen voor
stellende de ornamentale bewemng van
voorwerpen uit beide grondstoffen in ver
schillende tijdperken vervaardigd.
Een tentoonstelling van het gewone hand
werk is deze dus niét; hoe wenschelijk zulk
een ook wezen zou, zij zou moeten uitgaan van
een vereeniging voor Ambachtsonder wijs. De
verzameling van het Kunstnijverheid- museum
de naam duidt bet reeds aanissaamge-
bracht met het doel om de kunst in het band-
werk te toonen, uit vroogeren enlateren lijd, bij
vreemde volkeren zoowel als bij ons te lande.
Voorzoover de duur dezer expositie en het
lokaal dit toelaten, wenscht bet Bestuur van
bet Dep. «Amersfoort" haar dienstbaar te
maken aan het onderricht en daarom zal
het allen, die bet verlangen in de gelegen
heid stellen schetsen te maken van de voor
werpen en de in zoo ruime mate aanwezige
afbeeldingen. Het zal het Bestuur zeer aan
genaam zijn indien hiervan een ruim gebruik
wordt gemaakt en het zal alles doen wat in
zijn vermogen is om de beoefenaars der ver
schillende handwerken hier ter stede ilaartoe
op te wekken.
Indien de bezoeker dadelijk bij het bin
nentreden rechts houdt en de zaal geheel
doorloopt, vindt hij aan zeer doelmatige uit
stalkasten, naar grondstof en tijdperk van
aanmaak gerangschikt, wat het Museum voor
deze «wandel-expositie" afstond.
Allereerst het hout: een deksel van een
juweelkistje', italiaansche renaissance; paneel
tjes in gothieken stijl, 15e eeuw; Duitsch en
1' ranscli renaissance lofwerk uit de 16e eeuw
een gothieke fries; een rozet uit het tijd
perk van Lodewijk XVI (het origineel in
een woonhuis te Haarlem) benevens een
fries uit dien tijd; een zeer fraaie Japansche
fries in verguld hout en 5 Japansche paneeltjes
meest alle in den toon gekleurde gipsaf-
Aan de van het licht gekeerde zijde dier
toonkast: een oud- perziseh spiegelblad (zoo
genaamd Chyras); prachtige stalen van Ja
pansch lakwerk; Turkseh hard-hout, met
gouddraad doorvlochten; een geschilderd
Cashmere-dekselNoorsch snijwerk;eenge
ïncrusteerd schildpadden deksel, uit den
tijd van Lodewijk XIV, zoogenaamd Boulle;
een Japansch gegraveerd blad.
Daarbij is gevoegd een verzameling imi
tation door leerlingen van de aan het Mu
seum verbonden Kunstnijverheidsschool, be
te wenschen, dat die ernst haar niet geheel vreetnd
zal blijven, want deze schenkt het leven eerst
recht zijn waarde. De zachte, lichte melodieën
mogen een wijle den boventoon voeren, maar
op een gegeven oogenblik worden zij op den
achtergrond gedrongen door den ernst en deze
herinnert ons er aan, dat h$t leven geen spel is,
maar dient gewijd te zijn aan arbeid, al zijn
soms teleurstelling en verdriet ons deel."
„Hoe waar geschetst" riepen de moeder en
Alice gelijktijdig op warmen toon uit. Maar
Elly, het vroolijkc kind, schudde onwillig het
hoofd, alsof zij een bitter drankje innemen moest
en zeide beslist: „Neon."
Allen moeston tegen wil en dank lachen en
het ondeugende ding had haar doel bereikt
het zwijgen was verbroken.
„Het betreft hier niet alleen don heer Kraatz,"
vervolgde Walther „maar voornamelijk om het
gekwetste eergevoel genoegdoening te verschaffen.
De maatschappij vermoedt dikwijls niet welk
gevaar haar dreigt. En dat is in werkelijkheid
in aantocht. Waar de leek niets anders ziet
dan de overmoed van de jeugd, daar ontdekt
het geoefend oog van den ingewijde het schan
delijk oogmerk van den geraffineerden misdadiger.
„Hoe zoo riep mevrouw von Lindenau ver
baasd uit. „Hcert dan dat voorval een diepere
betcekenis
Walther knikte veelbeteekenend toen hij zag,
dat de blikken der daines vol spanning op hem
gericht waren, vervolgde hij verontschuldigend:
„Neemt mij niet kwalijk wanneer ik daarover
het zwijgen bewaar, wijl het mijn plicht iB. De
nevens een tweetal geschilderde doozen, welke
laatste te koop zijn.
Aan de tweede kast zijn tentoongesteld:
bloemguirlandesstijl Lodewijk XVI; 15e en 16e
eeuwsche laat-gotbische paneelen, waarvan
éen door Hans Bruggeman (1514)houtsnij
werk in Vlaamschen en Nederlandscben re-
naissance-stijl, fragmenten van de koorstoe
len te Dordrecht, benevens een rozet, stijl
Lodewijk XV van het klankbord der groote
kerk te Dordrecht, ontworpen door Jan der
Lieden, omstreeks 1756.
Nu volgt het metaal: 20 proeven van kunst
smeedwerk en graveerwerk: een a-jour ge
werkte vaas; een Perzische pauw met paar-
len bezet, benevens decoratief graveerwerk
(wapens, lettei-s en monogrammen) door leer
lingen der Industie-school.
Aan de overzijde: een arabischc stijgbeu
gel, volgens overlevering aan Wallenstein
behoord hebbendeeen Perzisch blad, rood
zwart geïncrusteerd koper; een zeer fraai
Arabisch paneel en sleutel kastje; een ovaal
blad, zwart geïncrusteerd zilvereen op koper
geëmailleerd portret van Henricus Scnwendt
door Soyer te Parijs, een stuk van groote
waardeJapansch brons en Perzische bijlen,
geïncrusteerd koper en goud.
Op deze kast imitation van Romeinsch vaat
werk, waarbij zeer fraaie amphoren.
Aan de achterzijde galvano's vanhet ijze
ren schild van den Franschen Koning Hendrik
11; een renaissance-tinnen bord met het beeld
van Karei V; de lie eeuwsche doopsehaal met
kan (op de kast) van Enderlein een renais-
sance-schild, bij Haarlem gevonden deoud-
Romaansche altaarschotel van Halberstadt,
benevens 15 proeven van drijfwerk en 25
van ornament in geperst wit metaal.
Aan den rechterzij wand bij den ingang
hangen afbeeldingen van kunstindustneele
voorwerpen, naar tijdsorde gerangschikt en
daarneven, dieper in de zaal, teekeningen
en schilderstudies van leerlingen der K. N.
school, waaronder uitmunt een schoor
steen-decoratie met het portret van H. M. de
Koningin, benevens photo s naar zeer bekende
preciosa uit het Louvrc-rnuseum.
Aan den linkerwand hangen studies van
gestyliseerde planten en grootere ontwerpen,
zooals de schets en het uitgewerkt jachttaf-
fereel met het omschrift van den School
meester
Een paard, naar den aard,
Is er gewoonlijk eerder dan zijn staart.
Daaronder zijn op een antiek echt Perzisch
tapijt, door Indische matjes gedrapeerd, ten
toongesteld: grootere en kleinere duitsche
bekers; een roinaansch juweelkistje; rom.
kandelaars; een imitatie door Soyer van een
blad met schenkkan; Perzische tinnen kan
nen; Arabische kannen a jour; Mcnuros-
kannen en bekers; een galvano van de bekende
Imhof'sche beker uit het Kensington-Museum;
een schaal van Cellini; de voet van een 15e
eeuwsche zilveren monstrans uit het klooster
Neuburg bij "Weenen.
Een zeer fraaie oud-Duitsche Truhe met
kunstig slotwerk staat daarneven, terwijl
tot bij den uitgang allerlei afbeeldingen ue
muur bedekken en een brcede reeks porte
feuilles vol platen de bezoekers tot een kijkje
nooden.
Mochten de bezoekers getroffen worden
door de verschillende wijzen waarop de ver
schillende volkeren hun smaak toonden bij het
vervaardigen en versieren van hun handwerks-
producten en mochten zij bij het maken van
een vergelijking van hetgeen thans over 't
algemeen geleverd wordt eenigen wrevel
voelen opkomen, dan beschouwen zij nog
eens aandachtig de werkstukken van de
leerlingen der K. N. school te Haarlem.
Reeds is er veel verbetering gekomen
sedert die scholen hier te lande be
kwame en tevens smaakvolle handwerks
lieden hebben gevormd en de Mij tot Bev.
der Nijverheid tentoonstellingen als deze
organiseerde op plaatsen waar de nijveren
niet zoo gemakkelijk goede voorbeelden kun
nen vinden, hun kunstzin nid aangekweekt,
hun smaak niet veredeld wordt.
Moge deze tentoonstelling bevorderlijk zijn
aan het versterken van oen kunstzin van
allen, die haar bezoeken en vooral een op
wekking wezen voor de vakmannen, om ae
producten van hun arbeid niet alleen deug
delijk, maar ook smaakvol, onopgesmukt en
met het doel strookend te doen wezen.
Gistermiddag te twee uren werd de Ten
toonstelling door den Voorzitter van het hier
gevestigde Departement van Nijverheid, den
neer H. J. Wolter, geopend in tegenwoordig
heid van een kleinen kring van genoodigden.
Wij merkten o. a. op: den Burgemeester,
den oudsten Wethouder, en den Secre
taris der Gemeente, den President van de
Kamer van Koophandel, den Secretaris van
Flehite, benevens het Bestuur van het Depar
tement «Amersfoort" van Nijverheid, 'twelk
een woord van lof voor zijn initiatief niet
onthouden mag worden. Den Secretaris dezer
Afdeeling, den heer H. J. Croockewit, die
moeite nog bezwaren ontzag om de expositie
zóo tot stand te brengen als ze thans voor
eiken belangstellende kosteloos toegankelijk
is, komt de dank toe van allen, die belang
stellen in de vaderlandsche nijverheid.
tijd zal wel aanbreken, dat ik de sluier van dat
geheimzinnige feit mag opheffen en dan zult u
erkennen, dat ik mijn krachten aan een grootsche
zaak gewijd heb. Maar u zult daarbij niets te
kort komen," ging Walther, zich voornamelijk
tot Elly toewendend, voort. „Deze aangelegenheid
neemt gelukkig niet al mijn tijd in pacht ja,
zij stelt het mij zelfs tot plicht om mij zooveel
mogelijk in de wereld te bewegen en wat meer
zegt, ik heb daarin ook u een rol toegedacht."
„Goddank," klonk het jubelend van Elly's
lippen. „Nu, ik zal mijn rol prachtig spelen, dat
beloof ik u. Waarmee zullen we beginnen?"
„Meteen uitstapje naar de oostkust van Rügen."
„O, daar zijn wij tot heden toe nog elk jaar
geweest. Hoe heerlijk, dat u ons thans daar
heen begeleiden wilt."
Men besloot om reeds den volgenden dag uit
voering aan dat voornemen te geven. Het was
een heerlijke zomerdag en toen het gezelschap
met de stoombout P. bereikt had, vond men een
bootie gereed liggen om hen verder te roeien.
Slechts aarzelend betrad Alice het wankelende
vaartuig; doch toen Walther haar de hand reikte
verdween alle vrees.
Hot was een Heerlijk tochtje, nu eens zwegen
allen bij het aanschouwen van de schoonheden
der hen omringende natuur, dan weer werd er
een kruisvuur van plagerijen en geestige toe
spelingen geopend, waarbij Elly en Walther zich
niet onbetuigd lieten.
Eindelijk was het landingspv.nt bereikt en men
wandelde, gezellig pratend vet ler. Zij kwamen
bij een oud slot, op welks verveerde muur een
heer gezeten was. Alice greep onwillekeurig
Walthers arm en fluisterde:
„Hoe onvoorzichtig. Eén beweging en hij stort
in den afgrond."
Walther liet haar los en snelde op den waag
hals toe en pakte hem onverhoeds bij de schou
ders, trok hem achterwaarts en deed hem op
deze wijze den vasten grond bereiken.
„O," riep de heer uit en wendde zich om.
Toen hij echter Walther in het oog kreeg, riep
hij, aangenaam verrast uit:
„Walther!"
„George."
Met dezen uitroep reikten beiden elkaar de hand.
Eenige oogenblikken later geleidde Wulther zijn
vriend naar de dames en stelde hem aan haar
voor als zijn voormaligen schoolmakker George
Winde. Deze was een lang, muger man meteen
scherp gelaat en een langen baard. Hij maakte
een stijve buiging en zeide:
„Zeer vereerd, dames. Ik ben dokter George
Winde, leeruur aan het gymnasium te Berlijn."
„Ik had u eerder voor een koorddanser ge
houden," zeide Elly, „want slechts zoo iemand
krijgt liet in zijn hoofd om zulke gevaarlijke
punten tot zitplaats to kiezen."
„Nu zoover sta ik van ecu koorddansser niet
verwijderd, mejuffrouw, want ik ben ook leeraar
in de gymnastiek en reserve-officier."
U kent zeker den omstreken zeer goed," merkte
mevrouw Von Lindenau vriendelijk aan. ,,U
wilt dan wellicht zoo goed wezen om onzo gids
te zijn."
(Wordt vervolgd.)