Schutterij.
KEIIISGEVIIG.
De BURGEMEESTER kn WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gezien art. 1 der wet op de schutterijen van den 11 April 1827
(Staatsblad No. 17), bepalende dat ieder ingezeten van het Rijk die
op den 1. Januari van elk jaar zijn 25ste jaar is ingetreden en zijn
34ste niet heeft voleindigd, tot het uitoefeuen van den schutterlijken
dienst, ingeval hij daartoe door het lot geroepen wordt, verplicht is
Gelet op de nadere reglementaire bepalingen, zoo bij Zijner Majes-
teits besluit van den 21. Maart 1828 (Staatsblad No. 6), als anders
zins, tot invoering van voorzegde wet gemaakt, benevens het konink
lijk besluit van den 7. September 1828 (Staatsblad No. 55);
Brengen ter kennis vau de belanghebbenden, dat ter aangifte tot
inschrijving voor de Schutterij verplicht zijn ingezetenen, zonder
onderscheid, geboren in het jaar 1 waaronder niet alleen alle
Nederlanders, binnen dit Rijk hun gewoon verblijf houdende, zijn
begrepen, maar ook alle vreemdelingen welke, hetzjj door eene uit
drukkelijke verklaring of wel door het werkelijk overbrengen van
den zetel huns vermogens en de hoofdmiddelen van hun bestaan,
het voornemen om zich binnen deze gemeente te vestigen, aan den
dag hebben gelegd
Dat wijders alle vreemdelingen, alsook alle Nederlanders, mitsga
ders de gepasporteerde militairen, geboren in de jaren 1859 tot en
met 1867, welke sedert de in het vorig jaar gedane inschrijving
hunne vaste woonplaats alhier hebben gevestigd, of uithoofde van
het door hen alhier uitgeoefend beroep of bedrijf, beschouwd moeten
worden hier te wonen, tot deze aangifte gehouden zijn, al ware het
ook dat zij in hunne voormalige woonplaats zich reeds ter inschrij
ving aangegeven, aan de loting voldaan of ook een nummerver-
wisselaar gesteld hebben;
Dat diegenen, welke in meer dan eene gemeente hun gewoon
verblijf houden, gehouden zijn zich ter inschrijving aanteraelden,
dhkr waar eene dienstdoende Schutterij bestaat, of dkhr waar zij
voor de belasting op het personeel zijn aangeslagen, terwijl de stu
denten, geëmplooieerden in huizen van negotie, klerken van nota
rissen, advocaten, enz., bedienden en werkboden moeten worden
ingeschreven in de gemeente, alwaar zij hunne studie houden, werk
zaamheden uitoefenen of dienstbaar zijn; de ambtenaren en geëm
plooieerden aan het provinciaal Gouvernement, en alle anderen, al
wonen zij ook elders, in de plaats alwaar zij hunne ambtsbetrekking
moeten uitoefenen; die buiten 'slands studeeren of werkzaam zijn,
in de gemeente hunner vorige woonplaats, de buitenlandszeevarenden
in de plaats, waar zij hun wettig domicilie, en de aan boord wo
nende schippers, in de gemeente alwaar zij het laatst hunne vaste
woonplaats gehad hebben, of wel wegens personeel, mobilair of
hun vaartuig belasting betalen, daar waar zjj voor de belasting zijn
aangeslagen
Dat door ieder, die zich tot die inschrijving aanmeldt, eene geboorte-
acte, of bij ontstentenis van die, eene acte van bekendheid, of een
ander wettig bewijs waaruit zijn juiste ouderdom kan blijken, behoort
te worden overgelegd, terwijl diegenen, welke van hunnen ouderdom
geen voldoend bewijs kunnen overleggen, door het Gemeentebestuur
naar eigen oordeel worden ingeschreven, onverminderd het recht
van den ingeschrevene om van zijn juisten ouderdom nader te doen
bljjken.
Dat de registers ter inschrijving op Maandag, den 15. Mei aan
staande geopend, en op Vrijdag den 31. dier maand gesloten worden;
terwijl zij, die bevonden worden zich niet vóór den 1. Juni aan
staande te hebben doen inschrijven, ambtshalve door het Bestuur
worden ingeschreven, door den Schuttersraad tot eene geldboete
verwezen, en bijaldien blijkt dat er tijdens de verzuimde inschrij
ving geene redenen tot uitsluiting of vrijstelling van den dienst te
hunnen aanzien bestouden, zonder loting bij de Schutterij worden
ingelijfd
Tot deze inschrijving wordt zitting gehouden ten raadhuize op
.TlaaiKlasr, den la, en Zaterdag, den 20 iflei 1&9J,
telkens van 's voormiddags 10 tot 1 uur des namiddags
Burgemeester en Wethouders voornoemd vermanen alle belang
hebbenden, den tot deze aangifte vastgestelden tjjd zich ten nutte
te maken, en daardoor te voorkomen dat op hen de straffen wegens
het verzuim van inschrijving, bij art. 9 der wet op de Schutterijen
vermeld, worden toegepast;
Ten slotte worden alle personen welke als gehuwd of als weduw
naar met kind of kinderen in het afgeloopen jaar uit dien hoofde
in de tweede klasse van de algeraeene rol der Schutterij zijn ge
bracht, doch sedert dien tijd door het overlijden van hunne vrouw
of kinderen de bevoegdheid hebben verloren om in die klasse te
verblijven, en alzoo in de eerste klasse der voor dit jaar op te
maken algemeene rol moeten gerangschikt worden, bij deze opge-
roepeu om van dusdanige verandering van omstandigheden keunis
te geven aan het Gemeentebestuur, of wel zich daartoe ter Secre
tarie aantemelden vóór de aantevangen inschrijving, van 's voor
middags 10 tot 1 uur de3 namiddags, en dus vóór den ld Mei
aanstaande, zullende bij verzuim dezer aangifte de belanghebbende,
ingeval hij dientengevolge niet op de bjjzondere rol mocht zijn
overgenomen, dadelijk volgens art. 1 van het koninklijk besluit van
7 September 1828 (Staatsblad No. 55) bij de Schutterij worden
ingelijfd, tegen ontslag van hem die in zyne plaats is opgeroepen;
alles onverminderd de toepassing van de strafbepaling bij art. 1 der
wet van 6 Maart 1818 (Staatsblad No. 12), bedreigende eene geld
boete van hoogstens f50 en eene hechtenis van hoogstens drie
dagen, hetzij afzonderlijk of samen genomen;
En opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende, zal deze
worden gedrukt en aangeplakt op de daarvoor gebruikelijke plaatsen.
Amkrsfoort, den 1. Mei 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris
W. L. SCHELTUS.
Snelpersdruk van de Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort.