Donderdag 25
Mei 1893.
No. 4252.
37e Jaargang.
Binnenland
De diamanten van den kapitein.
Uitgave
FIRMA A. H. VAN CIEEPP
te Amersfoort.
Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
Franco per post ƒ1.15. Advertentiën16 regels 60 Cents.elke regel meer 10 Cents.
Groote lettere naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel
15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers iü Cents.
Bureau
MUURHUIZEN
hoek Korte gr acht. Wijk B. 60
KENNISGEVINGEN.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gezien art. 8 der wet van den 2. Juni 1875
(Staatsblad n°. 95),
Brengen ter kennis van het publiek, dat door
hen aan JACOBUS LOBEL en zijne rechtver
krijgenden voorwaardelijk vergunning is verleend
om eene inrichting tot bewaring en verwerking
van beenderen cn lompen opterichten in het per
ceel, alhier gelegen aan den Leusderweg, wijk G,
n#. 83h, kadastraal bekend onder sectie B, n°. 1113.
Amersfoort, den 23. Mei 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCIIIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
gemeente, dat de door den provincialen Inspec
teur van '8 rijks directe belastingen, enz. in Noord-
Holland en Utrecht executoor verklaarde kohieren
Nos. 8 en 9 van de personeele belasting en van
het patentrecht over bet 4e kwartaal van het
dienstjaar 1892/93 aan den Ontvanger van 's rijks
directe belastingen alhier zijn ter hand gesteld,
aan wien ieder verplicht is zijnen aanslag op den
bij de wet bepaalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat
sen aangeplakt te Amersfoort, den 24. Mei 1893.
De Burgemeester voornoemd,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
Men schrijft uit Den Haag:
Met ile Bedrijfsbelasting loopt het vermoe
delijk naar wensch. Er is heel wat op aan
te merken, doch in beginsel is de overgroote
meerderheid er voornu bij de Vermogens
belasting A gezegd is, kan B niet achterwege
blijven. Zelfs de meeste anti-revolutionnairen
plaatsen zich op dat standpunt. Veel zal
intussehen, ook voor de liberalen, afhangen
van de plannen des ministers ten opzichte
van het personeel en van zijn houding tegen
over die vooretellen, welke de strekking
hebben personen, die van een beperkt in
komen uit ambt, beroep, bediening ol pen
sioen leven, minder zwaar te treffen. Al zal
de meerderheid niet zoover gaan als de heer
Gerritsen, die de Bedrijfsbelasting wil ver
schuiven tot na een herziening van 't Per
soneel, men zal zeker van den minister
zoodanige verzekeringen en toenadering in
de aangegeven richting verlangen, dat de wet
geen loouzwaren druk zal leggen op hen,
Feuilleton.
Naar hot Duitsch door S
27.)
„Ik moet hom zien," riep Alice vastbesloten uit.
„Daarmede vervul je zijn hoogsten wensch,
daar hij Duitschland niet verlaten wil, voor jou
gesproken te hebben."
Alice's oogen vulden zich met tranen.
„Laat ons spoed maken en mama's terugkomst
niet afwachten. Je kent haar, ze hecht te veel
aan het vormelijke; mama kan niet begrijpen
wat er in mij omgaat. Ik wil en moet zelfstan
dig handelen. Toe, laat een rijtuig komen."
Frans, inziende, dat tegenspraak hier toch niet
baten zou, deed, wat zij hem vraagde en éen
kwartier later rolde het rytuig reeds voort en
bracht Frans en zijn gezellin naar het atelier
van de jongen schilder dat in Bulowstrassc stond.
Frans geleide Alice naar zijn werkkamer, waar
Walther naar reeds vol ongeduld wachtte.
„Walther," fluisterde zij, de hand uitstrekkende,
welke de jonge man haastig greep en met kus
sen bedekte.
„Ik dank u, dat ge gekomen zijt," zeide hij
zacht en innig.
„Twijfoldet gij dan daaraan?"
„Neen, toch niet. Ik wist, dat gij grootmoe
dig zijt. Ik heb in de laatste maanden een
zwervend leven geleid, doch waar ik mi,, ook
wier draagkracht niet te groot is.
Het antwoord op de Kieswet is er eindelijk
Nu zullen we de poppen spoedig aan het
dansen zien. Er heerecht nog altijd groot
verschil van inzicht omtrent de vraag of de
zaak al of niet in de zoraerzitting algedaan
behoort te worden. Tot op dit oogenblik
staan de kansen nog niet gunstig voor de
«haastig gebakerden"want de Bedrijfsbelas
ting zal ae Kamer vermoedelijk veel langer
bezig houden dan rnen oorspronkelijk voor
zag; zelfs zullen enkele tegenstanders der
kiesrecht-hervorming trachten de afdoening
door het rekken der belasting-discussiën te
verijdelen. Aan deze soort van obstuctionisme
wordt door sommige de interpellatie-woede
van eenige leden toegeschreven; aan dien
verdagingswensch schreef men hier en daar
het vooretel-Van Kerkwijk toe om Pinkster
drie te houden. Dat alles zal intussehen niet
baten en niet schaden. Als er mogelijkheid
voor is en de kansen voor de wet er niet
door worden in gevaar gebracht, zal men
misschien de Augustus-maand aan het kies
recht wijden; maar van een anderen kant
zal, nu de invoering der wet toch op 1 Jan.
1894 en de nieuwe verkiezingen voor 't eerst
in Mei of Juni 1894 zijn bepaald, overhaaste
afdoening na de vermoeiende belasting-dis
cussie, in de drukkende zomerwarmte, niet
noodig zijn. Van September tot Januari zal
tijd te over blijven om tusschen de begroo
tingen in het kiesrecht te behandelen.
De Kamer van Koophandel te Deventer, heeft
zich tot de Tweede Kamer gewend met een
bezwaarschrift tegen de Bedrijfsbelasting. Zij
betoogt dat lo. handel en nijverheid door dit
wetsontwerp nog veel zwaarder zullen worden
getroffen dan bij de thans geldende patentbe
lasting; en 2o. aan deze heffing zulke inqui
sitoriale maatregelen zijn verbonden(men zie
artt. 3 en 12).
De Kamer verzoekt .de belasting minder
drukkend te maken en uit het ontwerp te
lichten alle bepalingen, waardoor de belasting
schuldige in zijn vrijheid belemmerd en aan
de willekeur van den fiscus overgeleverd
wordt.
Reeds meermalen bleek het, dat het paleis
Soestdijk te klein is om de koninklijke hof
houding in haar geheel behoorlijk te kunnen
ontvangen. Trouwens de oorspronkelijke be
stemming, liet dat verwachten, daar het
koninklijk gevolg meer ruimte noodig heeft.
Dientengevolge is reeds ten vorigen jare de
rechtervleugel van het paleis vergroot om
W. C. DIJKGRAAF Horloger.
Langestraat 16.
bevond, steeds moest ik aan u denken. Niet,
wijl ik mij ooit met de hoop vleide, dat ge
mij ooit behooren zoudt. Tusschen ons beiden
bestaat een klove, welke door niets in de geheele
wereld gedempt kan worden. Toch zult weten
ge, dat ge uw liefde niet aan een onwaardige hebt
geschonken."
„Mijn leven daarginds was van het begin tot
het einde bedrogdat voorname gezelschap ben
ik geen rekenschap verschuldigd, doch u wel.
Mijn liefde voor u sprak echter te meer daar gij
dacht, dat mijn hart dood was. Zij trok een
streep door mijn plannen want zij bracht mij er
toe om mijn voornemens op te geven. Gij hebt
mij bedwongen."
Alice keek hein met schitterende oogen aan.
„En berouwt het u niet?" vraagde zij hem
teeder.
„Neen," antwoordde hij beslist, „het berouwt
mij niet. Ik dank u integendeel, dat gij mij
gered hebt. Het is mij te moede als een wan
delaar, wien, na uren lang op een dwaalweg ge
zworven te hebben, plotseling het rechte pad
aangewezen wordt. Ik zie dien nieuwen wegen
zal nem volgen."
„Moge het u gegund zijn om uw doel te berei
ken," hernam Alice, met tranen in de oogen.
„Mijn innigste gebeden vergezellen u. Maar ver
oorloof mij éen enkele vraag. Wie of wat heeft
u op een dwaalweg gevoerd?"
„Ik zal u alles mededeelen en den sluier op
heffen, welke mijn leven omhult. Uw zooge-
hetpereoneel inwoning te kunnen verschaffen.
Thans zal ook de linkervleugel belangrijk
verbouwd worden, waarvoor gisteren de aan
besteding plaats had en waaraan alleen door
aannemers uit Baarn en Soest kon worden
deelgenomen.
Ingekomen waren vijf biljetten. Laagste
inschrijver was J. Hartog te Baarn, voor
23 797, wien het werk is gegund.
Op kosten der cantines wordt bij het gar
nizoen te Amsterdam aan alle onderofficieren
en manschappen een „Liederbundel voor
Janmaat en Soldaat" uitgereikt. Deze bundel,
bijeenverzameld en gewijzigd door den 2e
luitenant Clockener Brousson, wordt uitgege
ven door den militairen bond «Voor Koningin
en Vaderland." Ze bevat drie-en-twintig
verschillende liederen, bekende nationale
als: Het Vlaggelied, Piet Hein, Koppelstok,
enz. en pittige soldatenmopjes als: Wij zijn
gezworen Kameraden, Komt Vrienden
schaar, enz., variaties van de bekende woorden,
en ernstige meer verheven krijgsmanslie
deren, die ons spreken van de trouw aan
voretin en land, aan plicht en eer.
De boekjes, die er frisch en keurig uit
zien, voldoen aan een behoefte in hetleger,
een behoefte aan liederen zooals de Duitsche
matroos en soldaat ze zingt, en daarom
wenscht de verzamelaar ze in handen van
«al onze gewapenden zonen". Het is te hopen,
dat ook andere garnizoenen op kosten der
cantine bij den militairen bond hun bestelling
zullen zenden. Elk boekje kost slechts 4 cent.
De heer G. van der Sande opzichter der
genie te Harderwijk mocht gisteren den dag
herdenken waarop hij voor 50 jaren in mi
litairen dienst is getreden. Het ontbrak dezen
getrouwen dienaar des rijks niet aan belang
stelling.
De vraag ol de Cadettenschool te Alkmaar,
dit jaar begint, is nog onopgelost. En toch
is het voor velen een vraag die reeds lang
beantwoord had moeten zijn.
Gaven couranten en Staatsbladen vele er
velerlei berichten waarnaar zich de publieke
opinie heeft gevormd, zoodat men zeker
meent, dat de school dit jaar begint, bij den
minister schijnt dit nog niet zoo vast, te staan,
ten minste, hij heeft zich tot nog niet beslist
dienaangaande uitgesproken.
De bisschop van 's-Hertogenbosch, zoomede
de andere pelgrims, zijn Vrijdagavond uit
Rome te 's-Hertogenbosch teruggekeerd. Wel
naamde goede gezelschappen mogen den zoon
des ministers eenvoudig een bedrieger noemen,
gij echter zult weten, het verbond tusschen oor
zaak en gevolg erkennende, dat de mensch soms
als het ware tot zijn lot gedragen wordt.
„Op een klein dorp leefde voor ongeveer dertig
jaar een eenvoudig predikant, wiens huwelijk
niet met kinderen gezegend was.
„Toen hij op zekeren morgen de huisdeur opende,
vond hij op den drempel een mand staan, waarin
zich een kind van nauwelijks drie maanden be
vond. Geen enkel herkenningsteeken had men
er bij gevoegd. De brave geestelijke en zijn
vrouw voedde het verlaten wicht als ware het
hun eigen kind op en het is in geen enkel opzicht
aan hen te wijten, dat het later een verkeerden
weg opging. De predikant heette Strausz, en,
ik als zijn aangenomen zoon, kreeg later het
recht dien naam te voeren."
„Hebt gij nooit iets van uw werkelijke ouders
vernomen?" vraagde Alice belangstellend.
„Neen, nimmer. Doch laat mij voortgaan.
Mijn kindsheid werd door niets verbitterd en
het eerste verdriet ondervond ik eerst, toen mijn
pleegvader mij op vijftienjarigen leeftijd het ge
heim mijner geboorte mededeelen moest. De
indruk, die de woorden van den goeden geeste
lijke op mij maakten, was verschrikkelijk. De
wereld scheen voor mij oen groot terrein, vol
leugen en bedrog en slechts de vermaningenen
troostredenon mijns pleegvaders waren in staat
om mij eindelijk wat op te richten. Hy toonde
mij aan, dat de weg my open stond om ray door
eigen krachten naam te maken, dat ik daartoe
gaven en talenten in overvloed bezat. Van na
ture eerzuchtig, kende ik van dit oogenblik
was hun een feestelijke ontvangst bereid,
doch door het late uur men had hen
reeds te 6 uren verwacht moesten de feeste
lijkheden achterwege blijven.
Naar men uit Breda meldt, is in de far
briek van de firma C. J.Marijnen het stand
beeld van Coen thans voltooid. Het is 3.50
M. hoog. Coen draagt het gewaad van gou
verneur van Indië en ziet met fermen blik
voor zich uit; de eene hand rust in de zijde,
terwijl de andere het zwaard omvat, dat met
het gevest uit den afhangenden mantel te
voorschijn komt.
Heden wordt het beeld naar Hoorn ver
voerd, waar het Dinsdag onthuld zal worden.
Alweder is een groot man van ons wegge
gaan, Jacob Moleschott, hoogleeraar in de
wijsbegeerte aan de Universiteit te Rome,
die 8 Augustus 1892 door heel de geleerde
wereld werd toegejubeld bij zijn 70 jarig feest
Jacob Moleschott is Zaterdagmorgen na
een korte ongesteldheid overleden.
De beroemde man was in Nederland
's-Hertogenbosch geboren en otidanks zijn
half vrijwillige, half onvrijwillige ballingschap
Nederlander gebleven, in hart en ziel.
De rechtbank te Arnhem heeft een inwo
ner van Zevenaar, beschuldigd een kiezer
aldaar te hebben omgekocht bij de jongste
verkiezing voor de Provinciale Staten, ver
oordeeld tot f20 boete, subsidiair 7 dagen
hechtenis, en ontheffing van kiesbevoegheid
enz. voor den tijd van 5 jaren.
De heer Cornelis Bok, te 's-Gravenhage
heeft een plan ontworpen en in model ge
bracht van een spoorweg, waarlangs de scne-
veningsche visschersvaartuigen van en naar
den Hoek van Holland kunnen w orden vervoerd.
Daar is gelegenheid voor een haven, waarin
25 schepen kunnen liggen, welke de ontwer
perdoor stoomkracht op lange, 6 meter breede
ijzeren wagens wil aoen trekken, elk met
12 assen en 24 wielen en op 4 rails loopende.
Zes van zulke met de schepen beladen wagens
worden dan door een locomotief langs het
strand en terug vervoerd.
De kosten zijn op 8 ton geraamd en de
spoorlijn die tot IJrauiden kan worden ver
lengt, kan dienst doen voor de kustverde
diging. Thans betalen de Scheveningsche
reederijen ongeveer f30000 'sjaare voor het
ophalen en aflaten der vloot.
slechts éen doel, éen streven. Roem en eer, geld
en macht, dat alles moest mijn worden!
„Mijn pleegvader wenschte mij voor geestelijke
op te leiden, doch ik begreep dat ik als zoodanig
mijn doel nimmer bereiken kon. Ik koos dus
de rechterlyke studie, doch toen ik de uitge
breidheid daarvan leerde kennen, toen :k zag,
hoevelen met mij later naar een betrekking
zouden hunkeren, hoe zij, die kruiwagens had
den, het eerst daarvoor in aanmerking kwamen
begon ik een afkeer van de studie te krygen
en gaf haar weldra op.
„In dien tijd kwam ik op ongezochte wijze in
aanraking met den man, cue ik op de badplaats
als doctor Winde voorstelde. Hij was gooche
laar in een der theaters van Berlijn. Hij ver
telde mij veel van schatten, welke bijna zonder
moeite te verkrijgen waren, als men het maar
slim en behendig genoeg wist aan te leggen.
Is het wonder, aat de mededeelingen van den
goochelaar me meer en meer opwonden? Waarom
zou ik niet beproeven om mij van die rijk
dommen meester te maken? Reeds bij mijn ge
boorte had men mij een eerlijken naam ont
houden, de eenige menschen, die ik op de gaDsche
wereld liefhad, mijn pleegouders, warengestorven,
voor wien en wat moest ik sterk blijven, de
verzoeking ontvlieden? Ik trad met mijn nieu
wen kennis in overleg en het gevolg daarvan
wat, dat wij de coraedie op do badplaats opvoerden.
De gedachte aan een misdaad had ik daarbij
niet, dat zweer ik u, want u hebt natuurlyk
reeds begrepen, dat de rijkdommen, waarvan
sprake was, bestonden uit de diamanten van den
kapitein, die dezen waarschijnlijk evenmin eer
lijk toekwamen." {Wordt vervolgd