Donderdag 8
Juni 1893.
No. 4256.
37e Jaargang.
MISS MAY.
TOONKUNST.
Binnenland
Uitgave
A. H. VAN CLEEPP
te Amersfoort.
Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden /T.
Franco per post f 1.15. Advertentiën16 regels (50 Cents.elke regel 'neer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel
15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers iO Cents.
Bureau
MUURHUIZEN
hoek Kortegracht, Wijk B. 00
Reis-abonnementen.
Wij zijn gaarne bereid om, tegen
vergoeding van porto, aan geabon-
neerden, die voor korten of langen
tijd op reis gaan, cle Amersfoortsche
Courant en de bladen, welke zij door
onze tussohenkomst ontvangen, na te
zenden.
Opgave van duidelijk adres is vol
doende.
HULPBANK TE AMERSFOORT.
Tot het geven van hulden tku leen zal
eene Commissie uit het bestuur op MAAN
DAG, den 12 JUNI aanstaande, 's namid.
van halftwee tot halfdiiie, zitting houden
in een der lokalen van liet Raadhuis, alwaar
de belanghebbenden zich kunnen aanmelden,
ook voor het teruggeven van gelden.
HERM. P. VAN HASELEN,
Secretaris-Penningmeester.
KENNISGEVINGEN.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gezien de tweede zinsnede van art. 21 der
verordening op de Straatpolitie
Doen te weten, dat de hoofdbewoner van een
gebouw, de gebruiker van een erf, dc eigenaar
of beheerder van cenig onbewoond eigendom,
of van eenig ongebruikt erf, verplicht zijn de
straten vóór, achter en terzijde van hun pand
gelegen, waar overburen zijn „terhalve breedte",
en waar geene overburen zijn, of op pleinen en
grachten „tot vijf meters uit den stoep" te doen
wieden, zoodut de straat op Maandag den 19 Juni
aanstaande, des voormiddags te 11 uren, behoor
lijk gezuiverd is, op straffe bij art. 37 der gemelde
verordening bepaald.
Amersfoort den 6 Juni 1S93.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTTJS.
De BURGEMEESTER dek GEMEENTE
AMERSFOORT,
Gelezen een besluit van den Commissaris der
Koningin in de provincie Utrecht, d.d. 26 Mei
1893, n°. 1. A.Z. (Provinciaal-blad van 1893, n°.46),
met betrekking tot den in- en doorvoer van
buitenslands, van de van vee afkomstige artikelen,
vermeld in de koninklijke besluiten van 8. De
cember 1870 (St.bl. n°. 194) en 14. Augustus
1888 (St.bl. li". 142)
Brengt ter kennis van belanghebbenden in
deze gemeente, dat de Commissaris der Koningin
in deze provincie door den Minister van Bin-
nenlandsehe Zaken is gemachtigd aan belang-
Feuilleton.
Naar het Fransch door S
Dit is de geschiedenis van een Zwitserschen
gids, die hopeloos een jong, beeldschoon Engelsch
meisje beminde, ver boven zijn stand. Er is niets
belangwekkends in, behalve het einde maar
ter wille van het einde is het begin de moeite
van het vertellen waard.
Hij was oen gids uit Engadin en heette Frits
Muller. De vróuwen van Engadin zijn schoon,
ten minste in dc oogen der Engadiners en hij
had eigenlijk een van haar moeten trouwen.
Indien hij dat gewild had, dan zou iemand als
hij, die zóo veel verdiende en zóo gezien was bij
de vrouwen, waarlijk keuze genoeg gehad heli-
ben. In stede daarvan verloor hij zijn hart onher
roepelijk aan een Engelsche jonge dame de
Engelsche Friiuloin, zooals hij haar noemde die
hem had aangenomen voor bergtochten te Ponfc-
resina.
Het spreekt vanzelf, dat hij haar zijn liefde
nooit bekende, llij begreep, dat het verwaand
van hem was om haar lief te hebben cn ver
waandheid on arrogance blijven in Zwitserland
bijna uitsluitend bepaald tot de „upper ten" van
Bern en het kanton Wiuidtland. Daarbij, ofschoon
romuntisch van aard, had hij gezond verstand
genoeg om te weton, dat het smachten bespot-
hebbenden wederom vergunning to verleenen
tot in- en doorvoer van versche huiden, (met
inbegrip van versch gezouten huiden), van mest
en van versche (niet gedroogde) klauwen en
hoornen, onder de voorwaarden genoemd in de
Staatscouranten van 12. Maart 1885 cn 23. Au
gustus 1888; wordende de belanghebbenden er
voorts opmerkzaam op gemaakt, dat het voor
geschreven bewijs van onbesmette herkomst ten
aanzien van de genoemde artikelen niet bij de
aanvrage maar hij den invoer moet worden vertoond.
Amersfoort, den 6. Juni 1893.
De Burgemeester voornoemd,
F. I). SCHIMMELPENNINCK.
Amersfoort viert Zaterdag en Zondag feest.
Voor de eei-ste maal sedert het bijna vijf
tienjarig bestaan van de hier gevestigde Af-
deeling van de Maatschappij tot bevordering
der Toonkunst, '/.al onze goede stad het voor
recht genieten, dat er de Algemecne Ver
gadering van de Maatschappij gehouden wordt.
Voor het eerst wordt de uitvoering der
Zangvereeniging - de dertigste in de rij - door
samenwerking van een orkest met liet koor,
dat tot honderd zangeressen en zangers ver
sterkt, Is en door het optreden van eenige
toonkunstenaars van naam, gestempeld tot
een Feestuitvoering.
Als zoo menige kleine Afdeeling, heeft ook
de Afdeeling «Amersfoort" sedert haar op
richting heel wat strijds gehad.
Enkele bijzonderheden uit haar geschiedenis
zullen onzen lezers, die de uitvoeringen niet
kunnen bijwonen, wellicht niet ongevallig zijn.
Ziehier wat een zeer bevoegde daaromtrent
in het tekstboekje meedeelt:
»In de laatste hell't van November 1878,
vereenigde zich, op aansporing van onzen
toennialigen stadgenoot dr. E. D. Pijzei, een
67tal ingezetenen tot een Afdeeling van Toon
kunst als bestuurderen werden gekozendr.
E. D. Pijzei, voorzitter, mr. J. He.yligers, on
dervoorzitter, Paul A. Huet, secretaris, J. D.
Methorst, penningmeester en W. P. A. van
Werkhoven, bibliothecaris. Ook de «Amers-
foortsche Zangvereeniging," een koor van 51
dames en heeren, met haar welvoorziene
muziek-bibliotheek, loste zich in de nieuwe
Veroeniging op. Onder de leiding van dr. Pijzei
gaf zij als Afdeelings-Zangvereeniging haar
eerste uitvoering met klavier-begeleiding en
dubbel strijkquartet op 22 April 1879.
«Nadat in den zomer van hetzelfde jaar dr.
Pijzei Amersfoort metterwoon verlaten luid,
zijn de uitvoeringen geleid door directeuren
telijk wordt, indien het groote woord eenmaal is
uitgesproken.
Het spreekt evenzeer van zelf, dat zij de ge
negenheid ontdekte, die hij niet durfde bekennen.
Het vrouwelijk instinct in deze zaken is onfeil
baar. Een vrouw moge een bewonderaar voor
een minnaar verslijten, maar zij zal nooit den
minnaar voor een bewonderaar aanzien, zelfs
indien zij ze bij dozijnen telt.
Tel op zekere hoogte moedigde zij hem aan.
Het vermaakte haar en zij gevoelde, dat hij nooit
zou verwachten „au sérieux" genomen te worden,
zelfs niet wanneer zij hem met een greintje
coquetterie een tukje edelweiss aanbood, dut zij
zelve geplukt had. Met een Engelselion groom
of zelfs met een Engelsehen koerier, zou zij
natuurlijk nooit zoover gegaan zijn maar flirt
met een Zwitschersclien gids schoen haar vol
strekt niet shocking.
Er was ook geen kwaad in Fritz dacht geen
oogenblik aan de mogelijkheid, dat zij er iets
mede zou meencnhij onderstelde nooit iets
meer, dan dat zij zich tc zijnen koste een weinig
amuseerde, cn aangezien iets anders ondenkbaar
en bespottelijk zou zijn, was hij tevreden niet
het tegenwoordige. Maar hij koesterde cn ver
zorgde zijn takje edelweiss juist zooals een ge
lukkiger minnaar zou doen en hoopte, dat iets
hem de gelegenheid zou geven, om haar het be
wijs tc geven dor innige liefde, waarvan hij niet
durfde sproken.
Eindelijk deed zulk een gelegenheid zich voor.
op de arete van dc I'ic Bornina. Het. was hard
voor hem, dat hij dien berg moest beklimmen,
niet alléén met zijn „Engelsche Friiuloin." maar
met May's Engelsclien bruidegom, die zich te
l'ontresina bij het gezelschap had gevoogd on
van buiten de gemeente, en wel achtereen
volgens door de heeren August Winter (1880
en 188'i), W. F. Enderle (1882 tot 1885) en
verder door den tegeriwoordigen directeur der
Afdeeling, den lieer M. W. Petri. De gewich
tige, niet benijdenswaardige taak der klavier
begeleiding was in bovengenoemde jaren
achtereenvolgens in handen van de dames
Lagerwey, Busken Huet, M. Enderle en van
Mej. M. E.vanDrieJ, die onafgebroken sedert
10 December 1885 haar talenten daarvoor be
schikbaar stellen wil.
«Het ledental der afdeeling, dut als laagste
cijfer 57, als hoogste het tegenwoordige (103)
aanwijst, overschreed in die vijftien jaren
slechts even het gemiddelde, 82. Voor de
Zangvereeniging vinden we in diezelfde ver
houdingen 30 en 65, gemiddeld 48. Die cij
fers zeggen genoeg om te doen begrijpen,
met welke krachtsinspanning de muziekuit
voeringen op het vereischte peil gehouden
werden.
«Gelukkig dan ook voor de Afdeeling, dat
•/.ij, door liet optreden als directeur van den
beer M. W. Petri, in September 1885, na
herbaalde vruchtelooze pogingen in staat ge
stold werd de werkzaamheden te openen op
het gebied van het onderwijs. Dat zij die
met den gewenschten uitslag heelt kunnen
voortzetten onder zulke voortreffelijke leiding,
daarvan getuigen het Volkszangonderwijs in
deze gemeente en de Muziekschool.
«Met ruim 300 leerlingen werd 2 September
1885 de Volkszangschoól geopend. Opgericht
als afzonderlijke school en bekostigd door de
bijdragon van eenige ingezetenen, mot het
vrije gebruik van een gemeentelokaal, ver
kreeg de '/.eer gezochte inrichting eorst vasten
voet toen September 4888 liet onderwijs
werd voortgezet in twee openbare scholen,
en gegeven door aan die scholen verbonden
onderwijzers, de heeren H, G. den Haring on
A. Veen, dezelfden, die heden nog met de
meeste voldoening het kosteloos zangonder
wijs geven aan een 168 tal door den zeil'uit
de schoolbevolking gekozen kinderen van on
ver i nogenden.
Nadat aanvankelijk velerlei pogingen
hadden gefaald, werd den 8. Maart 188(5
de Muziekschool geopend boven de voorma
lige Stadswaag met 80 leerlingen. De gun
stige omstandigheid, dat Mej. J. B. van
Eyken, dochter van den in de herinnering
van oudere ingezetenen nog steeds voort
levenden Stadsmuziekmeester Gerrit van
Eyken, het voornemen te kennen gal' haar
eervolle loopbaan als muziekonderwijzeres te
W. C. DIJKGRAAF. Horloger.
Langestraat 16.
mee zou gaan naar de Italiunnschc meren. Maar
dat een man zelfs een man van zoo eenvoudige
afkomst ook lijn gevoel kan hebben, is een
van die feiten, die sommige vrouwen zich nooit
kunnen voorstellen.
Als echte coquette kon ook May Tyroll zich dat
niet voorstellen, en zij meende, Uat zulk een
luchtig liefd geschicdenisjc, waarbij zij zelve zulk
een lijdelijke rol speelde, juist geschikt was om
te lachen.
Het gezelschap, dat op een morgen, een paar
uur na middernacht, opstond om de I'ic Bornina
te bestijgen, bestond dus uit May Tyrrell, haar
verloofde Arthur I'emberton en twee gidsenFritz
Muller, van l'ontresina, en Gespard Lafargue,
van Chamounix. De Pie Bornina valt allerminst
in dc categorie der „dames-bergen," maar wij
léven in een tijd, waar in de dames er opstaan
om juist, de moeilijkste bergen te beklimmen,
het gaden zooals hot wil. Fritz luid zijn Engelsehc
geliefde uitstekend leeren klimmen en Arthur
l'cmborton had genoeg bergtochten genomict., om
niet terug to schrikken voor alles wat minder
levensgevaarlijk was dan de Weiss Hofil of de
Dent Blanche. Zij vertrokken met zeer fraai
weder en do tocht beloofde vool. Alles ging dun ook
waarlijk goed, tot dat zij een zeker puntdor „aróto"
bereikt hadden.
Deze „arêto" is de groote moeilijkheid bij de
bestijging en verdient een nauwkeurige beschrij
ving, om het vervolg der gebeurtenissen duide
lijk te maken.
liet is een lange, smalle rug van hard bevroren
besluiten, indien zij als opvolgster in haar
lessen kon aanbevelen de lang beraamde
Muziekschool, werkte daartoe niet weinig
mede 31 familien vertrouwden hun 54 kin
deren aan de Muziekschool toe. In Maart
1887 kwam bij 't onderwijs in zang en kla
vier de vioolklasse; twee jaren daarna werden
de theorie- en de cello-klasse geopend. In
September van datzelfde jaar 4880 kon de
school haar bescheiden woning in dc twee
jaren te voren betrokken tuinzaal van de
Sociëteit Concordia verwisselen met oen eigen,
mim en doelmatig ingericht gebouw.
«Niettegenstaande de vermeerderde gele
genheid tot het nemen van privaatonderricht
in muziek, wijst de statistiek duidelijk op
uitbreiding van het klassikaal onderwijs, dank
zij de uitnemende krachten daaraan van den
beginne verbonden: Mej. M. E. van Driel
de heeren M. W. en W. Petri, en (ter ver
vanging van den heer J. H. Brinkman) de
heer G. K. G. van Anken. Gedurende naar
zevenjarig bestaan werd de school gemiddeld
jaarlijks bezocht door 141 leerlingen (73 per
sonen) en heeft zij voorzien in het muziek
onderwijs van 243 jongelieden.
«Is liet te verwonderen, dat de Afdeeling
de bijzondere verdiensten van Mej. Van Eyken
en de heeren Pijzel en Petri, heeft trachten
te erkennen, door hun een eereplaats aan te
wijzen onder haar leden
Het spruitje is een boom geworden, die
reeds menigmaal goéde vruchten droeg. Thans
zal de Afdeeling haar eerste feestuitvoering
geven en zeer velen zullen toestroomen om
deze bij te wonen. Vol verwachting is men
van het Kunstenaars-concert op aanstaanden
Zondag.
Moge het feest in ieder opzicht slagen en
er toe bijdragen, dat de Afdeeling «Amers
foort" aangroeie tot een der bloeiendste van
de Maatschappij tot bevordering derToonkunst.
HH. MM. de Koninginnen zullen 17 Juni
van de buitenlandsche reis terugkeeren en
weder het paleis Het Loo betrekken.
De Staatsraad Des Amorie van der Hoeven
is belast met de waarneming van het voor
zitterschap der afdeeling van den Raad van
State voor de geschillen van bestuur. Ais
opvolger van jhr. Van Reenen als viee-pre-
sneeuw, die met verschillende steilten on diepten,
recht naar den top voert. Aan de eene zijde
loopt, langs oen helling naar beneden, een afgrond
van verscheidene duizenden voeten diep. Aan
de andere zijde gaapt een diepe scheur, die de
aróte afscheidt van den berg zelf. Eenmaal voorbij
de scheur, is het gevaar minder groot, maar één
verkeerde voetstap, één onachtzaamheid is aan
beide zijden noodlottig. Op do aróte zelf kan
men juist staan, ofschoon er meermalen treden
moeten gehakt worden in het ijs, om vaster te
staan. Aan de cene zijde is nog een smalle
sneeuwrand, die den afgrond eenigszins voor het
oog verbergt, maar de overtocht ia toch zóó ge
vaarlijk, dat alle klimmers aan elkander gebonden
worden, zoodat, als er één mocht uitglijden, de
andoren hom nog bijtijds kunuon tegenhouden.
Voor dit doel moet het touw altijd strak en
gespannen blijven tusscheu de klimmers, anders
zou de vaart, verkregen door een uitglijden van
misschien niet uiccr dan één meter, voldoende
zijn om het gchcele gezelschap naar beneden te
trekken on over den sneeuwrand in snelle vaart
te doen afglijden nnar de onzichtbare gletschers,
duizenden voeten beneden hen.
Door een onachtzaamheid van één oogenblik
geschiedde een vreeselijk onheil. Frits ging
vooruitmet eenige meters tussohenruimte volgde
May Tvrroll, daarna Arthur I'emberton euein
delijk de gids uit Chamounix. Zij waren juist op
oen dor moeilijkste plaatsen van den ganse hen
tocht; miss Tyrrell ging echter zóo vlug voort
over het ijs en dc bevroren sneeuw, uat hot
lange touw tusschen haar en Fritz, in plaats van
gespannen te zijn, los over het ys sleepte.
(Slot voigi).