don vereeuwigd, maar bovenal zou de Ko ning-Stadhouder, aan wien met Nederland een groot deel van Europa dure verplichtingen heelt, verdienen dat hem een werkelijk grootsch gedenkteeken werd gesticht. Moge dit woord bij de verstandige vrienden van ons stamhuis weerklank vimien en ook door andere bladen worden verspreid Dezer dagen werd gewag gemaakt van de gemeente Henswoude, wier financiën zoo goed staan, dat de hoofdelijke omslag met 25 pCt. is verminderd. Deze gemeente wordt naar men ons thans meldt, nog overtroffen door die van St. Pieter bij Maastricht. Daar wordt, behalve een belasting op het houden van honden van weelde, geen enkele belas ting gelieven en zulks, niettegenstaande voor eenige jaren ten behoeve van den bouw eener nieuwe kerk een subsidie van fill 000 uit de gemeentekas werd verstrekt. Het onderwijs is er goed geregeld en het school geld zeer laag. Uit de legerplaats bij Oldebroek wordtnan de Zw. LI. gemeld: Woensdagavond onge veer 6 uur, gebeurde hier, door onvoorzich tigheid en ondanks de vele wuai-schuwingen, een ernstig ongeluk. De sergeanten Kastelein en Rottier, van den Hoofdcursus der infanterie, gingen na alloop van het middageten verge zeld van nog een kameraad, een wandeling maken op het schietterrein, hoogstwaarschijn lijk met het doel, eenige onderdeele» van projectielen te zoeken, welke voor hun studie min of meer waarde hadden. Op een 2000 meter van de legerplaats vonden zij eenon- gesprongen projectiel, naar men denkt een granaatkartets, waaraan zij moeten gedraaid nebben of iets hebben verricht waardoor dit projectiel eensklaps sprong. Beiden wer den zwaar gewond. De kameraad, die met hen was vertrokken, en dieopdatoogenblik een 20 a 30 pas van hen verwijderd was, bleef ongedeerd. Hulp kon hij niet verleenen, maar zoo snel mogelijk begaf hij zich naar liet kampement, waarop onmiddellijk het hos- pitaalpersoneel met een verband kist uitrukte. Natuurlijk ging met het heen en terugloopen een goed half uur verloren, waardoor de ge wonden veel bloedverlies hebben geleden. Sergt. K. had zijn linker arm verloren, terwijl zijn linkerbeen zwaar was gekwetst. De linkerhand van sergt. R. was verbrijzeld en hij had nog eenige kleine wonden aan borst en beenen. De officier van gezondheid 2e klasse Ver inaas was spoedig ter plaatse, bezag de voor- loopige verbanden die door den sergeant en een soldaat van liet hospitaal-personeel met behulp van eenige onderofficieren gelegd waren en gaf daarop kist hen naar de ambu lance te vervoeren. Van den ziekenwagen, welke intusschen was aangebracht, kon geen gebruik gemaakt worden, daar dit vervoer middel door de heide te veel zou schokken. Daar ieder onderofficier en soldaat gaarne het zijne er toe bijbracht om de smart van de gewonden te verlichten, werden zij zoo voorzichtig mogelijk op brandcards naar de ambulancegedragen om daar verder te worden geholpen. Al spoedig bleek, dat sergeant K., behalve de zware verwondingen aan arm en been, ook nog in zijn buik was getroffen. Beide jongelieden waren intusschen goed bij hun bewustzijn gebleven. Op verzoek van den officier van gezond heid was dr. I'. LoelV uit Epe ontboden om behulpzaam te zijn bij de amputatie. Hij was onmiddellijk lereid te komen met dr. Simon Thomas, die hij hein vertoefde. De toestand van sergeant K. was leeds hopeloos, zoodat men zich bepaalde tot de amputatie van de linkerhand van sergeant R., hetwelk zeer gelukkig is volbracht. Kastelein ver loor langzamerhand het bewustzijn en om 11J uur 's avonds overleed hij. De toestand van sergeant Rottier is nog niet zonder gevaar, daar hij nog verschillende brand- en schramp- wouden heeft bekomen aan aangezicht en borat. Beide jongelieden zouden in .September aan het examen voor 2e-luitenant deelnemen en met de leerlingen van den Hoofdcursus den volgend*:ri dag naar Kampen terrugkeeren. IIol stoffelijk overschot van sergeant Kas telein werd Vrijdag om half-negen op de begraafplaats ter aarde besteld. Al de leer aren n leerlingen van den Hoofdcursus, de muziek van liet instructiebataljon en een deputatie van onderofficieren van dat bataljon leidden den doode grafwaarts. Tal van kran sen bedekten de lijkkist. De. oud-strijder Hendrik VVolters Snijder, te Steen wyk, hoopt lü Juni zijn honderdsten jaardag te vieren. Hij is een der laatst over geblevenen van lien, die den slag van Wa terloo medegemaakt en niet de legers dei- verbonden mogendheden onder de muren van Parijs vertoefd hebben. Vijfjaren lang heeft hij <le zware vermoeienissen van het krijgs mansleven in die dagen uitgestaan en daarvoor later de zilveren Waterloo-inedailleontvungen. Tot voor korten tijd verrichtte de krasse grijsaard, die niet groot, doch zwaar en sterk gebouwd is, nog zijn dagelijksche bezigheden maar nadat hij verleden jaar door de influenza werd aangetast, moet liy rneer rust nemen. Zijn zintuigen zijn nog goed, zijn geestver mogen tamelijk Fielder. Hij loopt nog flink rechtop. Het zal den dapperen oud-strijder op zijn aanstaanden honderdsten verjaardag zeker niet aan bewijzen van belangstelling ont breken. Vrijdagavond te negen uren hebben de vijf-en-twintig «wandelaars" uit het park te Amsterdam hun tocht aanvaard. Een talrijke menigte woonde den aanvang van dezen wedstryd bij. Omtrent het vertrek deelt men uit Am sterdam mede, dat de wielrijders, die als controleura dienst deden, met geweld door de volksmassa moesten heen dringen. Van sommigen werden de rijwielen door bet volk stukgeslagen. Ook de deelnemers aan den tocht hadden moeite om door het gedrang te komen. Een eind buiten de stad was er meer ruimte, maar voor alle woningen aan den weg stonden menschen. Te Duivendrecht was er tusschen de wande laars al een veracbil van twintig minuten. Zaterdagochtend nog twee minuten vóór negen, wandelde de kampioen, de heer Adolfs den Parktuin binnen. Hij was nog nzoo frisch als een hoentje", hoewel hij 12 uur achter elkander had gemarcheerd. 'tWas dan ook zeer sterk. Volgens tech nici is ile weg 17'/» uur gaans, militaire pas. De heer Adolfs deed het in 12. Hij werd gewogen, en had slechts 1,1 KG. aan ge wicht verloren. Hij voedde zich met vruch ten en biscuits. De twee laatstaankomenden (J F. Streubel om 2,2 en J. Straatman om 3,30) werden nog eens met frisschen moed toegejuicht. De heer Streubel, de bekende 57-jarige wan delaar, was niet het ininst vermoeid. Hij zag er net uit, alsof hij nog eens wilde tcrugkeeren. Dat plan gaf hij echter op, daar hij te 4 uur 's middags alweer op den trein moest zijn om de gvmnastiek-feesten te Brussel mee te maken. Die volharding is werkelijk niet alledaagsch. STADSNIEUWS. In de Vrijdagavond gehouden vergadering van liet Kiescollege der 11 erv. gemeente wer den lot diakeuen gekozen de heeren H. C. van Dam en J. W. Putman Cramer, die aan de beurt van aftreding waren. Mr. F. D. graaf Schimmelpenninck heeft de benoeming tot ouderling aangenomen. Door den Kerkeraad der Hervormde Ge meente alhier is tot Voorzanger en Voorlezer bij die gemeente benoemd de heer B. E. Mater, reeds vroeger als zoodanig werkzaam. Door den aartsbischop van Utrecht, mgr. P. M. Snickers, is tot kapelaan te Soest be noemd de weieerw. beer G. A. Hackman. De le-luit. A. F. Singels, van het 2e reg. veld-art., thans gedetacheerd bij de Ryscliool alhier, wordt 1 October gedetacheerd te Breda tot het volgen van den eursur voor trek paarden. De 2e luitenant C. J. F. deGraaff, van het 5e regiment infanterie alhier, wordt 8 Sep tember overgeplaatst bij de Cadettenschool te Alkmaar en belast met de militaire op leiding der cadetten bij gezegde inrichting. Tot binnenvader en binnennioeder in het Burgerweeshuis zijn door regenten benoemd de heer H. J. Klaassen en echtgenoote, bin nenvader en moeder in het wees-en armen huis te Wageningen. Tot leeraar in de Fransehe taal aan de 4e H. B. school met driejarigen cursus voor jon gens te Amsterdam, is benoemd de heer A. Zeiler, leeraar aan de H. B. school en het Gymnasium alhier. De gewone zendingsbidstond zal morgen avond te 8 uur in het gebouw «Volksheil" geleid worden door Ds. ter Haar Romeny. Programma van het Concert op Dinsdag avond 43 Juni te geven op het terras der Sociëteit Amicitia door de stafmuziek van het 5e regiment Infanterie. 1. Tannhauser-Marsch. Rich. Wagner; 2. Ouverture «Heimkebr ausder Fremde", Men delssohn Bartboldy3. »Entre-nous", Walzer, Waldteufel4. Kantaisie de 1'opéra «La Tra- viata", Verdi. 5. Ouverture «Egrnont", van Beethoven. 6.5 Spanische Tanze. Moszkowski. 7. a Traiimerei a. d. Russischen Suite, Wüerst. b «Flirtation", Petite Valse, Steek 8. Grande fanlaisie dramatioue sur des motifs de l'opéra «Don Juan" de Mozart, Fr. Dunkier. Bij de Vrijdag te Utrecht gehouden hard draverij werd de 1ste premie behaald door Krylaly, van den heer Coets de Bosson alhier. Zaterdag word in het logement, op deu Amers- foortschen berg do 64ste gewone algemeene vergade ring der „Moatsehappn tot bevordering der Toon kunst", gebonden, onder presidium van den nlgo- meeuen voorzitter, tar. J. N. van Hall, die bij de opening ongeveer het volgende sprak: „De algemeene vergadering, die volgens art. 46 der wet, bet hoogste gezag is van onze maatschappij, beeft op baar zwerftochten reeds verschillende pro vinciën en steden bezocht, beeft beurtelings gezeteld lu weidsolie zalen en in nederige gelagkamers, maar ik betwijfel, of zij ooit, om niet Vondel te spreken, zoo hoog gezeten" was als hier op den Amersfoorschen be,^lfeeft dit misschien in onze dagen, waar het Bymbool in de letteren en in de kunst zoo duchtig zich doet gelden, zou dat zoo vreemd niet zijn een symbolistische boteekenis? Voelen wij ons, als vertegenwoordigers der „Mij. tot bevorderiug der Toonkunst," verheven boven andere stervelingen? Op de muziek zijn velen geneigd het woord van den fabeldichter toe te passenLaissez-lutprendre tin pied ehez vous, elle en aura bimMtprit quatre. De muziek scholen, soms zelfs „muziek-academies" geheeten, rijzen als paddestoelen on niet altijd van de onscha delijkste soort, uit den grond. Of het intusschen wel alles muziek is wat wij zoo in huis, op de school en in de concertzaal te hooren krijgen Toen onze maatschappij de bevordering van het muziek onderwijs in haar programma schreef, deed zij dit niet ondoordacht. Zij begreep, dal een gebrekkige muziekschool, waar het onderwijs onvolledig is, het aantal quosi-muzikalen zou doen toenemen op een wijze, die voor de werkelijke kunst van onbereken bare schade zou zijn, „Zij begreep, dat door deugdelijk ingericht muziek onderwijs voor een ernstiger opvatting der muzikale kunst gezorgd werd. In die richting is liet plicht voort te werken. Dit zal zoo staks nog breeder door u-zelf ontwikkeld worden. Vergun mij thans u har telijk welkom te heeten." (Aupplaus). Hierna bracht de secretaris het algemeen verslag uit, waaraan we liet volgende ontleeneu. De heer A. W. van Eeghen, sedert 1876 algemeen penuingmees- ster der Mij. overleed in 1892 en werd vervangen door den heer J. C. Loinau. Het aantal afdeelingen bleef 20, met te zameu 4119 contribueerende leden, der halve 110 minder dan het vorige jaar. Verder zijn er 104 honoraire, 36 buitenlandsche en 4 binuenlaud- sche correspondeerende leden, 31 leden van ver dienste en 1 buitengewoon eere-lid (H. M. de Konin gin-Regentes). De stand van het „Kunstenaarsfouds" mag gunstig genoemd worden. Het vaste fonds is aaugegroeid van f91000; aan 31 rechthebbende wer den toelagen uitgekeerd. Van wijlen mevrouw Lars- sen-Jensen tc Haarlem ontving het fonds een legaat groot f500. Het aantal leden der zaugvereeiiigingen bedroeg dit jaar 2301, dat der leerlingen der muziekscholen 2530. Het conservatorium der afdeeling Amsterdam trad zijn 9e levensjaar in. Het werd bezocht door43 leerlingen en 9 hospitanten. Gunstige eind-getuig- schriften werden uitgereikt aan de dames C. M. Loman, A. A. Niewenhuis, L. J. F. Mauser, A. de Lange eu aan de heeren J. Snoek en W. A. Pameijer. De exauien-regelingscommissie kende vier eandidiiten diploma's eersten graad toe en wel aan de dames J. J. VV. Eland, W. B. Sissingh, O. M. Uanau en C. J. A. Mijsherg. Aan 21 cauaidaten werd het diploma voor zangonderwijs verstrekt. Te Amsterdam namen 530 leerlingen deel aan de gesubsidieerde volkszangscholen. Te Utrecht bedroeg het aantal leerlingen op 31 Dec. 1892129 meisjes en 128 jongens. Te Amersfoort werden vier cursussen gegeven door de Onderwijzers H. C. den Hartog en A. Veen. Met grootc toewijding vervulden beide Heeren huil taak. De 168 leerlingen, die aan deze cursussen deelnamen, toonden groote belangstelling, zoo zelfs dat jonge lieden, die tic school reeds verlaten hadden, de Zang- cursussen bleven bezoeken. Tot lid van verdienste werd vervolgens benoemd de heer Edv. Grieg eu tot correspondeerende leden de heeren Eru. Reyer, Rich. Strauss en Boito. In de commissie van het kunstenaarsfonds werd gekozen de heer W. F. G. Nicolai. Aangewezen als commissie voor het nazien tier rekening: werden de afdeelingen Alkmaar. Schiedam en Zutphen. Herkozen werd tot hoofdbestuurder de heer Daniël de Lange. Herinnert! werd de 80ste geboortedag van den heer J. C. Boers. Deze gelegenheid werd door de vrienden van den kunstenaar aangegrepen, oui hem :n welverdiende hulde te brengen. Namens de Maul- dinppij bracht het Hoofdbestuur den jubilaris de armste gelukwenschen. Moge deze begaafde kun- stenoar nog menig jaar van rust genieten, na zijn in de kunst werkzaam leven. Ook werd een woord van hulde gebracht uan de nagedachtenis van de in dit jaar overledenen, voor- uumclijk Robert Franz en Henri Litolff. Alsnu wordt de finuncieele regeling aan het oorduel der vergadering onderworpen. De Rekening en yerantwoording over 1892/98 en de Begrooting 1893/94 gaven aanleiding tot oen klein debat, waaraan de afd. Goes, 's-Gravenhage en Rot terdam deelnemen. Het bestuur wordt gemachtigd voorstollen te doen tot aunkoop van standaardwerken, waarna de be groeting aangenomen wordt. Nn een kleine pauseering werd de vergadering te ruim twee uur heropend. Aan de orde zyn nu de bijzondere voorstellen van het hoofdbestuur waarvan liet eerste luidt; „Voor alle muziekscholen van de aldeelingeu der Maatschappij wordt een uniform programma vast gesteld". Utrecht vindt, dat men te ideale opvattingen heeft, dat men hier niet te doen heeft met een algemeen- belang, daar er van de 20 afdeelingen er slechts 8 een muziekschool bezitten. In de tweede plaats wordt de vrijheid dier 8 af deelingen gebonden. De afd. behooren even vrij te zijn in hun onderwijs aan de scholen als in hun muzikale uitvoeringen. Daarenboven kan men zich met de technische voorschriften niet vereenigen, vooral met den aangegeven leeftijd en met de be paling, dat du kinderen eerst na 2 jaar een instru ment leeren bespelen en voor dien tijd uitsluitend onderwijs krijgen in theorie, terwijl de afdeeling vreest, dat het uitgebreid programma oen beletsel zal zijn voor de oprichting van nieuwe scholen eu daardoor 't privaatonderwijs zal worden bevorderd. Den Haag heeft 't voorstel met groote ingeno menheid begroet, maar betwijfelt, of men een uni form programma aan de afdeelingen kan opdringen. Amsterdam kan zich met de ideale strekking vereenigen, maar onderschrijft toch eenige bezwaren der afd. Utrecht en vreest hoofd zakelijk voor concur rentie. De directeur der Amsterdainsohe school meende 't programma niet te kunnen toepassen. Amersfoort treedt in een weerlegging der vorige sprekers. De quaatiteit der muziekscholen moet onderdoen voor de kwaliteit. De morecle band der afdeelingen is een waarborg voor ile naleving van het voorstel. Rotterdam wijst er op, dat incn juist vóór alles met do locale omstandigheden moet rekening hou den en dringt op zelfstandigheid aan. Haarlem zal evenmin voor het voorstel stemmen. Leiden schaart zich aan de zijde van Amsterdam, zou hot betreuren, als het vele goede van 't voorstel geheel van 't tapijt werd gebracht en dringt er op aan, dat 't bestuur een volgend jaar met gewyzigd, min der idealistisch programma komt. Nadat Alkmaar en Dordrecht nog 't woord hebben gevoerd, treedt de heer I)an. de Lange in een weer legging en constateert een oppositie tegen 't prin cipe en een tegen de wijze van inkleeding. Feitelijke bezwaren heeft spr. niet hooren noemen. Evenals oen kind eerst moet leeren lezen voor't gaat declameeren, evenzoo moet het op muziek-gebied van '1 begin af techniseh ontwikkeld worden. Utrecht beroept zich op de ondervinding, dat de jaren van 6 tot 9 de beste zijn voor de vorming der handen en stelt dit gelijk met „loeren spreken", niet met „declameeren". Na een levendige discussie, waaraan verder de voorzitter, de heer De Lange en tie afd. Leiden deel nemen, stelt Alkmaar (ondersteund door 's-Graven- hage en Haarlem) 't volgende amendement voor: „dat op 1 Sept. 1897 alle scholen der maatschappij zoo veel mogelijk volgens het door deze vergadering vastgestelde programma zullen «ijn ingericht." Dit amendement wordt met 30 tegen 24 stemmen ver worpen. Amersfoort dient nu als conciliant voorstel in, dat ieder leerling die instrumentaal onderricht verlangt, in de theoretische vakken moet les nemen. (Ver worpen met 36 stemmen „tegen".) Het geheele voorstel van het Hoofdbestuur wordt nu in stemming gebracht en verworpen met 47 stem men tegen 13. Art. B. der bijzondere voorstellen wordt zonder stemming aangenomen, terwijl de crediet-aanvraag van f3000 der afdeeling Utrecht voor een twee- daagsch muziekfeest by de algemeene vergadering te Utrecht, na een uitgebreide discussie, waaraan alle afdeelingen deelnemen, wordt aangenomen met 29 stemmen. Hierna werd de vergadering gesloten. Eer we een kort overzieht geven van het Muziekfeest, vergunne men c door de groote bladen eenstemmig wordt afgekeurd. Voor de eerste maal en 't zal stellig niet zoo spoedig andermaal geschieden - zong hier een koor van honderd personen en werd dit begeleid door een vrij zwaar orkest. De zaal zelf was bovendien bijna geheel gevuld. Was 't wonder, dat de loon ontwikkeling en accustiek te wenschen overlieten? De zaal voldoet aan de dagelijksche behoeften eu dat is waarlijk al veel. Ware zij inderdaad zooveel hoo- ger als men zou wenschen, dan zouden we anders steeds klagen over slechte geluidsleidingnog een Nuts-redeuaar, noch een gewone muziekuziekuitvoe- ring, noch een comedie-voorstelliug zou er succes hebben. We kunnen inderdaad tevreden zijn met hetgeen de bouwmeester leverde: een zaal die ge heel voldoet aau de behoeften eener kleine stad. Een bijzondere bespreking verdient het le nummer van het programma: Het groote lied, gedicht van Bernard ter Haar Bz. voor Sopraan-solo, gemengd koor en orkest. Dit 126e werk van onzen geniulen lundgenoot Richard Hol werd hier voor de eerste maal uitge voerd. De 30 maten van de inleiding klonken zeer schoon cn leverden een voortreffelykeu gedachten- gang tot het eerste gedeelte van het koorlied: „Daar wordt op aard, van oord tot oord, Een wonderheerlijk lied gehoord." De sopranen en alten vervolgen: dat dit lied tuist door de palmen van 't heerlijk Insulinde de te noren en bassen zingen, dat het: dreunt langt tie schotsen van 't kille Noorden. De sopranen en alten vervolgen verderdat het trilt in 't wiek geklep van 't koozcntl lentekeeltjede tenoren en bassen wederom: dat het bruistin 't stormgeloei der woeste donder stormen. In nn. 2 treedt de solo-sopraan zelfstandig op, en wel: waar het lied ruischt, het singt van leven in nieuwe vormen opgestaan. Met afwisseling, ook in harmo nische bewerking, was dit deel bijzonder aantrek kelijk van vorm eu inhoud. In het 3o deel is het de solo-sopraan met koor die vermeldt, d it bot Soheppiiigali'.'J is zoowel stout als teedrr, terwijl in een 2 stemmig Canon als slot koor het „Eeuwig" Halleluja jubelend klinkt om God „te loven want Hij is groot en eindloos goed". Do uitwerking van dit pakkend slot vooral was grootsch en sleepte allen mede. De uitvoering was bijna vlekkeloos en getuigde van do ernstige studie welke onze zangafdeeling er van gemaakt heeft. Zelden hoorden we zulk een goed geheel als op deze twee dagen; nimmer haast zongen koren zóo schoon. Zoowel de uitvoering van het moeilijke Lobgesang als van de psalmen van Sweelinek werd luid toege juicht en niemand minder dan Daniel de Lange verklaarde ons van de uitvoering der beide koren van Verhuist, dat „deze juweeltjes van toonzetting op onverbeterlijk wijze gezongen" waren. Voorwaar een vleiend getuigenis voor zangeressen en zangera, maar ook voor den heer M. W. Petri. De krans, hem bij den afloop door den president der afdeeling „Amersfoort", den heer H. W. A. van der Wall Bako, ter hand gesteld en de vleiende woorden hem toegesproken heeft hij dun ook in ruime mate verdiend. Stellig komt ook een woord van lof toe aan mo- juffrouw M. E. van Driel, die zich belastte met de moeilijke taak van accompaguatriee bij hot kunste naars-concert. Een enkel woord nog over het eigenlijke Kun stenaars-concert, nadat we ter loops van de uitvoering van De Rote, door Spoel gezongen en door De Lange gedirigeerd, gezegd hebben, dat ze een storm van toejuichingen voor zanger eu componist deed opgaan. Na de Psalmen van Sweelinek zong Mei. Ivindré, die zich bereid verklaard bad Mej. Redaingius tc vervangen, Schirne Wiegr. van Schumann en iAistund Leid van W. Landré. De zangeres beschikt over een zuiver, gemakkelijk aansprekend orgaan, doch de uit spraak der woorden liet af en toe veel te wenschen over, hetgeen veel afbreuk deed aan haar succes. Nicolai's Goeden nacht zong ze met meer warmte, doch vooral in Gounod's Au printcnips toonde zy haar prucdispositie voor de Fransclie school. Dit lied werd uan ook flink toegejuicht. Rogmans kon ons minder hekoren in Vervlogen geluk en Uchtendgroet, beide van Schubert, dan in Verliulst's Die* irae, dat voortreffelijk door hem werd gezongen en veel bijval verwierf. Niet minder werd Uw naam van Richard Hol toe gejuicht, een lieflijk duet, door Mej. Betsy Hol (een veelbelovende, jonge kunstenares, die aan een vol geluid een frame uitspraak paart en zeer beschaafd zingt) en den heer Spoel voorgedragen. Het duet uit de Jahreitritm door mej. I vind ré en den heer Rogmans gezongen, had minder succes, al bleek ook hun groote techniek eruit, 't Pakte niet, maakte niet warm. De heer Spoel, die tengevolge eener nauw genezen verkoudheid vibreerde en zelfs een paar malen de- toncerdo, sleepte allen mede door de voordracht van het Tannhüuserlied van Comélie van Oosterzee, waarin h(j zyn machtig geluid ten volle kon ont wikkelen; de wyze wuayop hij Van Riemsdyk's Tranen/eruikje vertolkte, schonk heiu den bijval van dezen anders niet zoo spoedig enthuslasten compo nist; en De eerste kus, een innig en schoon lied van den jeugdigen Jan W. F. Brandts Buys bczorgdo ham eon daverend applaus. Keu heerlijke afwisseling in deze zangnummers bracht liet meesterlijke vioolspel van ilen Heer H. Petri, die door de Schwedische Tante van Max Bruch en het Adagio en de Finale uit het 7e vioolconcert van Spohr allen in verrukking bracht. de zaal, die

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 2