Donderdag 3
Aug. 1893.
No. 4272.
37e Jaargang.
biljet van ÏOOOOOD^
Buitenland
AMEBSFOOETSCHE COURANT.
Uitgave
FIRMA A. H. VAN CLE EPF
te Amersfoort.
Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden f\.—.
Franco per post fi.ib. Advertentiën1—6 regels 60 Cents.elke regel meer 40 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Legale-ollicieële- en onteigeningsadvert. per regel
45 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents.
Bureau
MUURHUIZEN
hoek Eortegraoht, Wijk B. 60
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT doen te weten, dat door
den Raad dier gemeente in zijne vergadering van 24 Juli 4893 is vastgesteld de volgende
verordening
VERORDENING tegen de huizen van
ontueht te Amersfoort.
Het houden van een huis van ontucht is verboden, op straffe van eene hechtenis van
ten hoogste zes dagen.
Artikel. 2.
Onder houder van een huis van ontucht wordt verstaan hij, die daarin gelegenheid
geeft ontucht te plegen.
Artikel. 3.
Wie op eenige wijze tot de in het eerste artikel bedoelde strafbare handeling als mede
dader zijne medewerking verleent, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen.
Artikel 4.
Met ile opsporing der overtredingen van de bepalingen dezer verordening zijn belast alle
beambten der politie.
Aan hen wordt de bevoegdheid verleend om, wanneer zij dit tot handhaving van de
bepalingen dezer verordening noodig achten, de woningen der ingezetenen, huns ondanks,
te allen tijde binnen te treden, met inachtneming van de bepalingen dor wet van 34
Augustus 4853 (Staatsblad n#. 83).
Artikel 5.
Deze verordening treedt in werking op den derden dag na hare afkondiging, op welk tijd
stip buiten werking treedt de verordening op de huizen van ontucht en de publieke vrouwen
te Amersfoort, vastgesteld in de vergaderingen met gesloten deuren van den Raad der ge
meente Amersfoort, van den ^september en 'n °Pen')ai'e vergadering van den Raad
van 17 November 4856, en afgekondigd 44 December 1856.
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Utrecht volgens hun bericht
van den 28 Juli 1893 in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 2 Augustus 4893, 's voormid
dags te elf uren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
Feuilleton.
Naar het Engelsch van Mark Twain.
Ik zou nu de peer wel hebben willen oprapen
en voor 't oog van alle menschen opeten, maar
ze was er niet meerdat had ik dus bij dat ver-
wenschte bezoek ook nog misgeloopen, en de ge
dachte daaraan stemde me waarlijk niet milder
tegenover die menschen. Zoodra ik uit het gezicht
van het huis was, brak ik de enveloppe open
en ik zag, dat er geld inzat. Mijn meening om
trent de beide heeren veranderde niet weinig
dat verzeker ik u. Ik verloor geen oogenblik,
maar stopte het geld en de envelloppe in den
zak van mijn jas en ging het naaBtbijgelegen
goedkoop restaurant binnen. En wat heb ik me
daar te goed gedaanToen ik genoeg had, nam
ik mijn geld uit mijn zak, en vouwde het open
maar nauwelijks haa ik een oog er in geslagen
of ik dacht, dat ik van schrik flauw viel. Een
millioen pond sterling, of zooals ik, Amerikaan,
het uitrekende, vijf millioen dollars 1 Het zweet
brak me uitl
Ik heb daar zeker wel een minuut met ver
dwaasden blik op het biljet zitten kijken, voor ik
recht tot bezinning kwam. De eerste, op wien
mijn oog viel, was de kastelein. Hij keek naar
het biljet, en stond als versteend. Hij was een
en al verrukking en aanbidding voor het pa
piertje en verroerde geen vin. Ik gat hem een
wenk en deed het eenige wat me te doen stond
ik reikte hem namelijk het biljet over en vroeg
onverschillig weg:
Wilt u me daar even van teruggeven, als
't u belieft?
Toen kwam hii tot zichzelf en stamelde dui
zend verontschuldigingen, dat hy het biljet niet
klein kon makenik kon hem er zelfs niet toe
krijgen het aan te nemen. Hy moest er steeds
naar kijken; hij kon zijn oogen niet verzadigen
aan het genot van dat gezicht, maar hij was zóo
bang om het aan te raken, alsof het iets te heiligs
was voor een gewoon sterveling. Ik zei:
Het spijt me maar ik moet er op staan, dat u me
dit biljet wisselt, want ik heb niets anders bij me.
Maar hi) antwoordde, dat het niets te betee-
kenen had en dat hii gaarne de vertering tot
een volgenden keer wilde tegoed houden.
Ik merkte op, dat ik misschien in de eerste
dagen niet bij hem in de buurt zou komenmaar
dat Hielp alles niets, hij kon wel wachten, en ik
kon buitendien te allen tijde bestellen wat ik
hebben wilde, en de rekening zoolang laten op-
loopen als ik verkoos. Hy vei klaarde gerust een
zoo rijk man als ik was te durven borgen, al
was het alleen om de grappige wjjze, waarop
ik door myn kleeren het publiek trachtte beet
te nemen. Op dat oogenbliK kwam er een andere
klant binnen en de kastelein gaf me een wenk,
mijn schat op te bergen, waarop hy me al bui
gende naar ae deur geleidde.
Ik liep regdrecht naar het groote huis, waar
die twee broeders woonden, om hun vergissing
te doen herstellen, en ik haastte me tamelijk
uit vrees, dat de politie me zou oppukken. Ik
Reis-abonnementen.
Wij zijn gaarne bereid om, tegen
vergoeding van porto, aan geabon-
neerden, die voor korten of langen
tijd op reis gaan, de Amersfoortsohe
Courant en de bladen, welke zij door
onze tusschenkomst ontvangen, na te
zenden.
Opgave van duidelijk adres is vol
doende.
HULPBANK TE AMERSFOORT.
Tot het geven van gelden ter leen zal
eene Commissie uit het bestuur op MAAN
DAG, den 7 AUG. aanstaande, 'snarnid.
van haletwee tot halfdrie, zitting houden
in een der lokalen van het Raadhuis, alwaar
de belanghebbenden zich kunnen aanmelden,
ook voor het teruggeven van gelden.
HERM. P. VAN HASELEN,
Secretaris-Penningmeester.
Twee weken juist heeft het Fransch-Sia-
meesche conflict de wereld in beroering
fehouden, zijn er betoogen gevoerd over
rankrijks eischen en Siarn's verplichtingen,
is er gedebatteerd over Engelands positie
vis-a-vis het geschil en tegenover de door
de Groote Republiek geëisclite oplossing en
daar eensklaps hoewel niet zoo heel onver
wacht, in verband, met de houding der Sia-
meezen in liet laatste etmaal of daaromtrent
komt uit Bangkok het bericht, dat de
regeering van Siam zonder eenig voorbehoud
Frankrijks voorwaarden aanneemt. Prins
Vadhana, de gezant van Siam te Parijs, was
't, die Zaterdag in alle plechtigheid mede-
deeling ging doen van deze heuglyke tijding
aan den Minister van Buitenlandsclic zaken
en deze, na in allen vorrn kennis te hebben
genomen van dit resultaat der Fransche
doortastendheid (ongeoorloofde brutaalheid
zouden sommige uooze lieden zeggen) snelde
naar zijn collega en chef, den premier Dupuy,
wantwaar 't nart vol van is, loopt de mond
van over. 'tLeek Dupuy een ernstige en
belangwekkende zsvak en daarom besloot hij in
een buitengewonen ministerraad mededeeling
te doen van 't hem gerapporteerde en hij
schreef een ministerraad uit, welke echter
uit te weinig deelnemers bestond om een
vruchtbare gedachtenwisseling uit te lokken
behalve de beide genoemden waren slechts
drie der departementshoofden bijeen te bren
gen. Nu zou men zoo zeggen, dat de overige
W. C. DIJKGRAAF, Horloger
Laugeatraat 10.
was nogal zenuwachtig, of eigenlyk bevreesd,
hoewel ik natuurlijk niet de minste schuld mm
de zaak hadmaar ik kende de menschen genoeg,
om te weten, dat, als ze merken, dat ze een
bedelaar een bankbiljet van een millioen pond
hebben gegeven, terwyl ze dachten, dat hot er
een van éen pond was, ze woedend worden op
hem, in plaats van de schnld te geven aan hun
eigen kortzichtigheid, zooals het behoorde. Toen
ik dichter bij het huis kwam, bedaarde mijn
opgewondenheid eenigszins. want alles zag er
rustig uit, zoodat ik begreep dat de domme ver
gissing nog niet was opgemerkt. Ik belde.
Dezelfde knecht deed me open. Ik vroeg naar
de heeren.
Ze zyn uit, antwoordde de man op die trot-
sche, hooge manier, dat volk eigen.
Uit? Waarheen?
Op reis.
Ja maar, waar naar toe?
Ik geloof naar Frankrijk.
Naar Frankrijk?
Ja mijnheer.
Maar met welke boot zijn ze dan gegaan?
Dat weet ik niet, mynheer.
Wanneer komen zo terug?
Over een maand, zeiden ze.
Een maand. O, maar dat is afschuwelijk.
Kunt ge me niet zeggen hoe ik hun op de eene
of andere manier een woordje kan senrijven?
Het is van het hoogste gewicht.
Ik kan het u waarlyk niet zeggenik weet
heeren 't best »uit de kraut" hadden kunnen
vernemen of dat men 'thun wel even gauw
bad kunnen seinen, maar dat zou niet stroo-
ken met de waardigheid en dan moest men
zich ook niet al te ingenomen toonen met
den loop van zaken; zelfs moest men voor
den vorm nog wat aarzelen met zyn ant
woord, want Siam had ook gedraald met zijn
inwilliging, en zelfs gewaagd te weigeren
de Mekong voortaan als grens van zyn ge
bied te beschouwen en eigenlyk moest zulk
een snood verzet voorbeeldig gestraft worden
Hoewel dus, nu kennisneming van Siam's
onderwerping, de heeren Zaterdag huiswaarts
keorden met het plan Zondag opnieuw zich
te vereenigen, ter bespreking van 'tgeeu
aan Siam moest geantwoord worden, kon
men toch reeds spoedig met zekerheid zeg
gen, dat alles puur vertoon was. Dat bleek
dan ook Maandag toen Sadi Carnot. expres
uit Marly overgekomen, den kabinetsraad
presideerde. De heeren namen kennis van
Siam's onderwerping als ware 'thun een
nieuwtje en in vyf kwartier was men 't «r
over eens (die amen" waren vijf do minis
ters plus Carnot; de overigen vonden 'tniet
der moeite waard zich naar Parijs, te begeven
voor zoo'n formaliteit) dat 't maar t best
was te vergeven on to vergeten. Siam's aan
bod werd dus aangenomen en bet incident
is daarmee besloten, onder voorbehoud na
tuurlijk van de verwezenlijking van al't door
de Republiek geëisclite tot in de kleinste
bijzonderheden. Develie gaf denSiameescben'
gezant kennis van die beslissing in gunstigen
zin, en de zich aan boord der Forfait be
vindende Pavic, de gezant van Frankrijk by
de Siameesche regeering, kreeg langs tele-
grafischen weg last hetzeltde tor kennis te
brengen aan 't bewind te Bangkok.
Evenals 'teen paar dagen heeft geduurd
eer de blokkeering der Siameesche kust een
feit was, zal 't nog wel een etmaal of twee,
drie oanloopen, alvorens alles daar in 't Oosten
op den ouden voet is teruggebracht; doch
dat doet tot het feit der beëindiging niets af en
de zelfverheerlijking heeft in de Fransche
bladen dan ook roeas een uanvung genomen,
terwijl de meer bescheiden organen uitspra
ken van buitenlandsche collega s publieeeren,
waarin Frankrijks overwinning evenzeer
wordt gereleveerd als Engelands nederlaag
(beide op diplomatiek gebied, wel te verstaan).
Zeker is 't, dat de premier Dupuy in zijn
vuistje kan lachen: doordien Siam is geëin
digd mot toe te geven (iets, waarmee 't in de
gegeven omstandigheden wijselijk had moeten
beginnen) zijn niet alleen alle geruchten van
niet zeker waar ze heen zyn gegaan.
Kan ik dan niet een der familieleden spreken
De familie is ook op reis; die is, geloof ik,
al een paar maanden in Egypte of in Indië.
Beste vriend, er heeft een enorme vergissing
ploast gehad. Ze zullen zeker voor van avona
terug ziin. Wilt ge dan aan de heeren zeggen,
dat ik al hier ben geweest en dat ik net zoo lang
terug zal komen tot ik hen gesproken heb, en
dat ze in 't geheel niet ongerust behoeven te zyn.
Ik zal het de heeren zeggen, als ze terug
komen, maar ik verwacht ze in 't geheel 'niet.
Ze zeiden, dat u binnen een uur wel zoudt komen
om inlichtingen, maar dan moest ik u zeggen,
dat de zaak in orde is, en dat de heeren zouden
zorgen op tjjd terug te zyn om u weer te ont
vangen.
Ik kon me dus verdere moeite besparen en
heengaan. Wat was me dat alles raadselachtig;
ik dacht dat ik gek zou worden. Ze zouden zorgen
„op tijd" terug te zyn. Watzoudatbeteekenen?
Hun brief zou me misschien wel opheldering
geven. Ik had dien brief vergeten, ik haalde hem
nu voor dén dag en las
,,Gy zijt, als men op uw gezicht mag afgaan,
een verstandig en eerfyk manwe begrijpen, dat
ge arm zyt en een vreemdeling. Ingesloten zult
ge een soms gelds vinden. Het wordt u voor den
tijd van dertig dagen geleend, zonder interest.
Breng het na dit tijdsverloop hier in dit huis
terug. Ik heb een weddenschap omtrent u aange
gaan. Als ik win, dan zal ik u, voor zoover mij dat
mogelijk is, aan iedere betrekking helpen die ge
wilt, cl. w. z. iedere betrekking, waarvoor go aan
leg en bekwaamheid toont te bezitten."
Wordt vervolgd).