(lat er verschï vao inzicht bestaat over ie
toelating van jongelieden tot de Kon. Mili
taire Academie.
De nieuwe Wel op het militair onderwijs
echter neemt elke dubbelzinnigheid weg en
zegt dienaangaande
Het recht cm aan het toelatings-examen
voor de K. M. A. deel te nemen wordt ver
leend aan
1°. 11e leerlingen der Cadettenschool, die
het onderwijs aan deze Inrichting geheel
hebben gevolgd.
(Zij die tot de Cadettenschool zijn toege
laten, doch op hun verzoek smet groot ver
lof" gezonden, staan voor de toepassing dezer
wet gelijk met hen, die het onderwijs aan
die Inrichting hebben genoten, mits zij aan
alle daarbij gestelde bepalingen hebben
voldaan).
2o. Nederlanders en zoons van Euiopee-
sche of daarmede gelijkgestelde ingezetenen
der Koloniën, die 1721 jaar oud zijn en
zich tot het afleggen van het examen aan
melden.
Ieder jong menscb, die aan de bij de wet
gestelde eischen voldoet, kan dus na atge-
légd vergelijkend examen als cadet op de
Militaire Academie geplaatst worden. Het
eind-examen H, B. S. doet er niets toe. Men
kan de vereischte kundigheden ook elders
trachten te verwerven.
Tegen 24 October kunnen een twintigtal
zonen van militairen op de Pupillenschool te
Nieuwei-sluis worden geplaatst. Zie verder
Staatscourant.
Te 's-Hertogenbosch loopt het gerucht, dat
de Rijkskweekschool en de daaraan verbon
den Leerschool toch niet zullen verplaatst
worden. Er is opnieuw onderzoek ingesteld
naar den toestand der gebouwen en men zou
bet middel gevonden nebben om de afge
keurde gedeelten in behoorlijken staat te
brengen.
De Minister heeft Dinsdag de stad bezocht,
maar of het behoud van de Rijkskweekschool
verzekerd is door dat bezoek, zal nog dienen
uitgemaakt te worden.
Den 19 Februari 1894 zal het 25 iaar ge
leden zijn, dat liet «eereteeken voor belang
rijke krijgsverrichtingen" werd ingesteld.
Naar wy vernemen, zullen eenige militaire
vereenigingen dit jubilé niet onopgemerkt,
laten voorbijgaan.
De directeur van het post- en telegraaf
kantoor te Vreeswijk heeft kennis gegeven,
dat door den inspecteur van hel Geneeskun
dig Staatstoezicht in de provincie I.'trecht en
Gelderland alle voorzorgsmaatregelen zijn
getroffen om besmetting uit het door cholera
besmette postkantoor te Jutphaas te voor
komen.
Materieel, briefkaarten, postzegels zijn op
nieuw verstrekt; de dienst wonlt waarge
nomen door een beambte uit Vreeswijk, ter
wijl het postkantoor te Jutphaas tijdelijk ge
vestigd is in het Gemeentehuis te Jutphaas.
Zaterdag is te Amsterdam in den leeftijd
van even 48 jaar overleden de heer Tijs
Terwey, sedert 1879 leeraar aan de Kweek
school voor onderwijzers en onderwijzeressen
alhier.
Terwey heeft zich vooral bekendgemaakt
door zijn Nederlandsche spraakkunsten, die
vele malen herdrukt zijnen bij het onderwijs
zeei in trék waren. Zijn «bestaanszinnon"
hebben een aantal tijdschriften voor examen-
opleiding een tijdlang stof verschaft. Voorts
heeft hij eenige treurspelen van Vondel, van
aanteekeningen en inleiding voorzien, in het
licht gegeven.
Hij was ridder in de orde van den Neder-
landschen Leeuw.
Aan het hoofdbestuur der Vereeniging:
«Trouw aan Vaderland en Koning" te Utrecht,
tot ondersteuning van behoeftigen, gerech
tigd tot het dragen van het Metalen Kruis
of de Citadel-medaille, is machtiging verleend
tot. het houden eener collecte door liet ge-
heele Rijk, in de maanden September en
October van dit jaar.
Vrijdag was bet 25 jaar geleden, dat de be
kende di-. J. G. Mezger aan de Universiteit
te Leiden tot doctor in de geneeskunde werd
bevorderd.
De heer Rademaker herstelt weer langzaam
van zijfi val te Arnhem, maar heeft nu voor
goed het racen opgegeven. Dat dit plan ernst
is, wordt bewezen doordat bij al zijn machines
verkoopt. Hij behaalde in het geheel moer
dan 200 prijzen.
Janus Tulk, de laatst overgebleven werk
man die bekend was met de oude methode
van Delftsch aardewerk te beschilderen, is in
den ouderdom van 89 jaren te Delft overleden.
Het aantal diamantwerkers, dat thans te
Amsterdam zonder werk is, wordt op ruim
40 000 geschat.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gelet op art. 6 der wet van den 2. Juni 1875
(Staatsblad No. 95.)
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door JACOB van GELDER ingediend verzoek,
met bijlagen, om vergunning tot het oprichten
van eene banket- en hutkerbakkerij in het perceel
alhier gelegen aan de Langestraat, wijk E. No. 324,
bij het kadaster bekend onder Sectie E. No. 3464,
op de Secretarie der gemeente ter vissie ligt, en
dat op Maandag, den 2en October aanstaande,
des voormiddags teelf uren, gelegenheid ten
raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van
het gemeentebestuur of van een of meer zijner
leden, bezwaren tegen het oprichten van de
inrichting intebrengen.
Amersfoort, den I8en Sept. 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
W. A. CROOCKEWIT,
Weth., 1". Br.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
STADSNIEUWS.
H. H. M. M. de Koninginnen passeerden
Zatermiddag deze stad op hun tocht naar
Soestdijk. waar Zij van half drie tot vijf uur
vertoefden.
Aanstaanden Donderdagochtend vertrekt van
hier een detachement van het 5e regiment
infanterie naar Den Haag om uit handen
van H. M. de Koningin het nieuwe vaandel
te ontvangeu.
Het bevel over dit detachement is opge
dragen aan kapitein H. Tb. Chappuis, terwijl
tot medegeleiders zijn aangewezen de Ie lui
tenant-adjudant W. S. N. van Bockom Maas,
iie le luitenant J. Stroeve en de 2e luitenant
H. de Haan Hugenholtz.
Het detachement bestaat uit 1 sergeant-
majoor. 7 sergeanten, 9 korporaals, 2 tamboers,
1 hoornblazer en 80 manschappen.
In de Maliebaan te 's-Gravenhage zal het,
met 'le detachementen van het 6e, 7e en Se
regiment infanterie onder bevel staan van
overate A. J. Prins van het 7e regiment.
Behalve kolonel H. J. G. Benschop en kapi
tein-adjudant J. Doornbos, zullen een veertig
tal olïieieren van het 5e regiment de plech
tigheid bijwonen.
De 4e luitenant U. N. J. Doornbos van
het 4e regiment veld-artillerie, hier in garni
zoen, heeft zich naar Delft begeven, tot het
volgen van den tecbnischeri cursus bij de
werkplaatsen voor draagbare wapenen.
Tot bet le studiejaar van den cursus van
het 5e regiment infanterie zijn toegelaten de
sergeanten F. L. Brostowski en J. Hattinga
Raven, en de korporaals P. A. Roozendaal
en H. A. Klem.
In de Vrijdagavond gehouden vergadering
van de IJsclub is met algemeene stemmen
aangenomen het voorstel tot ontbinding der
vereeniging.
Het besluit moet echter worden bekrach
tigd. waartoe andermaal een algemeene ver
gadering zal werden geliorden óp Vrijdag 22
September aanstaande, des avonds te 8 uur
in het café «De Arend."
Bij de Eernbrug is Vrijdagochtend uit de
Eem opgevischt bet lijk van den 24 jarigen
E. v. W., wonende te Baarn, die sedert een
week werd vermist.
Het lijk werd door een schipper bier aan
gebracht en later naar de algemeene begraaf
plaats te Soest vervoerd.
Wij vestigen de aandacht op de in dit
nummer voorkomende annonce van den heer
H. Dumoulin en op het daarin vervat ver
zoek om. tot goede regeling der danslessen,
zich vooral tijdig aan te melden.
Gemengd Nieuws.
Het. O. M. bij den Hoogen Raad conclu
deerde Vrijdagdatde zoogenaamde boksbeugel
moet worden beschouwd als een wapen,
waarvan het dragen bij de wet is verboden.
De Hooge Raad zal hierover den 9 October
beslissen.
Geeft niet aan bedelaars!
Onder Leiderdorp vervoegde zich bij den
landbouwer F. een stoere landlouper om gel-
delijken onderstand. Niet voldaan over de
ontvangst, ging hij razen en tieren en ook
vernielingen aanrichten. Zoo vernielde h|j
een kostbare tuinbank. De zoor» van F. bracht
den ruwen kerel, met behulp van S., naar
het gemeentehuis, waar hij in bewaring werd
genomen.
Het is gebleken, dut hij ook op andere
plaatsen ongepast te werk is gegaan.
Dit bericht zegt het Leidsch Dagblad
werd ons toegezonden meteen waarschuwing
aan plattelandsbewoners om zulke zwende
laars nooit iets te geven, aangezien het ge
kregen gold in den regel wordt besteed aan
Algemeen hoopt men dan ook, dat spoedig sterkedrank en.... houdt men als een man
een einde aan den toestand komen moge. 1 de beure gesloten, dan staken de lastige bede
laars vanzelf hun vruchtelooze bezoeken en
dien weg moet het uit.
Maaudag zou te Arnemuiden een weduw
naar van 72 jaar met een meisje van 28 len
tes in het huwelijk treden. Alles was voor
de plechtigheid in gereedheid, doch de man
werd door zijne kinderen uit het vorig hu
welijk genoodzaakt van het huwelijk af te
zien. Hij deed dit en liet, wat zeker eldera
nog nooit werd vertoond, een omroeper in
de gemeente dat besluit en de redenen, die
er toe geleid hadden, verkondigen.
In de nabijheid van Rotterdam overleed
dezer dagen een boer, die nog al zonder
linge manieren had. De man was sterk als
een Hercules. Om daarvoor slechts een
staaltje te noemen, diene dat wanneer de koe,
die hij melken moest, niet naar zijn zin stond,
hij het dier geheel oplichtte. Een kachel was
voor hem een overtollige nieuwigheid. Hij
brandde in den winter slechts hout onder
den ouderwetschen schoorsteen. Na zijn
overlijden vond zijn familie een gro ite hoe
veelheid bank- en muntpapier. waarvan de
biljetten allen op elka.ider waren geplakt.
Dezer dagen schrijft de Arnhemsche Ct.
kwam bij een barbier te dezer stede een
landbouwer uit den omtrek, om zich te laten
scheren. Toen hij ingezeept was, staat een
heer, die geschoren is, op en legt een daalder
op tafel. De landbouwer meent, dat dit de
prijs is, en onderwerpt zich, rnaar met wrevel
in 'thart, aan de bewerking.
Nauwelijks is die afgeloopen en de man
afgedroogd of bij zet ijlings zijn pet op en
snelt naar de deur, terwijl hij een gulden
op de tafel gooit, met de woorden«meer
geef ik niet."^
De barbier ijlt hem na en roept hem, maar
de landbouwer wil niet stilstaan en laat den
barbier met zijn verbazing alleen.
Eenige oogenblikken latei1 echter komt hij
terug met een agent van politieeerst thans
volgt de opheldering: de heer, die een daalder
had gegeven, had daarmede zijn abonnement
betaald. Het scheren koste slechts een dub
beltje (zooals alles tegenwoordig) en de land
bouwer kreeg negentig centen terug.
Op aardige wijze had er onlangs een ver
zoening plaats tusschen een echtpaar. De
vrouw, die sinds lang met haar man in on
min leefde, had zich voorgenomen, geen enkel
woord meer met hem te spreken. Al zijn
pogingen om de vrouw te paaien, bleven
vruchtelooszij ontweek hem overal. Wat
hij ook beproefde om een enkel woord uit
haar te krijgen, alles mislukte. Eindelijk en
ten laatste kwam «le wanhopige echtgenoot
«p den inval, om op klaarlichten dag met
een brandende kaars het huis te doorsnuf
felen. Zoo liep hij dan van liet voorhuis naar
het achterhuis en omgekeerd, van ile keuken
naar de slaapkamers en opende alle kasten.
Zijn vrouw begreep hier niets van en werd
hoe langer zoo nieuwsgieriger naar de reden
van zijn zoeken. Op het laatst kon zij het
niet langer uithouden en riep uit«Maar
om 's Hemels naam. man, wat zoek jc toch
«Goddank ik heb het gevondenantwoordde
(ie gelukkige, «eindelijk hoor ik je stem
weder," waarop hij de kaars uitblies en de
vrede spoedig hersteld was.
De zieke van Bournemouth, zooals de be
ruchte Cornelius Herz in Frankrijk al maan
denlang heet, schijnt volgens Figaro in het
geheel niet ziek meer te zijn. Hij moet zelfs,
ten spijt van de Engelsche en de Fransche
politie, reeds sedert geruimen tijd verschei
dene uitstapjes naar het vasteland gemaakt,
en af en toe Frankrijk bezocht hebben. Tot
Parijs heeft hij zich tot nog toe niet gewaagd,
rnaar te Calais, te Boulogne en te Diepe is hij
geweest, waarheen hij dan den weg door
België nam.
Officieel beeft de handige dokter zijn wo
ning te Bournemouth en ligt hij daar ziek,
zóo ziek, dat hij niet naar Londen kan ver
voerd worden om voor den rechter te verschij
nen, die over zijn uitlevering aan Frankrijk
zal te beslissen hebben, en in werkelijkheid,
houdt hij bijeenkomsten mot zijn vrienden
aan de overzijde van h. t Kanaal, om maat
regelen te nemen tot het te gelde maken
van zijn bezittingen in Frankrijk. En het
gevolg daarvan zal zijn, dat men op een
goeden dag "erneemt, dat Cornelius Herz
aan het hoofd van een groote handelsonder
neming in Canada opgetreden is, terwijl het
huis te Bournemouth, bewaakt door Engelsche
politieagenten, leeg staat, en de Fransche
justitie een schuldige minder zal hebben te
veroordeelen.
Een geleerde heeft onderzocht, welke snel
heid de hersenen bij hun werkingen bezitten.
Door een door hem uitgevonden toestel ont
dekte hij, dat de hersenen ongeveer Vis seconde
noodig hebben om een ontvangen indruk te
herkennen en seconde voor een daad van
den wil, om dien indruk behouden te doen
blijven.
Drie jonge dames te Louisville (in den
Amerikaanschen Staat Kentucky), miss Annie
Wilson, Anny Craighton en Mary Wilson,
wandelden des avonds rustig op straat en
rookten ieder een cigarette, toen zij twee
politieagenten ontmoetten.
Ten hoogste verontwaardigd, dat zij dames
op straat zagen ï-ooken, maakten de agenten
Sroces-verbaal en de juffertjes weiden voor
en rechter gedaagd.
De dames zijn echter vrijgesproken.
Een maaltijd in een leeuwenkooi is (je
nieuwste sport der Italiaanschejongelingsschan
fin-de-siecle. In tegenwoordigheid van een
groot publiek stapten voor eenige dagen de
student Checchiue en de cand. med. Bèltrani
de leeuwenkooi in de menagerie Kludsky te
Bologna binnen en gebruikten daar, in het
bijzijn van twee leeuwen, met een onbewo
gen gemoed een souper, waarbij het aan
toasten niet ontbrak. Nadat zij beiden nog
een paar cigaretten gerookt hadden, verlieten
de jongelieden deze merkwaardige restauratie
zonder dat op hun hoofd éen haar gekrenkt was!
Men kan een neger zijn en desniettemin
een gewoon menscb, wien «niets mensche-
lijks vreemd is." James Dixon, een pracht
exemplaar van een neger, te Brooklyn, was
in dienst genomen door zekere mis;. Mina
Fuchowsky directrice van een café-chantant
te New-York.
Dezer dagen nu werd de neger door zijn
directrice voor den rechtbank gebracht, onder
beschuldiging haar «tegen haar wil" te
hebben omhelsd en daarbij geweld te hebben
gebruikt. De arme James had al eenigen
tijd in voorarrest doorgebracht en de rechter
oordeelde, dat dit voldoende was om de
misdaad, van iemand «tegen haar wil" «met
geweld" omhelsd te hebben, te boeten. De
neger werd dus weer vrijgelaten, maar moest
een cautie van 500 dollars (f 4250) stellen en
beloven «dat bij zich een jaar lang goed zou
gedragen." Dit beloofde James van ganscher
harte, maar 500 dollars had hij nog nooit
bij elkaar gezien. Het merkwaardige van
het geval is nu, dat, daar zich niemand
andera opdeed, miss Fuchowsky deze som
maar betaaldeJa, maar,
Een oplichter-grappenmaker te Parijs heeft
dezer dagen allerlei winkeliers bedrogen, door
hun bestellingen te doen op naam van don
commissaris van politie hunner wijk. den
heer De la Londe, toen deze uit de stad
was. Zóo hun vertrouwen gewonnen hebbende,
leende hij kleine sommen van hen. Harer
zijds had mevrouw De la Londe het twijfel
achtig genoegen, voor 240 francs grafkransen
voor haren, zoo het heette, plotseling over
leden echtgenoot, allerlei lekkernijen ter
viering vin den geboortedag van een niet
bestaand kleinkind enz. te ontvangen, be
nevens bet bezoek van een doodgraver, die
orders kwam balen voor een graf, ten be
hoeve van haar springlevenden zwager.
In liet hospitaal Beaujon te Parijs, werd
onlangs een zestigjarig grijsaard opgenomen,
die de gierigheid zoover dreef, om zich te
willen laten doodhongeren. Hij droeg een
som gelds bij zich, meer dan voldoende om
er goed van te kunnen leven. Deze Harpa-
gon meldde zich bij de politie aan en ver
klaarde in geen twee dagen gegeten te heb
ben. Men gaf den grijsaard eenige borden
soep, die hem eenigszins opknapten, maar
toen hij zich op weg wilde begeven, ontbra
ken hem de krachten en viel hij op de straat
neder. Men bracht hem naar een naburige
apotheek, waar hij de eerste hulp ontving.
Ten einde zijn identeit vast te stellen, door
zocht men zijn zakken en vond er een por
tefeuille met t)00 francs aan bankbiljetten in,
benevens eenige effecten.
Op 36-jarigen leeftijd is verleden week in
Schotland plotseling overleden dr. Parke, de
officier van gezondheid, die de beroemde
expeditie van Stanley ter redding van Emin-
Pacha vergezelde. Van alle officieren, die aan
dezen tocht door «darkest Africa" deelnamen,
is nu nog, behalve Stanley zelf, alleen de
beer Mounteney Jephson in leven.
Een moedige daad, waardoor een groot
onheil werd voorkomen, werd in de nabijheid
van Zwickau door een kunstrijder volbracht.
De vrouw en twee dochters van een indus
trieel hadden in een op korten afstand ge
legen plaats een bezoek gebracht en waren
nu op weg naar huis. Plotseling geraakte
het gareel in het ongereede, zoodat het paard
schuw werd en op nol ging. De dame, die
de teugels hield, verloor, trots al haar po
gingen, de heerschappij overliet voorthollende
dier. Alles week ontzet ter zijde behalve
een jonge man, die er juist langs kwam en die
ziende wat er gaande was, bleef staan, als
wilde hij het voorthollende dier van ter zijde
bij (le teugels grijpen. Dan nam hij een
aanloopje, zat met éen sprong op den rug
van het dier, en greep in minder dan geen
tijd de teugels stevig vast. Hij slaagde er
in het dier tot staan te brengen. Dat alles
was het werk van enkele oogenblikken ge
weest en nog vóór de Vrouwen, die in den
wagen zaten van den schrik waren bekomen,
was de held van bet tooneel reeds verdwenen.
Toch had men hem inmiddels als oen der
kunstrijders uit een circus herkend.